Het celibaat is de hoeksteen van het macho katholieke klerikale systeem

Civis Mundi Digitaal #116

door Jan de Boer

Het rapport « Sauvé » onthulde enige tijd geleden dat in Frankrijk uit bijna drie jaar onderzoek in archieven en hoorzittingen dat er rond de 300.000 slachtoffers van pedocriminaliteit door priesters geregistreerd zijn. Dit is in ieder geval tot rond 2000 door bisschoppen verborgen gehouden, en tegen de betreffende priesters zijn geen sancties werden getroffen. De Katholieke Kerk staat nu voor twee opgaven waarvan haar geloofwaardigheid en wellicht haar overleven afhangt. De eerste opgave is die van schadeloosstelling voor de slachtoffers: de test voor haar geloofwaardigheid, die zij zegt te zullen vervullen. De tweede opgave is die van de ontmanteling van het « klerikale systeem » dat zowel aan de grondslag ligt van deze pedocriminaliteit als aan het verbergen ervan. Regelmatig komt in discussies het thema van beëindiging van het celibaat terug, dat de geestelijkheid in het Westen sinds de twaalfde eeuw wordt opgelegd.

Over deze kwestie toont het rapport zich heel voorzichtig. Het celibaat veroorzaakt onvermijdelijk frustraties bij hen die zich daartoe verplichten, maar deze kunnen innerlijk als een gekozen en als een gelukkig beleefde voorwaarde verwerkt worden. Veel priesters getuigen daarvan. De veronderstelling dat het celibaat automatisch tot misbruik leidt, is absurd en beledigend. Maar dat betekent niet dat deze twee kwesties niets met elkaar te maken hebben. Het celibaat, dat bij de priesterwijding de sacrale kwalificatie toekent, is zonder meer de hoeksteen van het klerikale systeem. Het is wat dat betreft tekenend dat het celibaat door de gelovigen vaak beschouwd wordt als de bij uitstek sacrale positie van de priester en zijn sacramentaire handelingen. Zo is het de priester en alleen de priester die de exclusieve verstrekker is van handelingen voor het zielenheil en die door het Concilie van Trente in de zestiende eeuw tot de spil van de parochiale beschaving werd gemaakt.

Vanaf de negentiende eeuw werd de priesteropleiding daarop ingericht. Binnen de Katholieke Kerk nam zo de obsessie van kwesties inzake geboorte en seksualiteit toe, terwijl zij steeds meer van het politieke toneel verjaagd werd. Naast het door het celibaat bevestigde sacrale karakter van hun positie kregen priesters ook de plicht om via de biecht nauwgezet de juistheid van het seksuele leven van de gewone vrouwen en mannen, wier zielenheil aan hen werd toevertrouwd, te controleren. Het is in deze kookpot van een klerikale cultuur, van het binnendringen in het intieme leven van de gelovigen, dat een zeker aantal priesters – in de vaste overtuiging dat zij tot een spirituele wereld zonder driften behoorden en niet onderworpen waren aan de regels van het mens-zijn – in de fout deed gaan. Het seksuele misbruik, de pedocriminaliteit, is niet het directe gevolg van het celibaat, maar ongetwijfeld wel het ergste resultaat van deze cultuur van het door de Katholieke Kerk gelegitimeerde binnendringen in het leven van de gelovigen, met bij een aantal priesters spirituele verwarring als gevolg, aldus Danièle Hervieu-Léger, een in religie gespecialiseerde sociologe.

Zou de afschaffing van het celibaat het geneesmiddel zijn om dit kwaad te elimineren? Ik denk het niet. Overal, ook in de burgerlijke samenleving, waar mannen een overheersende positie hebben, is er sprake van seksueel misbruik. Om dat misbruik in de Katholieke Kerk tegen te gaan, is de afschaffing van het celibaat de helft van de daartoe af te leggen weg. De andere duistere kant van het sacrale celibaat is de uitsluiting van vrouwen inzake sacrale functies en handelingen. De vrouw, en met name het lichaam van de vrouw (menstruatie, zwangerschap), wordt door de Katholieke Kerk – een macho-instituut bij uitstek – beschouwd als ongeschikt voor het uitoefenen van een sacrale, een heilige missie die voortvloeit uit de priesterwijding. Maar vrouwen worden wel met open armen ontvangen, niet alleen voor huishoudelijke taken binnen de geloofsgemeenschap, maar ook voor pastorale verantwoordelijkheden: van overdracht van het geloof tot taken dichtbij de eucharistie, zoals de dienst van jonge meisjes bij het altaar. Deze taken door vrouwen nemen in aantal overal toe wegens het steeds lagere aantal priesterroepingen.

Om de heiligheid van de priester te redden, moet men niet alleen het celibaat in stand houden dat de gewone mensheid op afstand zet, maar vooral – in absolute zin – vrouwen daarvan uitsluiten. Dat is exact wat de paus Johannes Paulus heeft gedaan door te verklaren dat deze kwestie voor eens en altijd geregeld is. De druk van een sociale wereld die op alle gebieden de gelijkwaardigheid van seksen eist, heeft de Katholieke Kerk verplicht om vrouwen beetje bij beetje meer verantwoordelijkheid te geven, zelfs op het hoogste niveau van het instituut. Maar de toegang van vrouwen tot het heilige ambt van priester blijft achterwege, want dat verbod onthult een ander machtig imperatief: de bevestiging van de « heilige status » van de mannelijke priester oftewel een « andere Christus ».

Het rapport Sauvé heeft de verwoestingen van de « excessieve heiligheid » van de priester, niet alleen bij de seksuele misbruikers maar ook bij de slachtoffers, verstijfd door hun bijna goddelijke « uitverkiezing » en daardoor uitgeleverd aan de perversiteit van hun misbruikers, goed beschreven. Om uit deze absolute ellende te komen, is het niet alleen noodzakelijk de priester in de wereld van de gewone mannen terug te brengen en hem desgewenst te laten trouwen. Maar het is ook noodzakelijk dat de toegang van vrouwen tot alle gewijde bedieningen het heilige terugbrengt naar de plaats van waar het nooit weggegaan had moeten zijn: dat van het sacrament. Aldus Danièle Hervieu-Léger.

 

Mijn commentaar hierbij: de Katholieke Kerk en daarmee deels wellicht de westerse wereld zou er heel anders uitgezien hebben als de jood Jezus niet de macho-apostel Petrus als opvolger had gehad, maar zijn partner Marie-Madeleine, met wie hij veel besprak – tot ergernis van Petrus, want vrouwen waren volgens Petrus niet in staat iets wezenlijks te begrijpen. Overigens heeft Jezus nooit de bedoeling gehad een nieuwe godsdienst te stichten; de latere apostel Paulus heeft daarvoor de basis gelegd.

 

Geschreven in november 2021