Wetenschap, ethiek en politiek beleid tijdens de coronacrisis

Civis Mundi Digitaal #117

door Piet Ransijn

Bespreking van Filosofie-Tijdschrift: Themanummer Wetenschap, politiek en ethiek van Covid-19, jrg 31 nr 6 nov.-dec 2021. Uitg. Gompel & Svacina, Antwerpen

Inleidend overzicht: leven met onzekerheden en risico’s

Het nummer sluit aan bij andere artikelen in Civis Mundi nr. 117, waarin ook waarden als vrijheid en de impact van (medische) technologie naar voren komen bij een soms overrompelende politieke besluitvorming, die niettemin met veel onzekerheid omgeven is. Ook ethische bezinning neemt in Civis Mundi een belangrijke plaats in. De auteurs van het Filosofie-Tijdschrift zijn meestal verbonden aan een Nederlandse of Belgische universiteit en behoren als zodanig tot de ‘gevestigde orde’ van het WTE complex van wetenschap, techniek en economie.

“De rode draad van dit themanummer is de relatie tussen wetenschap, politiek en leven met onzekerheid in tijden van COVID-19... Gedurende de pandemie bleek dat er geen eenduidige kennis is als antwoord op de onzekerheden. Sterker nog, wetenschappelijk kennis werd zelf een bron van onzekerheid en controverse... Dit roept vragen op...Wat is goede kennis? En hoe verhoudt wetenschappelijk kennis zich tot ethische opvattingen, tot politiek en beleid?...Hoe bewaken we waarden zoals vrijheid, solidariteit en privacy in een technologische, expertise-gedreven crisismanagement tijdens een pandemie?... Wat voor soort wetenschap en ethiek hebben we nodig tijdens een pandemie?... Auteurs betogen dat ook pandemische wetenschap en ethiek diverse standpunten dienen te erkennen en de onzekerheid die daarbij hoort niet uit de weg moeten gaan” (p2,3).

Het verschil tussen wetenschap en expertise komt aan de orde. Politiek omvat keuzen die maar ten dele wetenschappelijk te onderbouwen zijn. Bijv. de keuze om noodgedwongen vaccinatie en masse te implementeren, nog voordat het gangbare onderzoeksprotocol was voltooid. Toen de eerste resultaten bekend werden, ontstonden ethische dilemma’s. Enerzijds ontstond door het positieve effect van de vaccins de wens om iedereen te vaccineren. Anderzijds bleek dat deelnemers er lucht van kregen in welke groep ze zaten. Deelnemers stapten uit het onderzoek, waarmee er zich een nieuwe situatie voordeed. Daardoor werd de ‘gouden standaard’ losgelaten van zgn. ‘dubbelblind gerandomiseerd onderzoek’ (RCT) met een controlegroep die een placebo kreeg i.p.v. een vaccin. De controlegroep wilde namelijk ook gevaccineerd worden en geen onnodige gezondheidsrisico’s lopen. Dit impliceerde een ethische keuze voor de belangen van de controlegroep boven die van de betrouwbaarheid van het wetenschappelijk onderzoek. Het leverde veel discussie op welk type onderzoek nu nog ethisch verantwoord was en in hoeverre het wetenschappelijk betrouwbare resultaten oplevert.

Er circuleren ook andere bronnen op internet die farma-onderzoek betwijfelen en bekritiseren. Bijv. het feit dat het onderzoek door de farmaceuten wordt uitgevoerd, die er miljardenbelangen bij hebben en vaak een reputatie hebben van het naar hun hand zetten van onderzoek en negeren van bijwerkingen. In dit licht is de vaccinatiescepsis te begrijpen en nog relatief gering, gezien de mate van vertrouwen in Pharma en de vele schandalen en gerechtelijk veroordelingen (zie bijv. Peter Götzsche, Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad en andere publicaties hierover, besproken in CM 35, 29 en 77). Dergelijke kritische noten over de ethiek van de farmaceutische industrie ontbreken in het Filosofie-Tijdschrift. Vandaar deze aanvulling. [MR1] 

Ook de toenadering tussen de EU en Big Tech, die eerst op gespannen voet met elkaar stonden, wordt als ‘Techno-tango’ vooral in termen van “coproductie van techniek, politiek en maatschappij” beoordeeld (p4). Andere artikelen in dit nummer van Civis Mundi wijzen op de riskante kanten van de samenwerking van overheid en Big Tech, die lijken te bewegen in de richting van een technocratie, waarin de menselijke vrijheid en humaniteit onder druk staan. We hoeven alleen maar de verplichte of gedwongen vaccinatie in aanmerking te nemen om de keerzijde van de ‘zegeningen’ van de medische technocratie te zien, die haaks staan op grondwettelijke rechten. Van de andere kant is dialoog en discussie essentieel om vorderingen te maken en problemen op meer adequate en ethisch verantwoorde wijze op te lossen, zoals John Stuart Mill benadrukte in On Liberty. “In tijden waarin veel mensen onzekerheid ervarenis het goede gesprek hard nodig,” zo besluit de inleiding, waarbij het vooral gaat om de relatie tussen wetenschap, ethiek en politiek (p4).

‘Leven met het virus’

De tweede bijdrage gaat over ‘verwereldlijking’, een term van Martin Heidegger en Hannah Arendt, die de betrekking met de wereld aangeeft. Corona is deel van onze leefwereld geworden. Dat heeft als consequenties o.m. onzekerheid en verwaarlozing van sociale relaties, het maatschappelijke en culturele leven, hetgeen samengaat met een “verkleíning van de wereld”. “De relatie tussen mensen en hun dagelijkse omgeving werd verstoord” (p6). Kwetsbare buurten werden ernstiger getroffen. “Wat zich bij diverse bewoners uitte in moedeloosheid, verveling en futloosheid [en...] verwatering van contacten.” De wereld werd versmald door beperkingen en regels.

“Ontoereikend contact leidde soms tot gevoelens van machteloosheid en vervreemding... Volgens Arendt zijn toenemend bijgeloof en afname van gezond verstand tekenen van vervreemding” (p7). Complot-denken is daarvan een indicatie. Over de sociale en psychische schade zijn meer publicaties verschenen, waar hier niet naar wordt verwezen. Het artikel beperkt zich tot “een sociaal-ruimtelijk perspectief op COVID-19,” zoals de ondertitel luidt. 

https://sociaal.net/opinie/wie-solidariteit-meest-nodig-heeft-krijgt-het-minst/

‘Er is nog veel niet geweten: solidariteit in het licht van onzekerheid’

Dit artikel gaat in op de “golf van solidariteit” aan het begin van de coronacrisis, die nu lijkt te hebben plaatsgemaakt voor polarisatie, waarover niet gerept wordt. “Voor solidariteit is het van belang dat we ons op een relevante wijze als gelijk aan [anderen] erkennen” (p10). Betekent dit “dat men enkel met gelijken solidair kan zijn”? Het betekent dat verschillen solidariteit in de weg kunnen staan, zoals tussen gevaccineerden en ongevaccineerden, autochtonen en allochtonen, enz.

Dit verklaart de mogelijkheid van polarisatie bij ongelijkheid als tegenpool van solidariteit. “Solidariteit bestaat dus uit het herkennen van gelijkenissen en verschillen, en oordelen welke verschillen geen verschil zouden mogen maken voor een gelijke behandeling van eenieder” (p10). Bovengenoemde verschillen zouden volgens velen geen verschil mogen maken voor gelijke behandeling, maar verdelen de samenleving in de praktijk wel degelijk. Het hangt af van ons blikveld en bewustzijn, dat de hele mensheid kan omvatten of zich kan beperken tot de eigen in-groep, met diverse gradaties daartussenin.

Gemeenschappelijk onzekerheid kan aanleiding geven tot solidariteit. ”Het niet-weten genereerde collectief handelen. Op een crisismoment als dit blijken burgers in eerste instantie behoorlijk machtsgedwee en zijn ze – kortstondig en met wat gemopper – bereid om mogelijk ‘onzinnige dingen’ te doen” (p11). Genoemd worden “verregaande officiële vrijheidbeperkende maatregelen... mondmaskers dragen... ‘maniakaal’ wassen van de handen... Het voorzorgsprincipe waagt het om bij nader inzien ‘onzinnige dingen’ te doen... Een epistemologische mist deed... ‘braaf’ beperkende maatregelen volgen” (p11,12). Waarmee eigenlijk niet hoeft gelden dat die maatregelen onzinnig zijn. Het gaat erom dat de zinnigheid onzeker is. We weten niet in hoeverre het helpt.

“Redeneren vanuit risico biedt nooit zekerheid en kan enkel waarschijnlijkheid binnen bepaalde marges aanbieden.” Onzekerheid kan ook solidariteit ondermijnen en aanleiding geven tot kritiek, wantrouwen, polarisatie en vragen naar de legitimiteit en effectiviteit van de maatregelen. “Pas na enkele maanden groeide de vraag naar een wettelijk basis voor coronamaatregelen en werd het schenden van grondrechten... breder gecontesteerd.” De aanvankelijke ‘golf van solidariteit’ maakte plaats voor andere, vaak reeds onderliggende gevoelens. “Solidair gedrag is steeds onzeker omdat het vaak niet afgedwongen kan worden” (p12). Willen we meer solidariteit en minder polarisatie, dan kan dwang averechts werken, hetzij overheidsdwang of een dwingende invloed van de publieke opinie, die het onderwerp is van bijgaand artikel over On Liberty van John Stuart Mill. 

https://rienvanleeuwen.com/interactie/leiderschap/vijf-tips-voor-verbindend-leiderschap 

‘Een pleidooi voor een feministische pandemische wetenschap en ethiek’

De term ‘feministisch’ zou hier uit te breiden zijn tot ‘maatschappijbetrokken’. “De pandemie zorgde voor een crisis in de ethiek. Ethici stonden vaak met de mond vol tanden: wat is het juiste om te doen als elke optie slecht lijkt, bijv. als we keuzes moeten maken over wie voorrang krijgt op de intensive care of voor vaccinaties?”

Ook binnen de wetenschappen “waren er spanningen bijv. tussen statistische modellen en waardegeladen advies... Hoe neutraal was wetenschap eigenlijk? Zijn bijv. mondkapjes in de open lucht echt zinvol?...Zowel de ethiek als de wetenschap ging door een identiteitscrisis... Ethiek en wetenschap zijn geen crisismanagement. Ze moeten zichzelf constant bevragen” (p14). Ze werden wel gebruikt voor en door het management en waren hard nodig, o.m. als draagvlak voor maatregelen, die niet altijd even goed te onderbouwen waren. 

Inclusieve wetenschap

De auteur pleit voor een “meer inclusieve wetenschap” vanuit de standpunttheorie. Dat lijkt een soort kennissociologie, waarbij kennis en wetenschap wordt gesitueerd in de wereld en vooral in de maatschappij. Kennis en wetenschap hangen niet in de lucht en zijn niet neutraal of slechts gebaseerd op feiten en cijfers. Ook aannamen spelen een wezenlijke rol, die samenhangen met de sociale positie van de kenner. Impliceert dit kennisrelativisme? Tot op zekere hoogte. Maar het geeft ook meer duidelijkheid en een intersubjectieve vorm van objectiviteit. Wetenschap wordt meer omvattend: de positie van het subject, de kenner, wordt in aanmerking genomen, die er eerder ook was maar werd buitengesloten.

“Tijdens de pandemie blijkt afstandelijke wetenschap een illusie... Risicoanalyses zijn bij uitstek waardegeladen: iets wordt pas een risico genoemd nadat een waarde is geïdentificeerd die beschermd moet worden... Wat we nodig hebben... is het besef bij wetenschappers dat ook zij naar data kijken en die interpreteren vanuit het eigen standpunt. Wat men als onderzoekswaardig beschouwt is bijv. ingebed in de eigen waarden en ervaringen [...en] door wat men zelf als een risico beschouwt... Modellen zullen altijd eenzijdig zijn.”

“Standpunttheorie is gegroeid tot het nadenken over de positie van groepen die traditioneel niet mee konden doen met het westerse wetenschapsbedrijf, zoals vrouwen en... onderdrukte posities... Het is niet enkel een kwestie van rechtvaardigheid dat we zulke standpunten meenemen. Het maakt wetenschap ook beter, omdat het toelaat bepaalde hypotheses en vertrekpunten te bevragen” (p15). Zo wordt wetenschap meer inclusief en worden ‘bias’ die samenhangen met dominante sociale posities gerelativeerd en in aanmerking genomen. Het betekent dat er meer gezichtspunten mogelijk zijn, hetgeen meer omvattende kennis kan geven. Daarom is het ook aan te bevelen om afwijkende standpunten van minderheden mee te nemen, zoals John Stuart Mill bepleit. Het kan een toegevoegd inzicht geven of onjuiste visie falsificeren.

https://www.tempramentje.nl/zorgende-handen/

Zorgethiek

De beslissende rol van het subject is sterker bij de ethiek dan bij de wetenschap, ook al poogt men ook daar tot objectieve standpuntbepaling te komen. “Het idee van een neutrale waarnemer die vanuit een bovenwerelds godsstandpunt kan beslissen op basis van de naakte feiten, is niet enkel in de wetenschap aanwezig. Ook in de ethiek vinden we hem terug [...als] ’the disinterested moral philosopher’, met een term van (wetenschaps)filosofe Sandra Harding.

“In de ethische dilemma’s die de coronapatiënt oproept, wordt soms de indruk gewekt dat we met de juiste data de moreel juiste beslissingen kunnen nemen.” Vaak wordt uitgegaan van “de ergst denkbare scenario’s” die geen alternatieven bieden... Er zijn altijd alternatieven... (samenwerken met andere ziekenhuizen bijvoorbeeld)... ‘Nood breekt wet’ is dan de rechtvaardiging die ingeroepen wordt: omdat iets als noodzakelijk wordt voorgesteld, wordt het aanvaardbaar geacht. Maar de basisvraag is of er wel een noodtoestand is. De Amerikaans filosofen Pascoe en Stripling schreven in het voorjaar 2020 al met de nodige kritisch afstand over het eenzijdige rampspoedverhaal in de media. Zij citeren Noord-Italiaanse artsen.“ Daar heerste toen rampspoed en toch waren er alternatieven.

“Het ethische werk begint al vroeger, namelijk in de wijze waarop een situatie wordt geïnterpreteerd en welke vragen worden gesteld.” En ook bij wie de vragen stelt, vanuit welke positie. Bijv. het woord ‘pandemie’ is bijv. een interpretatie. De situatie in de zorg was bijv. “ook het gevolg hoe onze verzorgingstehuizen grootschalig en kostenbesparend zijn gemaakt. Het was ook een gevolg van het beddentekort op de IC en van de jarenlange afbraak van de gezondheidsinfrastructuur” (p16). Dus niet alleen van de toeloop van coronapatiënten, die in verhouding te groot was, maar andere landen met relatief meer IC-bedden minder problematisch lijkt.

De auteur pleit voor een “zorgethiek in plaats van utilitarisme als moreel kader... Niet van een calculus van kosten en baten maar van de aanname van gedeeld kwetsbaarheid en wederzijdse afhankelijkheid... Ook morele kennis wordt beter naarmate wordt geluisterd naar de mensen die zich (door omstandigheden) bevinden aan de rand van de samenleving” (p17). Zo heeft de coronacrisis “de wetenschap en de ethiek op scherp gesteld,” door lastige vragen te stellen en uiteenlopende standpunten in aanmerking te nemen. Voor de kosten en baten-benadering zie het boek van Van Bergeijk, besproken in dit nummer van CM en het vorige. 

Expertise is interactief en vraagt onderzoek en teamwork 

‘De onoplosbare spanning in expertise-gebaseerd beleid’

Tijdens de coronacrisis was het beleid afhankelijk van de wetenschap. Een wetenschappelijk inzicht staat echter niet eenduidig vast. Er is altijd discussie mee gemoeid vanuit andere standpunten. Feiten worden vastgesteld vanuit specifieke vragen, die ook de antwoorden in een bepaalde richting kunnen sturen. “De ontwikkeling van beleid veronderstelt een afweging van belangen, die gepaard gaat met strijd om de definitie van problemen... Wetenschap kan nooit zonder meer antwoord bieden op beleidsvragen... Voor vrijwel alle beleidsmaatregelen... gold dat ze geen eenvoudig wetenschappelijk recept waren” (p18,19).

Toch waren wetenschap en expertise onmisbaar. Expertise betreft o.m. vaardigheden bij het toepassen van (wetenschappeijke) inzichten en “komt tot stand in een interactief proces waarin gezocht wordt naar manieren om zowel recht te doen aan wat wel en niet geweten wordt als aan wat wel en niet wenselik geacht wordt... Een goede expert weet dat wetenschappelijk kennis onvermijdelijk tekortschiet... Wetenschap geeft nooit definitieve antwoorden... Voor veel problemen bestaan geen vastgelegde procedures” (p19). Waar die procedures er wel zijn, zoals bij het onderzoek naar vaccins, werd er noodgedwongen van afgeweken. Interactie, communicatie en samenwerking, waarden en belangen spelen naast (wetenschappelijke) kennis van zaken vaak een beslissende rol.

“Tegenwoordig is het steeds gebruikelijker om ook burgers en ervaringsdeskundigen in deze [samenwerkings]netwerken uit te nodigen” (p20). Vaak is er een beperkte tijd om te beslissen en kan er niet te lang worden gedebatteerd. Velen hebben discussie en debat gemist. Er werden besluiten genomen over de hoofden van mondige burgers. Voor dissidente opinies was weinig ruimte in de reguliere media, die meer aandacht hadden voor kritiek in de marge. Genoemde concessies aan het vaccinonderzoek kwamen nauwelijks naar voren om de motivatie tot vaccinatie niet te verminderen. Ook bijwerkingen komen wellicht slechts mondjesmaat naar voren. De effectiviteit van vaccinatie wordt geregeld bevestigd, ook al raken steeds meer gevaccineerden besmet. Waarom ook geen ongevaccineerde expert(s) in een adviesorgaan of een opiniestuk? Er zijn genoeg hoogopgeleide ongevaccineerden. Dit zijn niet alleen maar complotdenkers en bijbels georiënteerden.

Het roept de vraag op “wie er moet zetelen in het orgaan... welke wetenschappelijke disciplines?... Welke verschillende belangen zijn op welke manier besproken?” (p21). En hoe is men tot beslissingen gekomen? Hoe kan men zich verantwoorden? Daarvoor is meer nodig dan wetenschap. Democratische waarden en grondrechten spelen ook een beslissende rol, ook al lijkt deze soms minder te worden. Ook bij deze bijdrage zijn een paar kritische noten toegevoegd. 

https://www.researchgate.net/figure/Illustration-of-a-randomised-controlled-trial-RCT-to-test-a-new-back-to-work_fig2_256031307 

‘Het placebo-dilemma: over ethiek, geloofwaardigheid en publieke vertrouwen in COVID-19 vaccinstudies’

Dit dilemma gaat over het eerdergenoemde vaccineren van de ongevaccineerde controlegroep waardoor de standaard van ‘dubbelblind gerandomiseerd onderzoek’ werd verlaten, om de controlegroep geen onnodig risico op Covid te laten lopen. Daarnaast gaat het over het eerder op de markt brengen van de vaccins voordat de standaardprocedure was voltooid. Dus uit ethische overwegingen, die diverse belangen dienden, waaronder die van de farma-industrie. Zoals gezegd hebben de concessies aan het onderzoek vergeleken met de effectiviteit van de vaccins niet veel aandacht gekregen in de media “voor het behoud van geloofwaardigheid en publiek vertrouwen in vaccinonderzoek” (p22).

“De wereld heeft zeer betrouwbaar bewijs nodig met betrekking tot de veiligheid van de vaccins,” stelde de WHO, ook omdat er miljarden (mensen en dollars) mee gemoeid zijn. De betrouwbaarheid is echter geringer dan bij standaardonderzoek. Het artikel gaat deels over andere methodologieën om betrouwbaarheid te bevorderen en “een flexibele benadering van biomedische kennis” (p26). Maar ook weer niet te flexibel. Burgers mogen geen proefkonijnen zijn. En kinderen al helemaal niet, omdat die vaccinatie gewoonlijk niet nodig hebben en als middel ter bescherming van anderen worden gebruikt. Ethisch gezien is dit discutabel volgens de ethiek van Kant, waarbij ieder mens een doel is en geen middel. Behalve “diversiteit van methodologieën”, waarvoor het artikel pleit, zou diversiteit ook uitgebreid kunnen worden naar een diversiteit van reguliere en alternatieve benaderingen en een diversiteit van gezichtspunten, zoals J S Mill bepleit.

https://www.epsu.org/article/lobby-power-big-tech-european-union-and-need-reign-them 

‘Een vernieuwd vertrouwen in Big Tech’

Deze titel contrasteert nogal met de strekking van andere artikelen in dit nummer van Civis Mundi van Dieter van Werkum en Jaak Peeters en deskundigen naar wie zij verwijzen. De EU was eerder nogal kritisch over Big Tech, vooral wat betreft privacy en vrijheid. In het artikel wordt gerept over een ‘Techno-tango’ van de EU en Big Tech. Maar zo vrijblijvend is het niet, als we genoemde auteurs mogen geloven. Het is meer dan een dans.

Er is ongetwijfeld sprake van een “wederzijdse beïnvloeding tussen technologie en samenleving.” Deze noopt tot samenwerking, afspraken en “reguleren van Big Tech... met respect voor Europese waarden [...en] Europese regegeving inzake privacy en medische hulpmiddelen... Corona-apps moeten vrijwillig zijn” (p27,28).

Behalve de techische implicaties en belangen vragen ook “de socio-ethische implicaties van de werelwijde expansie van Big Tech” de nodige aandacht. Daarbij hoeft de EU zich niet tegen Big Tech te keren als twee [MR2] formidabele tegenstanders. Met samenwerking is wellicht meer te winnen. Het kan leiden tot “nieuw vertrouwen in Big Tech – zolang deze de ‘Europese’ waarden respecteren”. Ook weer niet teveel vertrouwen. Publicaties van voormalige Tech-medewerkers, waaraan in dit artikel wordt voorbijgegaan, geven daartoe aanleiding.

Samenwerking impliceert ook “mogelijkheden voor EU-overheden om autoriteit op te eisen in het digitale landschap”. Een heikele politieke kwestie is dan: Europese of nationale overheden. Nationale populistische partijen zullen voor meer nationele zeggenschap zijn. Maar ook hier kan worden samengewerkt. In dit geval tussen nationale en Europese overheden, die beide inmiddels wel wat gewend zijn. Soepel gaat die besluitvorming vaak niet, wel met afweging van Europese en nationale belangen. Het wekt verbazing dat de gemeenteraad beslissend is bij een belangrijke (internationale) zaak als een gigantisch datacentrum van Facebook in Zeewolde.

Tot slot nog een kritische noot ingegeven door George Orwell (zie CM 103 en 104). De samenwerking tussen overheid en Big Tech kan leiden tot Big Brother. Daar lijkt het in China naar toe te gaan. En de ‘gebroeders’ Big Tech zijn ook al een eind op weg. De coronacrisis, die de samenwerking tussen de EU en Big Tech heeft bevorderd, zou een dergelijke totalitair aandoende ontwikkeling kunnen faciliteren. Daarom is kritische alertheid geboden, als we eerdergenomde kritische auteurs serieus nemen. 

Jan Brueghel de oude (1568 - 1625), Het aardse paradijs

Sinds de Zondeval is in onze relatie met de natuur de klad gekomen 

‘Filosofische reflecties op pandemiebestrijding: de grenzen van het concept bio-politiek’

Bio-politiek betreft het reguleren van het leven van mensen door de staat. De Italiaanse filosoof Agamben heeft zich daarover kritisch uitgelaten. Wat het utilitarisme en het milieu-activisme betreft mogen dieren en andere levens wezens daarbij ook in aanmerking genomen worden. Tijdens de coronacrisis regelde de politiek het leven in vergaande mate, die voordien onvoorstelbaar was. Het leek een oorlogssituatie.

In Homo Sacer: Sovereigh Power and Bare Life gaat Agamben in op “een historisch-politieke situatie waarbij de mens onder een politiek regime valt, dat regime zelfs mogelijk maakt, maar er geen deel van uitmaakt. In andere woorden, het naakte leven, zoe, is ondergeschikt gemaakt aan de politiek... De meester-slaaf relatie in de Griekse polis kan als voorbeeld gelden: het leven van de slaaf is een voorwaarde voor het politieke leven van de meester, maar kan er zelf geen deel van uitmaken.” Humane en humanistische grenzen worden zo overscheden. Eerder werd geconstateerd dat onlangs over de hoofden van burgers ingrijpende besluiten zijn genomen zonder burgerparticipatie. Dat is misschien niet goed vergelijkbaar, maar kan wel die kant op gaan als de totalitaire tendensen doorzetten en grondrechten worden opgeheven.

Een ander punt is de eerdergenoemde polarisatie tegenover ‘vreemden’, vluchtelingen, reizigers of mensen die anders zijn, tot een andere groep behoren of een ander standpunt innemen. “‘Vreemden’ worden traditioneel geassocieerd met bronnen van infectie.” Dat was vroeger ook al zo. “Vreemden hebben minder of geen burgerrechten en kunnen daardoor gemakkelijk worden gezien als een bedreiging voor de staat en haar burgers” (p33).

Een volgend bio-politiek punt is dat door o.m. wetenschapsfilosoof Bruno Latour is “gesuggereerd om de COVID-19 pandemie te zien als een consequentie en uitdrukking van de manier waarop mensen dieren en de natuurlijke omgeving hebben uitgebuit.” Daar dient ook iets aan gedaan te worden door een andere bio-politiek. Het biologische leven (zoe) heeft een eigen belang waarop het gecultiveerde menselijke leven (bios) mede is gebaseerd. “Hun wederzijdse afhankelijkheid moet meer aandacht krijgen” (p34). Mensen blijken afhankelijk te zijn van microben. Deze relatie is nu uit de hand gelopen. Wellicht mede vanwege de exploiterende uitzonderingspositie die mensen meenden in te nemen t.o.v. de natuur. Mensen hebben de natuur aangetast en ‘besmet’ en worden nu zelf besmet. Het is te voorkomen en te verhelpen door onze relatie met de natuur meer in acht te nemen in plaats van vooral heil te zien in medisch-technologische ontwikkelingen: meer van hetzelfde. Ook meer van dezelfde problemen. zoals we bij de zoveelste coronagolf kunnen vaststellen. De golf lijkt er niet minder op geworden, ondanks het uitrollen van de medische technologie over het gros van de bevolking, hetgeen aanleiding geeft tot polarisatie tussen “gewenste en ongewenste mensen” (bijv. vreemden en andersdenkenden).

Al met al een informatief themanummer dat uitnodigt tot kritische reflectie, waarvan acte. Zoals gezegd komen een aantal opgerakelde punten en het commentaar ook in volgende artikelen uitvoerig ter sprake.

  

                        De zwijgende meerderheid        2021 12 24

 

Wetenschap, ethiek noch politiek

het interesseert de meesten niet

Ze doen wat van hen wordt verwacht

ook al is de noodtoestand van kracht

 

Zonder een gegrond bezwaar

volgen ze de regels maar

Ze hoeven niet te vechten

voor hun burgerrechten

 

Dat is nergens voor nodig

Protest is immers overbodig

De overheid weet wat het beste is

en heeft het toch maar zelden mis

 

Wat er aan bezwaren leeft

wordt gewoon maar genegeerd

als de wetenschap gesproken heeft

En die heeft het nooit verkeerd

 

Als men vaker wordt geprikt

worden de bezwaren ingeslikt

De wetenschap heeft uitgevist

wat het beste voor ons is

 

En als men wordt geïnfecteerd

al is men keer op keer gevaccineerd

dan wordt men niet beroofd

van overtrokken hoop en  geloof

 

Zoals men zich in vroeger tijden

met een houvast kon verblijden

zo gelooft men nu in het gezag

van overheid en wetenschap

 

Discussie interesseert hen niet

En men heeft geen kritiek

op wetenschap, ethiek en politiek