Civis Mundi Digitaal #117
Vraagtekens bij de virtuele topconferentie voor de democratie van Joe Biden
De virtuele topconferentie voor de democratie – een belofte van Joe Biden tijdens zijn presidentscampagne – vond plaats op 9 en 10 december. Met veel fanfare in het voorjaar van 2020 aangekondigd in het blad « Foreign Affairs » moest dit een hoogtepunt worden in de buitenlandse politiek van de democratische presidentskandidaat.
Deze virtuele topconferentie was zacht gezegd geen succes. Ik denk dat het houden van deze topconferentie om verschillende redenen geen goed idee was. De Amerikaanse regering stelde zich tevreden met een minimale inbreng (kritiek op slecht bestuur, lofrede op het werk van de pers) over een cruciaal onderwerp, want overal of bijna overal is de democratie op de terugtocht, wordt hij aangevallen en verzwakt. De lijst van genodigden voor deze topconferentie voor de democratie verraadde de Amerikaanse verwarring. Regionale belangen van Washington waren veelal belangrijker dan de aard van de uitgenodigde regimes. Volgens het klassement van « Freedom House », dat de graad van liberale democratie in de wereld volgt en gefinancierd wordt door de federale overheid in de VS, kon tenminste een derde van de uitgenodigde regimes de toets van democratie niet doorstaan. Zo verdienden bijvoorbeeld wel de Democratische Republiek Congo en Brazilië een uitnodiging, maar Turkije en Tunis niet.
Het zou gemakkelijk zijn deze discutabele selectie bespottelijk te maken en de draak te steken met de op afstand gehouden gebruikelijke stereotype toespraken op deze virtuele topconferentie als voorbode van een bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders die in 2022 (of misschien nooit?) gehouden zou moeten worden. Twee symbolen van autoritaire verleiding, China en Rusland, die duidelijk niet tot de genodigden behoorden, hebben zich dan ook daarvan niet weerhouden.
Maar het is des te treuriger om te moeten constateren hoe slecht de VS, kortgeleden nog de grote vertegenwoordiger van liberale democratie, er nu voor staan om wie dan ook de les te kunnen lezen. Vier jaar Donald Trump, groot bewonderaar van sterke mannen, heeft een verontrustende verzwakking van de Amerikaanse democratie versneld, waarvan we het einde nog lang niet kennen. De bekentenis door Biden van dit verval door te zeggen dat zijn land « zonder oponthoud moet strijden om op hetzelfde niveau te zijn als zijn democratische idealen » heeft niets opmerkelijks meer. Net als die van de minister van financiën, Janet Yellen, die tijdens een bijeenkomst gewijd aan het vergif van corruptie zei dat de VS zonder twijfel « het beste oord zijn voor het verbergen en witwassen van frauduleus verkregen voordeel ».
De erkenning van deze realiteit, vooral door de grote mogendheid de Verenigde Staten die vaak barst van zelfgenoegzaamheid, is een basisvoorwaarde voor democratie waartoe alleen democratieën in staat zijn. Maar het is wel verre van bemoedigend.
De bedreigingen van deze open regimes komen voort uit het clan-achtige duister dat de weigering van alle normen voedt, uit de minachting voor overal aangevallen tegenmachten, of het nu justitie of de pers betreft. Ongelukkigerwijs gebeurt dit ook in de VS, meestal op initiatief van de door Abraham Lincoln gestichte « Grand Old Party », die nu het tegendeel is geworden van hetgeen zij oorspronkelijk voorstond. Deze Republikeinse Partij draagt rijkelijk bij aan geknoei (politieke zuivering van electorale lijsten, het verhinderen van stemmen door minderheden) en electorale vervalsingen en dat alles op industriële schaal.
De omvang van deze Amerikaanse panne belemmert Biden in zijn loffelijke streven om een antwoord te geven op de democratische ellende in zijn land, zoals die ook in veel andere landen speelt. En dat is zorgwekkend.
Geschreven in december 2021