Civis Mundi Digitaal #122
In dit deel van de serie aandacht voor een Amerikaanse bestseller uit het einde van de vorige eeuw. De schrijver Neal Stephenson (*1959) heeft intussen een lange rij boeken op zijn naam staan, zowel fictie als non-fictie. In zijn boeken behandelt hij vrijwel altijd technologische ontwikkelingen. Vandaar dat hij veelal als science-fiction auteur te boek staat. Voor anderen is hij een cyberpunk auteur. Hij is goed thuis in de wereld van de digitale ontwikkelingen en levert er zelf op verschillende manieren een bijdrage aan, zoals bij de ontwikkeling van computerspellen, maar bijvoorbeeld ook in eerdere jaren bij projecten van Jeff Bezos.
In de loop van de jaren won hij diverse literaire prijzen. Opmerkelijk is dat zijn hier te bespreken Snow Crash opgenomen is in de lijst van het tijdschrift Time met de honderd beste Engelstalige boeken sinds 1923. Andere meer bekende auteurs op deze lijst zijn Salmon Rushdie, Virginia Woolf, Ernest Hemingway, Tolkien, John Steinbeck, Vladimir Nabokov, Jack Kerouac, E.M. Forster, Robert Graves, William Faulkner, John le Carre, Evelyn Waugh, George Orwell om slechts enkelen te noemen.
Snow Crash
Snow Crash uit 1992 is het eerste boek waarmee Stephenson een groot succes boekte. Nadien ging men ook zijn eerdere geschriften weer lezen, zoals The Big U, door velen als een parodie op het universiteitsleven gezien, gesitueerd op een fictieve universiteit, American Megaversity geheten. Slechts enkele van zijn boeken zijn in het Nederlands vertaald, waaronder Snow Crash, Het Babelvirus[1]. Met deze titel ligt de nadruk op het virus en de Sumerische elementen in het boek; het verliest de connotatie met een verslavend middel. In zijn meest recente, gematigd positief ontvangen boek[2] Termination Shock uit2021 dat gedeeltelijk in Nederland speelt, gaat hij in een van de vele scenes in op de Nederlandse oplossingen voor het gevaar van de zeespiegelstijging. Hij laat in de loop van het verhaal de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg door een gigantische golf, een soort tsunami, overspoeld raken.
Velen kennen het verhaal van Snow Crash niet, maar wel enkele elementen eruit zonder te weten dat ze uit dit boek komen. Stephenson introduceerde hierin het Metaversum, de digitale virtuele wereld, waarin je kunt vertoeven. Ook bevolkte hij deze wereld met avatars. Deze virtuele wereld is nu niet meer weg te denken.
Verhaal
Al direct met de eerste zinnen bespeur je een enorme vaart in de roman. Alles gebeurt snel. Dit komt tot uitdrukking in de zinsopbouw, de lengte van de zinnen, het woordgebruik, de neologismen, de soms bizarre naamgeving van organisaties en hun afkortingen en de namen van de personages. Er komt veel geweld voor. Het woordgebruik is vaak stevig aangezet, ook bargoens of gewoon plat en straattaal. Even wennen dus. Voor de Nederlandse vertaling was het zoeken om enkele neologismen, maar ook slangwoorden, een plek te geven, hetgeen niet altijd is gelukt. Als voorbeeld ‘burbclave’ wordt stadsenclave, ‘burb’ wordt yup, ‘bundy stunner’ wordt strontstok. Daartegenover behoudt de vertaling Engelse woorden, zoals Deliverator en Enforcer.
De wereld in het boek is totaal veranderd na een wereldwijde economische crisis en collaps. De inflatie is torenhoog. Vrijwel niemand gebruikt nog papiergeld. Veelal wordt online betaald via geëncrypteerde transacties. Belasting betalen is voor de dommen. De nationale regeringen, voor zover ze nog aanwezig zijn, hebben nauwelijks meer macht.
Bijna alles is geprivatiseerd, tot en met de politie, defensie e.d. Private organisaties en personen hebben de macht nu in handen in een sterk gesegmenteerde wereld. Deze enclaves worden FGQNES, Franchises Georganiseerde Quasi Nationale Entiteiten, genoemd. Ze hebben natuurlijk ieder hun eigen regelgeving en zelfs eigen, meestal digitale valuta. De resterende staatsorganisaties zijn vrijwel zinloze bureaucratische organisaties, bedoeld om minder werkloosheid te hebben. Het gaat om een gedecentraliseerde wereld, voorzien van sociale systemen die niet van de staat afhankelijk zijn of door de staat geregeld worden. Een samenleving met vele libertaire trekken.
Er zijn grote stromen vluchtelingen onderweg over de wereld. Geweld is onderdeel van de wereld. Er wordt in het boek met diverse bestaande, maar ook met ‘nieuwe’ wapens gewerkt. Cynisch heet een soort mitrailleur, die metaalsplinters van verarmd uranium schiet, Rede. Ook worden Vloeibare Knokkels gebruikt, een soort spuitbus met een chemische substantie. Zo zijn er meer voorbeelden, zoals de bewegende bewakingsmachine het RatDing, een cyborg, ontstaan uit een pitbullterriër, gepantserd, met een lange staart en van energie voorzien door radioactieve isotopen.
Hiro Protagonist and YT
pinterest.com
Hoofdpersonen
De held van het verhaal heet Hiro Protagonist, in de Nederlandse versie Hiro Hoofdpersoon[3]. Hij wordt al snel geholpen door Y.T. Slechts op één plek krijgen we uitgelegd dat ze eigenlijk Yours Truly heet. In de Nederlandse versie blijft het dus Y.T, hoewel achter Yours Truly tussen haakjes staat ‘ondergetekende’.
Het valt niet mee in het kort te schetsen wat er allemaal speelt in het verhaal.
Hiro Hoofdpersoon, van origine software-ontwerper, daarnaast Samuraizwaardvechter, is in de beginfase van de roman aan de slag als pizzabezorger, de Nederlandse vertaling houdt consequent het Engelse woord ‘Deliverator’ aan, hetgeen vervreemdend werkt. Hij bezorgt in het begin van het boek per speciale auto pizza’s voor de firma met de mooie naam CosaNostra Pizza die onder leiding van de chef Oom Enzo staat. Een gevaarlijk beroep in het Los Angeles van dat moment. In dit kader ontmoet hij Y.T., een skateboard koerier met wie hij verder samen optrekt. Zij verzamelen informatie en verkopen deze. Hiro is betrokken geweest bij het bouwen van een virtuele wereld, het Metaversum, bewoond door avatars. Het verhaal speelt zich in beide werelden af, de virtuele en de reële. Iedereen met een computer heeft toegang tot de virtuele wereld, maar ook mobile toegang, bijna permanent, is mogelijk. Sommigen, “gargoyles”[4], spuiers in de Nederlandse vertaling, zijn niet meer los te weken uit deze wereld, continue verbonden als ze ermee zijn, waar ze ook zijn, via mobiele systemen en op hun lijf gedragen apparatuur. Er ontstaan talloze verwikkelingen in beide werelden, die ik hier niet uit de doeken zal doen, waarbij de virtuele wereld soms belangrijker lijkt te zijn dan de reële wereld. Het is ook te veel om op te noemen. Enkele andere hoofdpersonen zijn een mediamagnaat L. Bob Rife, Raven, en Juanita, de vroegere vriendin van Hiro, die we slechts beperkt tegenkomen in het verhaal. Dan is er nog de religieuze organisatie Dominee Wayne’s Paarlen Hemelpoort.
Afgepeld is het centrale thema dat er een computervirus in omloop gebracht is met de naam Snow Crash. Dit virus infiltreert in de digitale wereld. Het vormt daardoor een groot gevaar voor het Metaversum. Ook laat Stephenson het virus via het computerscherm als digitale informatie door de oogzenuw de hersenen ingaan. Je moet dan wel geconcentreerd zijn op de bitmap. Dit gebeurt vooral bij hackers omdat bij hen de hersenen gewend zijn binaire codes te gebruiken, welke “als een print in de diepe structuren van hun hersenen zijn geëtst.” Het geeft computers als het ware de mogelijkheid mensen te programmeren.
Juanita noemt het “een metavirus. Het is de atoombom van de informationele oorlogvoering – een virus dat ervoor zorgt dat elk systeem zichzelf met nieuwe virussen besmet.” Onder mensen wordt het virus verspreid in de vorm van een verslavend middel, een drug, waardoor de besmetten een onverstaanbare zinloze taal gaan spreken. “Snowcrash dringt door de wanden van hersencellen en gaat naar de kern, waar het DNA is opgeslagen.” Het wordt gemaakt van ”chemisch bewerkt bloedserum, afkomstig van mensen die met het metavirus zijn besmet”, aldus Juanita. L. Bob Rife’s privékerk, Dominee Wayne’s Paarlen Hemelpoort verspreidt dit om de geloofsgemeenschap bij elkaar te houden en te vergroten. Hiermee wordt zijn macht vergroot. Hiro vraagt Juanita: “dat Snow crash is dat een virus, een drug, of een religie?” Haar interessante wedervraag: “wat is het verschil?” Anders gezegd, “zie Snow Crash als een kruising tussen een computervirus, een verslavend middel en een religie,” volgens Gioia. Een complex gebeuren!
Hiro krijgt in het Metaversum uitgelegd dat al in de Soemerische cultuur een virus bestond dat menselijk DNA kan veranderen. Het zou de hersenen geprogrammeerd hebben, waarbij priesters een rol speelden. Indertijd zou door de god Enki, de god van de wijsheid, voorkomend in de Sumerische mythologie, een bezwering zijn uitgesproken, een Nam-shub[5], waardoor mensen vreemd gingen praten en elkaar niet meer verstonden. Het leidde tot vele verschillende talen. Het zou het verhaal van de Toren van Babel verklaren. Bij Stephenson is een nam-shub “een spreuk met een magische kracht.” In het Metaversum is magie mogelijk. “Het Metaversum is een fictieve structuur die van codes is gemaakt. Een code is een vorm van taal – de vorm die computers begrijpen. Het Metaversum in zijn geheel kan worden beschouwd als één enkele enorme nam-shub.”
Er worden vele pagina’s gevuld met uitleg over de Soemerische cultuur en taalontwikkeling. Hierbij wordt een verband aangebracht met taal leren en hoe dit te beïnvloeden met behulp van een neuro-linguistisch virus. In moderne vorm zou dit dan het metavirus zijn.
Onze helden Hiro Hoofdpersoon en Y.T. weten uiteindelijk het plan van L. Bob Rife te verijdelen. Hiermee is het gevaar voor de samenleving verdwenen, maar blijft de dystopische wereld wel bestaan.
Bespreking
Het boek wordt door de meeste recensenten gezien als behorend tot de science-fiction literatuur. Daar hoort het thuis onder de noemer ‘cyberpunk’, soms zelfs ‘post-cyberpunk’. Het is interessant dat Snow Crash niet als dystopische roman te boek staat.
Hoort het dan wel thuis in een serie over dystopische romans? Uit de beschrijving van de inhoud moge duidelijk zijn dat er zeker dystopische elementen te vinden, waarover verderop meer. Neen, het grootste belang om het hier te bespreken wordt gevonden in de introductie van ‘Metaversum’; in de nadruk die gelegd wordt op de snel voortschrijdende ontwikkeling van het internet, van alle mogelijke digitale technieken en de invloed die hiervan uitgaat op de mens. Hierdoor kan gemakkelijk een dystopische wereld ontstaan. Opmerkelijk is dat het boek verscheen op het moment dat het WWW, het World Wide Web, gestart in 1989 voor wetenschappelijke instituten vanuit CERN[6], op basis van ontwikkelingen sinds de zestiger jaren bij het Amerikaanse ministerie van defensie, momentum begon te krijgen na de introductie in augustus 1991 voor het grote publiek. Stephenson was toen al zeer goed op de hoogte van de ontwikkelingen in de computerwereld. Matthew Handrahan, journalist met grote belangstelling voor ‘videogames’, ziet in Snow Crash[7] “de beschrijving van een anarcho-kapitalistische maatschappij die permanent online is en waarvan het aannemelijk is dat dit het eindpunt kan zijn van het huidige pad van de mensheid.”
In zijn korte artikel wijst hij op een uitspraak van Stephenson die over cyberpunk zegt dat “het een beweging was waarin auteurs van science fiction zich realiseerden dat […] computers anders werden dan we hadden gedacht, en dat […] ze onderdeel moesten worden van science fiction.” Hij wilde, aldus Handrahan, “de rol van computers en informatietechnologie in science fiction heroverwegen, […]” Zo bedacht hij een en ander opnieuw. Hier werd Stephenson geholpen door zijn voortreffelijke kennis van de ontwikkelingen bij MacIntosh, dat groots opgezet in 1984 een PC voor het grote publiek introduceerde. “De PC werd een instrument voor democratisering van informatie,” aldus Ted Friedman[8], docent communicatie aan de Universiteit van Georgia. In deze ontwikkeling “ontstond “een individualistische fantasie van ‘empowerment’ door consumptie. Deze nieuwe ideologische formulering maakte de weg vrij voor de libertaire technohype die het cyberculturele discours tot in de jaren negentig domineerde.” Ook Stephenson geraakte onder de indruk van libertaire ideeën en hij niet alleen.
Gioia liet al zien dat Snowcrash een kruising tussen een computervirus, een verslavend middel en een religie is. Interessant is om dit nader te vervolgen. Dat ‘snow’ een woord voor cocaïne of heroïne is, is meestal wel bekend. Bij nazoeken[9] kan virus verschillende betekenissen hebben. Het spreekt in de huidige tijd vrijwel voor zich dat we te maken hebben met een zeer klein, submicroscopisch besmettend iets, waarvan wel duidelijk is dat het niet tot de levende wezens gerekend mag worden, hoewel het een organisme wordt genoemd, maar wat is het dan precies? Een eiwitpakketje met genetisch materiaal? Ook dit laatste blijft tot verwondering leiden. Daarnaast is het de naam voor een code die zichzelf vermenigvuldigen kan en die illegaal in een computer of digitaal netwerk wordt gebracht, opdat deze beschadigd raakt of informatie aan derden doorgeeft. Een andere interessante betekenis is “iets dat een schadelijke of destructieve invloed ergens op heeft”, niet alleen op digitale systemen, maar in algemene zin. Ook “een corrumperende invloed op de moraal of het verstand.” Elders: “gif of slijmerige vloeistof.” Tenslotte ‘crash’. De bekende uitleg is dat het gaat om een plotselinge uitval van een computer, waarbij zodanige beschadigingen optreden dat het systeem niet meer functioneert en gegevens verloren gaan. Maar in ‘slang’ betekent het “een mentale depressie na drugsgebruik.” Het is de vraag of Stephenson deze betekenissen kende en bewust vermengd heeft. Het antwoord kan haast niet anders dan bevestigend luiden, hoewel de schrijver hierover niets gezegd heeft.
Een ander boeiend fenomeen is dat de reële wereld in het boek vol is van dystopische elementen, terwijl daarentegen het Metaversum vrijwel utopisch genoemd kan worden. In enkele uithoeken lijkt ook hier anarchie mogelijk te zijn. Mensen kunnen tegelijkertijd in beide werelden een rol spelen. “Cyberspace handhaaft een evenwicht dat de implosie van utopia voorkomt,” aldus Carl Boehm[10]. Hierbij moeten we niet vergeten dat software-ontwikkelaars, programmeurs bepalen wat kan en mag in Metaversum, een volstrekt door mensen vervaardigde wereld. Een gegeven dat vele gebruikers vergeten lijken te zijn. Ook de bedrijven achter deze ontwikkelingen geven niet snel toe dat het mensenwerk is.
Cyberspace
Interessant is dat in de beginjaren van internet het begrip cyberspace vrijwel hetzelfde was als internet. Gioia wijst op William Gibson met Neuromancer uit 1984 (Zenumagiër[11]), waarin het begrip ‘cyberspace’ door de auteur uitgebreid wordt uitgewerkt, evenals erbij horende ‘firewalls’ en ’hackers’. Het is zowel internet als een ‘Virtual Reality’ ruimte. Voordien, in zijn korte verhaal Burning Chrome (1982), introduceerde Gibson ‘cyberspace’ als een soort “vrijwillige massa hallucinatie in computernetwerken”, maar ook als “een uitgebreide onderling verbonden digitale technologie.” Het is een netwerk dat buiten de gewone tijd en ruimte lijkt te bestaan. Hier gelden de normale wetten en wetmatigheden dan ook niet. Enkele jaren later in 1996 ziet als reactie op de reguleringsdrift van de overheid het invloedrijke A Declaration of the Independence of Cyberspace[12]het licht.
Het begint met de volgende aanhef: “Regeringen van de industriële wereld, jullie vermoeide reuzen van vlees en staal, ik kom uit Cyberspace, het nieuwe thuis van de Geest. Namens de toekomst, vraag ik jullie van vervlogen tijden om ons met rust te laten. Jullie zijn niet welkom bij ons. Jullie hebben geen soevereiniteit waar wij samenkomen.” De auteur, dichter, musicus, veeboer en overtuigd Republikein John Perry Barlow (1947-2018) hield er duidelijk libertaire opvattingen op na en is hiermee in lijn met Friedman’s uitspraak erover. Dit komt ook verder goed tot uiting in deze verklaring.
Andere elementen, waarvan wij intussen weten dat Barlow’s oproep uiteindelijk aan dovemansoren gericht was, zijn er legio. Cyberspace en de fysieke wereld zijn onafhankelijk van elkaar; ze beïnvloeden elkaar niet. Dit geheel in tegenstelling tot het Metaversum en de reële wereld bij Stephenson. Barlow: “Cyberspace bestaat uit transacties, relaties, en het denken zelf, als een staande golf in het web van onze communicatie. De onze is een wereld die zowel overal als nergens is, maar het is niet waar lichamen leven.” En verder: “Wij creëren een wereld waarin iedereen, waar ook ter wereld, zijn of haar overtuigingen, hoe uniek ook, tot uitdrukking kan brengen zonder bang te hoeven zijn dat hij of zij tot zwijgen wordt gedwongen of zich conformeert.” Deze opvatting omtrent internet is ijdele hoop gebleken. En uiteindelijk is cyberspace geworden tot alleen nog maar een begrip dat samenhangt met ‘Virtual Reality’.
Cyberpunk, satire of dystopie?
We zagen al dat de roman meestal als cyberpunk[13] of zelfs post-cyberpunk wordt gezien, hoewel er geen eenduidige definitie van het begrip bestaat. De grootste gemene deler is dat het gaat om science fiction waarin computers, informatietechnologie, artificiële intelligentie (AI), hackers en robots in een meestal anarchistische wereld, soms dystopie genoemd, een belangrijke rol spelen. Het lijkt erop dat de toekomst in cyberpunk, meestal nabije toekomst, beter voorspeld wordt dan in andere science-fiction boeken. Immers, welke science-fiction auteurs voorspelden de toekomst in redelijke mate?
Multitalent Ted Gioia[14], jazzpianist, consultant, auteur, journalist, recensent, heeft veel over literatuur geschreven. Hij is kort wanneer het gaat om science-fiction ideeën die later werkelijkheid werden. “Science-fiction boeken hebben een slechte reputatie als het erom gaat om de toekomst te voorspellen.” Toch zijn er enkele die er boven uit steken, zoals Jule Verne’s De la terre à la lune (1865) en Autour de la lune (1869), in het Nederlands vertaald als Van de aarde naar de maan en De reis om de maan, of Aldous Huxley’s Brave New World (1932) en E. M. Forsters The Machine Stops, besproken in CM 121[15].
Cyberpunk auteurs doen het beter. Het gaat deze auteurs volgens Boehm om ontwikkelingen die zich nog tijdens ons leven zouden afspelen, waarbij ze zich afvroegen of wij als mensen de snelle technologische ontwikkelingen wel aan zouden kunnen. Voor Gioia hoort ook Snow Crash tot de science-fiction boeken met voorspellende waarde zonder het boek cyberpunk te noemen. Wel wijst hij op de “vele ‘campy’[16] en losgeslagen elementen”.
In haar masterscriptie[17] stelt Heather Holloway dat de hoofdrolspeler in Snow Crash er zeer veel bijdraagt, dat het boek tot de cyberpunk gerekend wordt. “Zijn hoofdpersoon, niet ironisch Hiro Protagonist geheten, zorgt ervoor dat Snow Crash gezien kan worden als cyberpunk, omdat hij de typische cyberpunk held is, de eenzaat-hacker, een buitenstaander die zich inzet tegen een grotere culturele machine.”
In de literatuur wordt cyberpunk veelal, maar niet door iedereen, als een kortdurende culturele beweging in de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw gezien. Snow Crash is dan een laat voorbeeld van cyberpunk. Paul Youngquist[18], hoogleraar Engelse taal en letterkunde aan de Universiteit van Colorado, meent zelfs dat dit boek het genre de genadeslag heeft toegebracht en dat sindsdien “”Cyberpunk sindsdien langzaam doodbloedt, doch nog net niet sterft […].”
Satire?
Maar is het ook een satire of een combinatie van beide? In Sciencefiction.com[19] schrijft bijvoorbeeld Josh Evans dat “de roman een van de beste satirische boeken is in science fiction en in de totale Engelse literatuur.” Een stevige uitspraak. Als je echter naar het begrip satire kijkt, waarin het vooral gaat om spot en op bijzondere wijze belichten van dwalingen, ondeugden en tekortkomingen, past dit zeker niet bij Snow Crash. Zelfs de wat meer onderkoelde betekenis in het Engelse taalgebied zou ik niet willen toepassen op dit boek. In de interviews met Stephenson komt het ook niet naar voren. Er zijn wel hier en daar elementen te vinden die satirisch genoemd kunnen worden, zoals de muziekband met de naam Vitaly Chernobyl and the Meltdowns of een andere Blunt Force Trauma genaamd.
Ook gebruikt Stephenson namen van bestaande personen, groeperingen en entiteiten op een bijzondere manier. Het vraagt van de lezer goed op de hoogte te zijn van de omstandigheden in Californië uit de periode dat het boek geschreven werd. Anderzijds beschrijft Gary Wolfe[20], een bekende Amerikaanse recensent van science fiction, dat het boek “een hilarisch portret van California in de nabije toekomst schetst,” daarmee aangevend dat er ook minder serieuze elementen in een rol spelen. Op te merken valt ook nog dat er vele plaatsen in het boek sprake is van een stevig cynisme. Mike Godwin, advocaat, auteur en mede-uitgever van het libertaire tijdschrift Reason, noemt in zijn interview[21] met Stephenson Snow Crash “de manische apotheose van cyberpunk science fiction,” maar ook “bijna een parodie op een libertaire toekomst.” Daarmee is het overigens nog geen satire. In het interview komt aan de orde of we niet op weg zijn naar libertaire samenlevingen, door Godwin “samenlevingen gebaseerd op groepsverbondenheid” genoemd, een samenleving zoals in Snow Crash, gebaseerd op eenzelfde belang. De onverwachte reactie is, dat volgens Stephenson terrorisme veel eerder en veel sterker de politieke vrijheid bestrijdt dan de overheid, zoals veel libertariërs denken.
Dystopie
Het boek past ook onder de noemer dystopische romans vanwege de aanwezigheid van de nodige dystopische elementen erin. De maatschappij wordt gedomineerd door particuliere organisaties met veelal ook nog criminele invloeden, die een soort ministaten hebben gevormd. De maffia beheerst een belangrijk deel van de wereld. Ook vermogende individuen spelen de rol van Leviathan. De controle over de inwoners is intens en technologisch bepaald en gaat heel ver wanneer ze voor de staat werken. Informatietechnologie heeft een allesbepalende rol.
De beschreven wereld is ontstaan na een wereldwijde economische ineenstorting, waarna een vorm van anarcho-kapitalisme is ontstaan. De maatschappij is maximaal marktgeoriënteerd en marktgedreven en daarnaast gedomineerd door brute macht. Het gevolg is een samenleving met veel geweld, bijna een permanente oorlog, waarin niet iedereen betrokken is. En niet te missen zijn de helden die zich verzetten en ongewenste ontwikkelingen proberen tegen te houden. In contrast hiermee is het Metaversum, waar utopische elementen heersen. Niettemin zijn ook hier machtsstrijd en geweld aan de orde.
Ten slotte
Alles overziend is het boek alleen interessant omdat het vele ontwikkelingen beschrijft die intussen werkelijkheid geworden zijn in de een of andere vorm. Een literair hoogstandje is het zeker niet. Het is temporijk, met vele wisselingen van plaats tussen en in de verschillende hoofdstukken. Het bevat veel geweld, zowel in de reële wereld als in de virtuele wereld. En niet in het minst, het is veel te lang. De auteur etaleert zijn kennis van de ontwikkelingen in het Soemerië van destijds, de taal, de kleitabletten, de historie, de mythologie, maar ook de verhalen erover. Ook heeft hij behoorlijke kennis van de neuro-linguistische stand van zaken en het hersenonderzoek in de tachtiger-begin negentiger jaren. Ook zonder dat zo uitgebreid te beschrijven had hij een goed resultaat kunnen boeken. Ook zijn andere boeken zijn overweldigend in hun wijdlopigheid en complexiteit, hetgeen er dan ook toe leidt dat zijn stijl wel barok of ook rococo genoemd wordt[22]. En niet te vergeten hij is thuis in de cyberpunk literatuur en was computerprogrammeur en deskundige omtrent de mogelijkheden van het toen nog jonge Macintosh. Maar het blijft vooral een boek dat punk genoemd dient te worden, cyberpunk en een dystopie met een signaalfunctie.
Signaalfunctie
Het verhaal van Snow Crash bevat enkele duidelijke signalen voor de huidige tijd en de ontwikkelingen die eraan lijken te komen. Het is zeker gemakkelijker om deze te zien en te duiden dan in de tijd dat het boek verscheen. We zijn intussen dertig jaar verder en hebben kunnen zien wat er allemaal is ontwikkeld en hoe we nu omgaan met de elementen uit het verhaal, die indertijd inderdaad zeer futuristisch aandeden.
In de volgende delen van deze serie komen in enkele romans de sinds Snow Crash gerealiseerde digitale mogelijkheden aan de orde, waarbij de ontwikkelingen natuurlijk een bijzondere, want dystopische richting inslaan. Een richting die ons ten dele al bekend voorkomt, want in werkelijkheid bestaand, maar ook een ontwikkeling waarvoor Shosanna Zuboff in haar boek[24] The Age of Surveillance Capitalism gewaarschuwd heeft en zij niet alleen[25]. Dan besteed ik eveneens aandacht aan werk van de Duitse schrijfster, journaliste en juriste Juli Zeh. Aan het slot van de serie wordt het tijd de werkelijkheid van het recente verleden te bezien in het licht van de titel van deze serie artikelen – ‘Een dystopische wereld: van literair bedenksel tot de werkelijkheid van nu?’ - en daarnaast het nu langs de meetlat van het dystopische te leggen.
Noten
[1] Stephenson N: Snow Crash. Bantam Books, New York 1992 (Ned. vertaling Alistair Schuchart: Het Babelvirus. Luiting-Sijthoff, Amsterdam 1999)
[2] Stephenson N: Termination Shock. Harper Collins, New York, 2021
[3] Een door Stephenson nauwkeurig en ongetwijfeld ook met een glimlach gekozen naam. De hoofdpersoon en held heet naar wie hij is, zeker wanneer je de naam uitspreekt. In de Nederlandse vertaling komt dit iets minder goed tot uitdrukking. Hier heet de hoofdpersoon Hiro Hoofdpersoon in plaats van Hero Hoofdpersoon. Deze inderdaad in het Nederlands zeldzame jongensnaam Hero met de betekenis held had hier beter gepast.
[4] Gargoyles zijn ons bekend als de waterspuwers of gargouilles op bijvoorbeeld Gothische kerkgebouwen. In de literatuur zijn zij vaak tot fictieve, meestal boosaardige figuren geworden, soms ook tot leven gewekte waterspuwers. In andere gevallen zijn het omhulsels voor geesten of demonen. Zij worden vrijwel altijd als een soort misbaksel met groteske vormen beschreven. In 1981 verscheen een stripverhaal met een superheld ‘Gargoyle’. In hoeverre Stephenson ook hier een woordspel opvoert blijft onduidelijk. Na het verschijnen van Snow Crash verschijnen er na 1993 tekenfilms met vriendelijke gargoyles als hoofdrolspelers. Ook in computergames zijn gargoyles, zowel demonische als vriendelijke terug te vinden.
[5] Namshub is een van de namen van een beschermende god bij de Soemeriers. Soms ook de zoon van Enki. Hij is een exorcist, een meester in bezweringen. https://en.wikipedia.org/wiki/Asaruludu en http://oracc.museum.upenn.edu/amgg/listofdeities/asalluhi/
Zie ook: http://namshub.com/enki.html
[6] https://en.wikipedia.org/wiki/World_Wide_Web
Friedman T: Electric Dreams: Computers in American Culture. New York University Press, 2005
[7] Handrahan M: Essential read: Snow Crash. SciFiNow 104: 84-87, 2015
[8] Friedman T: Electric Dreams: Computers in American Culture. New York University Press, 2005
[9] Merriam Webster / Freedictionary / Farlex Trivia Dictionary
[10] Boehm C: “Hiro” of the Platonic: Neal Stephenson’s Snow Crash. JFA (Journal of the Fantastic in the Arts) 14 (4): 394-408, 2004
[11] Gibson W.F: Neuromancer. Ace Science Fiction Books, New York, 1984 (Ned. vertaling Peter Cuijpers: Zenumagiër. Meulenhoff, Amsterdam, 1989)
[12] Barlow J.P: A Declaration of the Indipendence of Cyberspace. https://www.eff.org/cyberspace-independence
[13] Friedman geeft aan dat het begrip cyberpunk ontstond om het werk van Gibson en gelijkgestemde schrijvers aan te duiden. Zij roeiden tegen de hoofdstroom van SF-schrijvers in; zij schudden het veld op. In 1993 behoort cyberpunk tot de algemeen gebruikte woordschat.
[14] http://tedgioia.com/TedGioiaBio.html
[15] Rutgers M.J: Een dystopische wereld: van bedenksel tot de werkelijkheid van nu? Deel 7. De technologisch gestuurde wereld. Civis Mundi 2022, 121 (https://civismundi.nl/index.php?p=artikel&aid=7073)
[16] Het begrip campy stamt van Susan Sontag. Zie voor verdere uitleg mijn artikel in CM 118: Een dystopische wereld: van bedenksel tot de werkelijkheid van nu? Deel 4B. Een Nederlandse dystopische roman: CR. 133 door Maurits Dekker. (https://www.civismundi.nl/index.php?p=artikel&aid=6908)
[17] Holloway H: Evolution of Cyberspace as a Landscape in Cyberpunk Novels. Masterthesis Georgia Southern University, 2004
[18] Youngquist P: J Cyberpunk, war and money. Conteporary Literature 53 (2): 319-347, 2012
[19] Evans J: Among the best cyberpunk novels: ‘Snow Crash’ by Neal Stephenson. https://sciencefiction.com/2011/09/29/among-the-best-cyberpunk-novels-snow-crash
[20] Wolfe G. K: Soundings: Reviews 1992–1996. Beccon Publications. Harald Wood, Essex, 2005.
[21] Godwin M: Neal Stephenson’s past, present, and future. Reason, 1 februari 2005 (https://reason.com/2005/02/01/neal-stephensons-pastpresent-a/)
[22] Giuffo J: The system of the world. https://ew.com/article/2004/10/01/system-world/
[23] https://about.facebook.com/meta/
[24] Zuboff S: The Age of Surveillance Capitalism. Profile books, London, 2018
[25] Frank Schirrmacher (1959-2014), journalist en mede-uitgever van de FAZ (Frankfurter Allgemeinen Zeitung) wijst in 2014 – in een artikel in de FAZ (Das Armband der Neelie Kroes, 3 maart 2014) – op de filosoof Jürgen Habermas die al in 1968 schreef dat bewaking van het gehele leven de norm in onze maatschappij zou worden. Ook voormalig hoogleraar filosofie Michel Foucault wijst eind zeventiger jaren hierop met zijn biopolitiek.