Civis Mundi Digitaal #126
Bespreking van Martyn Rady, De Habsburgers. De opkomst en ondergang van een wereldmacht. Uitgeverij Spectrum, 2020.
In het Historisch Nieuwsblad staat elke maand een rubriek met de naam de Historische sensatie. Historicus Alice Pegtel vraagt een historicus naar het moment waarop, naar een formulering van de beroemde hoogleraar Johan Huizinga, ‘heden en verleden lijken samen te vallen door een gevoel dat opgewekt wordt door een document, voorwerp, geluid, geur, locatie of inzicht’. Ik zou aan dat lijstje graag ‘jasje’ toevoegen: het jasje van Frans Ferdinand in de Sarajevo-zaal van het Heeresgeschichtliches Museum in Wenen[i].
Het raakte me. Het jasje is bebloed en er zit een gaatje in. Dat gaatje is er op 28 juni 1914 door Gravilo Princip in Sarajevo in geschoten na een eerste mislukte poging elders in de stad. De Gräf & Stift Doppelphaeton, die staat ook in die zaal van het museum te pronken, is daarna met het koninklijk gezelschap op weg de geschiedenis een catastrofale afslag te laten nemen. Martyn Rady sluit in zijn boek De Habsburgers het hoofdstuk De jager en zijn prooi: Frans Ferdinand en Bosnië af met: “De chauffeur was echter de weg kwijt en stopte voor Princip. Met net zoveel geluk als Lee Harvey Oswald vijftig jaar later vuurde knul twee dodelijke schoten af.[ii]”
Ik zie in het jasje maar één gaatje, dit terzijde. Misschien dat een complotdenker die dit leest, daar nog wat mee kan.
Er volgden na allerlei mislukte diplomatieke beslommeringen miljoenen bebloede jasjes en kogelgaten. De Habsburgse aartshertog Frans Ferdinand was troonopvolger, hoewel geen zoon van keizer Frans Jozef I, maar een neef. Er was er niemand anders meer voorhanden. De aanslag bleek het begin van de Eerste Wereldoorlog en daarmee ook het begin van het einde van de macht van de dynastie der Habsburgers en het land dat zij bestuurden.
Duizendjarig Rijk
Martyn Rady, hoogleraar Centraal-Europese geschiedenis aan het Universty College in Londen beschrijft de duizendjarige geschiedenis van de Habsburgse dynastie. Want de eerste met zekerheid traceerbare Habsburger is een zekere graaf Kanzelin, die in 990 overlijdt. En dan zijn we niet in Oostenrijk, maar in Zwitserland, in Altenburg in Aargau om precies te zijn. Verder terug gaat Rady niet, omdat “boeken over de vroege geschiedenis van de Habsburgers vaak detectiveromans lijken”.
Hoe kwamen de Habsburgers uiteindelijk oostwaarts in Wenen en Boedapest terecht op wat honderden jaren de machtigste troon in Europa was (en in wat Europa kende als ‘de wereld’)? Door wat Rady het ‘Fortinbras effect’ noemt. In de laatste scène van Shakespeare’s Hamlet liggen alle helden dood op de grond en precies dan komt prins Fortinbras uit Noorwegen om te vacante troon op te eisen, waarop hij ‘enige herinneringsrechten’ heeft.
Ziedaar de Habsburgse geschiedenis van enige honderden bladzijden en jaren samengevat. Toeval, op de goede tijd en plaats beschikbaar zijn met huwelijkskandidaten en kansen zien en benutten maakte de familie groot. Een voorbeeld, Rady noemt het sneuvelen van de Hongaarse koning Lodewijk II bij de Slag bij Mohács in 1526 het grootste Fortinbras moment voor de Habsburgers. Daardoor kregen zij het Hongaars-Boheemse koninkrijk in de schoot geworpen, de belangrijkste bouwsteen voor de Dubbelmonarchie. De al dan niet dynastieke en gecompliceerde verwikkelingen die dit mogelijk maakten, belicht Rady van verschillende kanten.
Dat kenschetst zijn aanpak. Dit boek gaat over de geschiedenis op de lange termijn zonder het perspectief van de verschillende tijdsbestekken te vergeten. Een ander standaardwerk, The Habsburg monarchy 1809 – 1918 van de Engelse historicus A.J.P. Taylor, beslaat zoals de titel al aangeeft een kortere periode. Is ook wat voor te zeggen. Toen Napoleon zich in 1804 tot keizer kroonde, kon Frans II niet achter blijven. Hij was tot dan keizer van het Heilige Roomse Rijk, maar dit Duits georiënteerde duizendjarige rijk klapte in elkaar na de oprichting van de Rijnbond door Napoleon. Rooms keizer Frans II hief het Heilige Roomse Rijk op en werd Frans I keizer van Oostenrijk, want de keizerlijke nummering moest wel even aangepast worden. Hij nam wel symbolen mee, de tweekoppige adelaar en de kleuren zwart en geel, zodat die specifiek Habsburgse uitingen werden. Hoewel dat geel volgens Rady nog een rol speelt in de voetbalwereld. Het verhaaltje is met het oog op het komende WK te leuk om hier niet te vertellen en het kenschetst het boek, waarin grote lijnen worden afgewisseld met petit histoire.
We kennen inmiddels het leerstuk van het ‘Fortinbras effect’, wat onder andere betekende: goed beschikbare huwelijkskandidaten. De kansen werden breed gespreid. Een goed voorbeeld is Leopoldina, dochter van Frans I, die huwde prins Pedro van Portugal tijdens de ballingschap van de Portugese koninklijke familie in Brazilië. Pedro werd na de onafhankelijkheid van Brazilië in 1822 keizer van Brazilië en Leopoldina, die op de weg naar onafhankelijkheid een sturende rol had gehad, trad in de voetsporen van haar vader als keizerin. De nieuwbakken keizerin kreeg als eervol klusje de vlag van het nieuwe land te ontwerpen. Ze combineerde het Portugese groen met het door haar vader gekoesterde Habsburgse geel. Rady besluit het verhaaltje met de constatering dat het Braziliaanse voetbalelftal nog altijd in Habsburgse kleuren speelt[iii]. Leuk, maar wat vergezocht en ook niet helemaal waar. Brazilië speelde tot het trauma van de dramatisch verloren WK finale in Rio in 1950 in witte shirts met blauwe kraag. Pas in de jaren erna en na veel discussie ging Brazilië spelen in het beroemde tenue met het Habsburgse geel.[iv] Maar naar dat geel ga je toch anders kijken eind van het jaar op het WK nu je dit weet.
De grenzen van Metternich
Toeval en op kansen inspelen dus, precies volgens de Machiavelliaanse wetten van fortuna en virtù, maakte de Habsburgse dynastie groot. Heel groot. De kaart van Europa van 1914 of begin 1918 is overzichtelijk. Die kaart is volgens Rady het succes van de Oostenrijkse diplomaat Metternich in 1814-1815 en de decennia daarna. Hij schrijft:
“De grenzen die Metternich in 1814-1815 in Wenen mede hielp trekken en die hij trachtte te handhaven, bleven ruwweg de contouren van het Europese staatsstelsel bepalen tot 1914.” Overigens verschoven die grenzen wel vanwege de Italiaanse en Duitse eenheid, maar het gaat Rady dus om de contouren. En onder leiding van de hoofdscheidsrechter van Europa, nl. Oostenrijk-Hongarije werden conflicten volgens Rady geperiferaliseerd, dat wil zeggen ze vonden oostwaarts in het Ottomaanse Rijk en zuidwaarts in de koloniën plaats (en koloniën in andere werelddelen had de Donaumonarhie niet).
Tussen 1815 en 1914 zijn in Europa slechts vier korte oorlogen uitgevochten. Ter vergelijking, tussen 1700 en 1790 minstens zestien en over de twintigste eeuw hoeven we niets toe te lichten. Rady analyseert dat Metternich als diplomaat van Oostenrijk-Hongarije geen vrede heeft gebracht, maar wel het fundament in Europa, waarop staatslieden konden kiezen voor vrede als ze dat wilden. En die wil die was er niet meer in de zomer van 1914.[v]
Op de kaarten van tussen 1871 en 1918 domineren vier landen het werelddeel met daaromheen wat klein grut waaronder ons land: Rusland, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije. Twee daarvan hebben een redelijke verhouding tussen volk en natie en ook in Rusland denkt men dat en zijn de Russen inderdaad in de meerderheid. Oostenrijk-Hongarije is een fascinerende en exotische lappendeken van veel volken in één staat.
Voor de verhouding tussen die volkeren en de Habsburgers gaan we toch even buurten bij Taylor met zijn trefzekere formuleringen: “In other countries dynasties are episodes in the history of the people; in the Habsburg Empire peoples are a complication in the history of the dynasty. (…) The Habsburgs were the greatest dynasty of modern history, and the history of central Europe revolves round them, not they round it.[vi]”
Die volken vormden een lappendeken van een land met veel namen: Oostenrijk-Hongarije, de Dubbelmonarchie, de Donaumonarchie, het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, de K.u.K., Kaiserlich und Königlich- of Habsburgse monarchie. Die lang stand hield met als hoogtepunt in het pacificeren van de interne spanningen de Ausgleich, de gelijkstelling tussen Oostenrijk en Hongarije. De Hongaren mochten voortaan hun eigen Slavische volken onderdrukken.
Oostenrijk (bijna 9 miljoen inwoners) hield aan de bloeiperiode van het Rijk een waterhoofd over, de prachtige metropool Wenen (bijna 2 miljoen inwoners). Net als Hongarije (met ongeveer dezelfde verhoudingen in inwonersaantallen), waar architectonisch overal zichtbaar is dat de steden Boeda en Pest in 1873 samen verder moesten om ruimte te geven aan de welvaart in de glorietijd tussen Ausgleich (1867) en Eerste Wereldoorlog in 1914. Daarna volgde inkrimping tot een kleine staat in 1920, toen minder dan één derde overbleef van het Hongaarse territorium. Dat wringt overigens nog steeds. Maar de post-Donaumonarchie experimenten Tsjechoslowakije en Joegoslavië haalden de eeuwwisseling niet en leverden nog kleinere staten in de regio op.
Oostenrijk en Duitsland
Oostenrijk-Hongarije was qua interne dynamiek altijd op het oosten en zuiden gericht geweest. Terwijl het versnipperde Duitssprekende noorden ook eerder voor de hand had kunnen liggen. Toen het te laat zijn lot verbond met het inmiddels één geworden Duitsland, was dat haar ondergang.
Dat heeft te maken met het gegeven dat men lang ook niet wist waar precies Duitsland zou moeten liggen als het één land moest zijn, onder meer verwoord in het beroemde gedicht Des Deutschen Vaterland van Ernst Moritz Arndt uit 1813[vii]. Couplet voor couplet worden de mogelijkheden verkend en telkens moet het vaderland van de Duitser groter zijn, te beginnen met:
”Was ist des Deutschen Vaterland?
Ist’s Preußenland, ist’s Schwabenland?
Ist’s, wo am Rhein die Rebe blüht?
Ist’s, wo am Belt die Möve zieht?
O nein! nein! nein!
Sein Vaterland muß größer sein.“
En coupletten later aangeland bij Oostenrijk:
“Was ist des Deutschen Vaterland?
So nenne mir das große Land!
Gewiß es ist das Österreich,
An Ehren und an Siegen reich?
O nein! nein! nein!
Sein Vaterland muß größer sein.“
Dat was na de verloren Brüderkrieg in 1866 met het Pruissen van Bismarck en de daarop volgende Ausgleich niet meer aan de orde. Maar toen de Dubbelmonarchie na de Eerste Wereldoorlog was gevallen en Oostenrijk een nieuwe staat was, vond de Oostenrijker Adolf Hitler dat wel. Zodra het kon, in 1938, lijfde hij zijn geboorteland in onder het motto dat het slechts een Anschluss was. Dat was een logica waar veel Oostenrijkers heel tevreden mee waren. Daar winden ze in het Heeresgeschichtliches Museum overigens ook geen doekjes om. Zonder Habsburgers was Oostenrijk een speelbal.
In 1945 had de Amerikaanse president Harry Truman nog een idee dat de herleving van de Dubbelmonarchie-gedachte had kunnen betekenen. Hij had het visioen het industriële noordwesten van Europa te verbinden met de agrarische staten in het zuidoosten, de breadbaskets Oekraïne en Roemenië en cattle country Hongarije. Dat zou moeten gebeuren door een uitgebreid netwerk aan kanalen tussen Rijn en Donau.[viii] Het IJzeren Gordijn maakte definitief een einde aan de focus op het Oosten ondanks de naam Oostenrijk. Er is zelfs veel voor te zeggen dat er na de oorlog geen Duitse tweedeling was, maar dat er in feite drie Duitse staten waren.[ix]
Helden
Terug naar het boek van Rady over de Habsburgers. Een aanrader voor iedereen die in (midden) Europese geschiedenis is geïnteresseerd. Met hoofstukken over thema’s per tijdperk vaak aan de hand van personen uit dat tijdperk, meestal van koninklijken bloede: Karel V: Señor del Mundo, Metterich en de kaart van Europa, Frans Jozefs rijk, Sisi en Hongarije (Sisi is in dit boek met één s). Het boek beslaat per slot van rekening duizend jaar geschiedenis, dus enige ordening is gewenst.
Het is vlot geschreven en met oog voor het detail. Alle beroemde helden van de Habsburgse monarchie komen netjes lang of kort langs, van de keizers Maximiliaan en Karel (V) tot de schrijver Schiller en de psychiater Freud. Plus Hans Wurst, de naam van vele grappenmakers die in hun tijd en stad, maar vooral in Wenen, aan sociale satire deden. Hoewel dat in het boek weinig aandacht krijgt, was met name de 19e eeuw ook een bloeiperiode voor de cultuur. Wenen was natuurlijk tot ver in de 20e eeuw het muziekcentrum van de wereld letterlijk en toonaangevend. En, hoewel Rady ze slechts kort noemt in het boek, wat is mooier te besluiten met de namen van de componisten Mozart, Beethoven, Schubert, Strauss en Schönberg?
Noten
[i] Het Heeresgeschichtliches Museum (tevens Militair Historisch Instituut) in Wenen is gehuisvest in een oosters aandoend gebouwencomplex, Het Arsenaal. Het is na het revolutiejaar 1648 speciaal gebouwd voor dit legermuseum. Hoewel er nog een paar oorlogen te voeren waren. Niet veel maar wel belangrijke. En het sympathieke motto van het museum Kriege gehören ins Museum zal dan nog niet op de gevel hebben gestaan.
[ii] Martyn Rady, De Habsburgers. De opkomst en ondergang van een wereldmacht, blz. 361
[iii] Rady, blz.271
[iv] Alex Bellos, Futebol. Brazilië met hart en ziel , blz. 63. Het is overigens ook weer een mythe dat Brazilië in dat nieuwe shirt in 1958 voor het eerst wereldkampioen werd. Tot de finale heerste het Habsburgse geel. Maar de andere finalist Zweden speelde ook in (niet Habsburgs) gele shirts en de Brazilianen hadden snel blauwe shirts in Stockholm gekocht en hun embleem er op genaaid. Ook het voetbalteam van het literaire tijdschrift Hard gras voetbalt in de eerste, traditionele groen - Habsburgs gele versie van het Braziliaanse shirt , het enige onderscheid is het logo van Hard gras in het merkje.
[v] De literatuur hierover is immens, bijvoorbeeld: Niall Ferguson, The pity of war. Explaining World War I; Christopher Clark, Sleepwalkers; Modris Ecksteins, Rites of spring
[vi] A.J.P. Taylor, The Habsburg monarchy 1809 – 1918, blz 12
[vii] Zie onder meer becommentarieerd in Hagen Schulze, Der Weg zum Nationalstaaat. Die deutsche Nationalbewegnung vom 18.Jahrhundertt bis zur Reichsgründung, blz. 68, 69
[viii] Harry S. Truman, 1945 Year of Decisions, Memoirs by Harry S. Truman, blz. 263
[ix] Erwin van de Pol, ‘Geen reden nu aan de grenzen van drie Duitse Staten te knoeien’; Het Parool, 28 juli 1989