Civis Mundi Digitaal #127
Bespreking van Marshall Rosenberg, Geweldloze communicatie: Ontwapenen, doeltreffend verbindend. Lemniscaat, 2022.
Marshall Rosenberg (1934-2015) is de grondlegger van de geweldloze communicatie. Het wordt ook wel verbindende communicatie genoemd. Bijv. door Erwin Tielemans die er trainingen in geeft en er een boek over schreef, besproken in CM 121. Rosenbergs boek is een klassieker op dit gebied. De eerste Nederlandse vertaling verscheen in 2011. Het boek loopt dus als een trein. Er is kennelijk behoefte aan. Geweldloze communicatie is een effectieve en hanteerbare communicatiemethode die zich leent voor brede toepassingen. Bijv. in persoonlijke relaties, gezondheidszorg, onderwijs, management en op andere gebieden.
Rosenberg legt zijn methode uit aan de hand van vele sprekende en herkenbare praktijkvoorbeelden uit zijn levenslange loopbaan, die al begon in zijn kindertijd. Zowel uit de privésfeer als bij professionele en therapeutische communicatie. Hij laat zien hoe hijzelf met vallen en opstaan, door fouten en complimenten heeft geleerd geweldloos en verbindend te communiceren. De voorbeelden en oefeningen maken het boek herkenbaar en praktisch toepasbaar. Het is eigenlijk tegelijk een werkboek. De gebonden editie is geschikt voor veelvuldig gebruik. Geweldloze communicatie vraagt veel oefening. Je hebt het niet één-twee-drie onder de knie. Naast dit boek is er ook nog een werkboek vervaardigd door Lucy Leu met een schat aan oefeningen.
De auteur
Rosenberg groeide op in een gewelddadige wijk in Detroit. Dit wekte al jong zijn interesse voor vreedzame vormen van communicatie, omdat hij de kwalijke consequenties van geweld maar al te goed kende. Hij studeerde klinische psychologie en heeft gewerkt met Carl Rogers, bekend van de rogeriaanse ‘client-centered therapy’, de cliëntgerichte (psycho)therapie of rogeriaanse therapie, waarbij empathie en inleven in de gedachten en gevoelens van een ander centraal staan. Daarnaast heeft hij vergelijkende godsdienstwetenschap gestudeerd. Dat verruimde zijn perspectief naar andere landen en culturen. Hij liet zich ook inspireren door de geweldloosheid van Mahatma Gandhi. Diens kleinzoon Arun Gandhi heeft een voorwoord geschreven. Rosenberg benadrukt dat zijn methode niet nieuw is. Hij systematiseerde eeuwenoude kennis en inzicht.
https://www.vredesmuseum.nl/n/vrede-leren/vrede-in-de-praktijk/geweldloze-communicatie/
Basisbeginselen
Rosenberg gaat ervan uit dat we een “natuurlijk mededogen” hebben, waarvan we vaak vervreemd zijn geraakt [1]. Hoe komt dat? En hoe kunnen mensen hun mededogen blijven behouden, ook als het niet meezit, zoals bijv. bij Gandhi en Etty Hillesum? Dat zijn de belangrijke vragen die hem van kindsbeen af bezig hielden (p15).
Kern van de methode is 1. het onderscheid in waarnemen en oordelen, 2. het uiten van gevoelens, 3. bewustworden van behoeften en 4. het doen van een verzoek. Ons waarnemen gaat meestal gepaard met oordelen en interpreteren. We vinden iets goed of slecht, mooi of lelijk, aangenaam of onaangenaam. Maar dit zijn oordelen. Daarachter liggen gevoelens en behoeften. Waarnemen is wat onze zintuigen registreren [2].
Vaak is onze waarneming gemengd met gevoelens. We nemen niet zuiver waar. Het is van belang onze gevoelens en onze oordelen te leren onderscheiden van onze waarnemingen. Dat is de eerste stap om onze communcatie meer verbindend te laten worden. Dan kunnen we duidelijker waarnemen wat er bij een ander leeft en ook onze gevoelens en behoeften duidelijker en bewuster kenbaar maken. Invoelend of empathisch luisteren is daarbij een belangrijk aspect. Het helpt om bij ons natuurlijk mededogen te komen en het te laten stromen. Dit verrijkt ons leven en onze relaties (p25).
Vervreemdende communicatie: oordelen, vergelijken en eisen
Onze communicatie en ons mededogen worden geblokkeerd door oordelen en veroordelen, die verhinderen dat wij een ander ontmoeten. “Voorbij onze ideeën van wat goed of verkeerd is, is een andere plek. Ik zal je daar ontmoeten,” schreef de middeleeuwse islamitische dichter Rumi (p29). Door een oordeel “plakken mensen elkaar het etikel ‘goed’ of ‘slecht’ op”. Zulke oordelen werken geweld en misverstanden in de hand.
Onszelf en anderen vergelijken met anderen is ook een vorm van oordelen en van veroordelen als de vergelijking ongunstig uitpakt. Rosenberg verwijst naar het boek How to Make Yourself Miserable van Dan Greenberg. Inderdaad, door jezelf met anderen te vergelijken.
Een andere vorm van “levensvervreemdende communicatie” is: zeggen dat je iets moet. Daarmee ontken je je eigen inbreng en verantwoordelijkheid en het leidt ook tot volgzaamheid. Dat geldt ook voor eisen, zeggen dat anderen iets moeten. Een verzoek is iets anders dan een eis en laat de ander vrij om ‘nee’ te zeggen.
Waarnemen en oordelen
Het onderscheiden van waarnemen en oordelen is vaak niet gemakkelijk. Voor we het weten zijn we aan het interpreteren en beoordelen. Dat uit zich vaak in kritiek en het opplakken van etiketten. Jij bent dit en jij bent dat...
“Je mag me gerust vertellen wat ik wel of niet deed en ook wat je ervan vindt, maar haal die twee alsjeblieft niet door elkaar” (p39). Dat leidt namelijk tot verwarring.
“Wat sommigen van ons lui noemen, noemen anderen moe of ontspannen, wat sommigen van ons stom noemen, noemen anderen een verschil van inzicht. Daarom is mijn conclusie dat het ons veel verwarring bespaart als we zien wat we zien niet verwarren met wat we ervan vinden” (p41,42).
Voorbeelden van oordelend waarnemen en zuiver waarnemen:
Zij is te goedgeefs Zij geeft veel geld aan anderen
Hij is geen goede voetballer Hij heeft al drie weken niet gescoord
Zij loopt hier de deur plat Zij is deze week drie keer langs geweest
Het verschil zit hem hier in de beoordeling versus de waarneming als zodanig zonder oordeel. Waarnemen zonder oordeel is te leren en oordelen valt af te leren. Het vraagt enige oefening. Oefeningen staan in het boek en in het oefenboek.
https://stilts.nl/geweldloos-communiceren/
Gevoelens uiten
“Het eerste element van geweldloze communicatie is waarnemen zonder te oordelen; het tweede element is uiten hoe we ons voelen” (p51). Er zijn veel woorden die gevoelens weergeven. Meestal gebruiken we er maar weinig. Alsof we van alle muziekinstrumenten alleen de trommel en de fluit bespelen. Vaak hebben we meer scheldwoorden dan gevoelswoorden. Ook kunnen we onze gevoelens vaak niet goed onder woorden brengen of verbergen we deze. Bij mannen zou dit meer voorkomen dan bij vrouwen. Je kwetsbaar kunnen opstellen vraagt enige vaardigheid en eerlijkheid. Uiten van gevoelens geeft gevoelscontact. Dat is iets anders dan louter informatieoverdracht. Het raakt anderen en wekt medegevoel. Mensen herkennen eerder gevoelens die ze zelf ook hebben. Vaak verwisselen we gevoelens met gedachten en met oordelen. Daar zijn we vaak goed in.
Het preciezer kunnen uiten van gevoelens vraagt een grotere woordenschat. Het boek geeft een lijst van gevoelens waaruit we kunnen kiezen Zo’n lijst kan een hulpmiddel zijn door na te gaan welke gevoelens het meest overeenkomen met wat we voelen. Het is een belangrijk aspoect bij oefeningen in verbindende communicatie.
https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/tips
Vier reacties
Rosenberg onderscheidt vier reacties op een negatieve boodschap:
Waar we goed in zijn is: anderen de schuld geven van onze gevoelens, vooral als deze onplezierig zijn. Bijv. als we een negatieve boodschap krijgen, zijn we geneigd een ander de schuld te geven. We kunnen dan ook onszelf de schuld geven. In beide gevallen zijn we aan het oordelen. Dat is iets anders dan ons eigen gevoel voelen en weergeven en daarvoor de verantwoording nemen. Anderen zijn meestal veeleer de aanleiding dan de oorzaak van onze gevoelens. De oorzaak ligt meestal primair in onszelf en onze houding ten opzichte van gebeurtenissen en onze reactie daarop. Anderen kunnen een bepaald gevoel oproepen. Het gaat erom dat gevoel bewust te worden en te benoemen. Het is ook mogelijk en verhelderend om oog te hebben voor de gevoelens van anderen en ons in te leven in hen.
https://www.dinekevankooten.nl/archief/2001/
Behoeften als bron van gevoelens
Gevoelens, oordelen en kritiek zijn onbewuste uitingen van onze behoeften. Als iemand zegt: ‘je begrijpt mij niet’, heeft deze behoefte aan begrip. Als we daar oog voor hebben, kunnen we gevoelens en behoeften duidelijker communiceren (in plaats van in beschuldigingen over en weer te blijven steken). Dit geeft anderen de mogelijkheid om zich in te leven in onze gevoelens en op onze behoeften te reageren. Het is wel zaak dat we deze kenbaar maken en beseffen wat onze gevoelens en behoeften zijn (in plaats van wat er mis is bij een ander).
Behoeftenpiramide van Maslow
Rosenberg geeft een lijst van basisbehoeften, waarin we onze eigen behoeften kunnen herkennen. Bekend is de behoeftenpiramide van Maslow (zie elders in dit nummer). Evenals bij het uiten van gevoelens is er vaak een onvermogen wat betreft het uiten van behoeften. Volgens Rosenberg vooral bij vrouwen, “vaak opgevoed met het idee dat de zorg voor anderen hun hoogste plicht is, waardoor ze... hun eigen behoeften negeren” (p69). Hoe kunnen anderen op onze behoeften reageren als we ze zelf niet kennen en kenbaar maken?
Zorg voor anderen hangt vaak samen met verantwoordelijkheid nemen voor de gevoelens van anderen. Dat leidt volgens Rosenberg tot drukkende verplichtingen en “emotionele slavernij” en gevangenschap in relaties (p71). Ons distantiëren van gevoelens van anderen is het andere uiterste. Rosenberg zet zich in voor “emotionele bevrijding [...en] verantwoordelijkheid voor onze intenties en daden” (p74).
Een oprecht gevoelde behoefte in positieve actietaal uiten komt eerder over
https://www.coachcenter.nl/inspiratie/geweldloze-communicatie/
Een verzoek formuleren
In plaats van kritiek te leveren op anderen en zo onszelf vrij te pleiten, pleit Rosenberg ervoor om onze daarachter liggende gevoelens en behoeften kenbaar te maken en vervolgens een verzoek te richten aan de ander. Dat biedt meer perspectief op effectieve en wederzijds verrijkende communicatie, waarbij we aan onze behoeften en die van een ander tegemoet kunnen komen.
Het kenbaar maken van een verzoek is de volgende stap na het onbevooroordeeld waarnemen en het uiten van gevoelens en behoeften. Het adequaat uiten van een verzoek vraagt enige vaardigheid, die Rosenberg omschrijft als “positieve actietaal” (p81). Dat betekent zeggen wat je wel wil en niet wat je niet wil. En in termen van concrete haalbare daden. Geen vage idealen, zoals ‘faire behandeling’, ‘de vrijheid om jezelf te zijn’, ‘verantwoordelijkheid tonen’ of laten zien ‘dat je van me houdt’. Welke concrete daden gaan daarmee gepaard?
Concrete acties zijn bijv. op tijd komen om samen te eten en daarna de afwas te doen, muziek die je voorkeur heeft samen te beluisteren, de ander laten uitpraten en niet in de rede vallen, enz. Dat is duidelijker dan ‘faire behandeling’, ‘verantwoordelijkheid’, ‘jezelf kunnen zijn’ en ‘houden van’.
Het uiten van gevoelens en behoeften is niet genoeg. Wat kan een ander daarmee? Dat wordt pas duidelijk bij een positief en concreet verzoek. Het verzoek wordt duidelijker door de achterliggende behoefte te uiten. We kunnen vaak niet duidelijk genoeg zijn over wat we precies willen van een ander, binnen diens mogelijkheden. Onbegrip en verkeerde interpretatie of simpelweg niet horen wat we willen zeggen of bedoelen, liggen altijd op de loer. Het is belangrijk er alert op te zijn dat ons verzoek overkomt.
Een verzoek doen als eis komt vaak niet over
https://www.coachcenter.nl/inspiratie/geweldloze-communicatie/
Een verzoek is geen eis en geeft de ruimte om nee te zeggen
Behalve onduidelijkheid leidt ook te grote stelligheid in de vorm van een eis vaak tot miscommunicatie. Mensen houden niet van dwang. Laat ze dus de ruimte om nee te kunnen zeggen. Daarin verschilt een verzoek van een eis. Geweldloze communicatie is niet geschikt om eisen te stellen. Wel om verzoeken te formuleren.
Uitgangspunten zijn natuurlijk medegevoel, vrijwilligheid en gelijkwaardigheid. Dat klinkt bijv. niet door in deze eis of dit verzoek: “ik wil dat je onmiddellijk op gaat ruimen”. Doel is niet dat we onze zin krijgen, maar dat we een wederzijds zinvol gesprek voeren. Vaak is een verzoek een verkapte eis, die averechts werkt en verzet oproept, omdat mensen niet van dwang houden, maar van vrijheid, ruimte voor een eigen keuze. Daarom is het belangrijk een ander in diens waarde te laten en voldoende ruimte en keuzevrijheid te geven.
Er zijn diverse valkuilen bij het waarnemen, het uiten van gevoelens en behoeften en het doen van een verzoek. Deze dierenmetafoor maakt dat duidelijk. De giraf staat voor een empathisch dier dat niet oordeelt en eerlijk en oprecht zijn gevoelens, behoeften en verzoeken uit. Hij buigt zich naar de ander toe. De jakhals vermengt waarnemen met oordelen, gevoelens en behoefen met bijgedachten en bijbedoelingen om zijn zin te krijgen en drukt verzoeken uit als eisen. Bovendien maakt hij vaak een blaffend of snerend en kritisch geluid.
https://www.vanuitbewustzijninbeweging.nl/inspiratie/verbindende-geweldloze-communicatie-nvc/
Begrijpend of empathisch luisteren
Uiten en ontvangen, spreken en luisteren zijn twee kanten van communicatie. Het voorgaande ging over gevoelens en behoeften uiten en een verzoek kenbaar maken. Luisteren is een kunst. We doen het niet alleen met onze oren, maar vooral met ons begrip en medegevoel, met heel ons hart. Dat heet begrijpend luisteren, invoelend of empathisch luisteren.
Dit vraagt onze volledige aanwezigheid om ‘een en al oor te zijn’. Dit betekent een ander de volle aandacht geven, bewust bij de ander aanwezig zijn. Zonder oordelen, liefst zonder te denken, zelfs zonder gevoelens, behalve een natuurlijke medegevoel, volkomen open en vrij van gedachten. Dan kunnen we ons beter afstemmen op een ander, zonder dat onze eigen gedachten, oordelen en gevoelens in de weg zitten.
Valkuilen zijn: advies geven, te snel reageren en onderbreken, beleren, troosten, overdreven medelijden, ondervragen en corrigeren. Mensen die zich uiten, vragen zelden een advies, een weerwoord of een oplossing. Wel begrip en empathie en enige inleving in hun situatie. Ze willen vaak iets delen. Dat lucht vaak op. Vooral als een ander gevoelsmatig begrip toont en medegevoel. “Gedeelde vreugde is dubbele vreugde, gedeelde smart is halve smart” luidt een spreekwoord.
Basiselementen van invoelend luisteren
Dezelfde vier elementen: waarnemen, gevoelens, behoeften en een verzoek uiten, kunnen we ook toepassen bij luisteren. Wat nemen we waar? Welke gevoelens, behoeften en verzoeken drukt de ander uit? Ook het onderscheid tussen waarnemen, interpreteren en oordelen is hier van belang.
Om te checken of je een ander goed begrijpt, helpt het om daarnaar te vragen: bijv. ‘begrijp ik goed dat je je alleen voelt of dat je wilt praten over...’ De ander kan dit dan bevestigen of niet of er iets aan toevoegen. Je kunt ook vragen naar het gevoel, de behoefte of het impliciete verzoek dat de ander kenbaar maakt, aansluitend bij diens eigen woorden. Dat betekent de ander samen te vatten of te parafraseren, aansluitend bij diens situatie en belevingswereld.
Rosenberg geeft het voorbeeld van een patiënt die voordurend zei dat ze dood wilde en verpleegkundigen zo danig op de proef stelde. Tot iemand zei: “dus u zou willen sterven?” Zoiets wilde niemand horen of zeggen. Door het niet uit de weg te gaan bracht het een gesprek op gang, waarbij de patiënte haar gevoelens kon uiten. Mensen willen vaak hun hart luchten, begrip, genegenheid en gevoelscontact ontvangen, veeleer dan adviezen en oplossingen. Vooral als ze het moeilijk hebben.
“De toon waarop we iets zeggen is van groot belang” en geeft ons gevoel nonverbaal weer (p110). Kritiek, spot of stelligheid werkt niet effectief. Ook al uit de ander op diens beurt wel kritiek, is het van belang aandacht te hebben voor de gevoelens en behoeften achter de kritiek. Als we die begrijpen, verdwijnt vaak de kritiek als sneeuw voor de zon van onze aandacht. Het gaat om de verbinding van hart tot hart en het natuurlijk medegevoel. We kunnen alleen empathie geven, als we deze zelf ervaren. Als dat niet (meer) het geval is, is het van belang om even tot onszelf te komen en te pauzeren en onze behoefte kenbaar te maken.
Het effect van empathie
Door empathisch luisteren gaat er een wereld voor ons open: de wereld van de ander. Zo krijgt de ander de gelegenheid om zich te uiten. Hoe meer empathie, des te meer hij of zij zich zal uiten en zich veilig voelt. Empathie laadt mensen als het ware op of haalt bij hen een lading weg. Medegevoel is vaak veelzeggender dan woorden en kan een helende werking hebben.
Het werkt vaak ook in moeilijke situaties als mensen worden gehoord en begrepen en kan dan escalatie of geweld voorkomen. Hoe mensen op ons reageren heeft vooral met hun eigen gevoelens te maken, meer dan met een ander. Oog en oor te hebben voor hun gevoelens en behoeften bevordert de verbinding en de communicatie. Een eindeloos verhaal kan met een blijk van empathisch luisteren een andere wending krijgen, zodat men niet meer langs de ander heen praat, maar verbinding legt. Het kan ook een gesprek op gang brengen met mensen die zich niet meer kunnen uiten door stress of onvermogen.
Zelfempathie
Als je geen empathie meer voelt of kunt opbrengen bij moeizame communicatie is het van belang jezelf empathie te geven in plaats van verwijten te maken. Zelfempathie en mededogen met onszelf in plaats van zelfverwijt. Zoals we met onszelf omgaan, zijn we ook vaak geneigt om met anderen om te gaan en omgekeerd. Iedereen maakt fouten. Rosenberg schroomt niet zijn fouten als voorbeelden te gebruiken, om te laten zien hoe je daar empathisch mee om kunt gaan. Zelf-veroordeling stimuleert niet tot verbetering. Schaamte en schuld evenmin. Het maakt ons niet liefdevoller of meer empathisch. Vergeving werkt beter. Een verzoek werkt effectiever dan een eis, zagen we. Ook ten aanzien van onszelf.
Ook hier geldt weer het belang van je bewust worden van onderliggende gevoelens en behoeften. Achter een verwijt ligt een behoefte die niet is vervuld of een gevoel dat is verdrongen achter een laag van schuld en/of schaamte. Het gevoel van spijt, van rouwen, is iets anders dan zelfverwijt. Het spijt ons bijv. dat we niet hebben gerealiseerd wat we graag wilden en waar we behoefte aan hadden. Hoe hadden we dan wel kunnen handelen? (Zelf-)vergeving geeft ruimte aan gedragsalternatieven, aan hoe het anders kan, aan andere mogelijkheden om aan onze verlangens en behoeften te voldoen.
https://www.activate.me/blabla-blabla
Ruimte geven aan de eigen behoeften en innerlijke motivatie
Onze eigen behoeften mogen er ook zijn, net als die van anderen. Een verlangen motiveert meer dan angst, dwang, schuld of schaamte. “Moeten vervangen door kiezen” (p144) is een ander constructief voorstel. Moeten belemmert onze levensvreugde, terwijl kiezen deze juist bevordert. Onze instelling en motivatie ten opzichte van al of niet verplichte taken is ook van groot belang. Bewust worden daarvan werkt stimulerend of voorkomt onnodige of ongewenste taken en onnodige weerstand. Het maken van een keuze maakt energie vrij en helpt bij het vervullen van behoeften.
Wat zijn onze motivaties? Waar kiezen we voor? Rosenberg noemt: geld, goedkeuring, sancties voorkomen, schaamte en schuld vermijden, plichtsbesef en daarnaast of tegenover: er plezier of zin in hebben, de zin ervan ervaren, er behoefte aan hebben. Het laatste werkt meer motiverend. Het geeft een innerlijke motivatie. Vreugde komt van binnenuit. Wat ons plezier geeft brengt deze naar buiten. De andere genoemde uiterlijke motieven overschaduwen onze werkelijke behoeften.
Het is ook mogelijk ervoor te kiezen om iets niet te doen. Dat bespaart veel tegenzin. Rosenberg schrijft hoeveel vreugde en oplichting het hem gaf om iets niet te doen, waarvan hij de zin niet inzag of waarin geen zin had, zoals onnodige rapporten schrijven. En hoe zijn weerstand verminderde toen hij de zin inzag van bijv. kinderen naar een betere school te brengen, maar wel iets verder weg.
https://nl.pinterest.com/pin/293085888226470276/
Boosheid uiten
Bij geweldloze communicatie wordt boosheid niet genegeerd. Essentieel is wel anderen niet de schuld te geven van onze boosheid. Zij kunnen wel de aanleiding zijn, die vaak verwisseld wordt met de oorzaak. Het is zaak aanleidng en oorzaak te ontkoppelen. “De oorzaak van onze boosheid ligt in ons veroordelend en beschuldigend denken... Niet het gedrag van de ander, maar onze eigen behoefte is de oorzaak van ons gevoel. Als we contact hebben met onze behoefte... dan hebben we contact met onze levensenergie. We kunnen dan sterke gevoelens hebben, maar er is geen boosheid. Boosheid is een gevolg van levensvervreemdend denken, dat geen verbinding heeft met onze behoeften... Achter alle boosheid schuilt een levensbehoefte... Om volledig onze boosheid te kunnen uiten is het vereist dat we ons volledig bewust zijn van onze behoefte” (p151,152).
In plaats van een ander de schuld te geven stelt Rosenberg de formulering voor “ik ben boos omdat ik behoefte heb aan...” (p153). Boosheid hangt af van de houding die we aannemen tegenover een ander. Op iemand die we aardig vinden, worden we niet zo gauw boos. Eerder op iemand die we niet aardig vinden. Daarvan wordt hij echter niet sympathieker, integendeel. Boosheid werkt als een zichzelf vervullende voorspelling en bevestigt zichzelf.
Hoe uiten we onze boosheid? Stap 1 is niets doen, alleen ademhalen.
Stap 2 is “identificeren van de gedachten die ons boos maken”. Dat zijn meestal veroordelende en beschuldigende gedachten.
Stap 3 is contact maken met de behoeften achter de gedachten.
stap 4 is deze behoeften hardop te uiten. Dan “transformeer je de boosheid tot wat er werkelijk bij jou leeft: je spreekt je uit over je gevoelens rondom die boosheid en de niet vervulde behoeften” (p157). Vaak zit er angst of frustratie achter.
Wat anderen betreft, is het vaak nodig eerst met empathie naar hen te luisteren en gevoelscontact met hen te maken, ook als ze hun boosheid uiten. Daarna kunnen we hen attent maken op hun onderliggende gedachten, gevoelens en behoeften, als ze daarvoor openstaan.
Behoeften en strategieën die haaks op elkaar staan in kaart brengen om te komen tot gemeenschappekuijke behoeften en een gezamenlijke strategie.
https://www.govertvanginkel.nl/inspiratie/hoe-werkt-verbindend-communiceren/
Bemiddelen en oplossen van conflicten
Voorwaarde daarvoor is verbinding leggen. Pas dan kunnen de nodige stappen worden gezet (zie boven). Zonder verbinding werken deze niet. Een andere voorwaarde is onpartijdigheid van de bemiddelaar. “Het doel is niet dat de ene partij doet wat de andere partij wil... In plaats daarvan spannen we ons in om betrokkenheid en respect tussen de partijen tot stand te brengen” (p169). Daarbij gaat het erom dat de behoefen van beide partijen ertoe doen en worden tegemoet gekomen. Vandaaruit kan worden bemiddeld en kunnen conflcten worden opgelost. Verbinding is cruciaal. Zonder verbinding en bewustzijn van de behoeften van beide partijen laat bemiddeling te wensen over.
Stap 1 en 2 zijn dat beide partijen hun behoeften kenbaar maken, niet hun meningen en oordelen.
Stap 3 is “checken of we over en weer de behoeften van de ander correct hebben erkend.” Zo nodig corrigeren.
Stap 4 is empathie (geven), “zodat we over en weer de behoeften van de ander nauwkeurig horen.”
Stap 5 is “strategieën suggereren om een conflict op te lossen, geformuleerd in positieve actietaal... na helderheid te hebben gekregen over de behoeften van beide partijen” (p171-72).
Van belang hierbij is het onderscheid in behoeften en strategieën om deze te vervullen. We uiten onze kritiek, onze meningen, onze analyses en onze strategieën gemakkelijker dan onze behoeften, terwijl het daar om gaat. Bij strategieën gaat het om specifieke acties. Behoeften zijn meer algemeen en komen bij de meeste mensen overeen (zie de universele behoeftenpiramide van Maslow).
Als wederzijdse behoeften duidelijk zijn, vergemakkelijkt dit de bemiddeling. Het is dan vooral een kwestie van rekening houden met de behoeften van de ander. (Er)kennen van elkaars behoeften werkt effectiever dan elkaar bekritiseren en uiten van ongenoegen.
https://witlokscommunicatie.nl/de-kracht-van-verbindende-communicatie/
Wederzijdse behoeften (onder)zoeken
Geweldloze communicatie komt neer op het verkennen van en luisteren naar behoeften van jezelf en anderen achter de woorden die worden gebruikt. Boodschappen, inclusief kritiek en meningen vertalen in behoeften. Dat vraagt enig verkennend onderzoek, aanvoelingsvermogen en luistervaardigheden. Welke behoefte uit de ander in wat hij of zij zegt? Het laat zich vaak raden: we kunnen er naar raden en ernaar vragen. We kunnen veronderstellingen opperen, zoals in de wetenschap, en deze toetsen door ernaar te vragen.
De strategie van de ander is niet de behoefte die erachter ligt. Ook onze interpretatie van wat hij of zij zegt, hoeft zijn of haar behoeften niet juist weer te geven. We komen achter de behoeften van een ander door te gissen, veronderstellingen erover te uiten en ernaar te vragen.
Als de behoefte ons duidelijk is, is een belangrijke stap dat de behoefte ook duidelijk wordt gehoord en begrepen door de andere partij. Mensen kijken in een conflict vaak door een perspectief vol pijn en narigheid, waar ze nog vol van zijn. Daardoor hebben ze vaak geen voeling met hun eigen behoeften, noch met die van een ander. Centraal staat de vraag wat de wederzijdse behoeften zijn. En vervolgens: “Wat kan er gedaan worden om aan deze behoeften tegemoet te komen?” (p178). Oordelen en beschuldigingen staan dit in de weg.
Als behoeften duidelijk zijn, kunnen strategieën worden verkend om deze te vervullen. Belangrijk is dat beide partijen bereid zijn een geboden strategie te accepteren. Het is dan zaak te vragen of ze daartoe bereid zijn en dat kenbaar willen maken. En vervolgens het gewenste handelen precies te omschrijven in concrete, positieve actietaal. Luisteren is als actie niet concreet genoeg en niet zichtbaar. Bijv. Ook ‘ruimte om jezelf te zijn’ is niet concreet en geen actietaal. De vraag ‘is het OK dat ik dit of dat doe?’ is een stap naar duidelijkheid.
Zoals al gezegd biedt een verzoek de mogelijkheid om ‘nee’ te zeggen, anders is het een eis. Achter een ‘nee’ gaat een behoefte schuil, die niet vervuld wordt. Het is dan zaak die behoefte helder te krijgen en de strategie zo aan te passen dat ook aan deze behoefte wordt tegemoet gekomen.
Bij de bemiddelaar zijn behalve onpartijdigheid ook inlevingsvermogen en geschetste empathische communcatievaardigheden nodig om de bemiddeling aan de gang te houden, te onderbreken als het mis gaat en weer te hervatten en af te ronden tot wederzijdse tevredenheid.
Preventief doortastend ingrijpen ter bescherming
Dat is soms noodzakelijk als dialoog niet mogelijk is, om erger te voorkomen. Het is iets anders dan straffend optreden. Rosenberg is geen voorstander van (fysieke) straffen, die kinderen bang maken, verkrampen en weerstand versterken. “Ook tast straf iemands zelfrespect aan [en...] gaat ten koste van bereidwilligheid” (p195). Straf wekt geen empathie en geen positieve motivatie, veeleer weerstand en vijandigheid. Er zijn andere, geweldloze methoden, zoals beschermend ingrijpen door problematische personen te isoleren. Is de gevangenis(straf) daar een voorbeeld van? Het woord zegt het al, het is vooral een straf.
Conditioneringen
Er zijn culturele en sociale conditioneringen waardoor mensen “zich niet bewust worden van hun behoeften en volgzaam en onderdanig blijven” (p202). Het is van belang dat we ons daarvan bewust worden om ons ervan te bevrijden. Dergelijke conditioneringen kunnen samengaan met innerlijke conflicten, schuldgevoelens, depressiviteit en hoofdpijn. Het betekent vaak dat we vervreemd zijn geraakt van onze behoeften. We kunnen conflicten oplossen door ons deze behoeften bewust te worden en ons te richten op wat we graag zouden willen.
Rosenberg paste dit ook toe bij psychotherapie. Het ging hem niet om een diagnose van welke stoornis, maar om wat de persoon voelde en welke behoeften daarachter lagen en hoe deze een gelukkiger leven zou kunnen leiden. “De diagnose van patiënten... hing vaak meer af van de school waartoe de psychiater behoorde dan van de karakteristieke symptomen van de patiënt.” Een psychiater begreep niet “het verschil tussen intellectueel begrijpen en je empathisch inleven... Professionele relaties worden [vaak] gekenmerkt door emotionele afstand... en hiërarchische verhoudingen” (p208,209,210). Dat zijn beroepsconditioneringen.
Ook al menen we het niet nodig of verdiend te hebben, heeft het een meerwaarde https://www.voorpositiviteit.nl/compliment/
Waardering uiten en ontvangen
Hierbij gaat het om het delen van gevoelens van welzijn die samenhangen met vervulling van behoeften. Als je waardering uitdrukt is het van belang om te zeggen wat je aan iets hebt gehad, hoe het bijgedragen heeft tot je welzijn en vervulling van behoeften en welk gevoel het je geeft. Zo deel je je vreugde. Alleen maar complimenten geven is volgens Rosenberg een vorm van oordelen en levensvervreemdende communicatie. Het kan ook een manier zij om anderen te manipuleren en te beïnvloeden, in plaats van iets te vieren en vreugde te delen.
Waardering ontvangen gaat velen evenmin als waardering geven gemakkelijk af. Valse bescheidenheid en overmatige trots liggen op de loer. “De meeste mensen hebben een diep verlangen naar erkenning en waardering, ondanks onze moeite om waardering te ontvangen” (p219). Maar waardering geven is vaak nog moeilijker. In kritiek geven zijn we meestal beter. Ook al is waardering geven moeilijk en zelden perfect: “Iets wat de moeite waard is om te doen, is het waard om onvolmaakt te worden gedaan” (p221). Alleen al om uiting te geven aan de intentie.
Het boek draagt bij tot het bovenstaande
Tot slot ligt het hier voor de hand waardering voor dit boek en de schrijver te uiten. Het boek kan ertoe bijdragen om onze behoefte aan betere communicatie te vervullen en zo ons welzijn en dat van anderen te bevorderen. Het lezen van dit boek geeft een positief en hoopvol gevoel. Het toont onze mogelijkheden om ons leven en dat van anderen te verrijken op een praktisch haalbare manier, ook al vraagt het enige oefening. Het is aanschouwelijk en concreet geschreven met tal van herkenbare voorbeelden uit de rijk gevarieerde levensloopbaan van de schrijver.
Geweldloze of verbindende communicatie is een praktsche en effectieve manier om te communiceren, leert mijn ervaring ermee na enkele workshops hierover. Het berust op een eenvoudig model van oordelen die we kunnen afleren, gevoelens en behoeften, die we kunnen leren uiten en verzoeken, die we dan beter kenbaar kunnen maken. Door praktiseren en oefenen kunnen we het steeds meer eigen maken ter verrijking van ons leven en dat van anderen.
https://communicerenmetgevoel.nl/
Bijlage: Geweldloze communicatie en het conflict in Oekraïne
Het accent bij conflictbemiddeling ligt op tegemoet komen aan wederzijdse behoeften. Die worden niet vervuld door oorlog. Een eerste voorwaarde is de bereidheid van beide partijen om de verbinding te herstellen en het diplomatieke overleg te hervatten. Daardoor is meer openheid mogelijk voor wederzijdse behoeften. Focus op behoeften biedt volgens Rosenberg meer perspectief dan het antwoord op de vraag wie het bij het rechte eind heeft. Willen de partijen vrede of gelijk hebben? Bij het laatste worden de behoefen van beide partijen gefrustreerd.
Wat zijn de wederzijdse behoeften? In het volgende schema worden deze hypothetisch en onvolledig weergeven als voorbeeld. Bij geweldloze communicatie dient dit uitgewerkt te worden tot concrete acties.
Rusland Oekraïne
Veiligheid, geen NAVO in Oekraïne Zelfstandigheid, onafhankelijkheid, autonomie
Beveiliging van Russische minderheden Eerlijke verkiezingen en integer bestuur
Erkenning van Russische belangen Aanpak van corruptie
Constructieve dipomatieke betrekkingen Democratisch beleid
Acceptabel minderhedenbeleid Dit impliceert ook rechten van minderheden
Wederzijds voordelige samenwerking Samenwerking met het Westen
..... .....
Daarna volgt een aantal andere strategieën dan oorlog, die ze zelf kunnen bedenken met behulp van welgemeende externe wenken van een onpartijdige bemiddelaar.
Het is bedoeld als voorbeeld hoe een ingewikkeld conflict vanuit geweldloze communicatie constructief benaderd kan worden door de focus op behoeften en belangen in plaats van wie er gelijk heeft en wie de meeste medestanders krijgt.
Noten