Civis Mundi Digitaal #129
Bespreking van Tim Jackson. Voorbij de groei. Het leven na het kapitalisme. Uitg. Epo, 2022.
Tim Jackson is directeur van het Centre for the Understanding of Sustainable Prosperity (CUSP) en hoogleraar duurzame ontwikkeling aan de universiteit van Surrey in het Verenigd Koninkrijk.
Postgroei
We zijn geobsedeerd door economische groei, maar het kapitalistische systeem is tijdelijk. “Post Growth biedt een manier om na te denken over wat er zou kunnen gebeuren wanneer deze obsessie voorbij is” (p15). In tien hoofdstukken belicht Jackson een aantal aspecten van de mogelijk op handen zijnde postgroei-periode. Een kenmerk van postgroei is de achteruitgang van de arbeidsproductiviteit (p35).
De mythe van de groei
In elke samenleving zijn mythes belangrijk: we vinden er steun bij. In onze maatschappij gelooft men in de mythe van de groei. Teruggang van de economie wordt beleefd als een bedreiging voor onze stabiliteit. Dit verhaal klopt volgens Jackson niet. “De algemene stelling in dit boek is dat een goed leven niet ten koste hoeft te gaan van de aarde. […] Het einde van de groei betekent niet het einde van de sociale vooruitgang” (p21). Het bbp is niet de goede maat voor de omvang van de economie van een land. “Geconfronteerd met sterk dalende prijzen hebben producenten en aandeelhouders de winst systematisch beschermd door minder van opbrengsten naar arbeid te laten gaan” (p47). Met dit boek probeert Jackson een beter verhaal te ontwikkelen: een postgroei narratief.
Grenzen
“Het ontkennen van grenzen is een essentieel onderdeel van de groeimythe. Juist het verzuim om een goed onderscheid te maken tussen wat begrensd is en wat niet, ligt aan de wortel van de problemen van het kapitalisme” (p53). Het is niet mogelijk om door vindingrijkheid bijna eindeloos technologische innovatie te leveren. Het is ook niet mogelijk om met deze innovaties alle fysieke grenzen te overwinnen. “In plaats te kijken naar de grenzen van de groei zelf, gaan economen liever voor ‘groene groei’” (p54). Economen denken in geldwaarde. Door dit ontkoppelen van de materiële waarde ontsnappen ze aan de fysieke grenzen.
Geluk
Een beter leven draait niet om meer bezit. Soms is minder beter. De ‘Heilige van het rationalisme’, John Stuart Mill (1806 - 1873) wordt genoemd in verband met een mentale crisis. Uit het rationalisme kwam de ‘happiness calculus’ voort waarop onze huidige economie is gebouwd. “Een van de rampen van het moderne kapitalisme is dat psychische aandoeningen nu wereldwijd tot de grootste en snelst groeiende gezondheidsproblemen behoren” (p68).
Mill populariseerde het idee, van Jeremy Bentham (1748 - 1832), dat de taak van de staat was te zorgen voor het grootste geluk voor het grootst aantal mensen. Dit wordt het utilitarisme genoemd. Het was een poging om de macht van de kerk af te troggelen en de ethiek te democratiseren. De term ‘nut’ had toen, veel meer dan tegenwoordig, de betekenis van ‘geluk’. “Noch het streven naar gelijk, noch het streven naar geld biedt een betrouwbare leidraad voor wat we ‘het goede leven’ kunnen noemen” (p75). We weten nu dat de mentale gezondheid cruciaal is voor ons leven als sociale wezens. “Voortreffelijke gezondheid is een evenwicht tussen tekorten en overdaad” (p81).
Liefde en entropie
Jackson gebruikt het verschijnsel van de entropie om aan te tonen dat eindeloze groei onmogelijk is. “Entropie is een maat voor de onzekerheid van een natuurlijk systeem. Een ultieme expressie van natuurlijke grenzen” (p87). Hij plaatst dit tegenover ‘liefde’ als ultiem voorbeeld van menselijk floreren. Jackson baseert zich daarbij op theorieën van Ludwig Boltzmann (1844 -1906) en houdt vervolgens een niet overtuigend betoog over gezondheid. “De entropiewet werkt volgens de wrede logica dat de mate van orde die je schiep door de kamer op te ruimen, altijd minder is dan de mate van wanorde die je al doende hebt geschapen” (p97). Vervolgens legt hij de wetten van de thermodynamica uit aan de hand van de spelregels: 1. je kunt nooit winnen, 2. je kunt nooit gelijk spelen, 3. je kunt het spel niet verlaten. Maar liefde overwint alles. “Liefde vraagt nooit om entropische omzetting” (p101).
Metaforen
Aan de hand van allerlei citaten probeert Jackson de rol van narratieven en metaforen te schetsen. Ze spelen een rol in de economie en in de andere wetenschappen. Zo haalt hij Robert Schiller aan die het heeft over “de invloed van culturele ‘memes’ op de economie. Hij suggereert dat er een ingewikkelde osmose bestaat tussen het domein van het verstand en de wereld van het gevoel” (p106). “Darwins evolutietheorie is hier een treffend voorbeeld van. De centrale metafoor die bij deze theorie is gaan horen, is dat het leven altijd en overal verwikkeld is in een onophoudelijke ‘strijd om het bestaan” (p107).
Vervolgens brengt Jackson dit in verband met de thermodynamica… Het is “een min of meer meetbaar kenmerk van materiële processen. Maar de strijd zelf is een geen objectieve realiteit. Het is een metafoor” (p108). “Natuur als strijd; winst als concurrentie; consumptie als onverzadigbaarheid: de heilige drie-eenheid van het darwinistische kapitalisme” (p113). “De sterke inbedding van concurrentie in onze economische en sociale instituten laat zien dat we een metafoor als realiteit zijn gaan zien.” (p115) Verderop schetst Jackson sommige, in zijn ogen, zinniger metaforen.
Via onderwerpen als ‘werk’ (Hannah Arendt), macht en dolfijnen in Venetië, komt Jackson tot de conclusie dat het kapitalistische systeem vol fouten zit. (p195)
Conclusie
Een warrig boek. Als argument worden regelmatig uitspraken van anderen gebruikt als overtuigers; ik mis een eigen creatieve inbreng. De relevantie van wat besproken wordt, is vaak niet duidelijk, waardoor ik regelmatig de draad kwijtraakte. Jackson probeert, door het aaneenrijgen van meningen van anderen, een beeld te schetsen. Dit beeld komt niet uit de verf.