Aarde en milieu

Civis Mundi Digitaal #137

door Jan de Boer

De klimaatopwarming en de gevolgen van het verdwijnen van de gletsjers in de Himalaya
Waren Adam en Eva vegetariërs?

De klimaatopwarming en de gevolgen van het verdwijnen van de gletsjers in de Himalaya

 

Het « dak van de wereld » is in groot gevaar: ten minste 80% van de gletsjers in de Himalaya en de Hindu Kush dreigt voor het einde van deze eeuw door de klimaatopwarming te smelten, een proces dat in de laatste tien jaar duidelijk versnelt. Deze « ongekende en onomkeerbare » veranderingen bedreigen twee miljard mensen en versterken de neergang of zelfs het uitsterven van onder meer talloze planten- en diersoorten. Dit zijn de onrustbarende conclusies van een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek dat op 20 juni jongstleden gepubliceerd werd door het « Centre international de développement intégré de la montagne » (Icimod): een intergouvernementele organisatie met haar zetel in Katmandoe (Nepal). Het bergland van Hindu-Kush-Himalaya (HKH) heeft een omvang van een 4,2 miljoen vierkante kilometer en wordt door wetenschappers gekwalificeerd als de « derde pool » vanwege zijn gigantische voorraden ijs. Het heeft de hoogste bergtoppen ter wereld, waaronder de Everest en de K2, en voorziet twaalf belangrijke rivieren van zestien Aziatische landen, van de Ganges tot aan de Mékong, van de Indus tot aan de Huang Hé (de Gele rivier) in China, waarlangs miljoenen mensen wonen.

Het door 35 wetenschappers uit 12 landen opgestelde rapport detailleert de snelle ingrijpende veranderingen waaraan de cryosfeer van deze regio is onderworpen. De gletsjers kunnen tussen nu en 2100 tot 75% van hun huidig volume verliezen als de uitstoot van broeikasgassen gewoon doorgaat. Dit onderzoek geeft een nog wat ernstiger beeld dan de eerste door het Icimod gerealiseerde evaluatie in 2019. Het toont onder meer aan dat het ernstigste wegsmelten van gletsjers plaatsvindt aan de oostkant van het HKH-massief, met name in het zuidoosten van Tibet. Alleen het westen van de regio Kunlun lijkt vooralsnog relatief gespaard.

Door deze verstoringen wordt het gebergte veel gevaarlijker. Door het korter worden van de gletsjers nemen gletsjermeren in aantal toe, waardoor het risico van overstromingen bij een breuk toeneemt. Ruim tweehonderd van deze meren worden al als gevaarlijk aangemerkt. Het ontdooien van de permafrost (grond met een temperatuur altijd beneden 0 graden Celsius), dat als het cement van het gebergte fungeert, heeft grondverschuivingen en het ineenstorten van rotsen tot gevolg. Verwacht wordt dat twee derde van de permafrost op de Tibetaanse hoogvlakte tussen 2071 en 2100 verdwijnt als de uitstoot van CO2 blijft doorgaan. Hetzelfde geldt voor de sneeuwlaag in het HKH, die sinds het begin van de eenentwintigste eeuw drastisch verminderd is en bij voortgaande uitstoot van CO2 met nog eens een kwart kan verminderen. Sneeuwbuien krijgen een veel onregelmatiger karakter, eerder of later in het seizoen en niet direct op het moment dat mensen dit water nodig hebben voor landbouw of industrie, en kunnen onvoorziene stormen veroorzaken. Hetzelfde geldt voor regenbuien die meer en meer overstromingen veroorzaken. Natuurlijk zijn de gemeenschappen die in de HKH leven gewend aan onzekerheden, maar deze veranderingen komen veel te snel voor mensen om zich daaraan volledig aan te kunnen passen.

Al deze veranderingen hebben dramatische consequenties voor de bevoorrading van water, voor de voedselveiligheid, voor de energiebronnen en dus voor de levens van 240 miljoen bewoners van de HKH en 1,65 miljard andere mensen die in de stroomafwaarts gelegen rivierbekkens wonen. Het rapport laat zien dat de beschikbaarheid van water van de rivieren en stroomgebieden in de KHK rond 2050 een maximum bereikt door het versneld wegsmelten van ijs en sneeuw, om daarna tot het einde van de eeuw fors af te nemen.

De landbouw, waarvan het leven van 70% van de inwoners van deze bergachtige regio’s afhangt, is het eerste slachtoffer. Watertekorten tasten de culturen van rijst, gierst, gerst en suikerriet aan. De veranderingen in de cryosfeer tasten ook de veeteelt van bijvoorbeeld jakken aan, evenals de handel in aromatische en medicinale planten, die een belangrijke inkomensbron van de bergbewoners is.

De wetenschappers roepen de internationale gemeenschap op om de klimaatfinancieringen voor aanpassing, verliezen en schade in deze regio, die zelf nauwelijks CO2 uitstoot, te verhogen, om zo deze landen in de gelegenheid te stellen beter mee te kunnen werken om het hoofd aan deze veranderingen te bieden. In dit zeer kwetsbare ecosysteem, dat een zeer rijke biodiversiteit herbergt, zullen de veranderingen aan de cryosfeer overigens ook leiden tot migratie van planten- en diersoorten naar grotere hoogten, met daardoor een verslechtering van hun natuurlijke woongebieden en het uitsterven van nog meer planten- en diersoorten.

 

Geschreven in juli 2023

 

 

 


Waren Adam en Eva vegetariërs?

 

Terwijl het door het Londense duo Alon Schwab en Daniet Fernandez Pascual geleide project « Climavore » – een voedselregime dat zo min mogelijk een impact heeft op het klimaat – zich sinds 2015 buigt over de ingewikkelde relaties tussen voeding, landschap, infrastructuren en het antropoceen en daarbij ecologen, landbouwkundigen, biologen en voedingsspecialisten mobiliseert, komt de wetenschapsgeschiedenis met twee belangrijke boeken terug op de onenigheid inzake het vegetarisme in tijden van schaarste.

Eén van die boeken betreft de herontdekking van de in de zesde eeuw door de Griekse filosoof Porphyrios geschreven verhandeling over het vasten. Deze verhandeling is heel goed bestudeerd en beschreven door Cecilia Muratori in « Renaissance Vegetarianism. The Philosophical Afterlives of Porphyry’s « On Abstinence » (Legenda 2020) ».Verschillende meningen komen in dit boek met elkaar in botsing: die van de noodzaak van het ritueel offeren van dieren, die van een goede gezondheid en de gevaren van het consumeren van vlees (volgens de filosoof), en ten slotte die, meer vanuit de antropologie gezien, van de praktijken van niet-Europese culturen rond het kannibalisme, met als achtergrond een polemiek over de intelligentie van dieren.

In hetzelfde perspectief presenteren Olivier Christin en Guillaume Allonge in « Adam et Eve, le paradis, la viande et les légumes » (Anacharsis) een uiterst interessant onderzoek over een vergeten discussie betreffende de voeding van Adam en Eva in het paradijs. Het is een discussie die in de zeventiende en achttiende eeuw heel wat losmaakte. Tussen 1650 en 1750 vond hij in heel Europa plaats, van Italië tot het Engeland. De radicale protestant Roger Crab mobiliseerde theologen en medici, chemici en juristen. De discussie berustte allereerst op de interpretatie van voedselregimes in de Bijbel: het Bijbelboek « Genesis » in het Oude Testament geeft een lijst van toegestaan voedsel en dranken. Vanaf deze teksten trokken de geleerden hun conclusies wat betreft het gebruik van voedsel en met name het consumeren van vlees. Was de schepping van planten in het begin van Genesis noodzakelijk om Adam en Eva van voedsel te voorzien, veel later, na de Zondvloed, zou het gebruik van vlees verschenen zijn: de superioriteit van mensen boven dieren werd gevestigd door hun toe te staan deze te doden en te eten. Deze gedachtenuitwisseling deed de geschiedenis van Adam en Eva herleven en leidde in 1562-1563 tot het promoten van een vegetarisch dieet, met daarbij vrijwel een gelijkwaardigheid van mensen en dieren. Het katholicisme werd door dissidente geloven vaak beschouwd als een verdediger van vleesvoeding.

De sociale en ideologische orde werd gelieerd aan een voedingsmodel dat veel weg had van een vorm van ascetisme. De oppositie hield zich in het begin van de achttiende eeuw daarentegen bezig met de consumptie van gekookt, gebraden of rauw vlees, daarbij ook het kannibalisme aanstippend dat de moderne denkers fascineerde. Deze polemieken waren verre van neutraal, want zij gaven de gelegenheid de grenzen aan te geven tussen katholicisme en protestantisme en vooral tussen christendom en judaïsme, het joodse geloof, in de context van de katholieke Contrareformatie. Het thema « voedselvrijheid » van de omnivoor, de alleseter, werd zo steeds meer geassocieerd met de evangeliën (het Nieuwe Testament), in tegenstelling tot de strikte praktijken van de joden gebaseerd op het Oude Testament.

Ook politieofficieren en juristen waren betrokken bij deze disputen, uit een oogpunt van controle op zedelijk gedrag, publieke gezondheid en ordehandhaving. Tijdens de Verlichting wilden geleerden, die zich zagen als niet door theologen beïnvloede wetenschappers, de knoop doorhakken, daarbij geholpen door spijsverterings-experimenten.

Naarmate de autoriteit van de Bijbel verdween, « naturaliseerde » de discussie door een beroep te doen op medische expertise en kreeg hij tezelfdertijd ook een etnisch karakter door het verzamelen van observaties bij vegetarische volkeren, waardoor de universaliteit van de consumptie van vlees in de wereld als onjuist verworpen werd.

« Adam et Eve, le paradis, la viande et les légumes » van Olivier Christin en Guillaume Alonge is een prachtige analyse van alle discussies, controversen en publieke aangelegenheden voor het begrijpen van de levensduur van een wetenschappelijk probleem: het wel of niet vegetariër zijn, dat ook in onze tegenwoordige tijd actueel is.

 

Geschreven in augustus 2023