Civis Mundi Digitaal #139
In dit deel aandacht voor zekerheid, veiligheid en collectief belang. In het vorige deel was macht en het gebruik van communicatietechnieken het grote thema.
Angst
De romanciers laten in werken over epidemieën goed naar voren komen dat een aanvankelijk onbekende aandoening, die later van naam en betekenis werd voorzien, tot grote onrust en angst kan leiden. Onzekerheid over wat het betekent, de angst om het onbekende, angst om besmet te raken, angst om ziek te worden, angst om te sterven, of het nu om anderen, gezin, familie, vrienden of om de persoon zelf gaat, angst om je baan te verliezen, angst om je bedrijf ten onder te zien gaan. Al deze vormen van angst komen in de romans voor. Laten we daarbij niet vergeten dat deze angsten in meerdere of mindere mate evenzeer spelen bij de beleidsadviseurs, de beleidsmakers, dus de overheid.
Het is de normale gang van zaken, ook in onze werkelijkheid. Lewis laat dit goed zien in zijn Arrowsmith. Bij Ulitzkaja zit de angst diepgeworteld in het communistische systeem van Rusland in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Niemand stelt vragen uit angst opgepakt en veroordeeld te worden. Het leed wordt stil ondergaan. In Leegland is de angst veel minder verbonden met het virus. Er zijn immers virusremmers. Het is de algehele situatie met stevige repressie die de angsten veroorzaakt.
De pokkenepidemie in Monschau lijkt in deze nog het meest op de coronaperiode. Bij alle genoemde angsten duikt hier ook nog de angst op dat door het grotendeels ontwricht raken van de maatschappij er ook grote zakelijke verliezen zullen ontstaan. Het buitenbeentje, het korte verhaal van Dürrenmatt, toont ons een andere angst, de angst om in een samenleving waar apartheid de norm is door een virusinfectie plotseling aan de andere kant van de scheidslijn tussen wit en zwart komen te staan en daarmee datgene te ondergaan wat je steeds de ander aandeed.
Ook in de ander dystopische romans komt veelal angst voor. Hier gaat het om repressieve maatschappijen, waar genormeerd gedrag verwacht wordt. Uitbreken uit deze norm leidt tot sociale reacties of meer, zoals heftige repressie, buitensluiten, gevangengenomen worden of zelfs de dood. En dus tot angst.
In Juli Zeh’s roman heerst een obsessieve angst voor ziek zijn en sterven. Het wordt staatsbelang gezond te zijn en blijven. Hierop ziet de staat via de veiligheidsdienst toe en veroorzaakt daardoor opnieuw angst.
Hoogleraar sociologie Marianne Gronemeyer[1] beschrijft hoe in de loop der eeuwen de dood een ander gezicht heeft gekregen. “Hij [de dood] houdt op een gebeurtenis te zijn waarin men zich met relatieve gelatenheid voegt.” De dood wordt grauw, wordt een tegenstander. De dood is een definitief einde, dat zo lang mogelijk moet worden uitgesteld. Zij ziet dat de tegenwoordige tijd de dood de wacht heeft aangezegd. We doen pogingen de dood uit het leven te verbannen. Wij willen geen angst voor de dood meer.
Corona en angst
Het is niet verbazingwekkend dat tijdens de pandemie al de al aangegeven angsten een rol speelden. Het is een menselijke, al te menselijke reactie op de dingen die gebeurden. Christaan Weijts citeert hoogleraar filosofie Byung-Chul Han. Deze ziet de samenleving als lijdend aan angst voor pijn, algofobie. Verder Han over de reactie op het coronavirus: “het leven is compleet verlamd tot óverleven.” Angst om besmet te raken, angst om de besmetting over te dragen aan anderen, voorop ouderen en kwetsbaren, angst om ziek te worden, angst om in het ziekenhuis te belanden, angst voor pijn, angst om te sterven, allemaal vormen van angst die in deze periode optraden. Daarbij is de angst voor de dood in dit kader het meest heftig.”
“Wij zijn gepreconditioneerd dood en sterven te vermijden en te vrezen”, schrijft Martha Nussbaum in haar boek The Monarchy of Fear[2]. Daarnaast nuanceert zij de opvatting dat deze angst de basis is voor alle angsten. Zij meent dat onze kwetsbaarheid de basis voor onze angsten is en dat angst voor de dood slechts één aspect ervan is, maar daarom niet minder heftig.
Interessant is bij haar de verwijzing naar Aristoteles, die volgens haar in zijn Retorica vasthoudt dat wanneer het wenselijk is dat angst ervaren wordt, mensen het gevoel gegeven moet worden dat de komende gebeurtenis levensbedreigend is, deze gebeurtenis op korte termijn plaatsvindt en dat de dingen uit de hand lopen en door henzelf niet te voorkomen zijn. Het moet ons allemaal bekend voorkomen. Het is alsof ook de overheid het gelezen heeft en daarna tot uitvoering is overgegaan. Angst is bedreigend bij weerstandsgevoelens. Angst jaagt mensen op de vlucht en doet hen zoeken naar een veilige omgeving, die gevonden kan worden bij een leidersfiguur of in een gelijkgestemde groep, aldus Nussbaum.
Hiernaast zagen we ook de angst om gecorrigeerd te worden door ambtsdragers voorkomen. Hoewel deze veelal minder repressief optraden dan in de romans waren zij wel zeker nadrukkelijk aanwezig en voerden controles uit. Soms tot bijna lachwekkend toe, waarbij de controle op het dragen van mondkapjes in de openbare ruimte waar ook al gecontroleerd werd op de anderhalve meter en het aantal personen in een groep wel de kroon spanden.
Ook de angsten van de beleidsadviseurs en overheden speelde een rol. Deze angst leidt niet tot goede raad, eerder het tegendeel. “Waar angst regeert, wordt niet geleerd”, geeft aan dat wij op die manier vooral hetzelfde blijven doen, ook in situaties die om andere maatregelen vragen[3].
Daarnaast werd in diverse publicaties aandacht gevraagd voor de angst die de bevolking werd aangejaagd door de officiële berichtgeving. Daarbij de opgestoken waarschuwende vinger dat je niet gedragen tot scherpere maatregelen aanleiding zou kunnen zijn. Er wordt daarnaast wel gesuggereerd[4] dat angst aanjagen gebruikt kan worden om de vaccinatiebereidheid te verhogen, alsmede het opvolgen van andere beperkende maatregelen.
Angst zou bewust gebruikt en georganiseerd geweest zijn door de Engelse regering om het gedrag te beïnvloeden. In Duitsland zijn er plannen gemaakt “om de geesten rijp te maken voor nog hardere ingrepen in de persoonlijke vrijheid van burgers” schrijft journaliste Sterre Lindhout[5]. Het is onthutsend te lezen wat zij beschrijft als de inhoud van een geheim document van het ministerie van binnenlandse zaken, aan de openbaarheid gebracht door de krant Die Welt. Opmerkelijk is ook dat “wetenschappers maar al te graag meewerkten.”
Conformisme
Samenhangend met de angst is het fenomeen van het conformeren. Uiteindelijk conformeert bijna eenieder zich aan de situatie. Er wordt vrijwel geen tegenspraak meer geleverd. Braaf wordt gedaan wat gevraagd wordt. In alle besproken dystopische romans, met of zonder epidemie, is dit wat er gebeurt. Het is een normaal menselijk fenomeen. Conformeren is wat er dagelijks gebeurt. De beschrijvingen zijn hieromtrent heel duidelijk. Tevens is meestal de maatschappij zo ingericht dat ontsnappen aan de regels vrijwel onmogelijk gemaakt wordt. Hiermee is conformeren een normale gedraging geworden.
De onaangename kanten van het bestaan worden verklaard in termen van noodzakelijkheid. Zonder conformisme wordt het leven nog onaangenamer, kan de vijand niet goed worden bestreden en andere argumenten worden hierbij gebruikt. Boeiend is dat het juiste gedrag, het conformistische gedrag, bijdraagt aan het eigen welzijn, aan je een voelen met de gemeenschap. In Wij van Zamjatin komt dit sterk in de titel tot uiting, maar daar zeker niet alleen. De gehele samenleving is er doordrongen van het wij-gevoel, dat kracht krijgt doordat iedereen gelijk is en zich gelijk gedraagt.
Aanpassing in donkere tijden
Een voorbeeld van conformeren is de wijze waarop in de media gecommuniceerd werd. Vrijwel uitsluitend werd het officiële narratief weergegeven. Elders in dit artikel wordt hier meer aandacht aanbesteed. Daarnaast was het opvallend hoe zeer de onplezierige maatregelen door heel veel mensen zonder overduidelijk morren opgevolgd werden. Opvallend was de grote sociale controle die ontstond. Angst, zie aldaar, speelde ook hier een grote rol.
Opmerkelijker was de manier waarop in de wetenschappelijke publicaties conformisme naar voren kwam. Tegendraadse publicaties werden nauwelijks gezien. Om te kunnen publiceren moest men zich conformeren aan de mainstream in de wetenschap. Het essentiële kenmerk van wetenschap dissensus werd volledig genegeerd.
Het andere conformisme bestond eruit dat de bevolking vrijwel geheel als makke schapen de besloten maatregelen accepteerde en zodoende zich “achter de eigen vrijheidsbeperking schaarde”, die eruit voortkwam.
Los van psychologische verklaringen en uitleg hiervoor wordt door marketingspecialist Willem Sorm aannemelijk gemaakt[6], dat door de overheid marketingtechnieken zijn gebruikt om een dergelijk effect te sorteren. Het gaat er bijvoorbeeld om eenheid te verkrijgen of op zijn minst het gevoel van eenheid (zie ook hierboven). “Dit principe bestaat uit een gedeelde identiteit en verbondenheid enerzijds, en het samen handelen anderzijds,” aldus Sorm. Ook op andere wijze wordt deze aanpassing gerealiseerd.
In CM 98 ging ik in op uitingen van Markus Gabriel, hoogleraar filosofie te Bonn en Parijs. Hij spreekt over “een psychologisch geladen virus” en over de dominantie van het “virologische imperatief van de politiek.” Hieronder verstaat hij dat: “alle mensen moeten worden geïsoleerd zodat niemand meer besmet kan worden.”
Zo verwordt de samenleving tot niet meer dan een infectieketen. Mensen veranderen op die manier van moreel handelende individuen, met menselijke waardigheid bekleed, in alleen nog maar virusdragers en ziekte verspreiders, als onderdeel van een mensenkudde. Mensen worden gelijken. Een eenheid wordt gecreëerd.
Dissidenten
In vrijwel alle besproken romans is er sprake van een of meer dissidenten. Regelmatig is het de hoofrolspeler in het verhaal. In de romans met een infectieziekte speelt dit op een andere manier. Niet iedereen is het eens met de maatregelen, maar uiteindelijk legt men zich bij de situatie neer of probeert slinks aan de maatregelen te ontkomen, al was het maar tijdelijk. In Monschau zoekt men een uitweg om toch carnaval te kunnen vieren. Weliswaar niet lokaal, maar dan toch in de naburige gemeente.
Vanzelfsprekend is er bij Ulitzkaja geen sprake van dissidentie. In diverse romans loopt het niet goed af met dissidenten. De hoofdrolspelers in Wij, Blokken, Reality 2048TM Watching big mother, De Cirkel, Het alles, en niet te vergeten in Nineteeneightyfour van Orwell worden uitgeschakeld of omgebracht.
De Wilde in Brave New World pleegt zelfmoord. In 2084 ontkomt de hoofdrolspeler en gaat op weg op zoek naar de andere wereld, waarover hij gehoord heeft, aan de andere kant van de bergen. In Dat gebeurt hier niet gaat de dissident Doremus Jessup in het ondergrondse verzet, wordt opgepakt en in een concentratiekamp opgesloten. Na zijn ontsnapping wijkt hij uit naar een buurland om van daaruit weer als spion terug te keren.
Ook in Leegland ontsnapt de hoofdrolspeler. Nu naar de wereld waarmee oorlog wordt gevoerd. In CR. 133 zien de hoofdrolspelers hun stad vernietigd worden, maar zelf overleven ze. Juli Zeh laat Mia, haar hoofdrolspeler uit Corpus delicti. Een proces, ter dood veroordeeld worden. Op het laatste moment verkrijgt zij gratie en wordt permanent opgesloten in een psychiatrische inrichting. Mia weet niet of ze dit beter moet vinden.
Coronadwarsdenkers?
Al snel tijdens de coronapandemie werden er kritische geluiden gehoord. Geluiden overigens vanuit diverse hoeken van de samenleving en gebruikmakend van onderscheiden invalshoeken. Ook in de wetenschappelijke wereld werden kritische geluiden gehoord. Vrijwel direct werden de critici gekenmerkt als dwarsdenkers, coronadwarsdenkers of zelfs complotdenkers. Overigens kan het voor iedereen geen kwaad enige scepsis te tonen; het getuigt van verstand.
Opmerkelijk is dat in beide gevallen de reacties van anderen zeer heftig waren. Velen in het grote publiek die andere opvattingen huldigden of wetenschappers die andere meningen in het wetenschappelijke debat uitdroegen, werden onder druk gezet. Hen werd tot op zekere hoogte angst aangejaagd. Bij de laatsten angst om hun carrière. Ook feitelijk verloren enigen van hen hun positie in de wetenschappelijke wereld of zelfs ook hun baan. Hier dient ook bedacht te worden dat klokkeluiders – in veel gevallen de vinger op de wonde plek leggend – ook weggezet werden als lastpakken en dwarsdenkers met alle gevolgen van dien[7].
Het interessante is dat Nussbaum aangeeft dat wanneer problemen complex zijn en de oorzaak ervoor niet duidelijk is of op zijn minst lastig te begrijpen, de mens de neiging heeft uit angstgevoelens zondebokken te zoeken. Zij werkt dit uit met betrekking tot de democratie en de vele pogingen deze te ondermijnen, ook door overheden. Dit zondebokkenfenomeen werkt overigens naar twee kanten.
Zogenaamde dwarsdenkers zouden de schuld voor de gang van zaken steeds bij de andere partij, in dit geval de overheid, leggen. Omgekeerd is de angst die politici vaak hebben ten aanzien van hun positie, de herverkiezing, ter verantwoording te worden geroepen op een later tijdstip, afgerekend te worden op hun later onjuist gebleken beslissingen of nog andere zaken ook een aspect van het fenomeen dat zij dwarsdenkers als de schuldigen zien. Het zijn dan degenen die een gevaar vormen voor de welwillenden, de volgzamen.
Het ging zover dat tegenstanders van de coronavaccinatie afgeschilderd werden als de veroorzakers van veel leed, verantwoordelijk voor ziekenhuisopnamen en nog meer. Toen overigens duidelijk werd dat ook gevaccineerden besmettingen konden overdragen werd dit geluid iets minder hard. Maar nog steeds wordt er heftig gereageerd op opvattingen die niet in de mainstream passen, waarbij rijp en groen niet meer onderscheiden worden.
Voormalig hoogleraar wijsgerige ethiek en Denker des Vaderlands van 2021 -2023 Paul van Tongeren is er duidelijk over[8]: “in een democratie luister je ook naar de motieven van relschoppers.” Hij eindigt zijn betoog met wat er onder meer nodig is: “blijvende bereidheid tot een kritische dialoog.” En daaraan “lijkt het nogal te ontbreken.”
Nussbaum geeft weer dat marginaliseren van bevolkingsgroepen of burgers van alle tijden is. Het kan verschillende oorzaken hebben. In de coronatijd lijkt het wel of het door haar in een andere context gebruikte begrip ‘geprojecteerde walging’ een rol kan hebben gespeeld. Het heeft te maken met anders zijn, niet zijn zoals de grootste gemene deler van de bevolking. Wellicht geldt dit ook voor moraliserende walging. Beide zijn een vorm van psychologisch geweld. Waarden worden opgedrongen aan anderen met als argument het welzijn, het algemeen belang.
Collectief versus individu
Een centraal thema in dystopische romans is de grote waarde die gehecht wordt aan het collectief, aan het algemeen belang. Het individu wordt – goedschiks of kwaadschiks –ondergeschikt gemaakt aan dit belang. Hiermee wordt duidelijk dat er veelal sprake is van terreur om dit iedereen duidelijk te maken. Terreur die gewelddadig kan zijn, maar ook verleidend, gebruikmakend van nudging.
Wij geeft in de titel al aan dat het collectief dominant is. Het komt vervolgens ook tot uiting in de absolute gelijkheid die inwoners van dergelijke werelden onderling hebben. En daar waar dat niet in totaliteit zo is, is er wel sprake van gelijkheid in te onderscheiden lagen, niveaus, van de bevolking. De tekst maakt dit verder goed duidelijk. In enkele romans, ook in Wij, wordt deze toestand van ondergeschikt zijn beschreven als een toestand van geluk. Het samen het collectief zijn levert een vorm van geluk op. Bij de minste gedacht aan jezelf dreigt dus ongeluk. De bewoners van deze werelden wanen zich zelfs in een utopie. Er is geen betere wereld denkbaar dan die waarin zij leven. Er bestaat dus ook geen behoefte je tegen deze toestand te verzetten.
Huxley laat beide, de betere wereld vol geluk en geen verzet, in optima forma zien in Brave New World. Hier verzinkt iedereen in een gelukzalige toestand met behulp van het middel soma. Ook bij Cressman zien we dit terug. Hier is het mediageweld de sleutel tot het geluksgevoel, maar ook afstomping. Debord en Muray wijzen in hun scherpe analyse van de werkelijkheid op het gelukkig worden door te verzinken in het continue aanwezige aanbod van mediaal geweld, amusement en vertier. Ook zij zien hier een vorm van afstomping optreden.
Daarnaast moet worden opgemerkt dat in vele romans dit algemeen belang een eufemisme is voor het persoonlijke belang van een eenling, een dictator, of enkelen, de elite of beide, ook als ze slechts vaag aangeduid worden in de tekst. In een enkele roman komt dit minder nadrukkelijk naar voren.
Eggers laat in zijn beide romans zien dat het algemeen belang vanzelf ontstaat in een wereld waarin iedereen voor iedereen transparant is en aangesproken kan worden op afwijkend gedrag. Wij zijn het zelf die deze situatie tevoorschijn roepen.
Bij Ulitzkaja is het algemeen belang een zwijgende massa te zijn. Een collectief dat altijd stil blijft onder heftige repressie. In twee romans met een epidemie, Arrowsmith en Monschau, zijn de genomen maatregelen altijd gemotiveerd met het algemeen belang om de ziekte in te perken en uit te roeien, opdat iedereen weer normaal en hopelijk gelukkig verder kan leven.
Bij Juli Zeh is gezondheid een staatsbelang en wordt zo tot algemeen belang. Gezondheid is hier een weg naar geluk. Zeh ziet het “als een drang om gelukkig te zijn.” Ook hier repressie in het algemeen belang en een manier om gezondheid en het gelukkig worden af te dwingen. Recht op gezondheid, voor zover dat als recht op zorg wordt uitgeoefend, verwordt tot de plicht om gezond te zijn en te blijven. In de coronatijd speelde dit fenomeen nadrukkelijk.
In CM 127 schreef ik over dit staatsbelang: “hier gaat het algemene belang – het belang dat er geen zieken en ook stervenden zijn die een beroep doen op voorzieningen – boven het individuele belang zelf te kunnen beslissen over je lichaam; boven het bewaren van je lichamelijke integriteit.”
Het algemeen belang in de pandemie
De gebeurtenissen tijdens de coronaperiode laten zien hoe de staat, de overheid naar de bevolking kijkt tijdens de uitbraak. Iedere keer weer komt het algemeen belang naar voren. Individuele burgers worden geacht met het algemeen belang rekening te houden. Hun individuele belang is ondergeschikt aan het algemeen belang. Deze gedachtegang is uitvloeisel van de taak die de overheid in een democratisch besluitvormingsproces zichzelf in het kader van de volksgezondheid heeft opgelegd.
In de Wet Publieke Gezondheid[9] wordt onder publieke gezondheidszorg het volgende verstaan: “de gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke groepen daaruit, waaronder begrepen het voorkómen en het vroegtijdig opsporen van ziekten.” Een andere beschrijving[10] luidt: “Publieke gezondheidszorg is de wetenschap van het beschermen en verbeteren van de gezondheid van mensen en hun gemeenschappen. Dit werk wordt gedaan door een gezonde levensstijl te promoten, onderzoek te doen naar de preventie van ziekten en letsel, en infectieziekten op te sporen, te voorkomen en erop te reageren. In het algemeen houdt de publieke gezondheidszorg zich bezig met het beschermen van de gezondheid van hele bevolkingsgroepen.” Op grond van de wet en de gevoelde opvattingen over publieke gezondheidszorg neemt de overheid maatregelen wanneer deze in het geding is.
In een dergelijke situatie – de SARS-CoV2-uitbraak kwalificeert als zodanig – wijst de overheid naast de te nemen maatregelen vooral ook op “de verantwoordelijkheid van de individuele burger om tegelijk zichzelf én anderen te beschermen[11].” Uiteindelijk wordt op deze wijze – maatregen en beroep op individuele verantwoordelijkheid – door de overheid de individuele burger beschermd. Bij dit alles hoort dat gedwongen maatregelen genomen kunnen worden, gericht op de bescherming van het individu of van groepen individuen. Meestal is de maatregel ten aanzien van het individu bedoeld om anderen te beschermen. Hier komt het algemeen belang naar voren als leidend voor het nemen van maatregelen. Dit kan dus zover gaan dat de individuele vrijheid wordt aangetast, wordt ingeperkt.
Een nog grotere stap is aantasting van de integriteit van het lichaam van individuen zoals het geval is bij verplichte vaccinatie. Deze laatste stap is op grond van de huidige wetgeving – de Grondwet – en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens onder strenge voorwaarden mogelijk. Hier gaat het individuele belang niet altijd meer voor op het algemene belang. Door de bank genomen zien we de overheid tijdens de pandemie het redden van levens tegen vrijwel elke prijs in het vizier nemen.
Juli Zeh geeft aan dat zij heeft voortgeborduurd op wat er in de samenleving leeft. Ze gebruikt trends, die voor anderen nog niet zo duidelijk zijn, en betrekt en extrapoleert deze in haar roman. Vandaar dat in Corpus delicti. Ein Prozess zoveel herkenbare zaken spelen. Het staat niet ver af van onze samenleving, hoewel de uitwerking van het al aanwezige en de trends de roman als bijna onwerkelijk beschouwen. Toch begrijpen de meeste lezers de waarschuwende vinger die Juli Zeh opsteekt.
Vrijheid
Een zeer belangrijk thema in de dystopische literatuur is het onderdrukken, het onmogelijk maken van individuele vrijheid en zelfs het denken erover. In de beschreven samenlevingen is vrijheid slechts toegestaan voor zover voorgeschreven door de staat. Een wel heel bijzondere manier om naar vrijheid te kijken. Het is vanzelfsprekend dat dit element een grote samenhang vertoont met alle eerder besproken elementen. In deze manier van kijken naar vrijheid, in wezen het ontbreken van vrijheid, culmineren alle andere elementen in samenhang. Alle zijn erop gericht vrijheid onmogelijk te maken of niet toe te staan.
De twee klassiekers, Brave New World van Huxley en Nineteeneightyfour van Orwell, zijn voor iedereen dè voorbeelden van dystopische romans waarin dit centrale thema op twee verschillende manieren is uitgewerkt. De andere romans tonen hier op eigen wijze varianten van. Huxley’s Wilde eist zelfs het recht op om onvrij te mogen zijn. Orwell toont ons de vrijwel absolute repressie, Huxley het verzinken in heerlijke gelukzaligheid.
De paar romans met een epidemie laten zien dat tijdens een uitbraak ook vele bestaande vrijheden worden ingeperkt. Zelfs dat kleine beetje vrijheid dat er in Rusland bestond wordt tijdens de pestuitbraak de nek omgedraaid, zoals Ulitzkaja laat zien.
Dan zijn de maatregelen dienaangaande bij Lewis en Kopetzky nog beperkt te noemen. Het virus veroorzaakt bij Dürrenmats personages een zodanige verandering in huidskleur dat hun vrijheden onder het apartheidsregiem direct en automatisch als sneeuw onder de zon verdampen.
Bij Juli Zeh wil gedwongen door de staat iedereen, inclusief de machthebbers, zekerheid. In dit geval zekerheid dat iedereen gezond is en zich aan de regels houdt. Bij haar is de vrijheid om niet gezond te zijn per definitie verdwenen.
In CM 127 citeer ik Juli Zeh over zekerheid: “totale zekerheid is slechts te bereiken tegen de prijs van een volledig verlies van vrijheid, bijgevolg voert dit doel van zekerheid zichzelf ten slotte ad absurdum – want de zich totaal veilig wanende mens is ook de compleet onvrije en daarmee vernietigde mens.” Deze uitspraak kan ook van toepassing zijn op de personages en inwoners van de samenlevingen in de andere dystopische romans.
Vrijheid in coronatijd
Ook in de werkelijkheid van de coronapandemie werd de individuele vrijheid aangetast. De beperkende maatregelen zorgden in de loop van de tijd voor wisselende beperkingen die in extreme vorm in een lockdown culmineerden. De discussie hierover was veelal niet gemakkelijk, ook niet in het parlement. De vigerende wetgeving maakt het lastig grote inperkingen te realiseren. De oplossing met een steeds verlengde tijdelijk wet – de laatste versie gold van 1 juni tot en met 31 augustus 2023[12] – kan zeker niet als ideaal en voorbeeld genoemd worden.
In diverse artikelen in CM (CM 82, 100, 113) kwam dit thema vrijheid uitgebreid aan de orde. Hier nu slechts nog enkele opmerkingen. In CM 113 komt kort de vraag “zijn fundamentele vrijheden onderhandelbaar of niet?” van Michael Esfeld, hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Laussanne, aan de orde. Hij is van mening dat het antwoord neen moet luiden. Anders “stelt men bepaalde waarden absoluut, zoals bescherming van gezondheid of het klimaat. Een coalitie van experts en politici pretendeert te weten hoe men de samenleving tot in het familiaire en individuele leven moet sturen om deze waarden te beschermen”. Op deze manier wordt gezondheid en klimaat een hogere orde toegedicht dan de individuele menselijke waardigheid en vrijheid[13].
Ook in Nederland neemt in de laatste jaren gevoerde discussie de waarde van het algemeen belang toe. In zijn essay laat Muray in 1992 zien dat het algemeen belang in brede zin al decennia de hoofdrol speelt in de discussies. Wij zijn langzaam rijpgemaakt om dit begrip te omarmen, als de kikkers in een pan koud water die aan de kook gebracht wordt.
Wat het algemeen belang is, bepaalt de staat en daarmee wordt het staatsbelang. Juli Zeh levert hier forse kritiek op. Ook zij wijst inperking van vrijheidsrechten nadrukkelijk en luidkeels af. In het eerdergenoemde artikel[14] sluit ze af met “een pandemie, die mensen ziek maakt, is al erg genoeg. Een pandemie, die de rechtsstaat besmet en de op vrijheid gebaseerde samenleving ongeneeslijk ziek maakt, zou nog veel erger zijn.”Het staatsbelang komt uitvoerig aan de orde bij Michel Foucault – bij leven hoogleraar filosofie in Parijs – en Giorgio Agamben – hoogleraar filosofie te Trieste - in hun beider werk over biopolitiek. Zie hierover CM 100, 104, 107 en 127. “Foucault beschrijft biopolitiek als een moderne machtsvorm die door populatiecontrole betrekking heeft op het naakte leven zelf”, aldus een artikel in Krisis[15]. Daarin is ook het volgende citaat van Foucault te vinden: “biopolitiek is de verzameling van mechanismen waardoor de fundamentele biologische kenmerken van de menselijke soort object worden van een politieke strategie, van een algemene machtsstrategie of, in andere woorden, hoe, vanaf de achttiende eeuw, moderne westerse samenlevingen het fundamentele biologische feit omarmen dat menselijke wezens een soort zijn.”
De overwegingen van de heren komen er op neer dat het staatsbelang het noodzaakt de volledige controle over te nemen over niet alleen het individuele leven, maar ook over het lichaam van ieder individu. Vrijheid speelt geen rol meer. De staat bepaalt uit algemeen belang wat goed is voor het individu. Een uitvloeisel hiervan is de veranderde houding in de samenleving ten aanzien van volksgezondheidsvraagstukken. Laurent Ravez, hoogleraar aan het Centrum voor Bioethiek van de Universiteit van Namen, geeft aan[16] dat “wij in termen van gezondheid niet simpelweg rekening kunnen houden met de individuele rechten van patiënten, maar ook moeten denken aan het algemene belang.” Hij maakt verder duidelijk dat hier gaat om een utilitaire benadering van de ethiek, waarbij moreel handelen betekent “zodanig beslissen en handelen dat de positieve gevolgen voor de betrokken gemeenschap worden gemaximaliseerd, dat wil zeggen de gevolgen die de meeste collectieve voordelen opleveren.”
Het eindeffect is dat “onder bepaalde opzichten het voordeel voor de velen gekocht wordt ten koste van de niet verdiende en niet gecompenseerde ellende van de weinigen”, is een citaat uit de literatuur. Ravez noemt het “de tirannie door de meerderheid” en benoemt dat het ertoe kan leiden dat “zeer beperkende maatregelen moreel aanvaardbaar worden geacht omdat ze bedoeld zijn om het algemene welzijn te bevorderen en tegelijkertijd de gezondheid van de bevolking zoveel mogelijk te beschermen.”
Op deze manier is het antwoord op vraag “kunnen individuele vrijheden worden geofferd op het altaar van de publieke gezondheid?” toch een volmondig ja, ondanks de tegenwerpingen van velen, waaronder Esfeld en Zeh. Dat blijkt ook uit de feitelijke situatie ten tijde van corona
Grondrechten?
Wat was de feitelijke situatie rond grondrechten tijden de coronaperiode? De hele discussie over de rechtmatigheid en proportionaliteit van de inperking van onze grondrechten doet voorkomen of de laatste bij een pandemie slechts als ballast moeten worden beschouwd. Ballast die men ook voor kortere of langere tijd overboord kan kieperen. Bij dit laatste, de inperking van de grondrechten hoort dat men er niet gemakkelijk toe overgaat en zich realiseert welk zwaar middel men uit de kast haalt. Er moet een gulden middenweg, een balans worden gevonden[17]. Deze balans betekent dat goed gewogen is wat de inperking voor effect heeft op het tevoren gestelde en toetsbare doel. Vage voorspellingen kunnen niet door de beugel.
“Hoe ernstiger de ingreep op vrijheid en vrijheden, hoe serieuzer de relevantie van die ingreep moet zijn voor het bereiken van het daarmee beoogde doel. En dat vereist identificatie van het doel en meting van de effecten van de maatregel”, aldus Aalt Willem Heringa, hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan de Universiteit van Maastricht[18]. Toetsing aan het recht levert in ieder geval op dat de rechters al de genomen maatregelen gerechtvaardigd en onderbouwd vonden gelet op de ernst van de situatie. “De rechter denkt dus hoofdzakelijk méé met het bestuur,” aldus juridisch redacteur van het NRC Folkert Jensma[19].
Een interessante benadering[20] laat jurist Filippo Contarini, op dit moment onderzoeker aan het Institut d’histoire du droit Jean Gaudemet, Université Panthéon-Assas te Parijs, zien. Hij stelt vast dat het uitgangspunt van het gezondheidszorgsysteem crisisbestendigheid is. Gevolg, er moet altijd vrije capaciteit zijn voor onverwachte gebeurtenissen. Dit wordt in onze als risicosamenleving – door hem als zodanig betekent – gegarandeerd door het gebruik van noodrecht in het rechtssysteem. Wij verwachten dan dat het systeem in staat is alle individuele aanspraken op hulp die tegelijkertijd voorkomen en de situatie uit de hand dreigen te laten lopen, te honoreren met een beroep op het algemeen belang. Vrijheid is daarmee niet langer het recht om je eigen leven in te richten, maar veelmeer de zekerheid hulp te verkrijgen.
“Grondrechten dienen niet langer in de eerste plaats om burgers te beschermen tegen aantasting van hun rechten door de staat; integendeel, ze zorgen ervoor dat de staat kan blijven beloven dat hij zal proberen zijn burgers te redden.” Hierbij onderscheidt Contarini drie fasen. “Ten eerste zal de staat de oorzaak van het risico vaststellen. Ten tweede worden maatregelen wettelijk beschermd om de crisisbestendigheid van het systeem in stand te houden. Ten derde wordt de vervolgvraag, namelijk of de aard van datzelfde systeem heeft bijgedragen aan de crisis, tot taboe verklaard door politieke marketingpropaganda.”
Hij sluit hiermee op eigen wijze aan bij de eerdergenoemde Agamben[21], zonder deze te noemen, die op Patrick Zylberman[22] wijst die al 10 jaar geleden schreef over “het proces waarbij de gezondheidszekerheid, …een essentieel onderdeel werd van nationale en internationale politieke strategieën. Het gaat om niets minder dan het creëren van een soort ’gezondheidsterreur’ als instrument voor het besturen van zogenaamde ’worst case-scenario’s’.”
Zylberman laat ook drie fasen zien. Eerst wordt “op basis van een mogelijk risico een fictief scenario geconstrueerd en zodanig gepresenteerd dat het gedrag dat het mogelijk maakt om in een extreme situatie te besturen, bevordert. Ten tweede het accepteren van het allerergste als grond voor rationeel politiek besturen. Ten derde de aansturing van alle burgers op een manier die de maximale navolging van overheidsinstellingen versterkt, waardoor een soort overtreffend burgerschap ontstaat waarin opgelegde verplichtingen worden gepresenteerd als bewijs van altruïsme en de burger geen recht meer heeft op gezondheid (health safety) maar wettelijk wordt verplicht tot gezondheid (biosecurity).” Op deze wijze worden beperkende maatregelen, zelfs als ze excessief zijn, binnen ons rechtssysteem gesanctioneerd.
Noten
[1] Gronemeyer M: Das Leben als letzte Gelegenheit. Primusverlag, Darmstadt, 1993
[2] Nussbaum M.C: The Monarchy of Fear. Simon & Schuster, New York, 2018
[3] SVDC, advies in crisisbeheersing (https://www.svdc.nl/file/3099/bestanden/Artikelen_Publicaties/waar-angst-regeert-wordt-niet-geleerd.pdf)
[4] Liester M.B: A review of the use of persuasion and coercion to overcome COVID-19 vaccine
hesitancy. J of PeerScientist, 4 (2): e1000037, 2021.
[5] Lindhout S: Politiek en wetenschap werkten in Duitsland samen om burgers rijp te maken voor de harde lockdown. De Volkskrant 8 februari 2021
[6] Sorm W: Overheidsmarketing en beinvloeding. In: Bijl D. (Red.): Voorbij de pandemische chaos: 46-63. Eigen uitgave D. Bijl, 2022
[7] Abazi V: Truth Distancing? Whistleblowing as Remedy to Censorship during COVID-19. Eur J Risk Regulation 11: 375-381, 2020
[8] Tongeren P. van: In een democratie luister je ook naar de motieven van relschoppers. Filosofie-Magazine 22 november 2021
[9] https://wetten.overheid.nl/BWBR0024705/2023-07-01
[10] https://www.cdcfoundation.org/what-public-health
[11] Schellekens W: Back tot he basis of public health — Hoe voorkomen we een volgende pandemiecrisis? In: Ludden J. (Red.) Crisibeheersin: waardevolle lessen. SVDC, Almen, 2023 (https://www.svdc.nl/file/3551/bestanden/hoofdstuk-wim-schellekens.pdf)
[12] Tijdelijke wet COVOD-19 Justitie en Veilgheid (https://wetten.overheid.nl/BWBR0043413/2023-06-01)
[13] Esfeld M: Die geschlossenen Gesellschaft und ihre neuen Freunde: warum es falsch ist, die gesundheit höher zu gewichten als die Menschenwürde. NZZ, 1 april 2021
[14] Zeh J: Grundrechte sind kein Luxus nur für gute Zeiten. FOCUS Magazin 15, 4 april 2020. (https://www.focus.de/politik/deutschland/meinung-grundrechte-sind-kein-luxus-nur-fuer-gute-zeiten_id_11849613.html)
[15] Schuilenburg M., Tuinen S. van: Michel Foucault: Biopolitiek en bestuurlijkheid. Krisis, 2009, Issue 3: 1-5 (www.krisis.eu)
[16] Ravez L: De volksgezondheid heeft specifieke ijkpunten nodig. Tijdschrift Geneeskunde en Gezondheidszorg 77 (10) augustus 2021
[17] Albers K: Botsende rechten in de strijd tegencorona, onwettig of oneerlijk? https://www.ou.nl/-/botsende-rechten-in-strijd-tegen-corona
[18] Heringa A.W: Grondrechten: vrijheid in coronatijd. In: De Nederlandse Grondwet, 31 januari 2022. (https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vlq0t386dvzj/nieuws/grondrechten_vrijheid_in_coronatijd)
[19] Jensma F: Grondrechten aantasten om corona keurt de rechter meestal goed. NRC 20 november 2021
[20] Contarini F: Die Verfassung der Risikogesellschaft. NZZ 12 januari 2022
[21] Agamben G: Biosicurezza e politica. Quodlibet, 11 mei 2020 (https://www.quodlibet.it/giorgio-agamben-biosicurezza/)
[22] Zylberman P: Tempêtes microbiennes, Gallimard Parijs, 2013