Deel 7. De Russische mens en zijn ziel

Civis Mundi Digitaal #140


De Zaporozje-Kozakken schrijven de Turkse sultan een brief Ilya Repin (1880-1891)

 

Russische filosofie Deel 7 De Russische mens en zijn ziel 

Niets zo ongrijpbaar als de ziel. Wat ze precies behelst, waar de ziel zich precies bevindt, niemand die het kan zeggen. In zijn essay Over een uitgebluste beschaving stelt de filosoof Emil Cioran “Wij… het Westen in zijn algemeenheid en Europa in het bijzonder, hebben geen ziel meer, maar zij, de Russen, hebben ziel in overvloed. Zij staan nog dicht bij hun oorsprong, bij die gevoelswereld waar de geest nog gehecht is aan grond, vlees en bloed.” Voelen en denken gaan samen, waarheden zijn zintuiglijke ervaringen, die niet worden afgezwakt door intelligentie, ze kennen de schadelijke effecten van het denken niet. “Waar Europa een teveel aan bewustzijn etaleert, aldus de filosoof, daar spreidt Rusland een chronisch gebrek daaraan tentoon.” (p45)

 

Ongepolijst

Een dergelijke “ongepolijstheid”, zie je ook terug in beschrijvingen van de Poolse auteur Józef Wittlin in zijn anti-oorlogsroman Het zout der aarde. Hij voert Russen op als ’bebaarde, behaarde lieden met lans en Kozakkenzweep en geslepen messen op Tartaarse paarden, die anderen al plunderend onder de voet lopen. Filosoof John van der Stokker noemt deze beschrijving “verrassend actueel als we kijken naar het Russisch handelen en denken in het huidige tijdsgewricht, maar duidt ze tevens op een constante door zijn hele geschiedenis heen”. Denk aan Ivan de Verschrikkelijke en Peter de Grote tot en met Jozef Stalin en Vladimir Poetin. Zij zijn ook een product van hun omgeving. “Elk volk krijgt de leiders die het verdient.” (p46)

 

Jozef Brandt, Wedding in Ukraine", circa 1895 Zie ook https://historianet.nl/oorlog/grote-namen-uit-de-oorlog/kozak-verovert-wilde-oosten-voor-de-tsaar

 

Karl Marx, weergegeven door de schrijver Sándor Márai in zijn boek Land, land!..., zou gezegd hebben “dat Rusland door met de sabel te kletteren en zijn eisen zo hoog mogelijk op te schroeven, speculeert op de lafheid en angst van de westerse mogendheden, om zich later grootmoedig te kunnen tonen door genoegen te nemen met het bereiken van dichterbij gelegen doelen.” 

Márai beschrijft hoe in 1944 het Rode Leger zijn dorp in de buurt van Boeda innam: “De kracht die ze toonden was woest, fascinerend, angstaanjagend.” Het fanatisme en de meedogenloosheid vielen hem op, ook jegens henzelf. “Ik was een bourgeois omdat ik ‘iets in mijn ziel had bewaard’. (...) Het Sovjetsysteem wilde mij... dat afnemen’’wat ik in mijn ziel bewaarde.’” Ze maakte een “geïntimideerde, geestelijk verarmde” indruk op hem als hij mensen ontmoet, “die zich kapot moesten werken en tot beesten werden gemaakt”.

Neemt die barbaar ook iets uit het Oosten mee voor het Westen?, vroeg hij zich af. “Bij de Russen ervaart hij een ‘persoonlijkheidsbewustzijn’ dat niet overeenkomt met dat van de westerse mens. Toen hij dit lossere, vrijere volume van de persoonlijkheid zag, meende hij een beetje te begrijpen ‘waarom een groot “collectief” experiment dat het individu zijn altijd kritische bewustzijn wil ontnemen en het naar het bewustzijnsvolume van de “gemeenschap”, de “maatschappelijke persoonlijkheid” wil overhevelen, alleen in het Oosten gerealiseerd kon worden’.” 

Toch wisten diezelfde Russen met zijn tomeloze verzet tegen de naziterreur de Europese beschaving van de ondergang te redden. “De onverwoestbare inzet aan de oostflank van het front (Stalingrad!) legde de basis voor een succesvolle opmars vanaf de westflank (Normandië!). En over zijn heldenmoed en opofferingsgezindheid hoeft geen misverstand te bestaan.” Ondanks de zogenaamde ‘internationale solidariteit’  ervoer Márai een niet weg te werken verschil tussen de westerse en oosterse, Russische mens.

 

 

Wat zeggen Russische schrijvers hierover?

De Oekraïner Nikolaj Gogol wilde na zijn roman Dode zielen, (1842) iets schrijven over de goedheid van de Russische mens. Hij kwam niet verder dan een romantisch archaïsch beeld van een plattelandsbewoner met een afkeer van modernisme en industrialisatie. Dat Russen niet altijd schurken zijn, maar mensen met een ziel, liefde en medemenselijkheid beschrijft Platonov in zijn verhalen. Zoals in het verhaal De verborgen mens. ‘Op een dag, toen de zon aan het schijnen was, wandelde Poechov in de omgeving van de stad en bedacht hoeveel kwalijke stupiditeit er wel niet in de mensen stak, en hoeveel onachtzaamheid er was voor zo’n unieke bezigheid als het leven... Poechov zette al lopend zijn zolen stevig neer. Maar door het leer heen voelde hij toch met heel zijn blote voet de aarde, waarmee hij zich bij iedere stap lijfelijk verenigde. Dit gratis genoegen, bekend aan alle zwervers, ervoer ook Poechov niet voor het eerst. Daarom verschafte voortbeweging over de aarde hem altijd een lichamelijk genot... en Poechovs bloed ruiste van zoveel geluk. Deze echtelijke liefde van de ongeschonden, onbedorven aarde wekte in Poechov het gevoel heer en meester te zijn. Hij bezag alle toebehoren van de natuur met huishoudelijke tederheid en meende dat alles op zijn plaats stond en naar zijn aard leefde.” (p47) Maar dit is niet de Rus die de geschiedenis domineert, zo besluit het artikel.

 

  

https://rusland-colleges.nl/de-colleges/de-russische-ziel/14-wat-is-de-russische-ziel-eigenlijk De Russische ziel is een thema dat bij meer schrijvers voorkomt

 

Commentaar

Toch zijn dit soort beschrijvingen ook te vinden bij andere grote Russische schrijvers, want schrijven konden deze schrijvers! Terugkijkend op dit artikel, worden er eerst twee negatieve stereotypen vermeld, gebaseerd op oorlogservaringen van een Poolse en Hongaarse schrijver, geen vrienden van de Russen die hun land hebben bezet en onderdrukt. Op basis daarvan is het moeilijk om te generaliseren over de ‘Russische ziel”, die vervolgens wordt benaderd door twee Russische schrijvers. Gogol blijft op het vlakte en Platonov beschrijft een zwerver, die een sluier oplicht en een ziel laat zien die contrasteert met de eerdere stereotypen. Wil de ‘ware Rus’ opstaan? Of wonen er twee of zelfs meer zielen in zijn borst? Een voorlopig antwoord is te vinden bij de grote romanschrijvers. Tolstoi voert in Oorlog en Vrede en andere boeken diverse hoofdfiguren op die allen iets laten zien van ‘de Russische ziel’. Dat geldt ook voor Dostojevski, bijv. in De gebroeders Karamazov, waarin de tegenstrijdigheden en conflicten breed worden uitgemeten in uitersten.

De Russische ziel in de cultuur en mentaliteit klinkt vooral door in de Russische literatuur en muziek, die een veel groter bereik heeft dan de Russische filosofie van filosofen die in het Westen weinig bekend zijn in tegenstelling tot de Russische literatuur en in mindere mate de muziek. Daar had ook iets over geschreven kunnen worden, met name over de grote filosofische schrijvers die algemene bekendheid genieten, terwijl hun filosofische diepgang misschien niet altijd tot ons doordringt.