Het gelukkige bewustzijn

Civis Mundi Digitaal #144

door Erik Jansen

Bespreking van Marian Donner, De grote weigering, serie Nieuw Licht. Prometheus, 2022. Over Herbert Marcuse, De een-dimensionale mens.

 

In de door Frank Meester en Coen Simon geredigeerde serie Nieuw Licht wordt onderzocht of klassieke filosofische teksten nog relevant zijn voor de tijd van vandaag. Aan Marian Donner, schrijfster en columnist van De Groene Amsterdammer, de eer om aan de hand van De een-dimensionale mens van Herbert Marcuse te reflecteren op het hedendaagse consumentisme en hoe we een alternatief kunnen vinden voor een leefwereld waarin we ons door de groeiende ongelijkheid en het klimaatprobleem in toenemende mate ongemakkelijk beginnen te voelen.

De centrale these van Marcuse’s boek is dat de technologische rationaliteit alle maatschappelijke domeinen aan het doordringen is en daarmee nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen systematisch verhindert en onze vrijheid om een zinvol leven te leiden beperkt. Hoe kan het dat de moderne mens zich schikt naar een systeem waarvan hij weet dat het mens, dier en aarde uitput? Is de vrijheid waar Marcuse naar verlangde nog te vinden? Is er een andere wereld denkbaar dan die waarin wij leven?

 

Zelfdestructie
Marian Donner begint haar essay met de paradox van de astronoom Carl Sagan: als er al intelligentie ergens in het heelal is ontstaan, dan zullen we dat niet merken, want elke beschaving die het lukt om door te ruimte te reizen zal zich vroeger of later dankzij diezelfde techniek hebben vernietigd. Wij naderen angstvallig het punt dat Sagan beschreef: wij zíjn die wezens met voldoende intelligentie voor zelfdestructie. Het klimaat warmt op, elke dag sterven er 150 planten en diersoorten uit, en er wachten ons extreme hitte, orkanen, hongersnoden en massale vluchtelingenstromen.

Zoals Marcuse al verkondigde: het systeem dat de mensheid gebouwd heeft om haar natuurlijke omgeving te ontstijgen – en alle bedreigingen en onzekerheden wat betreft honger, ziekte en armoede succesvol te keren – is het systeem dat haar ook zal vernietigen. Meer groei en meer efficiëncy, dat is wat we voortuitgang noemen. Het is een technologische rationaliteit waar wetenschap, politiek, media en het bedrijfsleven zich allemaal in schikken. Niemand neemt verantwoordelijkheid voor de aarde. Politici maken afspraken over de toegestane CO2 uitstoot, en de temperatuur die niet meer dan 1,5 graden mag stijgen, maar het zijn allemaal cijferexcercities die de kern van het probleem verhullen: de meedogenloze groei van de menselijke productie en consumptie. Niet wij controleren het systeem, het systeem beheerst ons.

Wat Marcuse in De eendimensionale mens wilde aantonen is dat het systeem een gedrag bevordert (en zelfs vereist) dat de krankzinnigheid ervan aanvaardt. Wij zouden het systeem kunnen veranderen, maar de mens wil steeds meer, en daar is meer ruimte voor nodig en meer energie en meer materialen, ten koste van de natuur. Nu al omvat de veestapel 96% van het dierlijke leven op aarde. Er worden per week één miljard kippen geslacht...

 

Het Gelukkige Bewustzijn
Mensen zijn gaan geloven dat het goed is zo. Het ‘Gelukkige Bewustzijn’, noemt Marcuse dit. Hij omschrijft het als ‘het geloof dat het werkelijke redelijk is en dat de vraag het aanbod bepaalt en dat het systeem al het benodigde verschaft. In werkelijkheid is het natuurlijk precies andersom. Niet de vraag, maar het aanbod regeert de markt. Om de almaar groeiende productie af te kunnen zetten, moet er voortdurend een vraag naar iets nieuws gecreëerd worden, en moet het oude, in een eindeloze cyclus steeds weer worden vernietigd. De consument moet altijd verlangen naar meer, meer, meer. Groei is vooruitgang.

‘In deze samenleving,’ schrijft Marcuse, ‘vereist het netwerk van sociale controle een overweldigende behoefte aan afstompende arbeid terwijl daar feitelijk geen noodzaak meer voor bestaat. Wat we tegenwoordig als vrijheid beschouwen is vooral de vrijheid om te werken en te consumeren. Waar we zoet mee worden gehouden is een almaar groeiend gemak. Het systeem teert op onze verlangens, zodat er nog meer geproduceerd en geconsumeerd kan worden’. Jeff Bezos en Elon Musk zijn er meesters in om onze verlangens te vervullen, nog voor we het zelf weten.

Marian Donner: ‘Ondertussen hebben de technologische ontwikkelingen vooral het gemak van eenzaamheid vergroot: tegenwoordig kun je een hele dag druk bezig zijn met (thuis)werken, shoppen en ontspannen, zonder ook maar een mens te zien. (...) Het systeem heeft ons opgesloten in ons eigen hart, in een lege kamer. (...). De wereld is eendimensionaal geworden.’

Wat voor ons het heden is, was voor Marcuse de toekomst. Hij kon alle technologische vernieuwingen onmogelijk voorzien (internet! smartphones!), en toch, ondanks alle vooruitgang worden we nog steeds geregeerd door hetzelfde technologische productieapparaat en overheerst nog steeds dezelfde logica, en daarmee ook dezelfde manier van denken.

 

Alternatieven
Niet alleen hangen wij slaafs aan de grote productie- en consumptiemachine, het systeem is ook bijzonder vaardig in het “inkapselen” van alternatieven. De hippie-cultuur wordt gekopieerd door de Coca-Cola reclame, ‘zingeving’ wordt omgezet in yogalessen, een uitstapje in de natuur wordt een vliegreis naar verre oorden, en het internet, dat een oneindige bron van toegankelijke informatie en cultuur had kunnen zijn, wordt door BigTech gekaapt voor “sociale” media die de burger inkapselen in hun eigen “bubble” en vooral haat en ongenoegen verspreiden, want daar kicken/clicken mensen op.

Volgens Marcuse is het niet ons gemak en materiële welzijn maar ‘de ruimte om af te wijken, om anders te denken, anders te handelen, anders te zijn, die de vrijheid van een samenleving bepaalt’. Alleen de “buitenstaanders”, die niet profiteren van de huidige consumptiemaatschappij zoals immigranten, gehandicapten, werkelozen, kunnen een kritisch bewustzijn ontwikkelen ten opzichte van onze maatschappij, al is het de vraag of ze niet veel liever gewoon meedoen.

Marcuse roept op tot “de grote weigering”: doe niet mee aan deze consumptiemaatschappij. Marian Donner interpreteert dit als een oproep tot “f*ck” het systeem, door bijvoorbeeld op je werk te gamen, of net te doen of je druk bent, maar ondertussen de tijd passief uit te zitten of een dutje te doen, wel salaris opstrijken maar ondertussen een dikke vinger opsteken naar de burgermaatschappij door te drinken en te feesten, conform haar eigen Zelfvernietigingsboek.

Ze vraagt zich wel af hoe Marcuse tegen de hedendaagse ‘complotdenkers’ aan zou kijken. Zijn dat niet bij uitstek opponenten die de rationaliteit van het systeem aanvallen? Aan de andere kant, denkt ze, worden die complotdenkers even zo makkelijk ingekapseld door de populistische politici die door hen aan de macht geholpen worden.

Marcuse wilde dat de rede zou worden ingezet voor een andere maatschappij, een radicale vermindering van productie en consumptie. In plaats van te streven naar almaar meer, moeten we de vraag stellen wat maakt een góed leven. Jammer dat Marian Donner hier niet nader op ingaat. Je hoeft namelijk geen auto aan te schaffen, geen series en muziek te streamen, geen kant-en-klaarmaaltijden te kopen, de sportschool te frequenteren, kortom je kunt al het gemak inruilen voor zelfwerkzaamheid, door zelf een muziekinstrument te leren spelen, door zelf te koken, je eigen groenten te kweken, door de fiets of trein te nemen, door de natuur in te gaan. Tachtig procent van wat de supermarkt biedt kun je laten staan en je beperken tot wat ‘comestibles’, zoals thee en koffie.

 

De irrationaliteit van de wetenschap en het gelukstoeval in het leven
In plaats daarvan wordt ze getriggerd door een zijdelingse opmerking over het “irrationele” karakter van de moderne fysica die met quantummechanische stochastische (on)zekerheden werkt. Terwijl de geesteswetenschappen volgens Marcuse steeds meer een positivistisch kleedje aantrekken (empirisch onderzoek met enquetes en interviews), neigen de natuurwetenschappen naar een wereld waarin stochastische ‘quantum’ factoren als ‘relaties’, ‘posities’, een hoofdrol spelen. Dat leidde al tot de nodige speculatie over de “tao of physics” oftewel analogieën met oosterse  wijsheden. De quantummechanische onzekerheidsrelaties kun je volgens Paul Verhaeghe (Onbehagen) ook vertalen naar het belang van persoonlijke relaties in de echte wereld.

Marian Donner onderschrijft dit en neemt ook nog een ander aspect op de korrel: het stochastisch karakter van de werkelijkheid. Dat je überhaupt bestaat is wel een extreem grote onwaarschijnlijkheid. Denk aan alle toevalsfactoren van hoe het heelal is ontstaan, hoe het leven is ontstaan, hoe al jouw voorvaders vanaf de eerste mensapen wel of niet een vrouw hebben gevonden, en de kans dat je werkelijk bent geboren is zo verwaarloosbaar klein dat het winnen van de staatsloterij daarbij een “zekerheidje” is. Dit thema wordt ook leuk uitgewerkt in de nieuwe Woody Allen film, Coup de Chance.

Je kunt je kansen ook projecteren op de toekomst. Als je de vorige paragraaf nog een keer opnieuw leest dan ben je een paar minuten later klaar met het lezen van dit hele artikel en schuift alles in je leven een paar minuten op. Dan zie je misschien net op tijd die auto die onverwachts van rechts komt, of je mist het winnende lot uit de loterij die net voor jou door een ander is gekocht. Het is leuk om hierover te filosoferen maar helaas heeft het weinig met het thema van De eendimensionale mens te maken, anders dan dat het technische productieapparaat alle kansen op ongeluk, ziektes en armoede uit de wereld heeft geholpen.

 

Tot besluit
Marian Donner heeft een geestig en scherp essay geschreven dat in simpele woorden de essentie van De eendimensionale mens treffend verwoordt. Ze pakt precies die elementen die ook in de populiare omgang zijn gaan circuleren en permanent een plekje hebben veroverd in onze harten en geesten. Ze heeft haar betoog gelardeerd met geestige terzijdes en met passende film- en boek- fragmenten, waarbij ook Jeff Bezos en Elon Musk op gepaste wijze de maat wordt genomen.

In De eendimensionale mens gaat Marcuse zelf meer in op het falen van de marxistische voorspelling, als zou op basis van economische tendenzen (afnemende winstvoet) het socialisme op den duur vanzelf zegevieren. Hij zoekt naar een alternatief in de vorm van culturele en psychologische factoren die kunnen bijdragen aan een ‘kritisch’ bewustzijn. Hij had de hoop dat de sixty-beweging “make love, no war”, de libidineuze krachten zou losmaken voor een meer zinvol leven. Zie ook de bespreking van het boek elders in dit nummer.

Wie de huidige tijd bekijkt komt wellicht tot de conclusie dat Marcuse toch wat te verwachtingsvol is geweest, als zou de mens een zinvol bestaan verkiezen boven een geestloos consumptiebestaan. Misschien is het toch andersom. Misschien ervaart de moderne mens het leven aan het infuus wel als de meest gewenste vorm van leven en laat men zich liever rijden dan zelf in beweging te komen. Van een ‘grote weigering’ is vooralsnog geen sprake. De generatie Z, de “gemaksgeneratie”, neemt geen broodtrommeltje mee, maar verkiest een lunch in het bedrijfsrestaurant.

Marian Donner herhaalt op de laatste pagina (voor de show) nog de vertwijfelde oproep van Marcuse tot de ‘Grote Weigering’: ‘We moeten de kant kiezen van de verliezers, niet die van marionetten als Bezos en Musk, maar van iedereen die buiten het systeem valt, die er de dupe van is, van dit moordend technologisch productieapparaat.’