Civis Mundi Digitaal #144
De mensheid heeft in de loop van haar geschiedenis bepaald niet alleen door middel van intensivering van de productie getracht de voortdurende bedreigingen van de levensstandaard op te lossen. Naast en tijdens dat proces van intensivering van de productie zijn oorlogvoering en kindermoord door de eeuwen heen eveneens gebruikelijke reacties op de bedreiging van de levensstandaard geweest.
En af en toe hielpen ook grote epidemieën een handje mee zoals de pestepidemieën, de zwarte dood, in de late middeleeuwen en vlak daarna, waardoor de bevolking met tientallen procenten werd gedecimeerd zodat er door de overlevenden minder gedeeld hoefde te worden. Heel vroeger in de jacht- en verzameleconomieën droeg oorlogvoering bij tot het behoud van zo gunstig mogelijke ecologische en demografische verhoudingen. Niet dat oorlogvoering door het doden van tegenstanders een grote invloed had op de bevolkingsaanwas, maar de overvallen op en de verwoesting van elkaars nederzettingen vergrootten in het algemeen de afstand tussen de nederzettingen, waardoor de bevolkingsdichtheid in die gebieden lager werd. Dat was noodzakelijk voor het in stand houden van het jachtwild en de mogelijkheid om voldoende voedsel te verzamelen.
Wanneer de intensivering van de productie later leidt tot nieuwe technologieën en de mensen dwingt tot landbouw en industriële productie, ontstaat in de menselijke geschiedenis de politieke organisatie die wij de “staat” noemen. Deze organisatie had de mogelijkheid om ter wille van een verdere investering van de productielanden te veroveren, om volkeren te onderwerpen ter wille van goedkope arbeid en grondstoffen en om andere economische voordelen te behalen ten koste van anderen.
Voor zover deze landen en volkeren niet ingelijfd werden zoals vroeger Aquitanië en later Algerije door de staat Frankrijk, noemden we die gebieden koloniën, of zoals nu: behorend tot onze invloedssfeer. Militaire macht kreeg zo ook een functie bij het ver buiten de landsgrenzen verzekeren van ideologische en economische veiligheid.
Deze samensmelting van militaire macht, ideologie en economische belangen belemmert thans meer dan ooit verdere ontwapening, de vreedzame ontwikkeling van onze wereld en nog in veel grotere mate die van de Derde Wereld. Daarnaast brengt deze verwevenheid van militaire, ideologische en economische belangen steeds grotere onaanvaardbare risico’s met zich mee.
De oorlogvoering heeft door de eeuwen heen geleid tot een verheerlijking van het mannelijk geslacht, omdat oorlogvoering zeker in vroegere tijden nu eenmaal krachtige mannen vereiste. Dat heeft de suprematie van de man op elk terrein van de samenleving en een devaluatie van het vrouw-zijn tot gevolg gehad. Juist die noodzaak om ter wille van de oorlogvoering te moeten beschikken over krachtige mannen, maakte de kindermoord sekse-gericht. Vooral baby’s van het vrouwelijk geslacht werden omgebracht.
Sekse-gerichte kindermoord was ook noodzakelijk omdat onze voorouders bij gebrek aan dierlijk, eiwitrijk en koolhydraat arm voedsel er vaak niet in slaagden de zoogperiode te verlengen en daarmee de vruchtbaarheid van vrouwen te verminderen. Het grootbrengen van minder vrouwen, dus het doden van baby’s van het vrouwelijk geslacht, was onontkoombaar als de bestaansmiddelen door bevolkingsgroei werden bedreigd.
Cultureel werd dit geaccepteerd door de superioriteit van de man en de inferioriteit van de vrouw als religieuze dogma’s in de oude godsdiensten vast te leggen. Tijdens de Franse revolutie toen vrouwen probeerden de leuze “Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap” uit te breiden met “zusterschap”, verloren deze voorvechtsters van de Rechten van de Mens al gauw hun hoofden onder de guillotine. Net zoals nu nog in oorlogen op grote schaal vrouwen gemarteld en vaak systematisch verkracht worden, waren ook in vroegere tijden de vrouwen de begeerde prijs voor krijgers en revolutionairen. Nog maar een paar jaar geleden is vrouwenverkrachting in tijden van oorlog formeel als oorlogsmisdaad aangemerkt!
Alleen wanneer nieuwe technologieën de bestaansmiddelen verruimden, kon de bevolking groeien en verminderde de sekse-gerichte kindermoord. Maar op zeker moment bedreigde de bevolkingsgroei opnieuw de bestaansmiddelen en begon weer het discriminerende doden. Oorlog en vrouwendiscriminatie zijn de droeve maar noodzakelijke prijs geweest die onze verre voorouders moesten betalen om een in hun ogen aanvaardbare levensstandaard te behouden of te verwerven.
Oorlog en vrouwendiscriminatie kunnen alleen dan uitgebannen worden als de functies ervan op het gebied van productie, bevolkingsgroei en ecologisch evenwicht door andere mechanismen worden overgenomen. Voor het eerst in de menselijke geschiedenis liggen die binnen ons bereik. Wij hebben een technologie ontwikkeld op het gebied van geboorte beperkende middelen en maatregelen. Onze kennis op het gebied van duurzame energie en van energiebesparing is geweldig toegenomen. Daarbij dringt het langzaam tot steeds meer mensen door dat ons op oneindige groei en winst gebaseerde productiesysteem met het daarbij behorend kunstmatig scheppen van behoeften op onze begrensde aarde niet langer houdbaar is. Wanneer we van deze nieuwe inzichten en mogelijkheden geen gebruik maken, dan ligt dat niet aan onze menselijke aard, maar aan onze wil en aan onze intelligentie.
Een aardig voorbeeld van hoe mensen vroeger probeerden hun overlevingskansen te vergroten en hun levensstandaard te behouden, is ook het onrein verklaren van varkens in het Midden-Oosten. In de warme en beslist niet waterrijke landen van het Midden-Oosten betekende het houden van varkens een bedreiging van het gehele agrarische productiesysteem. Het natuurlijk leefgebied van het varken bestaat uit bossen, rivieroevers en moerasranden. Daar eet het knollen en wortels, vruchten en noten die op de grond vallen. Toen het varken tot huisdier werd gemaakt, waren de hooglanden van het Midden-Oosten bedekt met uitgestrekte bossen. Maar vanaf zo’n 7000 jaar voor Christus vond daar een bevolkingsexplosie plaats en veranderden door de spreiding en intensivering van gemengde landbouw- en veeteelt-economieën miljoenen hectaren bos in grasland. En tegelijkertijd veranderden miljoenen hectaren grasland door onder meer overbeweiding in woestijngebied.
De oude Israëlieten kwamen omstreeks 1200 jaar voor Christus in Palestina aan en vestigden zich in een bergachtig gebied dat niet eerder was ontgonnen. De bossen op de heuvels van Judea en Samaria werden omgevormd tot geïrrigeerde terrassen zodat de gebieden waar varkens hun natuurlijk voedsel konden vinden, in toenemende mate verdwenen. Varkens moesten steeds meer bijgevoerd worden met granen.
Omdat er veel meer graan aan de varkens gevoerd moest worden dan dat ze aan vlees opleverden (voor één kilo varkensvlees is zes kilo graan nodig) werden zij voor hun voeding de concurrent van de mens. Herders en gevestigde boeren die in streken leefden waar ontbossing aan de gang was, zouden zich nog kunnen laten verlokken om varkens te houden ter wille van baten op de korte termijn, maar het fokken van varkens op grote schaal was uitermate ongewenst geworden.
Het in Leviticus onrein verklaren van het varken had dan ook de verdienste dat het absoluut was en daardoor hielp de verleiding te weerstaan om varkens te fokken of dat nu op kleine of grote schaal gebeurde. De kracht van elk gebod – een religieus verbod met bovennatuurlijke sanctie - ligt juist in dat absolute karakter. Het taboe op varkens wordt overal in de oude wereld waar nomadische herdersvolken woonden, teruggevonden. Maar waar de ecologische omstandigheden anders waren: in Europa, China, Zuidoost Azië, is het varken nog steeds een veel gebruikte bron van dierlijke eiwitten en vetten.
Ook de heiligverklaring van de koe in India heeft een ecologische verklaring. Wanneer de dijken van de grote rivieren in India tijdens hevige regenval doorbraken omdat de bovenlopen sterk ontbost waren en het water niet vasthielden, de voedseloogsten daardoor mislukten en er overal vreselijke hongersnoden ontstonden, aten de mensen om te overleven alles wat hen voor de mond kwam. Maar de priesters hadden de koe heilig verklaard, die moest zelfs bij de meest verschrikkelijke hongersnood gespaard blijven, omdat de koe en nazaten als de os voor de ploeg gespannen moesten worden om de overstroomde grond weer vruchtbaar en gereed te maken voor een volgende oogst. wanneer het water zich weer in de bedding van de rivier teruggetrokken had.
In de menselijke geschiedenis zien we steeds weer dat de verschillende menselijke culturen beïnvloed worden door de daar heersende ecologische omstandigheden.