Civis Mundi Digitaal #146
Bespreking van Vladimir Megre, Liefdesriten: Een nieuwe beschaving Deel ll. Schildpad Boeken, 2009.
Vladimir Megre raakt in discussie met de grootvader van Anastasia. Zijn plan is om een politieke partij op te richten teneinde het menselijk welzijn te bevorderen door middel van de familiedomeinen. Maar volgens de grootvader “kan uitsluitend liefde het welzijn van de mensen verheffen... Het streefdoel of de missie van de Familiepartij moet zijn het scheppen van voorwaarden voor het terugbrengen van Liefde naar de gezinnen. Het is van groot belang dat de riten en de feestdagen waarmee iemand zijn wederhelft kan vinden weer worden ingevoerd.” Volgens Megre “krijgen we met zulke doelstellingen geen partij maar een relatiebemiddelingsbureau... De liefde in gezinnen is een persoonlijke aangelegenheid... geen publieke aangelegenheid." (p12,13)
Volgens de grootvader zullen inflatie, criminaliteit en andere problemen verminderen of niet ontstaan als er liefde in de gezinnen is. Zonder deze essentie zal “de mens niet gelukkig zijn [...en] de samenleving geen uitweg vinden uit de aaneenschakeling van sociale rampen”. (p16)
Het moderne leven geeft volgens Anastasia’s grootvader ernstig te denken
Het moderne leven
Het moderne levensprogramma is volgens de grootvader in veel opzichten tegennatuurlijk, niet in overeenstemming met de wetten die de Schepper in de natuur heeft gelegd. Veel geld hebben is voor velen het belangrijkste. Kinderen worden vaak geboren in een kraamkliniek en al jong uitbesteed aan crèches en scholen, waar ze een bepaald levensprogramma krijgen voorgeschoteld. Veel echtparen scheiden. “Liefde vertrekt als ze geen begrip ontmoet.” (p22) Mensen leven niet volgens het goddelijke programma en de riten die wijze mensen hebben bedoeld om liefde in gezinnen te bewaren. De familiedomeinen zijn daarvoor bestemd.
“’Mijn wederhelft’ is een begrip in onze taal.” Hoe vinden we deze? “Er zijn aloude riten die helpen bij deze meest cruciale zoektocht in het leven... die helpen te bepalen of de uiteindelijke keuze de juiste is.” (p23) Het moderne leven biedt hiervoor weinig gelegenheid. In steden kent men de buren vaak niet. Met make-up en kleding creëert men vaak een vals beeld. “Nadat ze getrouwd zijn, wordt hij [zij] geconfronteerd met de echte persoon... De moderne mode verandert, vooral bij vrouwen... als in een caleidoscoop.” (p26,27)
In het concrete leven ben ik nergens een gestroomlijnde methode tegengekomen van activiteiten die mensen behulpzaam zijn bij het vinden van hun zielsverwant of levenspartner... We weten niet hoe we moeten zoeken... Ik krijg steeds meer de indruk dat... de hele manier van leven erop is ingericht dat deze wederhelften elkaar nooit zullen vinden. Mogelijk heeft iemand hier zelfs baat bij. Een mens die ontevreden is... die geen doel heeft... daar is geld aan te verdienen. Hij komt ook de machthebbers... goed van pas.” (p28)
Bij veel volken is het vinden van een partner een familieaangelegenheid. Bijv. in het Russische Perm “kwam het zelden voor dat een jonge inwoner van Perm zelf de gunsten van zijn bruid won. De vader... zocht een bruid uit, met een bruidschat van enige omvang.” Er zijn rituelen “als teken van de heerschappij... van de man over zijn (tot slaaf gemaakte) vrouw,” zoals het uittrekken vdan de laarzen door de vrouw.
Breed verbreid is ook het ritueel van het met bloed bevlekte laken te tonen na de eerste huwelijksnacht, om de maagdelijkheid van de vrouw opzichtig te tonen aan de familie. die zich overvloedig aan drank gelaafd had.
Psychische aspecten bij de conceptie
Megre gaat in op het psychologische aspect van de verwekking van een mens, die niet alleen een fysieke aangelegenheid is. Een bewijs of sterke aanwijzing hiervoor is het veschijnsel telegonie, waarbij kenmerken van de eerste partner overgaan op het nageslacht van de volgende partner. Het is ontdekt bij dieren en komt ook bij mensen voor. “De eerste man in het leven van een maagd laat een afdruk achter... Een psychisch en fysiologisch portret van de kinderen die zij zal baren... Er zijn legio concrete voorbeelden die erop duiden dat bij de verwekking van een kind een bepaalde energie betrokken is... Onze nabije voorouders vermoedden waarschijnlijk iets dergelijks. Zij probeerden er streng op toe te zien dat een meisje ten tijde van haar huwelijk maagd was.” (p37)
De Amerikaanse spirituele genezeres Barbara Ann Brennan schrijft dat de geslachtsdaad sporen of een soort afdruk in het energieveld (de aura) achterlaat, zie haar veelgelezen boek Hands of Light: A Guide to Healing Through the Human Energy Field gevolgd door Light Emerging: The Journey of Personal Healing. Ook theosofische schrijvers als Geoffrey (Gottfried) de Purucker hebben over energetische aspecten van seksualiteit en de conceptie geschreven.
Tegenwoordig ligt vooral de nadruk op seks als fysieke aangelegenheid. Bijv. bij seksuele voorlichting hoe je een condoom moet gebruiken... De media bieden tegenwoordig, helaas, alleen maar propagande voor seks.” (p38) Zuiverheid en maagdelijkheid staat niet meer hoog in aanzien. In oude culturen daarentegen waren er vaak reinigingsriten voorafgaand aan de conceptie.
Voodat Megre daarop ingaat, gaat hij eerst terug in de geschiedenis. “Voor het in ere herstellen van doeltreffende, verloren gegane tradities en riten die de liefde in gezinnen kunnen bewaren, moeten we meer informatie verzamelen over het leven van onze vroege voorouders... naar een tijd van een op de familiegemeenschap gebaseerde orde... Alleen echte liefde is in staat een hechte familie te vormen.” (p63)
Archeologische vondsten
Megre gaat met de grootvader van Anastasia op excursie door de geschiedenis van Rusland naar spaarzame archeologische vindplaatsen om de relatie met hem te herstellen na hun meningsverschillen over de Familiepartij. Dat had zij aan hem gevraagd. De grootvader licht daarbij het een en ander toe. Over het voorchristelijke Rusland is weinig bekend. Volgens Anastasia was er een Vedisch-Russische beschaving, die verwant was met de Indiase Vedische beschaving en andere Indo-Europese culturen.
In de zuidelijke Oeral ten noorden van Kazachstan is een nederzetting Arkaïm ontdekt van zo’n veertig eeuwen geleden van de Indo-Europese beschaving van voor de Arische volksverhuizing naar India rond 1700 v C. Volgens Megre was er o.m. een astronomisch observatorium en een soort Academie waar wijzen bijeenkwamen, gebouwd in de cirkelvorm van een mandala. Er zijn voorwerpen gevonden met het Arische swastica symbool van de zon, dat bij vele volkeren voorkomt. “De vroege Ariërs beschikten over riolering.” (p48) Hij wijst op de gelijkenis met het Stonehenge monument in Engeland, dat dezelfde cirkelvormige afmetingen heeft en eveneens een observatorium zou zijn geweest.
Veel ouder is de vindplaats Soengir bij de stad Vladimir van zo’n 25.000 jaar geleden, een van de vroegste vondsten van de moderne mens in Europa. Er waren toen nog mammoets. De Soegeriërs zouden erop hebben gejaagd, maar volgens de grootvader klopt dat niet. Ze zouden onmogelijk zes ton vlees kunnen consumeren en bewaren. Rottend vlees zou een epidemie kunnen veroorzaken. Ze hielden de mammoet als huisdier, zoals in India de olifant. Mammoets stierven op mammoetbegraafplaatsen, zoals de olifanten in Afrikam en India hun begraafplaatsen hebben. Volgens grootvader aten de mensen toen geen vlees. De speren in de graven waren stomp en waren volgens hem bedoeld om dieren af te richten en te sturen, zoals in India de olifanten. De plaats wordt vaak bezocht door Japanse toeristen, die verwantschap voelen en mogelijk een gemeenschappelijke cultuur hebben.
In een graf van twee kinderen waren de lichamen bedekt met 10.000 kralen van mammoetivoor. “Ze vertellen, Vladimir, dat de ouders heel veel van hun kinderen hielden... Alleen liefhebbende ouders zullen zoveel tijd besteden aan het maken van een dusdanig bewerkt versiering van de kleding van hun kinderen.” (p60)
https://www.reddit.com/r/forsen/comments/1346met/batu_khan_was_a_mongol_ruler_and_founder_of_the/?rdt=46476 Batu Khan kleinzoon van Dzjengis Khan
Christelijke overheersing
De overheersing van Rusland door christelijke vorsten werd gevolgd door driehonderd jaar Tartaars-Mongoolse overheersing sinds de veroveringen van Dzjengis Khan (1162-1227). “Deze periode ving vrijwel direct na de kerstening aan... toen de tradities van onze voorouders nog niet helemaal waren uitgewist.” Dzjengis omringde zich met wijzen en beschikte over veel informatie van diverse volkeren. Dankzij deze informatie waren “zijn zoons en achterkleinzoons in staat de zogenoemde adel van diverse landen onder de duim te houden.” (p65)
Megre illustreert dit met de verovering van de stad Soezdal nabij de belegerde ommuurde stad Vladimir door Batu Khan, een kleinzoon van Dzjengis in 1238. Bronnen vermelden dat hij monniken en nonnen afslachtte, kloosters en de residentie van de vorst platbrandde, maar niet de hele bevolking gevangen nam en hij liet ook de hele stad niet platbranden. Hij zou voor deze expeditie slechts een kleine brigade nodig gehad hebben, omdat het volk hem steunde dat “de vorsten die er heersten beschouwde als verraders en de geestelijkheid als onderdrukkers en als een vreemde bezettingsmacht. Daarom laaide er meermalen een volksoproer op tegen hun ondraaglijke tirannie.” (p69)
Een van de vele kloosters in Soezdal https://nl.wikipedia.org/wiki/Soezdal
“De Soezdalse kloosters en geestelijken waren grootgrondbezitters,” vermelden bronnen. Ze hadden lijfeigenen, die werden uitgebuit en voor allerlei diensten moesten betalen. Een document vermeldt tientallen bedienden en lijfwachten van de metropoliet (bisschop). Een van de bronnen droeg als titel: ‘Kloosters als geestelijke feodale heren’. (p69,71,75)
De Mongolen regeerden via de vorsten en de geestelijkheid. Deze laatsten waren oorspronkelijk afkomstig uit het buitenland en zijn door Vladimir de Grote het land ingehaald om Rusland te bekeren en zijn macht te bestendigen. “Ze reisden samen met een strijdmacht van de vorst van de ene naar de andere Russisch stad om de duizenden jaren ouden grondvesten van de samenleving te vernietigen, een ideologie te verbreiden die voor hem profijtelijk was, en buitenlanders te benoemen aan het hoofd van de steden... Het meest droevige was dat dit alles gebeurde in naam van God... Zij fluisterden de mensen in: je bent een dienaar, een slaaf van God, waarmee ze bedoelden: je bent mijn slaaf. En zo begonnen de mensen langzaam te vergeten dat God geen dienaren heeft... want de mens is de zoon van God.” (p75)
Doop van het Russische volk op bevel van Vladimir https://nl.wikipedia.org/wiki/Vladimir_van_Kiev
“Op kerkelijk grondbezit begon men dwangarbeid van economisch afhankelijke mensen in te voeren. Sommige geestelijken en kloosters hielden zich bezig met geld schieten tegen woekerrentes en plukten zo de mensen kaal,” vermeldt een educatieve bron. De Kerk zette zich af tegen het heidendom en het latijnse, rooms-katholieke christendom om Rusland te isoleren van de West-Europese cultuur. De gevolgen daarvan werken tot op heden door.
Pas Peter de Grote en Catharina de Tweede slaagden erin kerkelijke eigendommen te seculariseren, zonder dat het volk in de bres sprong.
“Met de verovering van het Russische land door de invasiemacht uit Constantinopel, met het tot slaaf maken van de Russische boeren, het verbieden van de riten die de liefde helpen vestigen, werd ook de formering van hechte liefhebbende families verstoord... Het kwam feitelijk neer op... invoering van het lijfeigenschap. Liefde tussen lijfeigenen is in de regel een ongelukkige liefde. Voor de instandhouding van een opbloeiende liefde tussen jongen mensen is een eigen ruimte nodig.” (p77)
In de voorchristelijke tijd was het land georganiseerd in familiebuurtschappen, die moeilijk te veroveren waren, omdat ze met vee en al het ondoordringbare bos introkken, waardoor het leger niet verder kon trekken dan de eigen voorraden toelieten. Als ze het bos ingingen liepen ze het gevaar op een hinderlaag te stuiten. (Zoals een Romeins leger overkwam bij de beroemde Varusslag in het Teutoburgerwoud, 9 na C.)
Soezdal was een centrum van de geestelijkheid en telde acht kloosters, die veel landerijen bezaten. Er woonden ook veel ambachtslieden. Het voedsel kwam van de landerijen eromheen. Er waren ook markten. In de voorchristelijke tijd zou het door “de familieoudsten” bestuurd zijn. Later “probeerden de helpers van de priesters met gewiekste methodes de vorstelijke heerschappij over het volk te vestigen”. (p86) De macht werd gecentraliseerd in vorstendommen. Familieriten raakten op de achtergrond. In de christelijke samenleving van lijfeigenen was daarvoor geen ruimte meer.
Liefdesriten en gebruiken
Na de excursie vertelt Anastasia over de Ved-Russische riten inzake de liefde in een verhaal over de ontluikende liefde tussen een jongen en een meisje. Als kind vat zij al liefde voor hem op als hij haar uit een modderplas haalt en haar jurk spoelt, haar zijn overhemd te dragen geeft en haar op zijn hooikar meeneemt. De energie van de liefde zet haar aan om haar best te doen om hem later waardig te zijn en zijn hart te kunnen veroveren, “Ze wil de allerbeste te worden voor haar geliefde’’. (p111) Ze wordt een indrukwekkende schoonheid, die prachtig kan borduren, een vurige hengst weet te temmen en een bloemenkrans kan vlechten. Ze leerde een en ander van rondreizende leraren en barden die gevoelvolle bajans zongen. (Het Indiase Sanskriet kent hetzelfde woord voor dergelijke liederen) “Niemand dwong de kinderen naar hun lessen te gaan... Men vond dat iedere leraar zelf in staat moest zijn de aandacht van het kind te trekken.” (p110)
Er waren ook voorhuwelijkse spelen, die hielpen om een passende partner te vinden. Bijv. met schertsliedjes en rijmpjes, die jongens en meisjes over en weer naar voren brachten. Bij zo’n spel ontmoet het genoemde meisje haar uitverkorene. Hij kan aanvankelijk geen woord uitbrengen, maar bekent dan zijn liefde. Het fiere meisje dat alle andere jongens aftroefde met haar versjes, “sloeg in verwarring haar vurige ogen neer, en toen ze vervolgens opkeek biggelden er tranen uit haar ogen”. (p121) Toen herkende de jongen het meisje dat hij ooit uit de modderpoel had gehaald.
Ze zochten een plek uit waar ze hun familiedomein en hun woning wilden vestigen, zoals in Boek 6 Het familieboek is beschreven. Hij bouwde daar een hut, waar ze samen sliepen, “maar ze hadden geen intiem verkeer”. (p124) De bewoners van hun buurtschappen nodigden zij beiden persoonlijk uit voor hun huwelijk. Bij de bruiloft brachten de genodigden planten mee voor hun domein. Bij de trouwplechtigheid richtte eerste de moeder van de bruid zich tot haar dochter. Deze plaatste daarna een zelfgevlochten bloemenkrans op het hoofd van haar geliefde, die op één knie voor haar knielde en weer opstond, waarbij zij het hoofd voor hem boog. Zij “verbindt zichzelf in de echt... plaatst hem de kroon op zijn hoofd in het bijzijn van alle aanwezigen.” (p132)
Daarna richtte de vader van de bruidegom zich tot zijn zoon. “Waaraan zul je de kracht en inspiratie ontlenen, mijn zoon?”
“Aan de liefde!” antwoordde hij. “’Er is een meisje... voor mij is zij de weerspiegeling op aarde van de de liefde van het Universum’... en hij pakte haar bij de hand.” (p129)
De planten werden op de aangegeven plaatsen geplant “In slechts enkele minuten was de aanleg van de prachtige tuin voltooid.” Ze kregen ook allerlei (huis)dieren. (p130)
Na het huwelijksfeest gingen ze twee dagen en nachten naar hun ouderlijk huis, om pas zich daarna definitief met elkaar te verenigen in de eerste huwelijksnacht. "De hete adem van Liefde omwikkelde hen beiden en voerde hen mee naar ongekende hoogten... als zij in een impuls van wederzijdse liefde samensmelten... voor het voortbrengen van het evenbeeld van henzelf en God... Meer nog dan door het zonlicht werden zij verlicht door het onzichtbare en gezegende licht van de energie van Liefde... De verliefde man en vrouw zagen het kind in elkaar... De bevrediging die zij ervaarden was niet van voorbijgaande aard. Die bleef voor altijd bij hen, alsof ze de mens één stap nader tot de hoogste perfectie had verheven.” (p136)
Het embryo voelt de gevoelens van de moeder
De psychologie van de wording van een mens
Psychologische factoren spelen een belangrijke rol bij de conceptie, de wording en de geboorte van een mens. De embryo neemt de gevoelens van de moeder waar, zoals de wetenschap bevestigt. Volgens Anastasia hoeft de bevalling niet pijnlijk te zijn, maar kan deze een ervaring van “vreugdevolle extase” zijn. Sommige vrouwen bevestigen dat het een soort kosmische ervaring is. Daardoor is het voor de baby ook niet pijnlijk. Het is belangrijk tijdens de weeën contact met het kind te houden en het gerust te stellen.
De aanwezigheid van de vader is ook belangrijk. Het kind vangt de gevoelens van zijn ouders op. “De gevoelstromen van zowel de moeder als de vader dringen tot hem door... Als de ouders in liefde, in eendracht hun kind verwachten en in gedachten met hem bezig zijn, dan bevindt het zich vanaf de bevruchting in het energetische veld van zijn moeder en vader, en dit geeft een weldadig gevoel... De opvoeding van een kind begin in feite al in de moederschoot... Ze voelen hun vader en hun moeder.” (p149,151,152) Daardoor wordt het “immateriële ik” gevormd, waarbij de vader een belangrijke rol speelt.
Megre beseft dat hij als vader is tekortgeschoten en is daarover bedroefd. Maar hij wist toen niet beter. Hij had toen weinig te bieden. Zijn gedachten hadden storend kunnen zijn. De Ved-Russen kenden ook riten voor vrouwen die zonder echtgenoot erbij een kind baren door in gedachten bij de vader te zijn als haar liefde sterk is. Ze kunnen ook een mentale dialoog namens de vader met het kind voeren, waarbij ze het beeld van de vader voor de geest halen en hun buik strelen. (p159)
Megre besefte dat Anastasia hem had geholpen om zijn relatie met zijn dochter en zijn vrouw te herstellen, die weer van hem zijn gaan houden, zonder dat zijn vrouw jaloers werd op Anastasia. Hij had dat jaar zelfs tijd met zijn gezin doorgebracht. Liefde en respect was teruggekeerd.
Thuis bevallen acht Anastasia heel belangrijk. “De vroegste kraamklinieken verschenen in het oude Egypte en Rome... ingericht voor zwangere slavinnen.” Het kind werd na 5 tot 9 dagen van de moeder gescheiden en “verzorgd door speciaal opgeleide slavinnen-kinderverzorgsters". (p162) En later door een slavenmeester, waarbij het kind werd geïndoctrineerd met blinde loyaliteit. Megre ziet enige gelijkenis met de huidige kraamkliniek, crèche en scholing door derden, “de slaaf wordt klaargestoomd”, de slaaf van het systeem. Er verschijnen echter ook instellingen voor “spirituele verloskunde" en “verenigingen voor prenatale opvoeding”. (p164)
De geboorte in het Vedische Rusland vond plaats “in een houten kuip die lijkt op onze badkuip”. Deze werd naderhand als wieg gebruikt. Alleen de vader was erbij. “Gedurende de weeën sprak de moeder voortdurend met het kind... De vader haalde... het kind uit het water, maakte onmiddellijk door met zijn mond het mondje en het neusje vrij van slijm te zuigen, en legde het kind op de buik van de moeder.” Hij wastte ook het kind en zijn vrouw ook. “Bij zijn geboorte bevindt het [kind] zich steeds in de aura van zijn ouders. (p165-167) Het kind wordt niet afgeleid door derden, ook niet door familie.
Bij borstvoeding is de volle aandacht van de moeder belangrijk, zonder afleiding. Het kind heeft dan psychologisch contact met de moeder. Zo gebeurde dat in de cultuur en de riten van het Vedische Rusland, die door de komst van het christendom “werden vervangen door een chaotische en barbaarse inrichting van de menselijke gemeenschap... De periode van slavernij nam een aanvang, en die duurt tot op heden voort.” (p189) In andere landen was dat al eerder gebeurd.
https://www.theperfectwedding.nl/artikelen/3632/bloemen-in-je-haar-bruiloft
Anastasia tooide zichzelf in een bloemenkrans
Anastasia’s huwelijk
Zou Anastasia nu alsnog met Megre trouwen? Hij was overtuigt geraakt van het belang van de riten van onze voorouders en de achterliggende “levenswetenschap”. Hij betreurde het dat hij geen weet had van deze riten voor hij Anastasia ontmoette, die een zoon en dochter van hem ter wereld zou brengen zonder getrouwd te zijn. En hij wilde alsnog de nodige rites uitvoeren. “Wat Anastasia betreft hoef je niets te betreuren. Zij was al in de echt verbonden voordat ze haar eerste nacht met jou doorbracht,” zei haar grootvader. “Met wie?” vroeg Megre.
“Misschien wel met jou,” zei grootvader. Hij vertelde dat ze een bloemenkrans had gemaakt en deze zelf op haar hoofd plaatste, omdat haar uitverkorene bezig was in slaap te vallen. “Maar als hij wakker is, slaapt hij ook. Hij weet helemaal niets over riten.” (p227)
Volgens haar overgrootvader was de huwelijksrite niet geldig. “Aan de rite moeten twee mensen deelnemen.” Volgens Anastasia was het wat haar betreft geldig en kon haar uitverkorene “er zoveel jaren over nadenken als hij wenst. Hoeveel tijd er tussen de vragen [of beide partners in het huwelijk wensen te treden] is door niemand vastgelegd... Zelfs als het antwoord ontkennend is dan nog blijf ik in mijn eigen ogen gekroond.” (p228)
De overgrootvader wilde nog iets zeggen, “maar aan de hemel klonk een luide donderslag” en hij liep weg. “Boven het meer zagen we een ongewoon, nauwelijks waarneembaar licht. En de sterren weerspiegelden in het wateroppervlak. En ze vielen, alsof er een sterrenregen was begonnen. Onze kleindochter zat in haar eentje... met haar bloemenkroon op het hoofd, ze keek in de richting van het hol waar jij lag te slapen en ze zong zachtjes... ‘Ze is getrouwd... Niemand is bij machte haar huwelijk nietig te verklaren... of nu de hemel onze kleindochter heeft getrouwd, of zij zichzelf, het komt op hetzelfde neer,’” zei de overgrootvader. Het lied dat zij zong, luidde als volgt:
“Mezelf heb ik gekroond, nu ben ik getrouwd
van nu af aan ben ik jouw vrouw,
jou heb ik uitverkoren tot mijn man
opdat onze droom tot leven komen kan...
Getrouwd ten overstaan van’t hemelgewelf
voor eeuwig elkanders wederhelft...”