Belangrijkste werken van Hannah Arendt
Deel 1: The Origins of Totalitarianism

Civis Mundi Digitaal #147

door Piet Ransijn

Bespreking van Lieve Goorden, De essentie van Arendt. ISVW Uitgevers, 2021, 2e druk en Dirk de Schutter en Remi Peeters, Arendt. Atenaeum, Polak en Van Gennep, 2024.

 

Het eerste hoofdstuk bij Goorden is een korte, vlot en vloeiend geschreven biografie met de titel: ‘Een leven in vriendschap’.  Ook De Schutter en Peeters beginnen met een overzichtelijke chronologische biografie. Vrienden blijken heel belangrijk in haar enerverende en ontheemde leven, waarin haar docenten Heidegger en Jaspers van significante invloed zijn geweest. De gegevens voegen weinig toe aan de uitgebreide biografie van Meyer, maar bieden wel een beknopt overzicht met wat meer samenhang. Omdat de biografie van Meyer ook in dit nummer wordt besproken, ligt een vergelijking, verwijzing en aanvulling voor de hand. Haar werk voor de Jeugd-Aliyah wat betreft de emigratie van jongeren naar Israël komt niet naar voren bij Goorden, De Schutter en Peeters. Evenmin de invloed van socioloog Karl Mannheim. Beiden zijn volgens Meyer van grote invloed op haar leven en werk geweest. De namen van de auteurs worden in het vervolg afgekort met G. en SP. 

 

Totalitarisme, antisemitisme en imperialisme

Het tweede hoofdstuk ’Dit had nooit mogen gebeuren’ betreft de holocaust. In The Origins of Totalitarism, waarvan de ontstaansgeschiedenis door Meyer uitvoerig wordt besproken,  probeert Arendt het onbegrijpelijke te begrijpen, te duiden, te verklaren en uit te leggen. Het is geen geschiedschrijving maar een politieke theorie over het ontstaan van het totalitarisme. Het antisemitisme en het ‘rassenimperialisme’ zijn onderdelen of elementen ervan. Het “overzeese imperialisme” waarbij de Britten de leiding nemen, wordt vergeleken met het “continentaal imperialisme” van nazi-Duitsland. Het wordt gemotiveerd door een vergelijkbare expansiedrang, die bij het imperialisme vooral gericht was op “economische plundering” van wingewesten “in naam van de vooruitgang en de christelijke beschaving (G, p30, SP p28)

Er volgt een beschrijving van de groei en ontwikkeling van het antisemitisme, met name in Duitsland. Het is “de uitkomst van jarenlange reflectie over de Joodse kwestie,” die zij steeds meer ziet als een politiek probleem. De Joden vormden een apart soort klasse en gingen zelf “hun Jood-zijn raciaal duiden... Ze vervangen de religieuze uitverkorenheid, waarop ze voorheen hun eigenheid en verschil met niet-Joden baseerden, door psychische en raciale kenmerken.” (SP, p23,24)

 Het “Jodse internationalisme” van Joodse bankiers en industriëlen voedt “schrikbeelden in rechtse conservatieve kringen”.  Samenzwerings- of complottheorieën “voeden allerlei angsten bij de bevolking”, die daardoor gemakkelijker gemobiliseerd konden worden. (G, p33) ”De propaganda houdt de argwanende massamens voor dat hij misleid wordt, ten prooi is aan verborgen mechanismen en het slachtoffer van wereldwijde complotten.” (SP, p38)

Opmerkelijk is het gebrek aan solidariteit van de intellectuele elite met de Joden, die daarvan vaak deel uitmaken. Heidegger sympathiseerde bijv. met het nationaalsocialisme, dat door veel meer intellectuelen werd omarmd, die zich in dit opzicht niet veel wijzer toonden dan de massa en het ‘plebs’, dat hier ‘gepeupel’ wordt genoemd. “De intellectuele elite sympathiseerde maar al te graag met volksmenners.” (SP, p37) Ook Goorden noemt “de alliantie van de intellectuele elite en het gepeupel”, die een voorlopig karakter heeft. “’Ze liepen op die manier [‘met begeestering’] blind met hun eigen ideeën in de val.” (p46,92)

“De atomisering en versplintering van de massa” en het ontstaan van de ontwortelde en geïsoleerde massamens en “het gevoel van overtollig zijn, het verlies van sociale status” maken mensen vatbaar voor manipulatie, die “lidmaatschap van een voorhoede van een meesterras” belooft en “een minimum aan zelfrespect”.  (p42)

“Overheersing gedijt alleen wanneer ze gepaard gaat met een ver doorgevoerde vorm van Gleichschaltung... Het totalitarisme  vervangt het partijsysteem door een massabeweging...  en verlegt het centrum van de macht naar de geheime politie... De traditionele klassenmaatschappij... wordt vervangen door een massamaatschappij. – een maatschappij van geïsoleerde en verlaten individuen, die bereid zijn alles... op te offeren voor het succes van de totalitaire beweging.“ (SP, p35,37) 

“De nazi’s zullen hun propaganda specifiek op deze massa richten en er zo in slagen de groeiende haatgevoelens van de massa aan te wensen in hun voordeel. In zekere zin vergelijkbaar hiermee is wat we vandaag in westerse democratieën zien gebeuren, waar extreem rechtse partijen weten in te spelen op de lethargie en onvrede van een groter worden groep niet-stemmers... onder het kiezerspubliek.” (p41) Dergelijke gedurfde vergelijkingen met de huidige actualiteit, ook al laat deze belangrijke verschillen zien, ontbreken bij Meyer.

 


https://www.oudestadt.nl/overtoerisme/ We leven nog altijd in een massamaatschappij 

Commentaar: eigentijdse totalitaire tendensen

Het slot van bespreking van de biografie gaat over wat de biografie mij heeft opgeleverd. Arendt lijkt de laatste jaren in de mode te zijn en actueel te zijn, hoewel het toch enigszins gedateerd aandoet en vraagt om aanvulling met recentere studies. Het werk van Arendt heeft ook zijn beperkingen. Het totalitarisme heeft tegenwoordig andere vormen aangenomen die meer met manipulatie dan met macht en geweld (‘totalen Herrschaft’ in termen van Arendt) te maken hebben. Ook de massamaatschappij heeft mede door internet en social media andere vormen aangenomen, waarvan de consequenties nog niet adequaat zijn te overzien. Arendt heeft een aanzet gegeven tot het begrijpen ervan.

Tijdens de coronacrisis werd mijn interesse gewekt voor totalitaire tendensen vanwege de totalitair aandoende maatregelen die te denken gaven en kritische beschouwingen ontlokten, ook wat betreft het complotdenken, waarvan critici al gauw werden beschuldigd. Kritisch denken vroeg om een laveren tussen volgzaam ja-knikken en nee-zeggen tegen complottheorieën. De vrijwel kritiekloze volgzaamheid van het overgrote deel van de bevolking was verbazingwekkend en riep associaties op met de dertiger en veertiger jaren van de vorige eeuw. Ik vroeg mij af wat zou toen mijn positie zijn geweest? En wat zal deze bij deze crisis zijn? In elk geval kritisch en weinig volgzaam. 

Eind 2019 begon ik met een eerste artikel over Albert Camus, die tijdens de coronacrisis steeds meer interesse wekte, met name zijn boek De pest en De mens in opstand, maar eigenlijk zijn werk waar solidariteit en verzet als een rode draad doorheen loopt. Ook George Orwells 1984 heb ik besproken. Het idee van een serie over dystopieën ontstond, hetgeen door Maarten Rutgers is uitgewerkt. Mijn aandacht ging vooral naar nonfictie. In plaats van in complottheorieën, die wel degelijk een reëel karakter kunnen hebben. Het respectabele sociaalwetenschappelijke onderwerp elitetheorie en de machtselite is meer geschikt en ruimer dan het onderwerp complottheorieën om te bestuderen. Waarvan actie in een miniserie over de machtselite die werd uitgebreid met boekbesprekingen over Big Tech en het surveillance kapitalisme met een term van Soshana Zubov. In het verlengde daarvan kwam ook de massamaatschappij van geïsoleerde individuen, die vatbaar zijn voor manipulatie en consumentisme aan bod. (Zie CM 127, The Age of Surveillance Capitalism) Het totalitarisme behoort niet tot het verleden, maar kan een andere vorm aannemen.