Civis Mundi Digitaal #147
Het derde hoofdstuk gaat over The Human Condition (1958), met de Duitse titel Vita Activa oder vom tätigen Leben (1960), in onderscheid van het contemplatieve leven, waarvoor de filosofie een voorkeur heeft getoond, die zich afwendt van het actieve en politieke leven in de wereld. Aanvankelijk had ze de titel Amor mundi bedacht, vandaar de hoofdstuktitel ‘Verliefd op de wereld’.
Het boek bouwt voort op de filosofie van Heideggers colleges van 1924 over “het aristotelische onderscheid in pioésis en praxis - maken of vervaardigen en handelen”. (SP, p42) en zijn boek Sein und Zeit (1927), waarbij Arendt aanvankelijk betrokken was. Dit boek zou mede zijn geschreven “geïnspireerd door zijn jonge geliefde”. (Goorden, p51) Ze had haar boek aan hem op willen dragen, ware het niet dat hij/zij hun geheime relatie verbrak en Heidegger de kant van de nazi’s koos. Arendt ging als jodin uiteraard een andere weg.
Het “zorg dragen voor [... en] bezorgd zijn over een wereld die op een onvoorspelbare toekomst afstevent" bij Heidegger werkt door in haar werk. “In de zorgende omgang met de wereld kan de mens zijn bestemming vinden,” mits hij niet “in vermeende zekerheden” vlucht. (G, p52) Er zijn echter duidelijke verschillen met Heidegger. Bij Arendt is het handelen afgestemd op anderen en een “gemeenschappelijke wereld... Onder mensen zijn.” (p53) “Mens-zijn als geboren worden contrasteert met Heideggers Sein zum Tode en doorbreekt dit door steeds “opnieuw te beginnen en de wereld te vernieuwen”’. (De Schutter en Peeters: SP, p43,46)
Het complementaire onderscheid in arbeiden, werken, maken of vervaardigen en handelen is toegelicht in de bespreking van De menselijke conditie in CM 128 door Erik Jansen. Zou ‘de menselijke situatie’ geen betere vertaling zijn?
Arbeid(en) betreft “werkzaamheden... om in leven te blijven... (De mens als animal laborans)”. Werken betreft “creatieve bezigheid”, scheppend werk, het maken van iets van waarde of duurzaamheid in plaats van zomaar koopwaar of consumptiegoederen (de mens als homo faber. de makende mens). Bijv. het ontwerp van een architect of vormen van vakmanschap. Dat is iets anders dan administratief of lopendebandwerk.
https://faro.be/blogs/katrijn-dhamers/musea-dialoog-dialoog-het-museum
Sociaal en politiek handelen
Handelen is bij Arendt sociaal en politiek handelen tussen mensen “met als doel de samenleving politiek te organiseren”, “het maken van een nieuw begin” in “zinvolle of betekenisvolle verhalen”. (G, p55) “Arendt... begrijpt mens-zijn als geboren worden... ‘De mens is geschapen opdat er een begin zij... Een uitspraak [van Augustinus] die ze in vele van haar werken citeert.” (SP,43)
Sociaal handelen is niet gericht op nut maar op zin en “is betekenisvol in zichzelf... Handelen opent in het leven een domein van zin en betekenis.” (SP, p50,51) Zoals bij musiceren en andere kunstzinnige activiteiten, reizen, van gedachten wisselen, politiek bedrijven, enz. Handelen laat zich moeilijk programmeren. Het is onvoorspelbaar en onomkeerbaar, je kunt het niet ongedaan maken en het heeft vaak onvoorziene consequenties. Door beloften en het nakomen van afspraken kan men de onvoorspelbaarheid in banen leiden. ‘Gedane zaken nemen geen keer’, maar men kan wel de last van het verleden verlichten door vergeving. Het “schenkt hem de vrijheid om opnieuw te beginnen”. (p54)
“Politiek handelen is iets nieuws beginnen... gebeurtenissen in gang zetten... Het wonder dat de wereld redt van de ondergang is de nataliteit of het steeds opnieuw geboren worden van unieke mensen die altijd weer een nieuwe start zullen maken.” (G, p68,70) Het handelen onderscheidt zich van politiek maken of politieke planning, die minder nieuw en open is dan creatief handelen, en streeft naar zekerheid en doelgerichtheid. Politiek handelen kent onvoorspelbaarheid, maar doet beloften en geeft hoop om enig houvast te geven. Zoals een geboorte een belofte bevat met nieuwe hoop in een pril en onzeker levenvol onvoorspelbare mogelijkheden.
Bij de Grieken stond het publieke en politieke handelen het hoogst aangeschreven. Daarna het ambachtelijk en kunstzinnige werk en onderaan de arbeid en het huishoudelijke werk, dat voor een groot deel door slaven en vrouwen werd gedaan, die in het publieke domein niet meetelden en geen stemrecht en recht van spreken hadden. Het contemplatieve leven werd hoger aangeschreven dan het actieve leven.
“De filosoof acht zich verheven boven het actieve leven.” Kloosterorden hebben dit later overgenomen. Geestelijke arbeid en het geestelijke leven werden als hoger beschouwd. Nog steeds. Maar nu is het wel vooral gericht op nut, efficiëntie, winstbejag en “techno-wetenschappelijke beheersing van de natuur”. (SP, p61,63)
https://www.test-aankoop.be/gezond/voeding/etikettering/nieuws/ambacht-als-alibi
Ambachtelijk werk versus massaproductie
‘De maker wordt arbeider’
In de industriële maatschappij verschuift vakmanschap naar massaproductie. Maken vervaardigen door creatief werk wordt steeds meer routinematig arbeiden. “Het kwaliteitsproduct moet het afleggen tegen het massaproduct dat de markten overspoelt... Het tempo van de consumptie versnelt enorm... zodat we vandaag de dag in een economie van verspilling leven...Vandaag besteld, morgen geleverd... Je ontkomt nergens aan de boodschap: ‘Koop meer, daar word je blij van’... In de VS... passen al die spullen niet meer in hun woning. Opslag is een van snelst groeiende markten in de VS.” (G, p60,61)
Dient de productie de wereld en ons leven of doet het er afbreuk aan? “Wat bij arbeiden domineert is de loop van het productieproces zelf, hoe dat proces zijn ritme oplegt aan de arbeiders.” Massaproductie en automatisering werken dit in de hand. Marx heeft uitvoerig geschreven over vervreemde arbeid en zelfvervreemding. Het is een kernthema in de sociologie. (Zie onder meer R.A.Nisbet, The Sociological Tradition)
Creatief werken en vakmanschap wordt steeds meer routinematig en gespecialiseerd arbeiden “haaks op de idealen van de homo faber”. (G, p64) “De nuttigheidsnorm verliest zich volgens Arendt in een eindeloze keten van doelen en middelen, zonder daarin een houvast te vinden van een beginsel dat het nut zou kunnen wettigen... Het ontbreekt de homo faber aan maatstaven om zijn werk naar waarde te schatten... De dingen hebben geen intrinsieke waarde... krijgen pas waarde wanneer ze op de markt worden geruild... Verlies van absolute maatstaven... zal een bron worden van diep onbehagen.” Men voelt zich niet meer thuis in een wereld vol zogenaamd nuttige producten, terwijl “duurzame objecten van de wereld een thuis maken,” een duurzaam onderkomen. Zoals bij kwaliteitsproducten, monumenten, kunstwerken, verhalen. (p65)
Maar wat is het nut van “overbodige... en van elke duurzaamheid ontdane wegwerpgoederen?” En van economische groei die “de aarde en haar natuurlijke grondstoffen uitput, vervuil(en)d afval uitbraakt en de wereld stort in een razende wedloop... Het streven naar efficiëntie... mondt uit in industriële robotisering... en maakt mensen overbodig. Enerzijds wordt het mens-zijn gereduceerd tot het leven van animal laborans, het arbeidende dier, anderzijds wordt aan miljoenen mensen de mogelijkheid tot een betaalde job ontnomen... De oude prefilosofische hiërarchie is volledig op zijn kop gezet: niet het handelen, maar het arbeiden bekleedt de hoogste positie. De Griekse agora... waar de burgers met elkaar discussieerden... is omgetoverd tot één groot shoppingscentrum annex pretpark, waar de mensen zich vermeien in een overdosis aan spullen en bocht.” (SP, p64-65)
https://ikwilmobielwerken.nl/hybride-werken/thuiswerken/thuiswerken-met-kinderen-hoe-dan/
Bij thuiswerken vermengen zich de publieke en privésfeer
Privésfeer en publieke sfeer verschuiven naar de sociale sfeer
Werken vond vroeger thuis plaats in de privésfeer, ook slavenarbeid en huishoudelijk werk. (Sociaal en politieke) handelen speelt zich af in de publieke sfeer. “In de moderne tijd ontstaat een nieuwe sfeer: de hybride sfeer van het sociale. Die wurmt zich tussen de privésfeer en de publieke sfeer en tast de eigenheid van beide aan. De privésfeer verliest haar privékarakter, haar onzichtbaarheid voor de buitenstaander, en ze wordt gesocialiseerd, dat wil zeggen: uitgebreid en daardoor minder ‘eigen’, gedwongen dus om zich te conformeren aan sociale regels en verwachtingen. Ook de publieke sfeer verliest haar eigenheid... de ruimte om het uitmuntende en uitzonderlijke te tonen... De middelmaat zegeviert, omdat het uitzonderlijke en triviale naast elkaar bestaat, als waren ze gelijkwaardig.” (SP, p49) Een passage die bij uitstek van toepassing is op massamedia, social media en internet.
“Het ontstaan van de sociale sfeer gaat gepaard met een uitbreiding van de privésfeer, de sfeer van het familiale huishouden. Dit verklaart waarom de economie, de huishoudkunde van weleer, een sociale, en zelfs een politieke aangelegenheid wordt en de publieke sfeer inpalmt. (SP, p49)
Werk en arbeid spelen zich ook af in een sociale sfeer tussen privé en publiek in, hoewel dit kan variëren van thuiswerken tot openbare werken. Fabrieken begonnen als privébezit van kapitaalbezitters die arbeiders in dienst namen en breidden zich steeds meer uit. De economie en industrie ‘koloniseert’ volgens Habermas en de Frankfurter Schule onze levenssfeer. (Zie CM 74. Arendt raakte overigens bevriend met Habermas, maar botste met de neomarxistische Frankfurters)
Wereldvervreeming
De moderne tijd kenmerkt zich volgens Arendt door wereldvervreemding. “Het steeds meer geïsoleerde] individu verliest zijn blik op zijn gemeenschappelijk thuis, op de nabije wereld die hij samen met anderen vorm geeft, en wordt daardoor teruggeworpen op zichzelf.” (G, p74) Het betreft “het toenemende wereldvreemde karakter van de massamaatschappij”. Daarin wordt het moeilijker om (politieke) verantwoordelijkheid te nemen en solidariteit op te brengen. Dit kan zelfs ondraaglijk en onhaalbaar worden. “Moeten wij een veilige haven zijn voor iedereen die wereldwijd risico loopt? Wij hebben niet de verantwoordelijkheid om op te draaien voor iedereen die ergens ter wereld vervolgd wordt”. Het kan ten koste gaan van onze maatschappij. De schrijfster brengt de vervreemding in verband met “extreem populisme, nationalisme... een soort ideologie die aanslaat bij de massa” en hoopt dat dit geen politieke meerderheid wordt in heel Europa. (G, p76,77)
Mede door de globalisering en de abstrahering van de wetenschap, die in modellen denkt, raken moderne mensen ook vervreemd van de (tastbare) aarde, vooral de nabije omgeving. Gezond verstand en gemeenschapszin staan onder druk van (existentiële) onzekerheden, die door de wetenschap niet worden opgelost. “Ons wiskundig geconstrueerd beeld van de wereld en het heelal is een droombeeld.” (p84)
De wereld is niet zo logisch als de wetenschap het voordoet in zijn modellen en formules. “Het experiment sluit de mens op... binnen denkschema’s [hypothesen en theorieën] die hij zelf heeft geschapen... Filosofen lopen achterop bij de wetenschapsmensen en hun steeds verbazingwekkende ontdekkingen... hollen achter de zaken aan en... komen voor voldongen feiten te staan... Filosofen gaan zich toeleggen op kennistheorie, ze wenden zich af van de wereld en zullen... processen van de zintuigen en van het bewustzijn naspeuren.” (G, p86,87) Arendt gaat een andere weg, gericht op onze sociale en politeke werkelijkheid.
Politieke visie
Arendt gaf als politieke filosoof de voorkeur aan sociaal en politiek handelen boven contemplatief denken. “Zorg voor de wereld of amor mundi was voor haar de kortste definitie van politiek.” Politiek gaat om vrijheid en macht. “’Voor Arendt ontstaat macht wanneer mensen handelen in gezamenlijk overleg...(‘act in concert’).” (SP, p66,67) Macht heeft voor haar een positieve lading, anders dan heerschappij en geweld.
In Was ist Politik?, Between Past and Future en On Revolution beschrijft ze haar politieke visie. De democratische rechtsstaat met gelijkberechtiging en burgeroverleg, participatie en pluraliteit van meningen staan bij haar hoog in aanzien. De Amerikaanse Revolutie ziet zij als een succes omdat deze tot zo’n staat leidde, terwijl de Franse Revolutie bloedige terreur ontketende.
Menselijkheid, solidariteit en vriendschap, waarbij mensen met elkaar van gedachten wisselen, hebben als politieke deugden haar voorkeur boven medelijden en broederschap, dat de associatie oproept aan familiale voorkeuren. Politieke daadkracht gaat verder dan een gevoel van medelijden.
Ze sympathiseert ook met de burgerrechtenbeweging, de studentenprotesten in de jaren zestig tegen de ongrondwettelijke oorlog in Vietnam, “die nooit door het Congres goedgekeurd was”. (SP, p86) Recht op burgerlijke ongehoorzaamheid en openbaar verzet tegen politieke wanpraktijken wil ze in de grondwet opnemen en tevens expliciet vermelden dat het principe ’all men are created equal’ ook geldt voor zwarten.
In haar laatste voordracht uit ze kritiek op de VS. (Home to Roost, Wrange vruchten, 1975). De Pentagon Papers onthullen dat de regering jarenlang heeft gelogen over de oorlog in Vietnam. Ook tegenwoordig verziekt misinformatie de maatschappij en de politiek. Respect voor de feitelijke waarheid acht zij onmisbaar voor politiek overleg.
Commentaar: macht van multinationals en online platforms
Dit commentaar, dat ook haar waarschuwing voor het totalitarisme betreft, verwijst naat twee artikelen uit De Groene Amsterdammer van 16 juni 2024 over de totalitair aandoende multinationals en internet platforms en een terugblik op de coronacrisis toen totalitaire tendensen in het voetlicht traden.
Het nog altijd actuele boek No Logo uit 1999 van Naomi Klein noemt de macht en manipulatie van multinationaIs en online platforms, “de invloedrijkste politieke macht van onze tijd”. Het wordt besproken in De Groene onder de titel ’De hel van het gelijke’ en komt overeen met de gelijkschakeling die Arendt beschreef. “The things you own end up in owning you.” Het gaat o.m. over de geraffineerde marketing en manipulatie op basis van psychologische technieken waar ook Zubov en anderen naar verwijzen. “Het gaat om het gevoel dat wordt opgewekt... Grote bedrijven hebben de ons omringende ruimte gekoloniseerd.” En ook onze leefwereld, in termen van Habermas en de Frankfurter Schule.
Gelijkschakeling en uniformering geldt ook voor bedrijven. “Grote bedrijven spreiden hun tentakels almaar verder uit. Kleine labels en winkels worden opgeslokt... Levendige stadscentra met een kleurrijke middenstand verworden tot uniforme koopgoten.” De coronacrisis heeft veel kleinere bedrijven de nek omgedraaid en multinationals en machtsconcentraties zijn erdoor versterkt. Een uniforme massa is gemakkelijker te beïnvloeden en er valt gemakkelijker meer aan te verdienen via gestandaardiseerde procedures en uniforme gebruiksartikelen. Daarom: “laat verschillen zoveel mogelijk verdwijnen.”
Ook internetsites en social media spelen in op emoties en sensatie. “’de filmpjes, de meningen, de dagelijkse ophef: dat is waar platforms als You Tube en Instagram hun geld mee verdienen... Grote bedrijven hebben [ook[ het cultuurlandschap veranderd... Culturele vernieuwing is tegenwoordig toch vooral de iPhione15 de iPhone14 vervangt...” Vooral gericht op consumentisme.
Het leidde tot een groei van bewegingen tegen consumentisme tot 11 september 2001. “Er heet nu een [andere] vijand te zijn, de radicale islam, die ons van buitenaf bedreigt... Zeker aan de rechterkant van het politieke spectrum... groeit de roep om terug te eisen wat ‘van ons’ is... De vijand is niet meer het grootkapitaal, maar vooral de Ander, de vreemdeling.”
Grote bedrijven krijgen weer ruim baan. Het verzet stelt weinig meer voor, m aar is er nog wel bij bijv. Extinction Rebellion en af en toe wat milieuactivisten die meestal tevergeefs in bomen klimmen als er een snelweg of een bedrijfsterrein moet komen. “Consumenten boycotten Starbucks en Zara vanwege Gaza. En... die beginnen de boycots te voelen.” Ook MacDonalds dat Israël zou steunen. (NRC 15 juni 2024)
“Mensen horen zichzelf te besturen, schrijft Klein.” Ze wijst op het belang van plaatselijke initiatieven: “duizenden bewegingen die op complexe wijze met elkaar verbonden zijn... De kracht van verzet ligt in veelheid.” Vooralsnog lijkt de invloed te groeien van ander verzet, namelijk tegen de Ander, de vreemdeling en wordt de roep om sociale rechtvaardigheid en zelfbeschikking overschreeuwd door de rechtspopulistische ‘stem van het volk’.
Ondanks de kritiek op het neoliberalisme en de ‘vermarkting’ laat een alternatief op zich wachten, dat ook door het bedrijfsleven wordt aanvaard. Ook al valt voor een gemengde Keynesiaanse economie, maar dan zonder kwantitatieve groei, veel te zeggen volgens economen als Mariana Mazzucato en Kate Raworth.
Bij de bespreking van de biografie zijn behalve De mens in opstand van Camus enkele verwante studies genoemd, zoals de klassiekers De psychologie van de massa van Gustave Le Bon (besproken in CM 123), Het ik en de psychologie der massa van Sigmund Freud en De opstand der horden opnieuw vertaald als De opstand van de massamens van José Ortega y Gasset (zie CM 33). Verder Rattenvangers van het onbehagen: Verschijnselen, voedingsbodem, herhaling én voorkomen van het totalitarisme (CM 107) en De psychologie van het totalitarisme (CM 119), beide gebaseerd op Arendt. The Open Society and Its Enemies van Karl Popper gaat meer in op filosofen die de weg hebben geëffend voor het totalitarisme. Ook De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd van Peter Sloterdijk gaat in op de totalitaire problematiek. (Zie CM 89)
Coronacrisis en pluraliteit
In hetzelfde nummer van De Groene van 16 juni stond een artikel van Marli Huijer emeritus-hoogleraar publieksfilosofie: ‘Hoe tijdens corona de pluraliteit uit Nederland verdween: ‘’Het virus is niet vatbaar voor discussie’.” Virologen en medische specialisten maakten de dienst uit. “Het was zaak om blind te vertrouwen op hun wetenschappelijk kennis.” Het ging lijnrecht in tegen het principe dat “politiek berust op het feit van pluraliteit van meningen”, zoals Arendt schreef in Was ist Politik? “Een democratie kan niet voortbestaan alseen stem de andere stemmen overschreeuwt. Toch gaat bij dreigend gevaar de pluraliteit als eerste overboord, zelfs in een hoogontwikkelde democratie... De angst greep om zich heen...” En werd eerder bevorderd dan gerustgesteld door media en overheid.
Consequenties waren dat “de brede definitie van gezondheid als ‘fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden’ (WHO) plaats maakte voor... fysieke overleving en de ic-capiciteit... “Volksgezondheid’ omvatte [...vooral] ‘ouderen en mensen met lage weerstand’.” Weinig aandacht voor vereenzaming van vooral ouderen, leer- en gedragsproblemen onder jongeren, vooral door de omstreden schoolsluiting, familierelaties, vriendschappen en bredere sociale cohesie, economie en staatsschuld, horeca en cultuur, vertrouwen in de politieke en (politieke) betrokkenheid van burgers die na corona tot een historisch dieptepunt daalde.
“Hoe kwam het... dat de pluraliteit verdween en er geen ruimte was voor andere perspectieven?” Zij noemt als redenen het hoge aanzien van medische specialisten. “Het biomedische gezag is zo groot dat vrijwel niemand erin slaagde om hun interventies ter discussie te stellen.” Verder werd gebruik gemaakt van toegenomen kennis en methoden om de bevolking te beïnvloeden en te disciplineren mede met behulp van informatietechnologie en surveillance, zoals corona-apps en QR-codes. Kritische geluiden werden gekaapt door extreem rechtse politici, waarmee critici zich niet wensten te associëren. Discussie werd bemoeilijkt door “inperking van de publieke ruimte”, door lockdowns, vergaderverbod en een afwijzende houding van de meeste reguliere media. Jurist Wim Voermans was een uitzondering die een podium kreeg met zijn toetsing van maatregelen aan de (grond)wet.
Het artikel van Huijer berust op een essay uit haar boek Maatschappelijke meerstemmigheid onder druk: Waarborgen van pluralisme tijdens een gezondheidscrisis. (Boom, juni 2024) Ze pleit voor procedures die pluraliteit kunnen waarborgen. “Zodat de vraag wat we als samenleving een goed en betekenisvol leven vinden, niet bij de eerste de beste tegenslag in de kiem wordt gesmoord.”