Azië

Civis Mundi Digitaal #147

door Jan de Boer

Arm India
India: de problematische toekomst van het meest bevolkte land ter wereld
Poetin en Xi Jinping: geen overduidelijke vriendschap

Arm India

 

Onder de twee mandaten van Narendra Modi, de uiterst nationalistische hindoe-president van India, zijn de sociale ongelijkheden steeds verder toegenomen. Er is nu een handjevol uiterst rijke mensen, een ineengeschrompelde middenklasse en verder een massale hoeveelheid doodarme Indiërs. Het onderzoekscentrum « Pew Research Center », dat het aantal mensen telt dat tussen de 10 en 20 dollar per dag uitgeeft aan producten die niet tot de primaire behoeften behoren, schat de Indiase middenklasse op 66 miljoen personen – minder dan 5% van de bevolking. Het studiecentrum « People Research on India’s Consumer Economy » schat dat 60% van de bevolking moet leven van minder dan 5 dollar per dag.

Het aantal miljardairs is in de laatste jaren bijna verdubbeld. India telde in 1991 zelfs maar één miljardair en heeft er volgens « Forbes » nu 271. De magnaten Mukesh Ambani (Reliance Industries) en Gautam Adani (Adani Group) zijn de symbolen van het huidige India met verschillende maatschappelijke klassen. Deze twee rijkste mannen van het land hebben hun imperium uitgebreid in de schaduw van Narendra Modi door vele concessies van de Staat in de wacht te slepen: havens, vliegvelden, mijnen, infrastructuren… Daarmee voeden zij de vermoedens van een kapitalisme waarbij met de Staat onder één hoedje wordt gespeeld.

In een in maart gepubliceerd onderzoek van het « World Inequality Lab » vatten Thomas Piketty, Lucas Chancel, Nitin Kumar Bharti en Anmol Somanchi de evolutie van het land samen met een uiterst sterk beeld: zij zijn van mening dat India verandert in een « billionaire Raj », waarin 1% van de rijkste Indiërs 40,1% van de nationale rijkdom en 22,6% van het nationaal inkomen bezitten. Nog nooit heeft India zo’n grote concentratie van rijkdom gekend. Het land overtreft Zuid-Afrika, Brazilië en de Verenigde Staten wat betreft ongelijkheden. « De Raj van miljardairs, onder leiding van de moderne Indiase bourgeoisie, is vandaag de dag veel ongelijker dan de Britse Raj, geleid door de koloniale machthebbers, » schrijven de auteurs.

Vanaf de onafhankelijkheid tot aan het begin van de jaren 1980 verminderden de ongelijkheden in India door het beleid van president Nehroe, maar zij namen een grote vlucht vanaf de jaren 2000 als gevolg van de liberalisering van de economie.

De NGO Oxfam berekende dat de 10% van de rijksten 57% van het nationale inkomen bezit, meer dan onder de Britse kolonisten, waar zij 50% van het inkomen in handen hadden. Deze nieuwe ongelijkheden zijn problematisch in een maatschappij gekenmerkt door een sociale tweedeling inzake kasten, volkeren en religies. Onder Narendra Modi heeft het hindoeïstische suprematisme de marginaliteit van minderheden, met name die van mohammedanen, aangescherpt. (Christenen worden overigens ook niet vergeten in deze « grootste democratie ter wereld », aldus Macron, die graag wapentuig aan India verkoopt.)

Onderzoeken over het aantal armen in India geven een verschillend beeld. Voor de Verenigde Naties, die zich baseren op het begrip multidimensionale armoede (gemeten met indicatoren als gezondheid, onderwijs en levensniveau) heeft India het percentage armen tot 16% teruggebracht: tussen 2005 en 2021 zouden 415 miljoen Indiërs uit de ergste armoede gehaald zijn. Maar voor de Wereldbank geldt het tegendeel. Zij stelt dat als het inkomen niet hoger is dan 1,90 dollar per dag, je in India tot de zeer armen wordt gerekend. En dat betreft rond de 30% van de bevolking.

De econoom Ashoka Mody, auteur van het boek « India is Broken » is van mening dat « de armoede diep verankerd is en blijft in India en dat de steeds uitgebreidere privatiseringen gepaard gaan met inflatie die het inkomen van de armen nog verder aantast ». Ook een ander teken toont aan dat de sociale ladder niet meer is wat hij ooit was: in de World Happiness Index 2024 van de VN bezet India de 126ste plaats. Pakistan, zijn vijandige broer met een zieltogende economie, staat op de 108ste plaats… Miljoenen Indiërs vallen buiten de belofte van Narendra Modi in 2014: « een ontwikkeling voor iedereen met iedereen ». Zij profiteren niet van de nieuwe rijkdom door een gebrek aan banen. Volgens het « Centrum van toezicht op de Indiase economie » bedraagt het werkloosheidspercentage ten minste 8%. Arm India!

 

Geschreven in juni 2024

 


India: de problematische toekomst van het meest bevolkte land ter wereld

 

Volgens de « World Population Review » heeft India met zijn 1,417 miljard inwoners China met zijn 1,412 inwoners opgevolgd als meest bevolkte land ter wereld, en zal dat tot het einde van deze eeuw ook blijven. Het subcontinent heeft meer inwoners dan Europa of de Amerikaanse landen. Overigens is het exacte aantal inwoners niet bekend, want de federale regering heeft sinds 2011, tegen de al meer dan een eeuw durende traditie in, geen tienjarige volkstelling meer gehouden. De officiële oorzaak daarvoor is de coronapandemie, maar de oppositie verdenkt premier Narendra Modi ervan deze volkstelling uit te stellen. Deze is onmisbaar voor beleidsaanpassingen en publieke uitgaven, maar wordt ook gebruikt voor de publicatie van statistieken die de werkelijke staat van het land weergeven wat betreft armoede, de kasten, alfabetisering, en bijvoorbeeld werkgelegenheid.

De bevolking van India is sinds de onafhankelijkheid in 1947 met meer dan een miljard toegenomen en blijft tot 2060 toenemen tot 1,7 miljard, ondanks het feit dat het land al in de jaren 1980 haar demografische transitie begon. Haar geboortecijfer (gemiddeld 2 kinderen per vrouw) ligt bovendien net beneden de drempel van bevolkingsvernieuwing (gemiddeld 2,1 kinderen per vrouw). Deze evolutie is erg langzaam, want India kent – in tegenstelling tot China – geen algemene bevolkingspolitiek. Het land zou dat ook niet verdragen na het trauma van de geforceerde sterilisatie-campagne van Indira Gandhi en haar zoon Sanjay tijdens de uitgeroepen noodtoestand in 1976. In de kampen werden toen acht miljoen mannen onderworpen aan een vasectomie.

India is een uitzonderlijk jong, mannelijk land met verschillende maatschappelijke klassen: 40% van de bevolking is jonger dan 25 jaar; de gemiddelde leeftijd is 28 jaar, tegen 38 jaar in de Verenigde Staten en 39 jaar in China. Volwassenen van 65 jaar en ouder vertegenwoordigen in India slechts 7% van de bevolking, tegen 14% in China en 18% in de VS. Deze situatie stelt India voor een gevaarlijke uitdaging: of het land is in staat werkgelegenheid te creëren voor de één miljoen jongeren die elke maand op de arbeidsmarkt verschijnen en kan zo de zegeningen van het befaamde « demografische dividend » wat betreft de productiecapaciteit in de wacht slepen, of de groei van de werkgelegenheid stagneert en de situatie wordt een demografische ramp. In ieder geval beantwoordt de markt op dit moment bij lange na niet aan de behoefte aan werkgelegenheid.

Waar in de jaren 2000-2010 de economie 7 miljoen arbeidsplaatsen creëerde, is dat nu gedaald tot 3 à 4 miljoen, doordat de informatica minder werkgelegenheid schept. Er is een gigantisch verlies aan menskracht, met 40% van de bevolking op een leeftijd van werken en actief zijn. Resultaat: informele arbeid blijft toenemen. Deze vertegenwoordigt meer dan 80% van de banen, zonder sociale bescherming, zonder pensioen, en zonder onderworpen te zijn aan belastingen. Poonam Muttreja, directrice van de NGO « Population Foundation of India », stelt dat « India heel massaal moet investeren in de gezondheidszorg, in scholing, in de ontwikkeling van deskundigheid. Elke vertraging zal zich voor miljoenen jongeren vertalen in de onmogelijkheid om te delen in de economische expansie van het land en zal de armoede, de frustratie, de kwetsbaarheden en de sociale onrust verergeren. »

Tot op heden heeft het land niet of nauwelijks aandacht geschonken aan de gezondheidszorg, het basis- en vervolgonderwijs en de ontwikkeling van deskundigheid. Volgens Muttreja heeft slechts 3% van de bevolking de noodzakelijke bekwaamheden en capaciteiten om zich met succes op de arbeidsmarkt te begeven. Een andere uitdaging betreft vrouwen. Ondanks de verlaging van het geboortecijfer blijven Indiase vrouwen vaak buitengesloten van de arbeidsmarkt. Hun deelnemerspercentage is hooguit 20%, tegen 69% in China. En als zij werken is dat grotendeels in de informele sector: huishoudelijk werk, vuilnis ophalen, werk in de bouw en verkoop op straat. Om deze historische ongelijkheden te corrigeren moet India in de komende tien jaar ten minste 34 miljoen arbeidsplaatsen voor vrouwen creëren.

Christophe Guilmoto, demograaf aan het Centrum sociale wetenschappen in New Delhi: « Wat onrustbarend is, is dat er in deze situatie geen verandering te zien is. De economische vooruitgang van India gaat gepaard met een progressieve teruggang van vrouwen op de arbeidsmarkt, waar in Oost-Azië het percentage werkende vrouwen gelijk is aan dat van mannen. » Dit is deels het gevolg van culturele oorzaken, maar ook van de zwakke industrialisatie van het land. India blijft – een unieke situatie in de geschiedenis van de wereld – een grotendeels ruraal land. Er heeft geen industriële revolutie of een massale verstedelijking plaatsgehad. De landbouw geeft werkgelegenheid aan 41,5% van de werkenden tegen 26% in de industrie en 32,5% in de dienstensector. Met andere woorden: de grootste nationale rijkdom komt uit de dienstensector. Narendra Modi heeft beloofd het aandeel van de industrie op 25% van het BBP (het bruto binnenlands product) te brengen tegen 14% op dit moment. Maar of hij deze belofte waar kan maken, is voor mij zeer de vraag, want India moet hier concurreren met andere Aziatische landen die minder protectionistisch zijn, vaak beter voorzien zijn infrastructuren (wegen, water- en elektriciteitsvoorzieningen), en heel wat minder bureaucratisch zijn.

India presenteert zich als de vijfde mondiale macht, nog voor het Britse Koninkrijk, maar deze ordening zegt niets over haar rijkdom. Het BBP per inwoner, dat nauwelijks 2000 dollar bereikt, plaatst India beslist niet op het niveau van de grote wereldmachten, maar eerder op dat van Kenia of Ivoorkust; China kent bijvoorbeeld een BBP van 12.000 dollar per inwoner. India telt 800 miljoen doodarme inwoners die afhankelijk zijn van voedseluitdeling door de regering. Minder dan 10% van de werkende bevolking verdient meer dan 280 dollar per maand.

In demografisch opzicht is de federale staat India een land met twee snelheden. Enerzijds zijn er staten met een forse ontwikkeling, met een goed niveau van onderwijs en met een geboortecijfer duidelijk lager dan nodig is voor bevolkingsvernieuwing: Kerala, Tamil Nadu, Andhra Pradesh, Sikkim, Kasjmir, Ladakh, Pendjab. Anderzijds zijn er staten die een stuk minder ontwikkeld zijn als Bihar, Uttar Pradesh en Rajasthan, met een veel lager onderwijsniveau en een veel hoger geboortecijfer. De zuidelijke staten zullen al snel geconfronteerd worden met moeilijkheden bij het zorgen voor hun oudere inwoners in een land dat daar geen aangepaste structuren voor kent. Deze verschillen gaan ongekende migraties tot gevolg hebben. Christope Guilmoto: « Kerala en Tamil Nadu worden de nieuwe migratiecentra. Zij hebben arbeidskrachten nodig. Dat zal belangrijke sociale gevolgen hebben. De mannen komen uit het noorden voor zes maanden of een jaar in een vijandelijke, duistere en een andere taal sprekende omgeving. Bihar, Jharkhand, Odisha en Utar Pradesh leveren de migranten. »

Op politiek terrein ziet de Bharatiya Janaty Party (BJP), de nationalistische hindoe-partij, zich in de meer bevolkte staten in Noord-India toebedeeld met meer zetels in het Parlement, terwijl men in de zuidelijke staten zetels verliest. Poonam Muttreja stelt dat « het ongelukkigerwijze een situatie is die veel spanningen tussen de staten in het zuiden en de staten in het noorden gaat opleveren. Het zuiden zal zo ook minder financiële steun voor ontwikkeling toegekend krijgen. »

Een andere uitdaging waar India voor staat en die een impact op de rest van de wereld zal hebben, wordt bepaald door haar capaciteit om zich van een dragelijke ontwikkeling te verzekeren. Hoe van nu tot 2060 250 miljoen meer mensen, bijna net zoveel als de bevolking van Indonesië, het vierde meest bevolkte land ter wereld – herbergen? De druk op het milieu, de hulpbronnen en de grond zal enorm zijn.

De bevolkingstoename zal ook de toenemende noodzaak van urbanisatie, van verstedelijking tot gevolg hebben. De megapolen, reeds aan de grens van hun capaciteiten, zullen nog verder vergroot worden, en er moeten zelfs nieuwe steden gebouwd worden. New Delhi, dat zich al uitstrekt over 50 kilometer, zal zich blijven uitbreiden en de dorpen van de buurstaat Haryana opslokken. Christophe Guilmote: « Urbanisatie is de toekomst van India, en dat doet misschien een deel van de bevolking de landbouw verlaten. Maar hoe dan ook, de agrarische bevolking blijft erg groot, ondanks de kleine, nauwelijks rendabele exploitaties die voorzien in heel lage inkomens. »

De behoeften aan voedsel, elektriciteit en energie gaan in India fors toenemen, met daardoor een toename in het gebruik van fossiele brandstoffen, terwijl er niet meer vruchtbare vlaktes beschikbaar zijn en het gebied met zijn aan zeespiegelstijging onderworpen 7500 kilometers kust kleiner dreigt te worden. Met het nu toegekende statuut van het meest bevolkte land op onze onherbergzame planeet maakt India ook een gigantische sprong in het duister.

 

Geschreven in mei 2023

 


Poetin en Xi Jinping: geen overduidelijke vriendschap

 

Op 16 en 17 mei hebben Poetin en Xi Jinping ter gelegenheid van het tweede bezoek van Poetin aan Peking binnen zes maanden opnieuw hun « vriendschap zonder grenzen » uitgesproken. Na zijn komst aan de macht in 2000 koos Poetin China voor zijn eerste bezoek aan het buitenland. Xi Jinping bracht sinds zijn benoeming als president van China een bezoek aan Moskou in maart 2013 en in maart 2023. Als je de achttien telefonische gesprekken tussen beide leiders, met name voor het vieren van hun respectievelijke verjaardagen, daaraan toevoegt, gaan er geen twee maanden voorbij zonder een directe uitwisseling van gedachten tussen beide leiders.

Tot 2022 meenden de meeste westerse waarnemers dat deze goede verstandhouding niet meer dan uiterlijk schijn was, dat de relatie tussen beide landen te onevenwichtig was. Zij verklaarden tien jaar eerder, dat Xi Jinping een « nieuwe Gorbatsjov » was. Allemaal onzin: Xi Jinping is alles behalve hervormingsgezind en zijn verwantschap met Poetin is reëel. Beide mannen willen een nieuwe mondiale orde vestigen. Dit verbond spreekt niet voor zich, want lange tijd was er sprake van wantrouwen en zelfs vijandigheid tussen de landen, en er zijn fundamentele verschillen tussen beide zeventigjarige mannen.

De leiders hebben een totaal verschillende achtergrond. Poetin komt uit een eenvoudige familie, studeerde rechten, waarna hij toetrad tot de KGB. Hij werd vervolgens in 1985 uitgezonden naar Oost-Duitsland. Een interessant detail: zijn moeder heeft hem laten dopen, ondanks de daaraan verbonden risico’s in de Sovjet-Unie. Xi Jinping heeft daarentegen een luxe kindertijd gekend: tot zijn negende jaar was hij één van de kinderen van één van de machtigste mannen van het land: een vriend van Mao. Alles veranderde in 1962, vlak voor de « culturele revolutie », toen zijn vader beschuldigd werd van het publiceren van een boek met een zekere verborgen kritiek op Mao, gearresteerd werd en vervolgens verbannen naar een ver in het binnenland gelegen provincie, om daar in de meest beroerde omstandigheden te moeten leven. Na de dood van de « grote roerganger » Mao in 1976 keerde hij in 1978 terug. Xi Jinping, als zoon van de verrader van Mao, werd op 15-jarige leeftijd gestuurd naar het verre Shaanxi, waar hij moest werken te midden van arme boeren en vlooien, maar dat heeft hem wel ver verwijderd van de geheime diensten Hij kwam in 1975 terug in Peking, waar hij studeerde aan de universiteit Tsinghua. Maar daar stak hij weinig op, want de universiteiten hebben in werkelijkheid hun onderwijs pas in 1977-1978 hervat. Dat is ook waarom Xi Jinping geen enkele buitenlandse taal spreekt. En in tegenstelling tot Poetin heeft hij nooit in het buitenland gewoond.

Beide mannen werden ongeveer op hetzelfde moment lid van de Communistische Partij (Xi Jinping in 1974, Poetin in 1975), toen de relaties tussen beide landen op een absoluut dieptepunt beland waren. Het verkrijgen van het lidmaatschap van de Communistische Partij was voor Xi Jinping gezien het verleden van zijn vader geen eenvoudige zaak; het vergde veel tijd en tien aanvragen.

Vandaag de dag is er ook een duidelijk verschil wat betreft hun visies op de wereld – zelfs als hun analyses inzake het uiteenvallen van de Sovjet-Unie dicht bij elkaar liggen: volgens hen had Gorbatsjov nooit naar het Westen moeten luisteren. Voor Poetin, die sinds 1991 (het uiteenvallen van de Sovjet-Unie) geen lid meer is van de Communistische Partij, was het vroeger een heel stuk beter dan nu. Voor Xi Jinping daarentegen moet het beste nog komen. Hij heeft een gouden toekomst aan de Chinese bevolking beloofd voor 2049, honderd jaar na het aan de macht komen van de Chinese Communistische Partij. De consequentie is dat de verhouding van beide mannen tot het Westen ook verschilt: Poetin haat het Westen, Xi Jinping veracht het Westen. Vergeleken met zijn « vriend » is Xi Jinping geen vechtersbaas. Trouw aan de Chinese grote strateeg, generaal Sun Tzu, is Xi Jinping er vooralsnog van overtuigd dat « de kunst van de oorlog het onderwerpen van de vijand zonder oorlog is ». Een paar vierkante kilometer aan de grens met India in de Himalaya inpikken, het militair inrichten van een paar eilanden in de Zuid-Chinese Zee, toenemende oefeningen in de Taiwanese wateren om ze tot een alledaags verschijnsel te maken, officiële geografische kaarten produceren die de erkende grenzen overschrijden… dat is tot dusverre de tactiek van Xi Jinping.

Het belangrijkste gezamenlijke punt van de twee mannen is ongetwijfeld hun afkeer van westerse waarden en democratie. Joe Biden zei eens over Xi Jinping: « Hij heeft geen greintje democratie in zich », en zonder twijfel kan hij dit ook over Poetin zeggen. Beide mannen weigeren volkeren het recht om zelf over hun lot te beslissen. Hun model is de triomf van staten over individuen, van een ongeremd nationalisme en machismo: een gemeenschappelijke visie op de wereld en de samenleving, waarbij belangenverschillen op dit moment maar weinig wegen.

Maar ondertussen breidt China wel haar invloed uit aan beide kanten van de grens met Russisch Siberië door massale Chinese vestigingen. En vergeet ook niet dat delen van het oostelijkste deel van Siberië eens het bezit waren van China… Nee, van een overduidelijke echte vriendschap tussen Poetin en Xi Jinping is geen sprake.

 

Geschreven in juni 2024