Civis Mundi Digitaal #150
Bespreking van Diedert de Wagt, Bij gebrek aan beter: De andere kant van het verhaal. BGAB, 2024 (www.bgab.eu).
“Fact is indeed truly stranger than fiction” – Reallygraceful, The Deep State Encyclopedia, p10
Inleiding: een ruimere kijk op eenzijdige beeldvorming
Op zoek naar boeken over de werking van de machtselite en opheldering over de diffuse term ‘deep state’ trok dit boek de aandacht. De titel maakt niet meteen duidelijk waarover het gaat. Welk verhaal? Er is kennelijk iets mis wat beter kan. Namelijk de informatievoorziening en het onafhankelijk kritisch denken.
Het boek gaat over geopolitiek en wereldbeheersing met hoofdstukken over ‘deep state’, het militair-industriële complex, de VS, Europa en Rusland, spanningshaarden in het Midden-Oosten, het financieel-economische stelsel, de Nieuwe Weereldorde en aanverwante onderwerpen. De schrijver haalt nogal wat overhoop in 757 dichtbedrukte bladzijden, waarbij de uitroep: ‘dit kan niet waar zijn’ vaak op de lippen ligt. Daarom vergt het uitvoerige onderbouwing.
De meerwaarde van het boek ligt behalve in de onderbouwing in het totale verhaal. Het laat het verband zien tussen de beschreven gebeurtenissen op genoemde gebieden, en laat een andere kant van het verhaal zien dan de meeste media bieden. Om relevante feiten op een rijtje te zeten is een omvangrijk boek nodig, dat de lezer een meer compleet beeld geeft met een blik achter de schermen van het wereldtoneel en de schrijver als gids.
Die wereld zit vol tegenstrijdigheden en ontvouwt zich anders dan verwacht en gehoopt. “Vanwege oorlog en geweld zijn er meer dan honderd miljoen mensen op de vlucht... Er heerst geen positivisme maar cynisme. Wie verwacht zijn kinderen nog een beter leven te kunnen bieden?... Grote groepen mensen lijken in verschillende werelden te leven... lijnrecht tegenover elkaar. Dit verschil in zienswijze verhardt en splijt de politiek en samenleving. In plaats van hoop heerst er wantrouwen... Geloven we niet meer in gezamenlijke waarden en idealen?... Beeldvorming is allesbepalend. We zijn daarvoor voornamelijk aangewezen op de media.”
De media reiken een verklarend kader aan, maar overstelpen ons ook met onverklaarbare gebeurtenissen, conflicten en rampen die haast niemand aan zag komen. “Hoe scherp is de journalistiek eigenlijk nog?” (p1) Ieder verhaal heeft twee kanten. We krijgen vaak maar één kant te zien. Andere zienswijzen worden dan gediskwalificeerd of gecensureerd als desinformatie, complotdenken e.d.
“Dit boek slaat een brug tussen de verschillende meningen en biedt een afgewogen middenweg... Het beschrijft... het ‘traditionele perspectief’... en vult dit aan met historische context. Als je de geschiedenis niet kent, kun je het heden onmogelijk begrijpen. [...Aldus] wordt licht geschenen op een doorgaans onderbelichte kant van het verhaal... Het toont (op basis van ruim 2600 bronnen) de onderliggende machtsstructuren... en de rode draad daartussen... wie er aan de touwtjes trok en waarom. Zaken die uit het niets leken te komen, blijken daardoor opeens goed verklaarbaar. Deze ruimere blik maakt de wereld niet alleen een stuk begrijpelijker, maar ook minder beangstigend en onvoorspelbaar.”
Het vraagt van de lezer het vermogen om wat Aristoteles noemde “te kunnen spelen met een gedachte zonder deze bij voorbaat te verwerpen of accepteren... It is the mark of an educated mind to be able to entertain a thought without accepting it... De kans om kritisch te kijken naar zaken die we anders achteloos zouden accepteren. We kunnen daardoor aan een gezamenlijke toekomst bouwen... Kennis is macht.” (p2)
Het boek begint met de financieel-industriële machtselite in de VS, die het beleid voorbereid in denktanks, commissies, stichtingen, geheime diensten, enzovoort, die samen de deep state en de schaduwregering vormen. De lange arm daarvan strekt zich over de hele wereld uit, vooral in Europa en het Midden-Oosten. Dat komt daarna per land uitvoerig aan de orde, om vervolgens weer in te gaan op het financiële stelsel en pogingen tot wereldbeheersing in een Nieuwe Wereldorde.
De schrijver (1987) studeerde geschiedenis en als bijvak amerikakunde aan de Universiteit van Groningen. Zijn afstudeeronderzoek ging over Georgië (Rusland, de VS en de EU). Hij kon geen baan vinden en ging zich verdiepen in de recente geschiedenis (bij gebrek aan beter), waaronder het financieel-economisch stelsel, waarin sommige mensen geen baan krijgen en anderen stinkend rijk worden. Dit boek is het resultaat van zijn onderzoek.
Overzicht
Het boek bevat 27 hoofdstukken, in deze bespreking in vier delen samengevat en besproken, waarbij de volgorde grotendeels wordt aangehouden. Deel 1 gaat over de Amerikaanse geopolitiek en betreft de eerste negen hoofdstukken (behalve hoofdstuk 7 en 8 over Afghanistan en Irak) plus de hoofdstukken 17 en 22 over de Rockefellers en de Rothschilds.
Deel 2 gaat over de Europse Unie en Joegoslavië en betreft de hoofdstukken 10, 13,een deel van 16, 20 en 21 over de EU, Rusland, de Europese Centrale Bank en het massaal bijdrukken van geld (Quantitative Easing). Deel 3 gaar over Rusland en Oekraïne en betreft vooral hoofdstuk 12 en 16 ten dele.
Deel 4 gaat over Israël en Deel 5 over Westerse invasies in het Midden-Oosten in Afghanistan, Irak, Libië, Syrië, en over Iran, en betreft resp. hoofdstuk 15,7,8,11,14 en 16. De laatste twee delen gaan over de aanslag op de Twin Towers en de tendens tot wereldbeheersing en betreffen hoofdstuk 18 Full Spectrum Dominance en de laatste vier hoofdstukken over het financiële stelsel, de Nieuwe Wereldorde, The Great Reset en de aanslag op 9/11 2001. Daarna volgen conclusie en commentaar.
Dollarblijet met Vrijmetselaarssymbool waarop staat: Novum Ordo Seclorum
De macht van het geld
Rode draad is de macht van het geld. Dit komt vooral in Deel 1, 2 en 4 aan de orde en bepaalt de buitenlandse politiek van de VS en het Westen in belangrijke mate. Deel 1 gaat over de Amerikaanse politiek, die sterk bepaald wordt door de financiële en economische elite, door Charles Wright Mills de ’corporate rich’ genoemd, de macht van grote bedrijven. Het verhaal van De Wagt sluit aan bij de eerder besproken boeken van Mills en van George William Domhoff, The Power Elite en Who Rules America? ( Zie CM 102 en 143)
Naast de macht van bedrijven, die in de overheid doorwerkt via stichtingen, denktanks, lobbygroepen, enz. in een conglomeraat dat samen de deep state vormt, vormen de geheime diensten een soort schaduwregering die vooral in het buitenland actief is, met name bij conflicten. De Amerikaanse industrie is sinds de Tweede Wereldoorlog sterk verweven met de wapenindustrie in het machtige Militair Industriële Complex, dat belang heeft bij het produceren van wapens en gewapende conflicten. De media zorgen voor de beeldvorming en vijandbeelden, in het voordeel van Amerikaanse belangen. Om conflicten te genereren en de wapenproductie in stand te houden, is er voortdurend een vijand nodig.
Het boek begint met de VS als wereldbeheersende grootmacht na de Tweede Wereldoorlog. De VS nam toen de macht over van het verzwakte Groot Brittannië, waarvan ze tot 1781 een kolonie waren. De dollar werd de de wereldmunt bij de internationale conferentie van Bretton Woods, door “de dollar direct aan goud te koppelen. De valuta’s van andere landen kregen hun waarde door hun koppeling aan de dollar. Amerika beloofde daarmee de bankier van de wereld te worden... Dit was de geboorte van de almachtige dollar.” Ook het Marshallplan droeg daartoe bij. “Landen kregen enorme leningen... die vervolgens wel in de VS zelf moesten worden gespendeerd.” (p8)
De tweede pijler was de “containment of indammingspolitiek” van het gevaarlijke communisme en het bondgenootschap van de NAVO, waarbij een aanval op een land wordt beschouwd als aanval op alle andere leden (artikel 5). Na de val van het Sovjet imperium, bleef de VS een Single World Power met “de morele plicht hun waarden uit te dragen en te beschermen tegen het kwaad”. Die waarden bestonden vooral uit consumptiewaren uit de VS en de bescherming onder meer uit militaire operaties tegen landen die zich niet schikten naar de machtselite in de VS.
Wie hebben de macht in de VS? Vooral de rijke industriëlen, de corporate rich, die op diverse manieren met elkaar verbonden zijn, zoals Mills en Domhoff laten zien. Om als senator of congreslid te kunnen worden gekozen moet je veel geld hebben voor de verkiezingscampagne. Daar staan gunsten tegenover voor de weldoeners. Vaak “stemmen ze zoals sponsoren dat graag van ze willen zien”. Anders lopen ze sponsoring mis. Reden waarom politiek, geld en bedrijven met elkaar verstrengeld zijn.
Verder “mogen bedrijven bijv. meeschrijven aan wetsvoorstellen, die door lobbyisten aan politici worden doorgespeeld... Kortom: het geld heeft Washington volledig in zijn macht... ‘Geld is het bloed van Washington… Het hele systeem is gecorrumpeerd’... Belangenverstrengeling is geïnstitutionaliseerd... De draaideur tussen ambtenaren en bestuurders [van bedrijven] draait zo snel rond, dat je er misselijk van zou worden.” Industriëlen zitten in de politiek en (ex-)politici in de industrie en het geld regeert... Bedrijven hebben meer zeggenschap in de politiek dan burgers. ‘Millionaires and billionaires bankrolling whoever they want [...while] ordinary Americans are shut out of the process’,” aldus Obama.
“It is an oligarchy instead of a democracy,” zei ex-president Carter. “Met duizenden miljoenen dollars smeergeld per jaar wordt besluitvorming naar wens bijgesteld... Het ondoorzichtige complexe stelsel waarin achter de schermen een breed scala aan ongekozen, anonieme mensen op heimelijke wijze invloed kunnen uitoefenen op het gevoerde beleid, noemen ze in de VS ook wel de deep state.” (p15,17-19)
“Hoewel er een heleboel partijen onder de deep state en shadow government vallen, wil dat overigens niet zeggen dat ze ook als een goed geoliede machine functioneren. Er is geen groot complot tussen deze partijen die de taart onderling verdelen. Natuurlijk wordt er soms samengewerkt, maar er zijn ook altijd partijen waar de rest van de deelnemende puzzel totaal niet van op de hoogte is. Het is een diverse groep die voordelen vaak ten kosten van anderen probeert af te dwingen...” (p36)
Schaduwregering en geheime diensten
Naast deep state gebruikt de schrijver de term shadow government voor geheime diensten, waarvan de CIA de machtigste is. Het boek van Middelkoop gaat daar onder meer over, zie CM 143. Deze diensten werken vaak voor grote bedrijven en onder de dekmantel daarvan. De CIA is behalve in het verstrekken van inlichtingen gespecialiseerd in “geheime operaties, paramilitaire oorlogsmissies... propaganda, sabotage, en zelfs financiering en bewapening van ondergrondse verzetsgroepen”. Door middel daarvan heeft de VS haast overal ter wereld een vinger in de pap, beter gezegd een “onzichtbare hand” waarmee “regime change” bewerkstelligd kan worden. (p21,22)
Voorbeelden daarvan zijn eerder gegeven door Middelkoop, zoals de moorden op de Chileense president Allende, de Congolese president Loemoemba, het afzetten van de Iraanse premier Mossadeq, de Indonesische president Soekarno en tal van anderen, die vervangen werden door gewenste, vaak niets ontziende dictators, die zichzelf en de Amerikaanse industrie spekten. De CIA behartigt zo politieke en industriële belangen van de VS. De strijd tegen het communisme ging samen met het behartigen van kapitalistische bedrijfsbelangen.
De CIA had zelfs een School of the America’s... door critici ook wel schertsend ‘School of Dictators’ genoemd... waar 60.000 Latijns-Amerikaanse militairen zijn getraind in “het destabiliseren van een land met als doel het verwijderen van zittende macht: terrorisme voor gevorderen... via een beproefd patroon van: economische druk, het aanwakkeren van tegenstellingen, financieren van de oppositie, sabotage, chantage, marteling en moord... In het document ‘How tot assassinate’ werden de kneepjes van het moordenaars-vak feilloos uitgelegd.” (p26,27) De beruchte Argentijnse dodenvluchten werden uitgevoerd door afgestudeerden. De President hoeft daarvan niets te weten. “Niemand weet meer dan hij voor zijn specifieke taak moet weten... Slechts een handjevol mensen aan de top kent het gehele plaatje” bij de CIA.
“Ontelbare naties zijn moedwillig de vernieling in gedraaid, generaties mensen hebben onnodig geleden. De Association for Responsible Dissent schatte in 1987 dat er maar liefst zes miljoen mensen waren gestorven door de geheime operaties van de CIA of de nasleep daarvan.” Ongeveer zoveel als van de holocaust. Het verschil is dat je weinig over hoort over de “American holocaust”. (p34,35)
Militair-industrieel complex
President Eisenhower waarschuwde in zijn beroemde afscheidsrede in 1961 tegen de oorlogsindustrie met deze term. Het leger van de VS kost 800.000 miljoen dollar per jaar, ruim 2000 miljoen dollar per dag! Extra kosten van oorlogen zijn daar niet in meegenomen. China ‘slechts’ 200.000 miljoen en Rusland zo’n 150.000 miljoen. “Oorlog is big business” en zeer lucratief. “Er zijn vele miljoenen Amerikanen die direct of indirect in een industrie die aan oorlogsindustrie gekoppeld is.” (p41,43) Deze industrie is verspreid over alle staten, waar overal wel een onderdeel wordt geproduceerd. Daarom is de wapenindustrie moeilijk in te dammen. Dat kost namelijk banen. En het kost een politicus zijn kop om die te reduceren.
Eisenhower “begreep het gevaar van machtige bedrijven die garen spinnen bij het voeren van oorlog... Hij stelde dat het MIC [Militair Industriële Complex] zichzelf verrijkt ten koste van het Amerikaanse volk door geld af te dwingen dat beter ergens anders aan besteed zou kunnen worden... ‘Met iedere kogel die werd afgeschoten en iedere bom die werd gegooid, stal je het eten uit de mond van de bevolking’...” (p43.44)
Belangen van de militaire industrie worden in het bijzonder behartigd door de neoconservatieven (neocons), die “ervan overtuigd zijn dat er een constante strijd tussen goed en kwaad gaande is op de wereld.” De VS heeft de verplichting de ‘goede’ troepen te leiden als een soort “politie van de wereld”. (p44) Amerika moet laten zien dat er niet met de VS te spotten valt. “Soms moet je een tik uitdelen.” En vooral militaire macht tonen. 201 van de 248 gewapende conflicten van 1945 tot 2000 zijn door de VS gestart. Meestal onder het vaandel van mensenrechten en democratie. Conflicten die winstgevend zijn voor de industrie. Vooral als er iets te halen valt in landen, zoals olie.
Er waren al lang plannen om Irak, Afghanistan en Libië te bezetten. Een geheim memo aan generaal Wesley Clark op 20 september 2001, vlak na 9/11 2001 “beschrijft hoe we zeven landen in vijf jaar gaan pakken, te beginnen met Irak, en dan Syrië, Libanon, Somalië, Soedan en tenslotte Iran.” (p48)
Er was echter een reden nodig om een land te bezetten. Het volk en de volksvertegenwoordiging, het Congres, diende opgehitst te worden, hetgeen al bij de ramp van 9/11 was gebeurd. Bij Irak was het valse voorwendsel van massavernietigingswapens, terwijl de CIA wist dat deze er niet waren. “Het trauma van 9/11 was misbruikt om Bush de militaire macht te geven... Bush en de neocons mochten het leger voortaan volledig naar eigen inzicht inzetten tegen iedereen van wie hij had besloten of vermoedde dat ze ook maar enige rol hadden gespeeld in het plannen, financieren, plegen, helpen of gedogen bij de specifieke aanslagen, of bij terrorisme in het algemeen.” (p49) De War on Terror werd afgekondigd.
Bovenstaadn citaat is van CIA directeur Wiliam Casey. Operatie Mockingbird is een berucht voorbeeld van manipulatie van de media door geheime diensten. Het werd in er openbaarheod gebracht door senator Frank Church in 1975 Een mockinbird is een ‘spotlijster’. Deze imiteert de zang van andere volgels en maakt daar zijn eigen lied van. https://dissident.one/operatie-mockingbird-ja-het-bestaat-echt
Beïnvloeding van de media
“De VS heeft de Vietnamoorlog naar eigen zeggen verloren, doordat ze de gruwelijke realiteit daarvan niet van het publiek gescheiden konden houden. Ze raakten de steun ervoor bij de bevolking kwijt... Rauwe beelden van de oorlog schokten de bevolking en leidde tot massale anti-oorlog protesten en vredesbewegingen... Zo kwamen er nieuwe regels voor de verslaggeving van de oorlog... De beeldvorming die nodig is... wordt op een aantal manieren subtiel gevormd en gestuurd [...via] perception management.” Ofwel psychologische oorlogsvoering, een aspect van de zogenaamde soft power (p87,88) Daartoe werd voor de eeuwwisseling het IPI, International Public Information opgericht.
Al eerder infiltreerde de CIA de media. Een onderzoekscommissie van het Congres onder leiding van Frank Church onthulde “dat ruim 400 spionnen van de CIA meer dan 25 Amerikaanse mediagiganten beheersten... van de New York Times, tot de Wall Street Journal, The Washington Post, Newsweek, ABC, NBC, CBS, Time Magazine, AP, Reuters en nog veel meer... ‘The CIA owns everyone of any significance in the major media’,” verklaarde CIA directeur William Colby (p89, Operatie Mockingbird)
Toen dat aan het licht kwam, werd de nieuwsvoorziening overgedragen aan het bedrijf TR, The Rendon Group, gespecialiseerd in strategische communicatie “in 195 kranten in 43 landen in veertien of vijftien talen... Washington had dus opnieuw een ijzeren greep op de media en daarmee op de beeldvorming in de wereld... Het Amerikaanse publiek werd daardoor structureel opgejut tegen een eeuwig veranderend scala aan vijanden... Vrijwel meteen na de aanslagen op 11 september werd TRG ingezet om steun voor de Amerikaanse invasie in Irak op poten te krijgen... De belangrijkste taak... was het overdrijven van WMD-gevaar.” Dat zijn wapens voor massadestructie, die niet aanwezig bleken in Irak. (p90)
Daarnaast hebben denktanks grote invloed. Deze worden beschouwd als onafhankelijke onderzoekers die beleidsadviezen geven, maar afhankelijk zijn van financiering: “wie betaalt, die bepaalt”. Zij behartigen de belangen van geldschieters. Dat verklaart ‘How ‘thinktanks generate endless war’, volgens een gelijknamig artikel van majoor Todd E.Pierce. Want aan oorlog valt geld te verdienen. De media publiceren hun bevindingen kritiekloos, waardoor de denktanks de publieke mindset en het debat beïnvloeden. Een voorbeeld van ‘genuanceerde berichtgeving’ die hieruit voortvloeit is het artikel: ‘It’s Time to Bomb North Korea’.”
Ook films beïnvloeden de massa. Filmstudio’s werken samen met het Pentagon en de CIA. Ze hebben afdelingen voor filmopnamen van militaire scènes, mits het script door hen is goedgekeurd. “Zo moet het Amerikaanse leger positief over het voetlicht worden gebracht... (heldhaftig, rechtvaardig, dapper, voor het goede doel, etc.)... De boeman is altijd een communist, moslimterrorist... en de Amerikaanse ‘redders’ doen hun goede werk... De film is... doordrenkt met subtiele propaganda... Oorlog wordt verheerlijkt, goed tegen slecht wordt geromantiseerd, geweld wordt genormaliseerd en altijd versimpeld. De lelijke kant van oorlog: dood, verderf, trauma’s en verdriet blijft ons bespaard. Maar... bommen gooien is niet cool en een land leegroven is niet acceptabel.” (p94,95)
De media in de VS zijn zeer verdeeld “voornamelijk via de Democratisch/Republikeinse scheurlijnen... De weinige zaken waar ze het wel over eens zijn, is natuurlijk de inzet van het Amerikaanse machtsvertoon.” (p98)
Verder wordt kritiek gecensureerd, ook door internetmedia zoals Twitter en YouTube, dat “valse claims over historische gebeurtenissen verwijdert” en dus bepaalt wat juist en vals is. Algoritmen genereren informatiebubbels, door steeds dezelfde soort content aan te bieden “’Waardoor het internet een beperkende in plaats van een verruimende factor dreigt te worden”. (p101)
Beïnvloeding van de media verklaart waarom “de gemiddelde Amerikaan zich van geen kwaad bewust is van wat er in zijn naam wereldwijd wordt uitgevreten... De meeste Amerikanen hebben geen idee wat de CIA en hun overheid uitvreten... America is the greatest country in the world [...en] ze begrijpen oprecht niet waarom iemand de Amerikanen ook maar iets zou willen aandoen.” (p102)
De financiële wereld: Big Money
Eerst volgt een uitleg van de werking van het geld(stelsel). “Big money is een van de machtigste spelersvan de deep state... Particuliere belangen gaan [hier] boven de gezamenlijke. Het recht van de sterkste [d w z de rijkste...] In de financiële wereld wordt geld verdiend met geld.” Bijv. met beleggen. Wisselkoersen stijgen en dalen onvermijdelijk. Stijgt een aandeel in waarde, dan wordt winst gemaakt en verlies bij daling. Ze dalen als beleggers massaal aandelen verkopen en stijgen als er vraag naar is. Centrale banken kunnen rentestijging en daling en het in omloop brengen van extra geld investeringen en de vraag en koop van goederen beïnvloeden. Lage rente stimuleert de economie. Men laat het geld dan sneller rollen.
Toch lukt het centrale banken niet altijd om crises te voorkomen. Na een ‘booming business’ en enorm stijgende koersen volgt vaak een ‘bust’. In 1929 hadden “de tweehonderd grootste bedrijven in Amerika de helft (!) van alle andere bedrijven in de VS in hun bezit [via holdings...] Werknemers werden uitgebuit en afgeknepen... De arbeiders konden... de luxeproducten die ze zelf in elkaar schroefden niet meer betalen.” Ze leenden geld en investeerden met geleend geld, dat niet gedekt was. Koersen en leningen stegen gigantisch door de vraag. Tot er paniek uitbrak en de koersen kelderden.Mensen verkochten massaal hun aandelen die daardoor steeds minder waard werden of niets meer opleverde omdat niemand ze wilde kopen. Banken hadden spaargeld uitgeleend en raakten bij bosjes failliet. “In 1933 waren er al vierduizend ten ondergegaan.” Mensen raakten massaal hun geld en bezit kwijt. “100.000 Amerikaanse bedrijven moesten in een mum van tijd hun deuren sluiten. Miljoenen mensen stonden op straat.” (p110,111) Pas in de oorlog verdween de massale werkloosheid en kwam de VS uit de depressie.
Sinds de crisis werden financiële markten gereguleerd en gecontroleerd door de centrale bank, de Federal Reserve (FED). Onder de Presidenten Reagan en Clinton werden ze weer gedereguleerd onder druk van de machtige financiële lobby. Dit leidde in 2001 tot de dotcom crisis. Dotcom internet bedrijven die massaal opkwamen met geleend geld, en koersen tot ongekende hoogten deden stijgen, klapten in elkaar toen ze feitelijk niets waard bleken te zijn en alleen op internet iets voorstelden. Bijv. op basis van het bezoeken van hun websites die werden aangezien voor de vraag en verkoop van producten. Door aandelenhandel met computers steeg de handel enorm. “De beurzen spoten omhoog.” Tot het maximum was bereikt bij de crash in 2000. “De helft van alle bedrijven ging failliet.” (p115) Zelfs toen de daling zich aankondigde, werden argeloze burgers aangemoedigd aandelen te kopen, waarvan banken en investeerders wisten dat deze zouden dalen, om zo de laatste maximale winsten binnen te harken voor de boel in elkaar klapte.
De financiële crisis van 2007
Oorzaak van deze crisis was massaal uitlenen van geld dat niet gedekt was om er maximaal aan te verdienen “over de ruggen van alles en iedereen", waarbij alleen eigenbelang telt. Het gaat om "rücksichtslos verdienen van geld als enige doel [...bij] een roversbende in strakke pakken”. (p117) In zijn boek Dit kan niet waar zijn licht Joris Luyendijk de amorele hebzuchtige mentaliteit en bedrijfscultuur van Big Money toe.
Om een dreigende crisis te keren in 2001 “gooide de FED de rentes snel omlaag... President Bush riep zijn fellow Americans om toch vooral te blijven shoppen... om de economie aan te jagen.” En vooral om geld uit te geven aan een huis. De staat stond garant voor hypotheken. “De banken leenden het geld onder deze voorwaarden maar al te graag uit... Makelaars en banken begonnen massaal hypotheken te verstrekken aan mensen die het eigenlijk niet konden betalen. Er werd genadeloos gesjoemeld om maar zoveel mogelijk klandizie binnen te harken... Zelfs als je helemaal geen geld had, kon je nog steeds een huis kopen... Het aandeel van deze subprime hypotheken gingen van dertig naar zeshonderd miljard dollar.” (p118,119) Huizenprijzen schoten omhoog. Aan huizen kopen met hypotheken viel te verdienen door ze even later weer te verkopen.
Banken verkochten hypotheekschulden door aan andere banken, omdat deze veel konden opleveren als hypotheken zouden worden afbetaald met rente. Ze ontwikkelden een product, ‘collateralized debt obligations’, CDO’s, waarin de uiterst riskante hypotheken werden opgeknipt in kleine stukjes. Ze zorgden dat deze “dozen met schulden” een AAA status van zekerheid kregen, waardoor ze er een hoog rendement voor vroegen en kregen bij investeringsbanken en persioenfondsen over de hele wereld. “Het werd in no time een van de meest populaire investeringsmogelijkheden in de wereld... De investeringsbanken gingen daarom zelf ook steeds meer geld lenen om de [rommel]hypotheken op te kunnen kopen waardoor een steeds kleiner deel... met ‘eigen geld’ werd gedaan.” (p122) Ze staken zich dus in de schulden. Door de deregulering hoefden ze weinig eigen vermogen te hebben, namelijk 1/33 van hun investeringen. Dit is uiterst riskant als de kwetsbare huizenmarkt daalt.
In het besef van de risico’s verzekerden de banken zich bij de grootste verzekeraar ter wereld AIG voor het geval de markt in elkaar zou zakken. Dat gebeurde met behulp van derivaten. Dat zijn slimme financiële constructies en contracten over toekomstige prijzen en waarden, waarmee men zich kan indekken, “een gok op de toekomstige waarde” in de vorm van een contract, “financieel handjeklap in contractvorm... gokken voor gevorderden”. Derivaten mochten niet worden gecontroleerd en gereguleerd, vanwege een deregulerende wet die de financiële markt ongecontroleerd aan bankiers en investeerders overliet.
Een enorm populaire derivaat was de zogenaamde Credit Default Swap (CDS). Daarmee kan men zich verzekeren tegen financiële tekortkomingen en kredietrisico’s. Verzekerd negatief vermogen telde niet meer mee in de boeken als debet, omdat het door de verzekering was gedekt. Daardoor was er vele malen meer krediet beschikbaar voor nog meer winstgevende investeringen “tot wel honderd keer meer dan het eigen vermogen... Als je kunt speculeren met oneindig veel geld dat je zelf niet hebt in een markt zonder regels [...dan] loopt het gebruik van dit soort derivaten de spuigaten uit... Ze [investeringsbank Goldman Sachs] zetten bij [verzekeraar] AIG zo’n 22.000 miljoen dollar in op het ‘stuk gaan’ van de flut-hypotheken, terwijl ze dezelfde producten aan hun klanten bleven aansmeren om met hun zuurverdiende geld toch vooral in de geweldige AAA-producten te investeren.”
Ze verzekerden zich ook tegen het failliet gaan van de verzekeraar, wat een reële mogelijkheid was en hebben hun naam veranderd van investeringsbank in een commerciële bank “waardoor ze in aanmerking zouden komen voor hulp vanuit de overheid”. (p126) Sommige financiële analisten zagen de crash aankomen. Die kwam toen de rente werd verhoogd door de FED en leningen duurder werden. De vraag naar huizen daalde, huizenprijzen daalden en de markt en de hypotheekhandel stortte in. Banken verstrekten ook elkaar geen leningen meer.
“De dominostenen begonnen te vallen... Er ontstond achter de schermen een bankrun... Washington garandeerde alle burgers dat ze hun spaargeld zouden garanderen [...Maar] de gigantische investeringsbank Lehman Brothers ging failliet... Ze hadden dertig keer meer geld ingezet dan ze eigenlijk in kas hadden en moesten nu ineens betalen... meer dan acht miljoen dollar per minuut (!) verlies... Toen... begon de paniek in de VS echt toe te slaan... AIG, de grootste verzekeraar ter wereld, zou de volgende dag ten onder gaan.” Daardoor zouden de vijftig grootse banken in de wereld direct in de problemen komen. Het hele financiële systeem en de totale Amerikaanse economie stond op de rand van de afgrond. De overheid moest ingrijpen met zevenhonderdduizend miljoen dollar binnen drie dagen “over de ruggen van de belastingbetaler.” (p128,129)
Minister van financiën Hank Paulsen, voormalig CEO van Goldman Sachs was medeverantwoordelijk voor de deregulering die had geleid tot de crash. De failliete verzekeraar AIG werd overgenomen door de staat voor 150.000 miljoen dollar. Goldman Sachs was gedekt. Banken en speculanten behielden hun vele miljarden aan onverantwoorde woekerwinsten. “De onvoorstelbare verliezen moesten door ons allemaal worden opgehoest... De impasse... bracht een wereldwijde kettingreactie teweeg... Als gevolg daarvan kelderden de aandelenkoersen wereldwijd als een baksteen... Miljoenen Amerikanen raakten hun huizen, hun banen en hun zuurverdiende spaargeld kwijt en bleven zitten met torenhoge schulden.” Huizen daalden tot een tiende van wat ervoor was betaald. De gewone man was de dupe. Stinkend rijke bankiers streken het belastinggeld op “in deze wereld waarin alle logica op zijn kop staat beroven banken ons in plaats van andersom.”
Ze kwamen weg met “je reinste roofkapitalisme waarbij alles is geoorloofd wat niet specifiek verboden is door de wet... Niemand is vervolgd.” (p132,133) Ze gaan gewoon door. Het stelsel is niet veranderd. Wanneer komt de volgende crisis? De overheid danst naar het pijpen van het grote geld, dat eerst deregulering regelt om zonder restricties te woekerwinsten te kunnen behalen en als het misgaat overheidsgaranties afdwingt. Amerika werd de bankier van de wereld genoemd. Amerikaanse banken en bedrijven zijn met de hele financiële en industriële wereld verbonden. Een crisis in de VS werkt door in Europa en de hele wereld(handel), zoals na 1929.
Twee bekende Rockefellers, de oude John D Sr., ‘s werelds eerste miljardair, en David Rockefeller, de eerste voorzitter van de Council of Foreign Relations
Rockefeller, Big Oil en Big Pharma
Het bevoordelen van bedrijven boven de bevolking heeft een lange geschiedenis. Deze is voor een groot deel bepaald is door de familie Rockefeller, die hun macht hebben uitgebreid tot een conglomeraat van uiteenlopende bedrijven. Het begon met de olie-industrie waarin John D. Rockefeller op harde en sluwe wijze een monopolie wist te verwerven en zo de eerste miljardair werd. In de opkomende auto-industrie wist hij de productie van een schone motor die liep op alcohol (ethanol) en van een elektrische auto de kop in te drukken ten voordele van een benzinemotor. Elektrische auto’s en veel zuinigere motoren zijn stelselmatig tegengehouden. Rudolf Diesel kwam op verdachte wijze om het leven toen hij naar Engeland voer, waar de regering geïnteresseerd was om boten op diesel te laten lopen. Uitvinders van schone en zuinige motoren werden uit de weg geruimd. Bijv.een motor die op waterstof gewonnen uit water liep, ook wel zero point energy genoemd, gepatenteerd als water fuel cell.
De Rockefellers hadden grote invloed op het onderwijs. “I don’t want a nation of thinkers, I want a nation of workers,” aldus John D, die een voorkeur had voor gehoorzame werkers die geen vragen stellen. De General Education Board (1902) werd gesponsord door Rockefeller en andere magnaten. Hij had vooral grote invloed op het medische onderwijs dat werd gericht op chemische medicijnen die uit olie werden gewonnen: een goudmijn voor de Rockefellers. Natuurlijke en alternatieve medicijnen en geneeswijzen vielen buiten de medische wetenschap, die een monopolie werd van de American Medical Association (AMA).
“Alle belangrijke universiteiten stonden... onder invloed van de farmaceutische financiële belangen... Doktoren werden voortaan geleerd dat de enige manier om ziektes te bestrijden chemische medicijnen of een operatie kon zijn... De strijd was definitief beslecht voor synthetische geneesmiddelen. Het bracht de Amerikaanse geneeskunde in handen van grote farmaceutische bedrijven... Door iedere pil te monopoliseren waren de winsten gegarandeerd. Big Pharma was geboren met Rockefeller als kingpin van het medische monopolie in de VS. Aan ziekenzorg lag voortaan een verdienmodel ten grondslag: de enorme consequenties voor de rest van de wereld spreken voor zich.” (p379)
“Omdat de goedkeuring van de medicijnen... wordt gekocht, zijn de kwaliteitscontroles bij de FDA (Food- and Drugs Agency, die voedsel en medicijnen controleert) om te janken... Onderzoeken worden aangeleverd door de farmaceuten... De FDA gelooft de farmaceuten." (p380) Bedrijven houden echter negatieve onderzoeken achter, manipuleren klinische studies en brengen medicijnen aan de man via lobby, reclame, corruptie en beïnvloeding. Richtlijnen voor gezonde bloeddruk werden bijv. aangepast om medicijnen tegen hoge bloeddruk te slijten. Via patenten krijgen farmaceuten een monopolie en alleenrecht op verkoop, waardoor ze de prijs kunnen opschroeven. Er gaat bijna dubbel zoveel geld naar marketing als naar onderzoek, dat voor een groot deel ook op universiteiten plaatsvindt. Prijsopdrijving maakt medicijnen duur.
Er waren diverse schandalen. Bijv. de verslaving aan vaak dodelijke opioïden (een soort opiaten), zoals Oxycontin, die als veelgebruikte pijnstillers werden voorgeschreven en vaak in overdoses werden genomen. "In 2020 steeg het aantal tot 70.000 doden.” (p387) De farmaceut kwam ervan af door 639 miljoen dollar boete te betalen wegens misleiding, een fractie van de miljardenwinsten.
https://jp.pinterest.com/pin/102738435230066457/
Veel van wat we kopen is junkfood, een belangrijke factor bij obesitas
De voedselindustrie en het consumentisme
Ongezonde voeding verklaart voor een groot deel obesitas en andere (welvaarts)ziekten, zoals kanker, hart- en vaatziekten en diabetes, waarin voedselproducenten een belangrijk aandeel hebben. De WHO laat zich financieren en adviseren door bedrijven als Coca Cola, Nestlé en Unilever bij de bestrijding van obesitas. Te vergelijken met de tabaksindustrie die advies geeft voor schone lucht. Ongezond voedsel zit vol met smaakversterkers, suiker en zout. Aan ongezonde en zieke mensen valt veel te verdienen.
De landbouw is gekaapt door de agrochemische industrie, een tak van de olie-industrie, die zaaigoed van omstreden genetisch gemanipuleerde gewassen verkoopt die resistent zijn tegen landbouwgif, waardoor dit met bakken de gewassen besproeit en het bodemleven wordt aangetast. Een van de meest gebruikte onkruidverdelgers is glyfosaat (roundup), dat kankerverwekkend zou zijn, maar toch weer 10 jaar is toegelaten in de EU. Bestrijdingsmiddelen zijn funest voor bijen en insecten en ook voor vogels, bodemleven en voedselkwaliteit en veiligheid. (Zie ook CM 77,88,138,139)
“In het bloed en de urine van 90 procent van de Amerikanen kunnen inmiddels restanten van maar liefst 29 verschillende pesticiden worden waargenomen... Mensen worden ziek van op olie [en chemie] gebaseerde landbouw... Ze worden... behandeld door op olie gebaseerde medicijnen... Veertig procent van alle insecten is verdwenen... In Amerika is het aantal vogels met drie miljard afgenomen.” (p396,397)
Reclame en manipulatie speelt een grote rol bij het kopen van spullen en etenswaar. Edward Bernays, de neef van Freud, wordt “de grondlegger van de propaganda genoemd... Hij manipuleerde het onderbewustzijn van het brede publiek [...en] de mindset van de Amerikaanse samenleving... tot het ongebreidelde consumentisme... door producten aan onbewuste ideeen en verlangens te koppelen... Ook kreeg hij vrouwen aan het roken door sigaretten... ‘sexy’ te maken.” Hij wordt beschouwd als een van de honderd meest invloedrijke mannen.
“’De stereotype Amerikaanse cultuur die vooral op het verzamelen van zoveel mogelijk geld en spullen lijkt te zijn gericht, is... bewust gestuurd [...tot] een massa die geen vragen stelt maar simpelweg trends volgt. De onwetendheid wordt in de VS nog altijd in stand gehouden door een immense afleidingsindustrie van eindeloze sportevenementen, talentenshows, real-life zooi en andere afstompende simplistische televisieprogramma’s.” (p374-376) Het is conform de wens van Rockefeller, die geen denkers, maar werkers en consumenten wenste.
De Council of Foreign Relations is een van de invloedrijkste denktanks
‘Ubique’ op het wapen betekent ‘overal vertegenwoordigd’
Organisaties van de elite
John D. Rockefeller stichtte de Rockefeller Foundation, die bijzonder invloedrijk is op talloze terreinen. Ook andere miljardairs hebben stichtingen in het leven geroepen, zoals de Carnegie Foundation en de Bill en Melinda Gates Foundation. Nazaat David Rockefeller was tussen 1970 en 1985 bovendien voorzitter van de Council of Foreign Relations, “een van de machtigste clubs van onze wereld”. Alle lagen van de elite zijn erin vertegenwoordigd, de regering, bankiers, ambassadeurs, bestuurders van universiteiten, denktanks, multinationals, filmstudio’s, media (“ruling class journalists”). Deze club werkt samen met vergelijkbare instellingen zoals de Trilaterale Commissie en de Bilderberg Groep, de Club van Rome, e.a. en is “de machtigste denktank ter wereld”. (p496,497)
“Hillary Clinton was de gedroomde presidentskandidaat van de CFR.” Haar campagne vertoont enige ‘onregelmatigheden’. Zoals al haar uitgewist privé emails die zij als minister gebruikte voor staatszaken, die zijn doorgestuurd naar een ander privé emailadres. De CIA klokkenluider Keven Shipp, auteur van From the company of shadows, zei onder meer “The Clinton Foundation is en global crime syndicate. Hillary Clinton essentially is a criminal and violated several federal statuses especially regarding espionage.” (p499)
Hillary werd echter beschermd door de hooggeplaatste CIA- en FBI-functionarissen James Clapper en James Comey. Het onderzoek van Trumps banden met Rusland werd betaald door de Clinton Foundation. De medewerker die er meer van wist werd vermoord, zogenaamd een roofmoord, terwijl hij zijn gevulde portemonnee en horloge nog bij zich had. “Op de zgn. ’Death List’ staan tientallen... voormalige bodyguards van de Clintons.” Verongelukt, vermoord en zelfmoord. “Haar verkiezingsprogramma zat vol met oorlogsretoriek.” Na vier jaar als minister van Buitenlandse Zaken werd ze getypeerd als “queen of warmongers". (p501,503)
Trump recruteerde zijn team uit dezelfde elite. Zijn beleid was nog meer pro-Israel, mede door zijn nogal orthodoxe Joodse schoonzoon Jared Kushner. De schrijver noemt “twee mogelijke redenen om Trumps ondubbelzinnige loyaliteit aan Israël te verklaren, als eerste... seksuele manipulatie door de Israëlische veiligheidsdienst Mossad”. (p506) Dat was namelijk het geval bij Bill Clinton. Dat liep via Jeffrey Epstein, een goede bekende van president Netanyahu en betrokken bij de Mossad, de Israëlische geheime dienst. Hij regelde minderjarige meisjes voor seks met invloedrijke mannen, maakte daar in het geheim opnamen van, die hij als chantagemiddelen kon gebruiken.
Trump kende Epstein, maar heeft hem ook een keer “uit een van zijn clubs laten trappen toen hij zag dat de pedo jonge meisjes die daar werkten aan het versieren was”. (p512) Epstein is opgepakt en heeft onder verdachte omstandigfheden zelfmoord gepleegd. De schrijver sluit niet uit dat de Mossad hem gered heeft en het stoffelijk overschot heeft verwisseld, omdat de foto verschilde van een foto van Epstein.
Een tweede verklaring voor Trumps loyaliteit aan Israël is het gegeven dat de Joodse bankiersfamilie Rothschild zijn faillissement heeft voorkomen door soepele financiële regelingen. Bankier Wilbur Ross, die 24 jaar voor de Rothschilds werkte, werd Trumps minister van Economische Zaken.
Ook president Biden en vicepresident Kamala Harris dragen het zionisme een warm hart toe. Biden is lid van de Council of Foreign Relations. “Een derde van zijn kabinet transition team stond op de loonlijst van het MIC [Militair Industriële Complex].”
Wapenschild van de Rothschilds met een rood schild in het midden
De bankiersfamilie Rothschild
De Rothschilds hebben grote invloed op de centrale banken die geld drukken en de geldstroom voor een groot deel beheersen. Stamvader Mayer Amschel Rothschild had vijf zonen, die uitwaaierden over Duitsland, Oostenrijk, Italië, Frankrijk en Engeland en een van de eerste multinationals creëerden. Zoon Nathan Rothschild financierde het Britse Rijk, dat in oorlog met Napoleon raakte. De Rothschilds leenden ook aan Frankrijk en regelmatig aan verschillende partijen bij een conflict. Daardoor duurden oorlogen langer en verdienden zij meer.
Bij de slag bij Waterloo verspreidden zij het gerucht dat Engeland aan de verliezende hand was.
Daardoor verloren Britse staatsobligaties hun waarde en konden de Rothschilds deze goedkoop opkopen, “waardoor ze in een klap grootaandeelhouder van de bank van Engeland werden waarna ze die bestuurden... De belastingen die de burgers aan de overheid betaalden werden voortaan direct doorgesluisd naar de Rothschilds... De Rothschild familie mocht als grootaandeelhouder voortaan geld uitprinten uit naam van de overheid waar ze het aan uitleende... De Rothschilds hadden daarmee feitelijk de regering gekaapt... In 1815 verklaarde Nathan daarom... “The man who controls Britain’s money supply controls the British Empire.” (p518)
De Britse pond werd gekoppeld aan een goudstandaard. Alleen de Rothschilds wisten hoeveel goud er was. “Ze leenden geld uit dat ze zelf hadden uitgeprint dat maar voor een fractie was gedekt door goud... Met het geld dat iedere maand braaf door de leners werd overgemaakt, kon vervolgens goud worden gekocht, op basis waarvan weer een heleboel meer briefgeld kon worden uitgeleend... Banken creëerden uit het niets geld... ‘Het meest verbluffende stukje sluwheid ooit’,” aldus de president van de Bank of England. Mensen werden als het ware slaven van de bankiers. (p519)
Kolonies werden verboden hun eigen munt te gebruiken en moesten door de Rothschilds uitgeprinte geld gebruiken tegen rente. Dat gold ooit ook voor de VS. Na de Amerikaanse revolutie wisten ze de First Bank of the United States te openen in 1791, een privébank. Het Congres wilde echter zelf geld rentevrij uitgeven en niet lenen van de Rothschilds tegen rente. Nathan Rothschild dreigde toen met oorlog en leende bijna rentevrij aan de Britten, maar die hadden hun handen vol aan Napoleon. De Britse premier werd als sta-in-de-weg vermoord, maar de Britten verloren de ‘war of 1812’.
De Amerikaanse centrale bank
De oorlog bracht de VS zoveel schulden “dat ze daarna wel gedwongen zouden worden om een nieuwe Amerikaanse centrale bank te accepteren... In 1816 werd de Second Bank of the United States geboren.” President Andrew Jackson vernieuwde de vergunning echter niet maar overleefde een moordaanslag. Op zijn sterfbedkon hij zeggen: “I killed the banks.” (p520,521)
President Abraham Lincoln ging niet in op het aanbod van de Rothschilds om de burgeroorlog te financieren en creëerde zijn rentevrije ‘greenback dollar’. De bankiers bestreden dit ‘eerlijke geld’ door kranten te financieren die ertegen waren. Frankrijk en Groot-Brittannië waren er ook tegen en bereidden zich voor om oorlog te voeren. Dit werd voorkomen door Tsaar Alexander II, die zijn vloot naar New York zond. Lincoln won de burgeroorlog en bleef rentevrij geld uitgeven opdat “geld niet langer de mensheid zou domineren, maar juist ten dienste daarvan staan”. (p523) Toen Lincoln in 1881 werd vermoord, manipuleerden de Rothschilds president Ruthford. De volgende president Garfield was echter een tegenstander en werd in 1901 vermoord.
Naar het voorbeeld van Rothschild “probeerden door de hele wereld centrale banken overheden te domineren... ‘Joodse bankiers verwierven een toenemend aandeel ven de internationale financiering. Het hoofd van de hele groep is de Rothschild familie’,” aldus de Joodse encyclopedie. (p522,523)
Een groep bankiers in de VS probeerden alsnog een centrale bank te creëren, die ze Federal Reserve noemden, een misleidende term, want het was geen overheidsinstelling maar een privébank, Senator Aldrich, schoonvader van John D. Rockefeller en zakenpartner van bankier J.P.Morgan, speelde een sleutelrol. De bankiers creëerden in 1907 paniek en een ‘bankrun’. J.P.Morgan c.s. hielden de omvallende bank overeind. Aldrich bepleitte een centrale bank bij president Wilson. Er was echter oppositie. De belangrijkste tegenstanders verdronken echter met de Titanic. J.P. Morgan was eigenaar van het bedrijf dat het schip had gefinancierd en de gasten uitgenodigd. Zelf besloot hij niet mee te gaan.
President Wilson tekende de wet waardoor de FED, Federal Reserve als centrale privébank ontstond en kreeg er later spijt van omdat het in zijn woorden leidde tot “een van de meest volkomen gecontroleerde en gedomineerde regeringen... een regering door de mening en dwang van een kleine groep dominante mannen.” (p525) Zij namen de plaats van het volk in achter de regering.
Congreslid Louis Mc Fadden bond de strijd aan met de FED. Hij werd beschoten en vergiftigd. “De FED kreeg zijn wet... Het blijft schimmig hoe de macht precies verdeeld is en wie de grootaandeelhouders van de FED en zijn lidbanken zijn... Wij weten dat dit naast de Rothschilds een aantal machtige families zoals de Rockefellers zijn”. (p526) Het betreft een tiental families, die de bankiers van de twaalf lidbanken zijn.
De FED is niet federaal en is als privébank onafhankelijk van de overheid en wordt niet door de regering bestuurd. Na de bankencrisis in 2008 werd de FED in 2011 voor het eerst onderworpen aan accountantscontrole en bleek voor 16 biljoen dollar (16.000.000.000.000) aan overheidsgeld te hebben uitgeprint en uitgedeeld aan een aantal gerelateerde banken, waarvan er vijftien worden weergegeven. (p527)
In de Grondwet staat dat alleen het Congres geld mag munten om het gevaar van door de staat geleend geld te voorkomen. “Precies het tegenovergestelde is gebeurd... De Amerikaanse overheid betaalt nu zo’n 1500 miljoen dollar per dag (!) aan rente over zijn staatsschuld, waarmee het bijna net zoveel uitgeeft als aan zijn enorme leger.” Dit geld moet worden betaald door belastinggeld, dat naar de centrale bankiers stroomt. “Rente is dus zonder overdrijving verantwoordelijk voor de welvaartsverdeling (of anders gezegd: de welvaartsverschuiving) van de gewone mensen naar een handjevol mensen aan de top. Om precies die reden was het heffen van rente tot en met de middeleeuwen dan ook verboden... (Alle wereldreligies spreken zich heel specifiek uit tegen het heffen van rente).” (p528)
https://historianet.nl/maatschappij/politiek/politici/complottheorie-wie-vermoordde-john-f-kennedy
De moord op President Kennedy
Kennedy “wilde de verstikkende macht van de FED doorbreken [...opdat] het Amerikaanse ministerie van Financiën onafhankelijk van de FED écht en eigen geld’ in circulatie kon brengen: schuldenvrij en gedekt door zilver,” volgens Executive Order 11110, die na de moord op Kenndy niet is uitgevoerd. Daarnaast “weigerde hij troepen naar Vietnam te sturen omdat hij (terecht) niet van het communistische gevaar overtuigd was. Hij wilde... onderhandelen.” Verder werd hij “door de CIA voor het blok gezet om Cuba te bombarderen... Hij was daar zo laaiend over dat hij... de corrupte CIA-directeur Allen Dulles liet ontslaan.”
De CIA wilde een invasie van Cuba afdwingen onder het valse voorwendsel dat Cuba een Amerikaans passagiersvliegtuig had neergehaald, dat de CIA voorstelde om neer te schieten: valse vlag operatie Northwoods. Kennedy dreigde daarop: “I will splinter the CIA into a thousand pieces.” Daarnaast kantte hij zich tegen een Israëlische kernbom. “Hij dreigde zelfs de geldkraan naar Israël dicht te draaien... Premier Ben Gurion.... gaf volgens sommigen de Mossad toestemming om de president uit de weg te ruimen.” (p529,530, zie ook het boek Final judgment)
Redenen genoeg voor een fatale aanslag.
De Warren Commissie die onderzoek deed naar de aanslag, stond onder leiding van de ontslagen CIA directeur Allen Dulles. Het Congres concludeerde echter in 1979; “Kennedy was probably assassinated as a result of a conspiracy.” De Wagt gaat in detail in op de moord. “Er moeten meerdere schutters zijn geweest.” Dat bleek uit de schotwonden, getuigenverklaringen en het feit dat ook de mede-inzittende gouverneur van Texas was getroffen uit een andere hoek. De beschuldigde dader Oswald zou in het verleden CIA-agent zijn geweest en zei dat hij de schuld in de schoenen geschoven kreeg. Hij werd vermoord door Jack Ruby “(Jacob Leon Rubinstein)... een man met connecties naar de maffia, de politie en geheime diensten”’ (p532) Hij kon zomaar het politiegebouw binnenlopen om Oswald te vermoorden.
Voormalig CIA medewerker Kevin Shipp, die de zaak in detail bestudeerde, verklaart dat “de schaduwregering inclusief de CIA verantwoordelijk waren voor de moord en gebruik, maakten van de maffia... In 2017 verzocht de CIA president Trump nog om het John F. Kennedy-dossier... in verband met de staatsveiligheid opnieuw een aantal jaar achterin een geheime kast te gooien... Waarom verbergen ze dan zoveel? Anderen wijzen naar de maffia, Mossad en de Rothschilds... (twee van hetzelfde laken een pak). De Mossad zou Ruby hebben gestuurd om Oswald te vermoorden. Veel mensen die betrokken waren bij de afwikkeling van het onderzoek van de moord zijn onder verdachte omstandigheden gedood. (p533,534)
Terug naar de Rothschilds. “Sinds JFK uit de weg is geruimd koersen zij ongehinderd verder... Hun vermogen is onbekend maar zou volgens sommige schattingen vijfhonderd biljoen bedragen, “een slordige 70.000 dollar voor ieder mensenkind dat er op deze planeet rondloopt”. (p535) Het gaat hen echter niet om geld maar om macht: macht door schuld. Deel 5 over wereldbeheersing komt hierop terug, nadat Deel 2 en 3 gaan over de Amerikaanse invloed op de Europse Unie, Oekraïne en Rusland en Deel 4 over oorlogen in het Midden-Oosten, die met het streven naar wereldbeheersing samenhangen.