Civis Mundi Digitaal #150
Terugblik op voorbij eeuwen
Tot dusver verbleven Northam en zijn vrienden in Zuid-Europa, waarschijnlijk Noord-Italië. Vandaar gingen ze naar het Noorden, naar de megastad Norfor, een mondiaal spiritueel centrum. Daar bezochten ze de plaats waar Northam werkte, waarvan hij de herinnering verloren was door het ongeluk.. Op één dokter na, “’hadden ze de mogelijkheid van reïncarnatie uitgesloten.” (p119)
De geleerden waren erg geïnteresseerd in onze 19e eeuw, vooral het eind van de 18een het begin van de 19e eeuw, die ze een ‘overgangseeuw’ noemden. “Ideeën van vrijheid, gelijkheid en broederschap en liefde voor de natuur werden in die tijd geïntroduceerd en gekoesterd... Ze spreken over de de strijd voor ware vrijheid... en de vredespacten in Europa.” Over de 20e eeuw en de Grote Oorlog [de Eerste Wereldoorlog, van de Tweede wist Dienach niet] waren ze minder te spreken. “Toen ik ze vertelde dat ik Zwitsers was [geweest]... vroegen ze me... naar de twee beroemde ‘Alberts’ van die tijd: Schweitzer en Einstein.” En ook naar Bergson, die met zijn onderzoek naar intuïtie als voorloper wordt beschouwd van het vooruitzicht van de Nibelvirch. (p120,121)
Honderden jaren waren Noord-Amerika en Zuid-Afrika centra van spirituele cultuur. Daarna kwam Europa weer op. Een kenmerk van de cultuur in het jaar 3906 is dat men gevoel voor maat heeft. “Men is wijs als men weet te stoppen... Het is gemakkelijk om te zeggen als het genoeg is, als comfort ophoudt en absurditeit en extravagantie beginnen. Wij hebben geen overmaat nodig... Hard werken is geen behoefte van het hart., niet zoals een wetenschappelijke, kunstzinnige of intellectuele creatie.” (p124)
Er was overvloed door een “universele confederatie van handelsgenootschappen”, zonder exploitatie van anderen voor eigen voordeel. “Dit verschijnsel verdween uit de interpersoonlijke relaties.” (p125) De mens van de Nieuwe Tiijd werd Troende genoemd, de opvolger van de “materialistische mens van de zielloze techno-cultuur en de tijd van de mechanistische filosofie zonder... enige spirituele grondslag.”
Intellect en ziel werden onderscheiden. “Het gebod ‘heb je naast lief’ is de heersende wijze van leven – het is de regel, niet de uitzondering. De mensen zijn erin geslaagd het ’ongelofelijke’ en het ‘onmogelijke’ om te keren in het ‘mogelijke’ en het ‘werkelijke’. Ze volgen de christelijke leer zonder christenen te zijn.” (p126)
Liefde en relaties
“Ik vroeg hem of ze ‘liefde bedrijven’ die niet uit liefde voortvloeit, als iets onethisch beschouwen. Hij [Stefan] antwoordde dat dit geenszins zo werd gezien, maar het kan niet worden vergeleken met de ware vereniging in liefde... In oude tijden... waren fysieke relaties louter gebaseerd op aantrekking tussen de seksen en beoordeling van karakter... Frequente verandering van partners werd niet aangemoedigd... De tederheid en spirituele band kwam na de natuurlijk aantrekkingskracht en waardering voor de menselijke persoon... Tijdens de laatste eeuwen... werd verdedigd... dat onthouding... spiritualiteit bevordert, iets dat herinnert aan ascetische principes uit oude tijden.” (p128)
Relaties werden meer allianties van gelijken, open en eerlijk zonder verborgen motieven. “Is er iets dat jullie beschouwen als immoreel?” Natuurlijk!... Maar het komt zelden voor. De mensen krijgen vandaag de dag een zekere voldoening door ethisch te zijn, zonder daartoe te worden gedwongen... Onze samenleving heeft bepaalde morele beperkingen.” Bijv. geheime ontmoetingen met een andere man of vrouw... Oneerlijkheid is onvergeeflijk... Een partner behoort vandaag de dag directheid, liefde, eerlijkheid en respect voor bepaalde morele waarden te waarderen... De Ilectors [geestelijke leiders] zijn erin geslaagd seksuele onthouding in de geest van de jongeren te vestigen tot de gevoelige en moeilijke leeftijd van negentien jaar.” (p129,130)
“Meestal duurt het drie of vier relaties... om ‘de Ene’ te vinden... in de vorm van een levenslange band... Ons geweten en ons aangeboren kompas complementeert de aangeschafte instituties [zoals het huwelijk, maar er is wel geregistreerd partnerschap] ... Voor ze de liefde consumeren... wachten ze velen maanden, zelfs jaren, tot ze een passende partner vinden... wachten tot de juiste tijd en de juiste persoon... voor de rest van hun leven.” (p130-132)
“Vreugde is het voedsel van de ziel.” Het is een spirituele ervaring. Het gaat uiteindelijk om “de ervaring van een hoger spiritueel leven en toegang tot het goddelijke – op weg naar de Samith [de Grotere Werkelijkheid]... Er is geen armoede, afhankelijkheid, geweld en dergelijke.” Maar wel ”pijn van het hart” en “nostalgie en dorst naar de Samith... de oude christelijke beleving van innerlijke pijn.”(p134.136)
“Werkelijk geluk kan niet bestaan zonder zonder basale morele waarden die werkzaam zijn op basis van het innerlijk evenwicht van een persoon en zijn leven zin geven en een hoger doel.” (p160)
Het wereldbeeld van Silvia
Silvia bevestigt het bovenstaande. “’Als ik jou niet had gevonden, weet ik niet of ik ooit in staat zou zijn om mij voor te stellen hoe groots liefde uiteindelijk is.’ Ze zei ook dat ze een kind van mij wilde, een kind dat mijn hart zou ervan en mijn wijze van denken en waarnemen van de wereld om ons heen. Wat zou ik nog meer kunnen vragen?... Ik dacht terug aan Anna... Alles wat wij... droomden, mijn dierbare Anna... dat bestaat! Het is werkelijk... Het bestaat hier in het werkelijke leven!” (p141,143)
Later bevestigde zij nogmaals: “een hart tot hart verbinding is iets heel anders dan een vurige passie... Werkelijke liefde kan vergeleken worden met een religieuze ervaring of intuïtie... Wat wij ook bereiken in het leven krijgt zijn waarde als het ons een stap dichter bij de Samith brengt... De basisoorzaak van de hele historische cultuur van de wereld is het verlangen naar de Samith, de heilige dorst van het hart en de ziel.” (p163,165)
Zij citeerde een paar versregels: “’Er is een verbazingwekkende vlam die alles doet fonkelen. Je kunt het zien’... Er bestaat iets dat zo groots is, dat het onmogelijk is om het te vatten met onze menselijke geest, iets dat zo groots is, dat louter de verwachting ervan voldoende zal zijn om de wereld met eindeloos geluk te vervullen.”
Ze gaan samen naar muziekuitvoeringen, o.a. de 9e symfonie van Beethoven, en reizen naar het voormalige Rome dat nu Markfor heet, waarvan het oude Rome een vijfde deel omvat. Daar houden ze zich bezig met kunst en cultuur. Diverse Europese schrijvers en kunstenaars hebben de tand des tijds overleefd, zoals Dante, Shakespeare, Goethe, Dickens, Tolstoi en Dostojevski. Er is een wereldcultuur ontstaan met vele individuele vormen. Door huwelijken tussen bevolkingsgroepen is er ook een wereldtaal ontstaan
Northam in gesprek met zijn geneesheren
Sociale klassen
Genoemd zijn reeds de Ilectors en de Lorffes, de leidende klasse, die door de burgers worden gekozen. Ze nemen de positie in die duizend jaar eerder door de wetenschappers werden ingenomen en voordien in Amerika door magnaten en rechters van het Hooggerechtshof, vooraanstaande politici, generaals en aristocraten. Daarnaast zijn er de Cives, de burgers, die een tweejarig dienstverband aangaan in kantoren. Verpleegkundigen staan hoger aangeschreven dan gewone Cives en kantoorpartners die hen administratief ondersteunen. “Ze worden door iedereen behandeld als een soort priesteressen.” (p148)
De hele bevolking kenmerkt zich door een innerlijke cultivering en verfijning. “Bereidheid tot dienstbaarheid is een de meest fundamentele kenmerken van hun cultuur... Zij onderhouden vriendschap omwille van de vriendschap en de spirituele voeding die het biedt, zonder utilitaire motieven.” (p149,151) Bestuurlijk gezien ontstond er een wereldwijde broederschap en “Universeel Gemenebest” (p157). De stichting daarvan wordt gevierd op bepaalde feestdagen.
https://www.bizanalysis.org/en/business-analysis-of-chronicles-from-the-future/
De nieuwe wereldbeschouwing
De uiteindelijke werkelijkheid is onzichtbaar, transcendent en valt buiten ons begrip. We kunnen deze slechts benaderen, onze kennis is relatief. Het oude onderscheid in de materiële en de spirituele wereld is subjectief en door mensen voortgebracht. “De Grote werkelijkheid is één en uniform.” Dit werd bevestigd door de verlichte cognitie van grote visonaire geesten, waardoor grenzen zich enorm uitbreidden bij de Homo Occidentalis Novo. “Alle dingen die we bovennatuurlijk noemen, zijn niets anders dan wetten die ontoegankelijk zijn voor menselijke cognitie en logica.” (p199)
De nieuwe mens, de Nojere, “onthulde dat de wereld een goddelijke zin en doel heeft... die niet gerelateerd is aan de eindige menselijke existentie. De natuurwetenschappen boden geen ware kennis. Wetenschap was praktisch en nuttig... maar bevatte geen absolute waarheid. Alleen de nieuwe ervaring van Oversyn... samen met de Nibelvirch geven een mens zuivere kennis en bevrijding van pijn en twijfel en beëindigen zijn metafysische verdriet... Als resultaat kwamen de morele en emotionele schatten van elke religie aan de oppervlakte en in het voetlicht... Religie wordt niet meer ‘weerlegd’... en is niet langer genoodzaakt zichzelf constant en wanhopig te verdedigen.” (p200)
In Markfor, het nieuwe Rome, bezochten ze lezingen, waar spirituele ontwikkeling werd benadrukt. “Bevrijd jezelf van de ketenen van de materiële menselijke natuur. Wees een vrije morele persoonlijkheid en probeer om je leven te verlichten van al hetgeen mooi en zinvol is,” aldus professor Lain. Kennis was vroeger incompleet en eenzijdig en miste vaak het centrale idee van het Hoge, het Goddelijke, het Mooie in alle manifestaties ervan. Als dit ontbreekt is er een “gevoel van afwezigheid van ons ware thuis, een gevoel van nostalgie en dorst en gebrek aan vervulling". (p202-205)
Alle grote kunstenaars drukken in essentie hetzelfde uit, geïnspireerd door dezelfde “intuïtie of glimp van de Samith, die zichzelf in vele verschillende wijzen en vormen onthult... met hetzelfde ‘gevoel van bevrijding’... Belangrijker dan de afzonderlijke religies is het religieuze gevoel dat mensen aangeboren is... Wat tegenwoordig het meest telt is het aangeboren bewustzijn dat in iedere persoon bestaat en dat wil er rechtvaardigheid en moraliteit heerst”. (p206)
Sommigen voelen zich aangetrokken tot religie, anderen tot kunst. “Het belangrijkste doel van de kunstenaar is niet om kennis te verschaffen, maar superieure ervaringen... de ervaringen die kunstzinnige gevoel creëert en overbrengt... om het hart te raken... om vluchtige glimpen te geven van wat werkelijk bestaat: de Samith.’’ (p207)
De Eerste Wereldoorlog
Verval van de westerse beschaving
Dit verval gebeurde bij het ontstaan van “de techno-cultuur... met een overvloed aan gestandaardiseerde industriële producten, vooral bedoeld voor consumptie, de onbelemmerde en ongeconditioneerd bewondering voor technische toepassingen... en alle economische waarden in het algemeen, de zucht naar materieel comfort... onverschilligheid voor innerlijke cultivering en bijgevolg een reusachtig vacuüm in de ziel van de mensen en hun emotionele intelligentie. In de kunsten waren primitivisme en abstractie in de mode... In de architectuur vervingen... kubistische vormen de eerdere meesterwerken,” aldus professor Lain.
“De morele waarden van de 19e eeuw maakten geleidelijk plaats voor de materialistische levenshouding... De levensstandaard ging omhoog en de consumptie van voedsel en industriële producten steeg in een mate die onvoorstelbaar was in eerdere tijden... Het verwerven van ‘dollars’ werden een van de primaire motivaties... De ‘westerse geest’ nam toe in territorium, maar verloor een groot deel van zijn spiritualiteit. Zij verspreidde zich overal op de wereld en overheerste geleidelijk de unieke kenmerken van iedere natie... zelfs in de landen van het Verre Oosten.” (p212-13)
“De Noord-Amerikaanse federatie in het bijzonder nam verantwoordelijkheden en politieke invloed op zich over de hele wereld... Maar... het ontbrak hen aan traditie en ervaring... Europa werd overspoeld door de onontwikkelde Amerikaanse cultuur, die erin slaagde bijna alle gebieden van het intellectuele leven te overheersen zonder enig verzet... In het onderwijs werd het onderricht in de ‘klassieken’ overal significant verminderd om tijd vrij te maken voor technische training en ‘meer praktisch’ onderwijs... Geweld, terrorisme, ondrmijning en... een nililistische houding en mentaliteit kwamen overal voor... Principes als solidariteit, hulp en compassie... en respect voor menselijke waardigheid begonnen overal in verval te raken... ten opzichte van de nieuwe machtige zelfzuchtige prediking van ‘ieder voor zich’.” (p213)
Er kwamen nieuwe industrieën. Het werk werd geautomatiseerd. Het innerlijk leven verarmde. Het leven kreeg een stressvol tempo door “de agressieve strijd om het bestaan”. Technische vooruitgang werd een middel in plaats van een doel. Morele ontwikkeling ontbrak. Democratische idealen werden vervangen door autocratie. Er kwamen totalitaire staten en instellingen. Individuele vrijheden en burgerrechten raakten in verval, alsmede betrokkenheid bij menselijke waarden en nobele gevoelens. Het nastreven van eigenbelang leidde tot een omgeving van competitie en wedijver, waarbij het ging om het verwerven van rijkdom en “dorst naar macht”. (p213-14)
Jonge mensen bewonderden idolen, acteurs, voetballers, musici (popsterren) en harteloze magnaten. “Mensen verloren hun innerlijk evenwicht. Het verval van idealen liet een verschrikkelijke leegte achter... De wereld van religie stortte in. Een aantal natuurwetenschappers beweerden dat wetenschappelijke kennis het ‘naïeve geloof’ verving... Het ging gepaard met... stressvolle mentale bijverschijnselen op grote schaal: neuropsychiatrische stoornissen en veel zelfmoorden. Er heerste vele jaren een fase van nihilistisch gebrek aan zelfcontrole.” (p214-15)
“De extra vrije tijd... werd gevuld met spektakel en vermaak van lage kwaliteit... autoraces, sportwedstrijden en vulgaire, populaire massamedia... Mensen verloren hun vermogen om het goede van het slechte te onderscheiden en het mooie van het lelijke”. (p220,221)
In de armste landen van Afrika en Azië stierven vele mensen door hongersnood en slechte voeding, vooral kinderen, en ze werden belaagd door overbevolking. Ondanks hun numerieke overwicht [van anderen] domineerden de witten de machtsposities in mondiale instituties.
https://www.infinityexplorers.com/incredible-story-paul-dienach-man-fell-coma-awakened-year-3906
Indeling van de toekomstige geschiedenis
Genoemd is reeds de nieuwe tijd van de Homo Occidentalis Novum. Daaraan vooral ging de Eldrere, de oude tijd. Dat was de tijd van de Retsstat (de mondiale staat van recht en orde) “Verder terug waren ‘de donkere tijden van de prehistorie’.” Een tijd van anarchie, chaos, brutaliteit, wederzijdse vernietiging, dorst naar plezier en morele onverschilligheid, overal materialistische motieven en gebrek aan fatsoen. “Liefde was een oppervlakkig en harteloze daad, een louter biologisch plezier zonder spiritueel contact, gevoel of innerlijke kwaliteit... De uren van meditatie leken lang verloren en verdwenen.” (p218)
Voor de Retsstat – de vestiging van het Universele Gemenebest in het jaar 2390 – waren er andere pogingen van politieke federaties en economische unies in allerlei soorten. Er waren ook diverse wereldwijde crises. Urbanisatie leidde tot reusachtige stedelijke gebieden. De luchtvervuiling was enorm. Mensen moesten maskers dragen. Wegens gebrek aan landbouwgrond ging men later over tot “kunstmatige fotosynthese”. Gebrek aan politieke organisatie leidde tot gevechten over soevereiniteit, militaire competitie, plundering van nationale economieën, politieke allianties en machtsblokken, enz. De nieuwe wereldorganisatie had zijn tijd nodig. (p220,221)
Verder waren er migratiegolven van de 20e tot de 24e eeuw. De witte bevolking zou de vijf continenten overheersen. [Dit lijkt een extrapolatie van hetgeen reeds in de 20e eeuw gebeurde.] Ook de arctische gebieden werden dankzij airconditioning bevolkt. De omvang van het leger werd gereduceerd. Militairen kregen een wereldburger-training, nadat een universeel gezag was gevestigd. Er waren twee parlementen in de federatie. De vorming van “verenigd burgerschap” was een langzaam psychologisch proces. Het duurde eeuwen voor een “universeel gevoel van etniciteit” gestalte kreeg, en mensen “zich realiseerden dat zij leden waren van een universele, nationale en politieke gemeenschap... en meer universele idealen vorm kregen.” (p227) Leiders realiseerden zich “dat oorlogen kunstmatig werden gecreëerd door slechte en onwaardige leiders samen met wapenfabrikanten... Zij wekten haat in de mensen op [... Later] vond men een menselijke wijze om conflicten op te lossen”. (p231,232)
Er ontstonden “economische coöperatieve collectieven” die de basis werden van het politieke leven. Daarna kwam er een renaissance van spirituele waarden. Het ging gepaard met egalitaire en universele politieke waarden, “zoals algemeen stemrecht, gelijke rechten, sociale rechtvaardigheid, individuele vrijheid, verenigd gevoel van etniciteit en een hoge mate van persoonlijke veiligheid, georganiseerde mondiale productie, overvloed aan voedsel en allerlei soorten industriële producten””. (p228)
Voor de spirituele renaissance namen economische en technische verworvenheden een hoge vlucht. Geluk werd beschouwd in termen van comfort een adequate verdeling. In de spirituele renaissance was de verlichte geest Alexis Volky een sleutelfiguur. Hij opende de nieuwe zienswijze van de Nibelvirch voor anderen, een direct zien van de Grote Werkelijkheid. Dit gaf “ongelofelijke gevoelens van geluk, geestelijke vrede, een soort goddelijke vreugde en een bijna ‘socratische’ verzoening met de dood, maar ook een veronachtzaming van wereldse zaken.” (p243) Dat werd later bijgesteld tot een meer evenwichtige en geïntegreerde leefwijze met een spiritueel accent. Men streefde naar “een betere organisatie van de samenleving... nieuwe instituties en betere samenwerkingsverbanden... op allerlei sociale levensgebieden”. (p244) Grote filosofen en geestelijk leiders werden opnieuw bestudeerd met ongekende ijver, gemotiveerd door verlangen deel te hebben aan de Grote Werkelijkheid.
Technische inrichting van de maatschappij
De schrijver is vanuit zijn cultuurhistorische interesse vooral geïnteresseerd in het spirituele en het culturele, minder in technische, economische en politieke aspecten. Bij de reizen door Europa die hij maakt, zijn er uiteenlopende geavanceerde vervoersmiddelen van vliegende schotels tot “transcontinentale voertuigen op wielen” en ‘velos’, wellicht een soort fietsen. Er zijn zelfs "vliegende velos, amfibische tricycles en vleugelloze nanohelikopters”, (p291) Er waren ook een soort “steden op wielen” met restaurants en parkeerplaatsen voor wel duizend passagiers, waarmee intercontinentale reizen werden gemaakt naar het Verre Oosten. (p272) Steden zijn beplant met veel bloemen, planten en bomen.
De schrijver beperkt zijn reizen tot Europa, van Zuid naar Noord en terug. Hij reist bijvoorbeeld langs de Rijn, en door Midden-Europa langs een kunstmatig aangelegde rivier de Silea, vanaf de Mont Blanc naar het Oosten. Keulen, Koblenz en Mannheim worden genoemd als “parels van de moderne Rijn”. Daarnaast ook Straatsburg en Karlsruhe. (p278)
Voedsel wordt naast de landbouw in laboratoria geproduceerd, waardoor de voedselcrisis bij vroegere overbevolking werd opgelost. Het bevolkingsaantal wordt gereguleerd door geboortebeperking met medewerking van de bevolking. Er wordt niet moeilijk gedaan als er een keer een kind te veel wordt geboren. Ook het klimaat wordt gecontroleerd, hetgeen de landbouw ten goede komt. Woestijnen worden vruchtbaar gemaakt en ook de “eindeloze vlakten van centraal Azië” waaruit “haast onuitputtelijke energievoorraden” worden geput. Men maakt gebruik van “gas, hydro-elekrisch potentieel, zon en wind”. (p262)
De planeet Mars werd gekoloniseerd. Maar klimaatsverandering kostte het leven van 22 miljoen kolonisten, waardoor de kolonie in verval raakte. een minderheid kwam terug naar de aarde. Men had kennis van naburige planeten, bewoond door intelligente en spirituele wezens “zonder het instinct om te domineren... Zij hebben een veel hogere visie en respect voor het leven en zijn volkomen onschadelijk voor mensen... De enige keren dat ze probeerden contact met ons te krijgen, was toen zij voelden dat de mens het gevaar liep op uitsterven vanwege zijn gebrek aan ontwikkeling en onvermogen de enorme macht van de natuur te hanteren die hij had ontsloten... Zij benaderden ons, onderrichtten ons en verdwenen weer.” (p265)
Er waren ook “kunstmatige manen, duizenden kilometers omhoog” die bereikbaar waren met vliegende schotels, die wetenschappers en technici daarheen vervoerden. “Je kon ze zien schitteren in de zonnestralen.” (p268)
Cultuur en religie
Er waren theaters met behulp van laserstralen waarbij men als het ware stereoscopisch deel heeft aan een kunstmatige werkelijkheid die er als echt uitziet. Daarnaast zijn er ook veel tempels, bibliotheken en musea.
“Religie... is bovenal een ervaring en gevoelsmatige aantrekking van het Goddelijke en het ideaal van heiligheid. Het is veeleer een zaak van ‘hart en intuïtie’ dan van rationalisme in deze heilige ‘verbinding’ van mens en Geest.” Het dogmatische aspect wordt beschouwd als een soort ‘fairy tales’. De Grote Werkelijkheid van de Samith onttrekt zich aan ons bevattingsvermogen. Er zijn ook nog kloosters en kluizenaars.
De Vallei van de Rozen (Rosernes Dal) is een spiritueel centrum en heilige stad. Er staan tempels van de “dode religies”: hindoeïstisch, boeddhistisch, oud-Grieks en synagogen, zelfs een tempel voor Zarathustra. (p294) De onzichtbare en niet-tastbare tempel van God is binnenin ons. Er staat een pantheon met beelden van grote geesten. Alexis Volky wordt beschouwd als een van de grootste verlichte geesten, die de Nibelvirch en de Oversyn onthulde en verschafte, het directe contact met de Grote Werkelijkheid van de Samith. Hij zag deze met “de ogen van zijn hart”. (p312)
https://www.werkaandemuur.nl/nl/werk/Jeugdliefde/1144737
Anna en Silvia
Er komen herinneringen aan zijn jeugdliefde Anne naar boven. “Wat mijn liefde voor Anna zo goddelijk maakte was niet de intensiteit van erotische passie, maar de kwaliteit van onze gevoelens. Wat wij leefden werd ‘heilig’ omdat het zo zuiver en lief was, een waarachtige reflectie van wat hier nu Samith wordt genoemd. Daarom werd de mogelijkheid van onze liefde niet uitgewist door de fysieke dood. De tijd kon het niet uitwissen... De zogenaamde dood is een reddend licht. ”(p298,307)
De liefde voor Silvia intensiveert tot een “immense affectie. Als ik met haar ben, vergeet ik mijzelf volkomen. Nog nooit in mijn leven heb ik zoveel om iemand anders gegeven... Ik heb het gevoel... alsof ik ben uitgekozen uit duizenden anderen om haar gelukkig te maken.” (p331)
Hij besluit zijn ‘ware identiteit’ aan Silvia te onthullen. “Ze was eerst ontzet en opeens veranderden alle twijfels en aarzelingen die zij tot dusver had in zekerheden... Zij stond zltijd aan mijn kant... Zij vertrouwde mij... op basis van het onwankelbare fundament van onze liefde... Ze had er vrede mee dat het haar bestemming was om zich te verbinden met een man die een vreemde was in haar wereld, haar tijd en haar kringen, met een man uit een voorbije tijd.” (p333)
Hij bezocht met haar zijn (vroegere) Zwitserse omgeving, die levendige herinneringen aan zijn vroegere leven opriep. Zoals vroeger bij Anna plaatste hij de bloemenkrans die zij heeft gemaakt, om haar hoofd. Ze had geen idee wat dit hem deed. Hij bezocht met haar de “de heuvel waar duizenden jaren geleden Anna het met mij had over een krans van wilde bloemen. Ik herinnerde mij precies wat zij mij die dag vertelde: ”Genoeg voor vandaag. Laten we teruggaan... Als we hier de volgende keer komen maak ik een krans van wilde bloemen. Wil jij die dan om mijn hoofd plaatsen. Zij beloofde mij en zweerde mij dat wij zouden terugkomen; en toch was het een van de laatste keren dat ik haar in leven zag...”
Toen Silvia de tranen over zijn gezicht zag stromen, vroeg zij wat er aan de hand was.
“O mijn lieve Anna... We hebben ons aan onze belofte gehouden, we kwamen terug!” zei hij. Silvia reageerde op onbeschrijfelijke wijze, alsof ze van mij was geschrokken. Toen hij zich herstelde van haar reactie, probeerde hij haar tevergeefs te overtuigen van haar eerdere leven en sprak hij over haar moeder, haar broer, haar vriendin Amalia, haar thuis en vele bijzonderheden van haar vroegere leven en haar overlijden.
“Zij kon zich helemaal niets herinneren. Ze zei helemaal niets.” Nadat hij haar zijn situatie nogmaals had uitgelegd en wat de dokters ervan zeiden en haar toevertrouwde dat er geen reden was om bang te zijn, fluisterde ze: “Het was toen waar... Ik wist het! Ik heb het gevoeld... Maar toen probeerde ik hard om het te vergeten.... Het lijkt niet de wens van God te zijn voor mensen om het te herinneren,” en ze huilde. ”Verwacht niet van mij dat ik het gevoel heb alsof ik net als jij uit een andere tijd kom... Alles wat je mij verteld heb over je leven, geloof en respecteer ik volkomen, maar ik ben niet zoals jij. Ik ben een vrouw van mijn tijd; ik ben net als iedere ander.” (p336)
https://www.plusonline.nl/mensen-meningen/wie-weet-raad-zal-ik-mijn-jeugdliefde-wel-gaan-opzoekenSlot
Ook aan Stefan vertelde hij zijn liefdesverhaal met Anna en het ‘incident’ met de bloemenkrans voor Silvia. “Het kan zijn dat wat onze geest ziet als gisteren, heden en morgen... en beschouwt als afzonderlijk van elkaar niets anders is dan een eeuwig heden dat niet wordt gevolgd door het standaard tijdsbegrip van ons mensen,” was zijn reactie. Geldt dat ook niet voor de “transcendente liefde” tussen twee mensenzielen? De liefde waardoor “het werkelijk lonend is om als mens op deze wereld te komen... Een goddelijk lot dat aan mensen is voorbehouden’. (p338)
Hij voelde zich slaperig. Voor het eerst in zijn nieuwe leven viel hij na een jaar ontspannen in slaap. “Als Northam slaapt, keert het bewustzijn van Paul Amadeus Dienach weer terug in zijn natuurlijke lichaam in Zwitserland in het jaar 1922 en hij herstelt van zijn coma,” zo eindigt het opmerkelijke dagboek. (p339)