Civis Mundi Digitaal #151
Bespreking van Victor Kal, Poetins filosoof: Alexander Doegin. Amsterdam, Prometheus, april 2023
Het denken van de machtspoliticus Vladimir Poetin (1952) wordt vaak geassocieerd met dat van Alexander Doegin (1962). Schrijver Victor Kal (1951) was van 1994 tot 2022 hoofddocent wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam.
Inleiding
Kal gaat terug naar de Oekraïnse Oranje Revolutie in 2004/5: de aan Rusland gelieerde Euraziatische Jeugd-beweging is bezig om door middel van aanslagen, vandalisme en propaganda Oekraïne te destabiliseren. Doegin is de grote organisator. Van november 2013 tot februari 2014 vindt in Kiev, de Maidan Revolutie plaats. Deze revolutie begon als een reeks massale protesten op het Maidan Nezalezhnosti-plein in Kiev en groeide uit tot een nationale beweging. De Russisch gezinde president van Oekraïne, Victor Janoekovitsj, vluchtte naar Rusland. Daarna vielen de Russen de Krim binnen. Op 2 mei 2014 formaliseerde Poetin de annexatie. Er volgt een demonstratie in Odessa.
“Doegin reageert op de gebeurtenissen met de volgende mededeling: ‘Wat in Odessa gebeurd is, overschrijdt alle grenzen. Dood ze [de Oekraïners], dood ze, dood ze! Praten heeft geen zin meer. Ik zeg dit als de professor die ik ben’.” (p10) Hij is dan docent aan de Universiteit van Moskou (na een handtekeningenactie moet hij daar weg…). Hij wordt daarna echter aangesteld aan het hoofd van Tsargrad TV en krijgt de ruimte een groot publiek voor de religieus-politieke gedachte van een ‘wedergeboorte van Rusland’ te winnen.
Doegin is vanaf het begin van Poetins presidentschap betrokken bij een nieuw concept ‘nationale veiligheid’: de Atlantische wereld ontwrichten en ondermijnen. Om te beginnen: de vernietiging van Oekraïne.
Poetin
Na Jeltsins onverwachte aftreden in 2000, werd Poetin waarnemend president en won hij later dat jaar de presidentsverkiezingen. Poetin liet zich erop voorstaan dat zijn regering borg stond voor stabiliteit en stelde zich ten doel de autoriteit, die Rusland aan de democratie verloren had, terug te winnen. “Aan de traditionele waarden ‘autoriteit’ en ‘imperium’ voegt Poetin even later nog morele waarden toe. Prominent zijn hier de waarde van het gezin en de verwerping van homoseksuele relaties [...] en ‘christelijke waarden’ [...] en binding aan de Russisch-Orthodoxe Kerk. [...] Het is een regime van dieven en moordenaars, voortgekomen uit de KGB.” (p17)
Het werd een conflict tussen Traditie en Moderniteit, tussen nationale cultuur en een unipolaire buitenwereld. Oekraïne, dat zich naar het Westen toe wendt, vormt voor Poetin en het bekrompen Rusland een bedreiging en wordt geassocieerd met ‘het vreselijke’ Amerika.
Alexander Doegin (1962)
Na de biografie van Doegin gaat Kal in op zijn filosofie. Die wordt gekenmerkt door de verwerping van de Moderniteit ten gunste van de Traditie, en de verwerping van het westerse nihilisme. Die moet verworpen worden omdat ze een bedreiging vormt voor de zaken die er toe doen: orde; hiërarchie; macht; het sacrale; topografie. Doegin gebruikt termen als: verticale orde; geïnstitutionaliseerde hiërarchie (kasten); spirituele macht; de representatie van het sacrale in de wereld; de boreale (noordelijke) en arische oorsprong van de beschaving…
Negatieve en positieve vrijheid
“Negatieve vrijheid” houdt in dat je niet gedwongen wordt door iets, of niet gebonden bent aan iets.” (p58) Je bent vrij van de bemoeienis van de staat, de kerk, sociale dwang...
“Positieve vrijheid betreft het antwoord op de vraag waartoe je vrij zult zijn, gesteld dat je inderdaad een ongebonden individu bent.” (p58)
Volgens Doegin kun je hierover in de liberale visie niets zeggen, omdat elk individu dit voor zichzelf moet uitmaken. “Dit vindt het best plaats, volgens de liberale visie, wanneer privé-eigendom, economische markt en burgermaatschappij (civil society) geen beperkingen opgelegd worden.” (p59)
Doegin laat vervolgens de rechtsstatelijke kant weg. Liberaliteit is voor hem: vrijblijvendheid; onverschilligheid; egoïsme en materialisme… ‘Onderwerping’ is het motto, en niet ‘emancipatie’. Oekrainers ontkennen dat Oekraïne de geografische kern is van de traditie die ‘Russische wereld’ heet, volgens Doegin een perverse ontkenning. Het vrije individu vertegenwoordigt een vorm van ‘nihilisme’. Dit moet gecorrigeerd en rechtgezet worden.
Keuze
“De keuze waar Doegin zijn lezers voor plaats is: ofwel verticale macht, ofwel nihilisme. De verticale macht wordt mogelijk via de Traditie. Het nihilisme is een implicatie van de Moderniteit. Alleen in het eerste geval [verticale macht] zal er vrijheid zijn. In het laatste geval eindigt de zaak in slavernij.” (p63) De verticale macht moet een einde maken aan de vrije ruimte van de liberale democratie, waarbij alles mogelijk is.
Victor Kal bekritiseert vervolgens uitgebreid Doegins visie, maar Doegin heeft wel gelijk als hij vindt dat het nihilisme werkelijk het grote probleem van het moderne individu is en van de liberale samenleving.
Het gevolg van het door Doegin gewilde ‘uitwissen van Amerika’ en zijn nihilisme is echter dat dit een ‘innerlijke autoriteit’ mogelijk maakt, die juist ‘de vrije openbare ruimte’ als een vriend ziet.
Omarming van de Traditie
In het hoofdstuk over de Traditie spelen twee spelers een hoofdrol: René Guénon (Franse filosoof, schrijver en mysticus – 1886-1951) en Julius Evola (Italiaanse filosoof, esotericus en politiek denker – 1898-1974). Doegin identificeert zich met het ‘esoterisch nazisme’ dat hem tot ‘priester van de vernietiging’ maakt.
Vierde politieke theorie
In 2012 komt Doegin tot drie vijanden: liberalisme, communisme en fascisme en stelt hij zijn ‘Vierde politieke theorie’ voor. Het fascisme noemt hij de ‘Derde Weg’, dit vormt het midden tussen liberalisme en communisme. Het nationaal-socialisme had zich door moeten zetten, maar dan zonder het racisme, wellicht in verbinding met Rusland.
In 2014 deelt Doegin mee dat zijn ‘Vierde Politieke Theorie’ vergelijkbaar is met het nationaal-bolsjewisme dat we al kennen.” (p123) In feit ging het om een fascistische beweging. De redeneringen van Doegin zijn weinig overtuigend.
Deze ‘nieuwe’ politiek verenigt ‘de goede kanten’ van het bolsjewisme en het nationaal-socialisme. De kerngedachte is “dat in de politiek het Dasein het ‘historisch subject’ (de handelende instantie) is” (p141) Aan de ene kant een ‘gewone’ politieke theorie, aan de andere kant is Doegins ‘esoterisch’: het Dasein situeert zich binnen een eschatologisch perspectief en oriënteert zich op de Grote Oorlog waarin het kwaad van individualisme en liberalisme de doodklap moet krijgen.
Geopolitiek
In 2021 blijkt Doegin ’Eurazië’ als orthodoxe eenheid naar voren te schuiven in een multipolaire wereld. “De Vierde Politieke Theorie ondersteunt de gedachte van een nieuw Europees Rijk, in de zin van een traditioneel Rijk met een geestelijke fundering, waarbinnen uiteenlopende volken samenleven.” (p144)
Het individu heeft geen bestaan, tenzij als component van een volk, waarmee de onafhankelijkheid van dat individu wordt uitgewist. Het idee dat burgers zich emanciperen van traditionele machten, is volgens Doegin verwerpelijk. Als dit idee ergens wordt aangehangen, dan is annexatie een legitieme operatie. De voormalige Sovjetrepublieken zullen alle weer deel uitmaken van Groot-Rusland – met nadruk ook Moldavië, Wit-Rusland, Oekraïne, Roemenië, Macedonië, Servië en Griekenland.
"Uiteindelijk moet het komen tot Finlandisering [onderwerping aan Rusland] van heel Europa.” (p160) Doegin propageert de totale oorlog; alle middelen zijn geoorloofd. Doel is maximale schade toebrengen aan aan de ‘wereldwijde oligarchie’. Het gaat om ‘de machten van de duisternis’: individualisme, liberalisme, postmodernisme, kosmopolitisme, globalisering. Het positieve doel van de Revolutie is het Traditionalisme in ere herstellen.
Fascisme
Onder de communisten was het gebruikelijk om het nationaal-socialisme te bestempelen met de term fascisme. Door de Holocaust werd de term alleen nog gebruikt voor het nazisme. In de kringen waarin Doegin verkeert, zoekt men manieren om regressief met het fascisme om te gaan: nationale wedergeboorte met een archaïsche strekking en herstel van een sacrale orde. De verwerping van de Holocaust en het racisme maakt de weg vrij voor een respectabele fascistische ideologie. Doegin sluit aan bij de Russische propaganda van ‘denazificatie’ van Oekraïne.
Poetin heeft zich vanaf het begin van zijn ambtsperiode beijverd om ‘zijn’ bevolking te depolitiseren onder het moto: jullie laten het aan mij over de macht uit te oefenen; ik waarborg jullie een stabiele samenleving waarin je met rust gelaten wordt – zolang je je niet gedraagt als politieke dwarsligger.” (p181/2)
Kal’s slotbeschouwing
Doegin (wijsgerig universum) en Poetin leven niet in dezelfde wereld. Poetin, als oud KGB’er, leeft in een gevaarlijke wereld. Doegin lijkt de hele wereld in zijn zak te hebben; Doegin heeft iets van een sekteleider. Hij is voor Poetin een bruikbare pion. De concurrent van Doegin is Vladislav Soerkov (1964), de intellectueel in het Kremlin en vertrouweling van Poetin. Doegin is onafhankelijk. Poetin heeft Doegins extremisme nodig om zijn eigen gematigdheid te kunnen profileren.
Conclusie
De meeste teksten van Doegin hebben weinig met filosofie te maken. De esoterische dimensie blijft vreemd en duister. De meeste teksten zijn propagandistisch. Het liberalisme is het absolute kwaad. Amerika is hiervan de vertegenwoordiger. Op de website geopolitika.ru kwam ik een recent artikel tegen onder de titel: “Neo-Heidendom en de Satanische Aard van de Moderne Wetenschap” met als inleiding: “Alexander Doegin onderzoekt de oorsprong van het concept ‘heidendom’, zet het af tegen het christendom, en stelt dat het moderne materialisme en het wetenschappelijke wereldbeeld, veel destructiever dan het heidendom, de weg vrijgemaakt voor een opleving van duistere spirituele krachten in de vorm van neo-paganisme en andere ideologieën.”
Het artikel, waarin Newtons Unitarisme monsterlijke ketterij genoemd wordt, eindigt als volgt: “‘Neo-paganisme’ is een vorm van bezetenheid, maar het wetenschappelijke wereldbeeld is veel giftiger. Bovendien is het hedendaagse satanisme, inclusief het ‘neopaganisme’, maar niet beperkt daartoe, juist mogelijk geworden door de enorme inspanningen van het filosofische, wetenschappelijke en alledaagse materialisme. Dit is iets om in gedachten te houden.”