De wereld in beweging

Civis Mundi Digitaal #151

door Jan de Boer

Anti-LHBTIQ+ wetgeving in Europa
Colombia, COP16 over biodiversiteit en de ontbossings-catastrofe
Hoe ouderdom onze samenlevingen overhoop haalt
Klimaatopwarming en het broeikasgas methaan

Anti-LHBTIQ+ wetgeving in Europa

Dat verscheidene lidstaten van de Europese Unie discriminerende wetgeving wat betreft LHBTIQ+ personen hebben aangenomen, kan gezien worden als een overwinning van Rusland in de culturele oorlog die zij tegen het Westen voert.

Zo heeft het Bulgaarse parlement op 7 augustus met een grote meerderheid een amendement aangenomen, ingediend door de pro-Russische en rechts-extremistische partij Vazrajdane. Dit maakt de verspreiding van informatie over “niet-traditionele seksuele oriëntaties” bij minderjarigen illegaal. De commissaris van de mensenrechten van de Raad van Europa heeft tevergeefs aangedrongen op een presidentieel veto.

Na Litouwen in 2014, Hongarije in 2021 en mislukte pogingen in Roemenië in 2020 en 202 is Bulgarije het derde land van de EU dat dergelijke wetgeving heeft aangenomen. Het is vrijwel een kopie van de Russische wet, door Poetin voorgeschreven in 2013 na zijn betwiste herverkiezing als president en in 2023 opgelegd aan volwassen burgers in de context van de oorlog in de Oekraïne. Deze strategie is met succes vervolgd in het vroegere gebied van het Russische imperialisme, van de Kaukasus tot Centraal-Azië: in Georgië, dat recentelijk het statuut van kandidaat-lidstaat voor de EU heeft verkregen, heeft het parlement in juni een soortgelijke wet aangenomen, op initiatief van de daar bestaande rechts-extremistische partij. In 2015 hadden Kirgizië en Kazakhstan al soortgelijke wetten voorbereid. Deze werden onder internationale druk opgeschort, maar uiteindelijk in 2023 in Kirgizië ingevoerd; sinds juni dringt een organisatie van ouders van leerlingen in Kazakhstan via een petitie aan op de invoering van dergelijke wetgeving.

Elders, van de republieken met militaire junta’s in de Sahel tot aan Libanon, waar soortgelijke wetgeving in 2023 in het parlement gepresenteerd werd, is in de greep van het Kremlin via de invloed van huursoldaten van de Wagner-groep en van pro-Iraanse milities. Dit valt samen met een anti-westerse dekolonisatie-agenda, en met de bekeringsijver van verschillende religieuze groeperingen – met als doel het onderdrukken van seksuele vrijheden, en het verdedigen van heteroseksualiteit en het patriarchaat. Variaties daarvan vinden we ook in de westerse democratieën: de beweging “Make America Great Again” van Donald Trump, de obsessies van Reconquête van Eric Zemmour in Frankrijk, van de AFD in Duitsland… Maar dit kan niet gescheiden worden van het ideologische model van Rusland met zijn propaganda. Op 1 september liet Poetin zelfs weten ideologische verblijfsvergunningen te verstrekken aan slachtoffers van de promotie van westerse “satanische waarden”.

Ik vind dat het hoog tijd is dat de EU, met haar verdragen en directieven die de non-discriminatie van personen om redenen van sekse, seksuele oriëntatie of geslachtsidentiteit garanderen, van leer trekt tegen de met alle middelen, inclusief militaire middelen, gevoerde culturele oorlog van Rusland. De instituties van de EU moeten mijns inziens alle juridische, politieke en financiële krachten inzetten die het mogelijk maken om landen die op deze manier hun nationale soevereiniteit te grabbel gooien en die van andere lidstaten in gevaar brengen, weer op het rechte pad van universele mensenrechten te brengen.

 

Geschreven in oktober 2024

 

 

Colombia, COP16 over biodiversiteit en de ontbossings-catastrofe

Nu in Colombia de COP16 inzake de biodiversiteit wordt gehouden onder voorzitterschap van de Colombiaanse minister van milieu, lijkt mij goed mijn geachte lezers een reëel beeld van Bolivia te geven.

Verwoeste tropische bossen, tientallen gemeenschappen gedwongen te verkassen, duizenden verkoolde skeletten van vee en wilde dieren; sinds mei verwoesten gigantische branden, geprovoceerd door de “chaqueos” (een ontginningspraktijk door brand) in het Boliviaanse Amazonegebied. Op 30 september bleef er weinig meer over voor president Luis Acre dan het uitroepen van een “nationale catastrofetoestand” in het land.

In de regio zijn deze branden frequent gedurende het droge seizoen van juni tot september. Dit jaar is het droge seizoen een maand eerder dan voorzien gearriveerd en heeft het zich zeer intens gepresenteerd. De Argentijnse klimatoloog Juan Minetti, directeur van het “Zuid-Amerikaans Klimatologisch Laboratorium” zegt dat deze perioden van droogte steeds vaker op het continent voorkomen.

Op 30 september maakte de regering de balans op: 6,9 miljoen hectare – 40% bos en 60% weiland – is al verwoest, waarmee het record van 2019 (5,3 miljoen hectare) ruimschoots is ingehaald. Het grootste en dichtst bevolkte departement, Santa Cruz, is het meest getroffen. De belangrijkste slachtoffers van deze tragedie zijn de inheemse volkeren, in het algemeen de beschermers van de biodiversiteit. Door de verwoesting van hun omgeving zijn veel van hun gemeenschappen afhankelijk van de oogst van noten, van de jacht, van cocabladeren en van het verzamelen van medicinale planten, of moeten zij verkassen naar de steden. Alex Villca Limaco, woordvoerder van de Nationale coördinatie van de verdediging van inheemse gebieden en boeren en beschermde zones van Bolivia, stelt dat “wij, de inheemse volkeren, het levensgrote risico lopen een stille dood te sterven”. Hij maakt zich ook zorgen over de consequenties van vervuiling door de rook: die bedekt de regio met een grijze wolk die de zichtbaarheid schaadt en de lucht verstikkend maakt.

De sinds november 2020 aan de macht zijnde president Luis Arce kondigde op 7 september in de betreffende departementen een nationale alarmtoestand af betreffende de volksgezondheid. Die leidde tot sluiting van de scholen en vervolgens op 11 september een tijdelijk verbod op agrarische branden. Het Mondiale Voedsel Programma (PAM) stelde 1 miljoen euro beschikbaar om zo’n 6000 families te helpen om te overleven.

Zijn deze maatregelen afdoende? Juan Pablo Chumacero, directeur van de Boliviaanse milieu-NGO « Fundacion Tierra » stelt dat “in de praktijk de regering de wil mist om serieus deze branden te bestrijden.” Hij herinnert eraan dat de regering van Evo Morales (2006-2019) vanaf 2013 de ontwikkeling van monoculturen aanmoedigde: soja, sorgho, suikerriet… met name in het departement Santa Cruz, ter wille van voedsel-soevereiniteit. De regio is nu het landbouwcentrum van het land. Tussen 2013 en 2023 is de bebouwde oppervlakte van het land gestegen van 2.376.040 hectare naar 3.117.826 hectare, aldus de faculteit landbouwwetenschappen van de universiteit Gabriel-René-Moreno. Deze uitbreiding is ten koste gegaan van de bossen. De regering heeft in dat verband 2015 bij wet het rooien van bomen versoepeld. Dat maakt het voor families en kleine bedrijven mogelijk om 20 hectare bos per jaar via branden te rooien.

Maar de situatie van Colombia is in feite nog veel erger. Het probleem is dat de regering – zacht gezegd – de grootste moeite heeft het land te controleren. Het grote verschil met Brazilië, waar de ontbossing het werk is van de grote jongens van de landbouwindustrie, van de export van soja of vlees, is het in Colombia het resultaat van zeer verschillende actoren: van kleine boeren tot grote grondspeculanten, en niet te vergeten drugshandelaren en gewapende groepen. Colombia blijft zo het grootste mondiale exportland van cocaïne, nu met name naar Europa. Volgens het laatste rapport van het Agentschap van de Verenigde Naties tegen drugs en misdaad is de productie van het witte poeder geëxplodeerd in 2023: meer dan 2600 ton, oftewel een vermeerdering met 53% in vergelijking met 2022. Gedacht wordt dat coca verantwoordelijk is voor de ontbossing, maar Luisa Clavijo, van het regionale departement voor de bescherming van het milieu, stelt dat de veehouderij veel verwoestender is. Een boer kan leven van een paar hectare coca, maar als hij vee wil houden, heeft hij tientallen hectares nodig. Volgens een studie in het journal “Nature” in 2022 heeft de veehouderij tussen 1985 en 2019 zestig keer zoveel bos gekost als coca. Deze explosie van ontbossing vond plaats na het ondertekende vredesakkoord met de guerrilla van de Revolutionaire Gewapende Strijdkrachten van Colombia (de FARC) in 2016. In het zuiden draagt de legale en illegale winning van mineralen ook bij aan de verslechtering van Amazonië, waarbij de regering onmachtig toekijkt. De kleine boeren moeten er werken en ontbossen voor een baas waarvan zij niets weten.

De dissidenten, dat wil zeggen, de strijders die na de ondertekening van het vredesakkoord verkozen in de “maquis” te blijven (de EMC), maken het de lokale autoriteiten ook erg moeilijk. Zij hebben geen ideologie, maar willen alleen maar geld. Zij zijn de eigenlijke autoriteten en eisen geld van de boeren en grondeigenaren per stuk vee of hectare grond. De “ International Crisis Group” publiceerde op 18 oktober een rapport waarin onthuld werd dat het percentage ontbossing in de loop van 2024 spectaculair is gestegen.

President Arce zei: dit fenomeen van bosbranden komt ook in andere landen voor. En inderdaad, zo zijn er in Brazilië nu meer en grotere bosbranden dan ooit. Bij de recente  lokale verkiezingen daar speelde ook bij de hypocriete president Lula het milieu dan ook geen enkele rol.

 

Geschreven in oktober 2024

 

 

Hoe ouderdom onze samenlevingen overhoop haalt

Daar ben ik weer, maar de medische molen zorgt ervoor dat ik dit jaar hooguit éen artikeltje per week of per twee weken kan produceren. Normaliter ben ik begin 2025 weer letterlijk en figuurlijk de oude. Er zijn onderwerpen genoeg, maar waar nu overal gesproken wordt over een vrijwel absolute stop op immigratie en over pensioenvoorzieningen, etc. gaat mijn eerste artikel over hoe ouderdom – veel meer dan gedacht wordt – onze samenlevingen overhoop gaat halen.

In Japan is bijna 30% van de bevolking ouder dan 65 jaar. Italië gaat dit niveau bereiken in de jaren 2030, Duitsland in midden jaren 2040 en het geheel van de ontwikkelde landen in de loop van de jaren 2060, aldus de verwachting van de Verenigde Naties, die verder verwacht dan de bevolking van de rijke landen dan de piek van 1,3 miljard inwoners bereikt om daarna gezien de lagere geboortecijfers jaarlijks rond de 100 miljoen inwoners tot het einde van deze eeuw te verliezen. De bevolking in Japan loopt overigens al sinds 15 jaar terug met een ritme van 2300 personen per dag!

Dit langzame maar onvermijdelijke demografische fenomeen zorgt economisch voor een zeer grote wanorde.Vincent Touzé, econoom “ Observatoire français des conjunctures économiques” (OFCE),laat mij weten, dat dit allereerst goed nieuws is: wij leven langer en dat ook in goede gezondheid, maar dat de consequenties daarvan wel aangepakt moeten worden. De in Japan levende Duitse econoom Jasper Kroll onderstreept ook een positief aspect: de salarissen die vroeger gebaseerd waren op anciënniteit, zijn nu gelieerd aan prestaties en de Japanners veranderen in de loop van hun carrière nu ook vaker van bedrijf. De deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt is er ook sterk gestegen. Maar het immense probleem van dit alles betreft de publieke financiën.

Japan met een staatsschuld van 260% van het BBP (het bruto binnenlands product) laat de weg zien die de meeste Europese landen af gaan leggen. Volgens berekeningen van de Britse bank HSBC, neemt door de demografische ontwikkeling de Staatsschuld van Engeland van nu tot midden deze eeuw toe van nu bijna 100% tot 135% van het BBP. Voor de landen van de eurozone zou er volgens de Europese Commissie gemiddeld een verhoging van de Staatsschuld van 25% van het BBP zijn van nu tot 2045. Economisch gezien zijn de drie belangrijkste effecten van het ouder worden van de bevolking een vertraging van de economische groei, een verhoging van publieke uitgaven en politieke en sociale risico’s. Minder mensen moeten meer uitgaven betalen.

De veroudering is niet nieuw, maar is versneld sinds de pandemie van Covid-19. De daling van het geboortecijfer is sinds vier, vijf jaar buitengewoon sterk. Demografen hebben lange tijd gedacht dat het geboortecijfer redelijk snel zou dalen naar het niveau van Japan: rond de 1,2 kind per vrouw hetgeen al ver verwijderd is van 2,1 kind per vrouw noodzakelijk voor natuurlijke vervanging. In Zuid-Korea ligt zelfs het geboortecijfer al op 0,7 kind per vrouw. Met dit ritme daalt de Zuid-Koreaanse bevolking met twee derde van nu tot het einde van deze eeuw!

Er zijn talrijke verklaringen voor de daling van het geboortecijfer, maar deze plotselinge zeer snelle daling van geboortes heeft de hele wereld verrast. Op basis van deze gegevens is de econoom van de Britse bank HSBC, James Pomeroy, van mening dat de verwachting van de Verenigde Naties: een langzame teruggang van de bevolking van de rijkste landen, zonder twijfel onjuist is. Hij voorspelt een scenario van een zeer snelle daling van de bevolking. En dat verandert alles: in plaats van een jaarlijkse daling van 100 miljoen personen in deze landen van nu tot het einde van deze eeuw, betreft deze dan 450 miljoen personen oftewel een vermindering van de bevolking in deze landen met één derde. Ik deel volledig de mening van James Pomeroy.

Dit fenomeen zien we in veel opkomende landen, die voordat zij rijk worden oud worden. In Thailand loopt de werkende bevolking (16 tot 64 jaar) al sinds tien jaar terug. In China heeft het einde van de politiek van één kind in 2016 geen wezenlijk effect op het geboortecijfer gehad: met 9 miljoen geboortes en 11,1 overlijdens, is de bevolking in 2023 voor het tweede achtereenvolgend jaar teruggelopen. De autoriteiten in Peking willen nu de pensioenleeftijd, nu 50 jaar voor vrouwen en 60 jaar voor mannen, later in doen gaan.

Geconfronteerd met dit fenomeen staan alle landen voor moeilijke politieke keuzes. James Pomeroy:” Men moet de belastingen verhogen of het niveau van de pensioenen verlagen of de pensioenleeftijd later in doen gaan. Maar ieder van deze opties is buitengewoon impopulair”. Een andere oplossing zou de vermeerdering van de actieve bevolking kunnen zijn bijvoorbeeld door meer senioren te laten werken of door een toename van immigranten. De debatten daarover zullen gespannen zijn. Veel landen kiezen een beetje van al deze maatregelen. In Japan zijn bijvoorbeeld in 2023 de pensioenen verhoogd maar veel minder dan de inflatie. De vergoeding van de ziektekosten is er verlaagd en de hoge inkomens die tot voor kort 10% van deze kosten voor hun rekening moesten nemen, betalen nu 50% van deze kosten uit eigen portemonnee.

Overal zijn de pensioensystemen minder gul dan voorheen. In Duitsland is de pensioenleeftijd verhoogd van 60 naar 65 jaar, in Zweden wordt dat 64 jaar in 2026. Overal wordt het pensioen bepaald door het financiële evenwicht van het systeem. De pensioenen worden verlaagd als de financiële ratio’s niet gerespecteerd zijn. En dat gebeurde met name ook na de financiële crisis van 2008. Deze veranderingen gaan vaak gepaard met enorme politieke spanningen, waarvan extreem-rechts veelal van profiteert.

Wat betreft de immigratie staan de landen die daar vroeger niets van wilden weten, daar nu veel opener voor. Jasper Kroll:” Toen ik in 1985 in Japon arriveerde, woonden er hooguit 300.000 niet-Japanners in het land, dat is nu 3,2 miljoen. Het onderwerp is duidelijk een brandend vraagstuk in Europa zoals nu onder meer met het instellen van grenscontroles en een steeds strenger asielbeleid onder invloed van een overal oprukkend extreem-rechts. Men realiseert zich kennelijk niet dat een fatsoenlijk doordacht immigratiebeleid met daarbij ook financiële hulp voor verdere ontwikkeling in de betreffende emigrantenlanden zeker ook in een snel verouderend Europa uiteindelijk politiek makkelijker is dan andere opties als pensioenvermindering, sterke beperking van ziektekostenvergoedingen…

In de debatten over de gevolgen van ouderdom in onze samenlevingen wordt ten onrechte nooit gesproken over de milieu-impact ervan en dat – ik onderstreep dat graag – de vermindering van de bevolking een zegen is voor onze planeet: vanuit het oogpunt van duurzame ontwikkeling is een bevolking die niet langer toeneemt en er – naar ik hoop -eindelijk zich van bewust wordt dat we niet door kunnen gaan met het ongelimiteerd plunderen van de Aarde, een positieve ontwikkeling. Het probleem is hoe en of men erin in slaagt de periode wanneer het aantal personen op hoge leeftijd heel hoog is in verhouding tot de actieve bevolking, goed door te komen: een kwestie van twee of drie generaties.

 

Geschreven in oktober 2024

 

 

Klimaatopwarming en het broeikasgas methaan

De uitstoot en de concentraties van methaan (CH4) in de atmosfeer nemen steeds toe met een versnelling in de laatste jaren ondanks de beloften van veel landen deze drastisch te verminderen. Op 10 september verscheen daarover een artikel in het blad “Environmental Research Letters” van 69 wetenschappers van het consortium “Global Carbon Project”. Deze uitstoot en concentratie is des te erger omdat het broeikasgas methaan verantwoordelijk is voor ongeveer een derde van de klimaatopwarming sinds het pre-industriële tijdperk. Methaan mag dan minder lang in de atmosfeer blijven als het broeikasgas CO2, zijn klimaat-opwarmingskracht is heel wat hoger dan die van het CO2: meer dan 80 keer gedurende 20 jaar en 30 keer gedurende 100 jaar.

Deze tendens van een fikse toename van methaan in de atmosfeer bedreigt regelrecht een bewoonbaar klimaat, schrijven de wetenschappers. Het huidige traject brengt de planeet naar een klimaatopwarming van zeker 3 tot vier graden of meer van nu tot aan het einde van deze eeuw in verhouding tot het pre-industriële tijdperk. En deze ontwikkeling is rampzalig voor mensen en ecosystemen. De hittegolven, de droogte-periodes, de overstromingen en branden van nu bij een planetaire klimaatopwarming van gemiddeld 1,3 graad doen indenken wat ons staat te wachten bij een verwachte klimaatopwarming eind deze eeuw van 4 graden of meer.

Marielle Saunois, onderzoekster « Laboratoire des sciences du climat et l’environnement « en coördinatrice van deze studie, laat mij weten, dat « deze toename van uitstoot vooral te wijten is aan menselijke activiteiten, allereerst van de sector fossiele energie, gevolgd door de landbouw en het derde is geliëerd aan de ontbinding, de rotting van planten in vochtige zones, meren of rivieren. De menselijke uitstoot komt voor 40% van het beheer van vee en de rijstcultuur, voor 36% van de exploitatie van steenkool, olie en gas en voor 17% van het beheer van afval met name van stortplaatsen in de open lucht waarin de organische materie zich ontbindt.

In 2020 waren de belangrijkste uitstootlanden China (16% van alle uitstoot), India (9%), de Verenigde Staten (7%), Brazilië (6%) en Rusland (5%). Alleen de Europese landen en potentieel Australië, zijn volgens het onderzoek erin geslaagd hun uitstoot wat betreft die van het afval in de laatste twintig jaar wat te verminderen. Marielle Saunois:” Het is dringend noodzakelijk om het probleem van de toename van de methaanuitstoot aan te pakken temeer omdat de oplossingen bekend zijn en de technologieën voorhanden zijn”.

Eind 2021 hebben meer dan 150 landen waaronder de Europese Unie en de Verenigde Staten, maar niet China, India, Rusland… afgesproken de mondiale uitstoot van methaan met tenminste 30% van nu tot 2030 terug te brengen in verhouding tot het niveau van 2020. “Maar tot nu toe worden door geen enkel land ook deze milieu- afspraken niet nagekomen, zegt Rob Jackson, de belangrijkste auteur van het onderzoek en professor Universiteit Stanford (Verenigde Staten), “ Laten we hopen dat deze afspraken niet lijken op een fata morgana in de woestijn”.

Dat mogen we inderdaad hopen, want in deze studie is de gigantische uitstoot van methaan in de door de klimaatopwarming op gang komende ontdooiing van de permafrost in onder meer Siberië niet eens meegenomen…Zo heeft een verdere versnelde klimaatopwarming met alle catastrofale gevolgen van dien voor ook de mensheid nog een gouden toekomst en die (we laten hier de uitstoot van CO2 even buiten beschouwing) intussen ook de sociale en economische spanningen beschreven in mijn vorig artikel hoe ouderdom onze samenlevingen overhoophaalt, fors doet verergeren.

Nog wat verder nieuws heel in het kort inzake de klimaatopwarming. Verwacht wordt dat we rond 2030 de 1,5 graad Celsius: de “point of no return” van het klimaatverdrag van Parijs (2015) hebben bereikt. Een onlangs in de revue “Nature” gepubliceerde studie over ruim drie jaar van 30 vooraanstaande internationale wetenschappers hebben scenario’s geschetst wat de gevolgen op korte en lange termijn van de overschrijding van de 1,5 graad Celsius zijn. Zelfs als de wereld erin zou slagen op wonderbaarlijke wijze de temperatuur weer omlaag te brengen, zijn bepaalde impacts van de klimaatopwarming onomkeerbaar en gaan gewoon door: het uitsterven van diersoorten, de ontdooiing van de permafrost, van gletschers en van de ijskappen van Groenland en Antarctica, van het nog eeuwen lang stijgen van het zeeniveau, etc, etc. Kortom, een terugkeer naar de situatie van voor de klimaatopwarming met 1,5 graad Celsius is een illusie. Wat nog meer de terugkeer naar 1,5 graad compliceert is dat voor alleen al een aanvullende opwarming met 0,2 graad Celsius de wereld 400 miljard ton CO2 uit de atmosfeer moet halen en ergens moet opslaan. Maar deze hiervoor benodigde technologieën (die er of nog niet zijn of nog onontwikkeld zijn) moeten ook gebruikt worden om de koolstofneutraliteit te bereiken (sommige uitstoten zijn onmogelijk te vermijden zoals bijvoorbeeld in de landbouw) en vervolgens om de voorraad van historische uitstoot aan te vallen om de mondiale temperatuur terug te brengen.” Men moet in totaal 1000 miljard ton CO2 van nu tot 2100 uit de atmosfeer halen” aldus de co-auteur van de studie Philippe Ciais, klimatoloog” Laboratoire des sciences du climat et de l’environnement.” En dat is onmogelijk te doen, is volkomen irrealistisch”.

Enfin, een zeer interessante en alarmerende studie die ons met de werkelijke feiten op de neus drukt.

 

Geschreven in oktober 2024