Civis Mundi Digitaal #152
De Waart schreef reeds dat er door de nadruk op consensus weinig ruimte is voor falsificatie, weerleggen van een theorie door feiten die er strijdig mee zijn. Dissidente stemmen en niet passen bij de feiten worden geweerd en genegeerd. De vondst van een zwarte zwaan kan de theorie weerleggen dat alle zwanen wit zijn. Het IPCC noemt CO2 uitstoot de primaire oorzaak van opwarming na 1980. Er zijn verschillende rivaliserende theorieën.
Klimaatverandering is van alle tijden, ook toen er geen sprake was van menselijke invloeden. Daarbij blijkt de correlatie tussen CO2 en temperatuur zwak in de laatste 550 miljoen jaar, laat staan dat CO2 de oorzaak is van temperatuurverandering en mensen vroeger de oorzaak waren van CO2 uitstoot. Het oorzakelijke verband ligt veeleer omgekeerd.
Klimaatwetenschap
De huidige klimaatwetenschap onstond na 1990 als interdisciplinaire brede studie. Voordien heette het klimatologie. Bij De Waart was het een bijvak bij fysische geografie, dat ook verband hield met geologie en meteorologie en zich onder meer bezig hield met studie van ijstijden en warmteperioden.
Huidige vaak jongere docenten hebben veelal bijbanen bij bedrijven en maatschappelijke instellingen “en moeten onderzoeksgelden bij elkaar schrapen”. Alarmisme domineert. Daarvoor lijkt meer geld beschikbaar. Sceptici daarentegen zijn vaak oudere natuurwetenschappers, geologen en geografen. Onder hen veel emeritus hoogleraren, die financieel onafhankelijk zijn. (p127,128)
De klassieke klimatologie had meer oog voor natuurlijke oorzaken van klimaatverandering, zoals de werking van de zon en de oceanen en het natuurlijke broeikaseffect, te onderscheiden van het moderne aan mensen gerelateerde broeikaseffect. De moderne klimaatwetenschap onderzoek vooral menselijke factoren, met name CO2.
https://www.hunebedcentrum.eu/events/cursus-introductie-in-de-geologie/ Geologie onderzoekt aardlagen
Geologie
De geologie houdt zich onder meer bezig met ijstijden en warme perioden, die elkaar de laatste 800.000 jaar afwisselen met veel grotere temperatuurverschillen dan de ene graad van de laatste 150 jaar, die niet ‘ongekend’ is, maar vrij miniem en zo weer kan veranderen, gezien de fluctuaties in het verleden. Het IPCC heeft zijn best gedaan de fluctuaties van de Middeleeuwse Warme Periode en de Kleine Ijstijd weg te werken, die werden voorafgegaan door de vroeg-Middeleeuwse Koude Periode en de Romeinse Warme Periode, toen de opstandige Hannibal met olifanten door de Alpen trok.
Temperaturen blijken vaak in enkele tientallen jaren snel te kunnen stijgen en dalen in kortstondige warme en koude perioden, die niet kunnen samenhangen met door mensen veroorzaakte CO2 uitstoot. De theorie van o.a. Al Gore in zijn misleidende documentaire An Inconvenient Truth dat temperatuursverandering door CO2 wordt veroorzaakt, blijkt niet houdbaar. Volgens de Britse rechter Burton van de High Court bevatte de documentaire veel overdrijvingen en wetenschappelijke fouten.
CO2 fluctuaties blijken te correleren met veranderingen van de baan van de aarde om de zon, en kunnen daarvan moeilijk de oorzaak zijn, wel omgekeerd. Ze kunnen worden veroorzaakt door verandering van zonne-intensiteit en onderzeese vulkanen en lijken eerder een afhankelijke dan een oorzakelijke variabele.
De betrekkelijk recente korte koude en warme perioden worden Bond-fluctuaties genoemd, die volgens Bond kunnen worden veroorzaakt aan de invloed van zonne-intensiteit. Deze perioden passen niet in de IPCC-hypothese van door mensen veroorzaakte CO2, en werden daarom ‘weggewerkt’ uit de ’gehomogeniseerde’ grafieken. ”De opvattingen van het IPCC stonden na 2001 lijnrecht tegenover de resultaten van gedegen historisch en geologisch onderzoek.” (p141)
Ook de stijging van de zeespiegel, die na de ijstijden vanwege het smeltwater vele malen hoger was, tot wel 100 meter, wordt gerelateerd aan CO2 uitstoot door mensen. Maar die stijging begon al daarvoor rond 1700, “lang voor de toename van CO2 emissies”. (p138)
https://www.energievergelijk.nl/onderwerpen/opwarming-aarde
Theorie achter de klimaatwetenschappen
“Hoe weten we dat meer CO2 in de lucht leidt tot hogere temperaturen?” Bij het natuurlijk broeikaseffect is er een algemeen geaccepteerde natuurwetenschappelijke verklaring die samenhangt met absorptie en emissie van stralingswarmte door waterdamp (50%, wolken 25% en CO2 20%). Deze verklaring ontbreekt bij het antropogene broeikaseffect door CO2.
Er zijn onderzoeken die wijzen op verzadiging van de atmosfeer door waterdamp en CO2. Daarboven neemt het effect van CO2 emissie nauwelijks meer toe in strijd met het alarmistische “idee dat meer CO2 altijd meer opwarming betekent... Een apocalyptische opwarming als gevolg van de verdere stijging van het CO2 gehalte in de lucht is daarmee uiterst onwaarschijnlijk geworden!... Er is geen... causale relatie tussen CO2 en temperatuur. En de correlatie is eigenlijk vrij zwak, zwakker dan tussen temperatuur en andere factoren,” luiden de conclusies uit onderzoeken van Witteman, Van Wijngaarden en Happer. De Waart noemt ook de planeet Mars met een atmosfeer die voor 95% uit CO2 bestaat, terwijl het natuurlijke broeikaseffect wordt geschat op 2 graden Celsius en niet hoger, zoals volgens de hypothese van progressieve correlatie van CO2 met temperatuur. (p152,153,155).
Verder noemt hij de kosmoklimatologie en platenklimatologie, die klimaatverandering relateren aan resp. kosmische straling met name van de zon en verschuivende continenten als gigantische platen van de aardkorst, die gepaard gaan met vulkanische activiteit. De Wagt heeft het werk van de Russische astronoom Valentina Zharkova behandeld, zie elders in dit nummer. Maar er zijn meer wetenschappers die onderzoek doen op deze gebieden, zoals de Deen Henrik Svenmark en Nicola Scaffeta van de Durham Universiteit in North Carolina.
Modellen en factoren
De moderne klimaatwetenschap maakt veelvuldig gebruik van modellen, die “vrijwel allemaal te hoge temperaturen hebben aangegeven” in de IPCC rapporten. Dit blijkt uit de toetsing van de voorspellingen. “Duizenden miljarden worden verspild op basis van deze onvoldragen modellen, aldus de CLINTEL-brief uit 2019 van 500 klimaatwetenschappers.” (p161) Het doet denken aan de modellen tijdens de coronacrisis die ook vaak alarmerend waren.
In klimaatmodellen worden vaak versterkende mee-koppelingen gebruikt, terwijl in de natuur juist meer tegen-koppelingen voorkomen gericht op evenwichtsherstel. “De wetenschap van de terugkoppelingen is nog lang niet settled... Het IPCC werkt eigenlijk alleen met broeikasgassen, zoals CO2, CH4 en N2O... en beperkt zich daarbij grotendeels tot de industriële periode... Waterdamp is het meest voorkomende broeikasgas met een invloed van 75% op de temperatuur... De menselijke uitstoot van CO2 is nog steeds veel minder dan de natuurlijke emissies van CO2... CO2 kende lange tijd een natuurlijk evenwicht tussen emissie en absorptie. Het door mensen uitgestoten CO2 heeft dit evenwicht verstoord”, volgens de theorie van het IPCC, die niet bewezen is.(p156,164-167)
De intensiteit van de zon, aardwarmte en oceaanstromingen krijgen nauwelijks aandacht. Evenals het natuurlijk broeikaseffect dat “gedurende vrijwel de gehele geschiedenis van de aarde... het klimaat heeft gedomineerd.” (p163,165) Veranderingen van de aardbaan en aardas en de zonneactiviteit hebben in de geschiedenis van de aarde grote invloed gehad, bijv. op ijstijden en warme perioden volgens de inmiddels algemeen geaccepteerde theorie van Milankovic, ook door het IPCC. De zon was steeds de grootste klimaatbepalende factor. Er zijn dus diverse vooral natuurlijke factoren die klimaatverandering beïnvloeden. Het onderzoek van alleen menselijke factoren is nogal eenzijdig en monocausaal, terwijl CO2 als oorzaak van temperatuurverandering problematisch blijkt.
Het koolstofbudget is gebaseerd op de ‘transient climate response to cumulative carbon emission’ (TCRE). Een discutabel maar politiek geaccepteerd theoretisch model dat de temperatuur correleert met de totale mondiale CO2 uitstoot, die niet uitsluitend afkomstig is van menselijke activiteit, zoals het model lijkt te veronderstellen. "Bij hoge concentraties treedt verzadiging van de absorptiecapaciteit op... De theoretische onderbouwing van het TCRE model is zwak. Het correleert alleen over een klein deel van de CO2 emissies met de temperatuur.” Een gedeeltelijke correlatie is geen oorzakelijk verband, dat bovendien omgekeerd kan zijn. Toch bepaalt het model hoeveel CO2 een land mag uitstoten. (p184)
Andere menselijke factoren die van invloed zijn, zijn andere broeikasgassen met waterdamp als belangrijkste, aerosolen, roet en stof, de invloed van landgebruik en bijv verstening en asfaltering op het uitstralingseffect en de invloed van grote steden als hitte-eilanden met hogere temperaturen. Verstedelijking hangt samen met bevolkingsgroei, die als factor ook meegenomen dient te worden. Er zijn dus nogal wat factoren van invloed bij temperatuurverandering, aanzienlijk meer dan alleen CO2.
De Waart concludeert dat het aandeel van CO2 in de opwarming vanaf 1950 6-12 % is, als de andere op elkaar inwerkende factoren worden meegenomen. Hij ziet in dit multicausale verband geen dominante oorzaak, ook menselijk handelen en CO2 uitstoot niet. Wel acht hij sinds 1950 menselijke factoren dominant, geschat op 60%, naast natuurlijke factoren voor 40%. “Ik volg hier grotendeels de standpunten zoals neergelegd in het IPCC Assessment Report van 2013.”
Hij komt tot het volgende overzicht van vijf oorzaken met elk zo’n 20% klimaatverandering van1950 tot 2020:
1. astronominsche oorzaken: zonne-intensiteit, kosmische stralen, aardbaan e.d.
2. oceaanstromen
3. menselijke oorzaken van fysische aard: stedelijke hitte-eilanden, onbossing, roet, e.d.
4. menselijke oozaken door absoptie van straling door stof, roet, e.d.
5. broeikasgassen, waaronder CO2 (p200-202)
De rol van waterdamp (H2O) ontbreekt in dit overzicht. Behoort het tot de broeikasgassen? Het is echter grotendeels van niet menselijke oorsprong en de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer wordt in evenwicht gehouden door regen.
Klimaatbeleid
De Waart wil beleid weer op onafhankelijke kritische wetenschap baseren in plaats van op alarmisme. “De jarenlange overeenstemming... tussen geologen, geografen, biologen, historici over recente klimaatvariaties is sinds kort onder druk komen te staan.” Het IPCC heeft eerder genoemde warme en koude perioden ’weggewerkt’ en “ziet gedurende de laatste 2000 jaar maar één periode van klimaatverandering, een opwarming van één graad gedurende de laatste 70 jaar.” (p207) Een dergelijke opwarming is niet ‘ongekend’ maar is vaker voorgekomen.
De klimaatverandering zou ook blijken uit de toename van grilliger weer, hetgeen moeilijk te bewijzen is. De informatie in de media daarover die zich steeds sneller verspreidt, wordt niet bevestigd door statistisch onderzoek van grilliger weer. “Het neerslagvolume is in de periode 1987-2015 hetzelfde gebleven.” Milieu-aantasting is toegenomen. Luchtverontreiniging heeft ook invloed op het klimaat. (p210)
De opwarming zou hoofdzakelijk het gevolg zijn van CO2 uitstoot en de aanname dat dit leidt tot hogere temperaturen, terwijl er diverse andere menselijke en natuurlijke oorzaken zijn. De Waart wijst een aantal ‘schuldige’ oorzaken aan, terwijl het IPCC bewijs meent te hebben voor één schuldige met een paar helpers. Terwijl de invloed van natuurlijke oorzaken, die voorafgegaanzijn aan menselijke invloed, natuurlijk doorgaat en niet is afgenomen.
“Hogere concentraties van CO2 zullen niet leiden tot meer absorptie van CO2 [van warme infrarode straling vanuit de aarde] en dus ook niet tot meer opwarming,” volgens nieuwe publicaties. “Een beleid dat vrijwel alleen gericht is op de mitigatie van CO2 is dan geen serieuze oplossing meer. Meer CO2 zal de temperatuur nauwelijks verhogen, een volledig stoppen met CO2-emissies zal de concentratie in de atmosfeer nauwelijks verlagen. De TCRE hypothese en het daarbij behorende koolstofbudget zijn daarmee een wetenschappelijk volstrekt onvoldoende grondslag geworden om ingrijpende beperkingen van CO2 emissies af te dwingen... Het is een duidelijk voorbeeld van een tunnelvisie... Andere forcings, zowel van natuurlijk als van menselijke oorsprong, worden gemarginaliseerd. Kortom: één verdachte werd vanaf het begin als de (enige) schuldige gezien... Aan andere mogelijkheden werd nauwelijks aandacht besteed.” (p213)
De politiek overheerst het wetenschappelijk onderzoek, dat zich ernaar richt, met weinig ruimte voor kritiek en falsificatie. Overdrijven met gebruik van onbetrouwbare modellen, ongewenste onderzoeksresultaten weglaten of ‘homogeniseren’, selectief gebruik van statistieken lijken standaard praktijken in de klimaatwetenschap.
De Waart pleit voor onafhankelijk onderzoek, ook financieel onafhankelijk van bijv. “grants van alarmistische organisaties” en een onafhankelijk wetenschappelijk panel dat onderzoek en beleid toetst. “Kwaliteit moet weer boven kwantiteit gaan... ‘Refocus on basic science’,” schreef Naomi Oreskes, “een van de beroemdste alarmistische wetenschappers ter wereld”.
Waarom zoveel politici, regeringen én volksvertegenwoordigers zo makkelijk de [politieke] standpunten van het UNFCCC hebben overgenomen is een raadsel... Vaak in strijd met de belangen van degenen die ze vertegenwoordigen... en waarvoor weinig wetenschappelijk bewijs is... Waarom loopt iedereen zo kritiekloos achter elkaar aan? En wat bewoog de hoofdrolspelers?... En waarom wordt er niet meer aandacht geschonken aan de recente [wetenschappelijke] kritiek op de rol en het belang van CO2? (p216) Een reden om meer aandacht te besteden aan de rol en de werking van beïnvloeding en propaganda (in komende nummers van CM).
‘’De verhouding tussen natuurlijke en menselijke oorzaken is nog onbekend. Een aantal factoren... werkt op elkaar in... We geven nu wereldwijd vele duizenden miljarden uit aan terugdringen van CO2-emissies. aan andere mogelijke oorzaken van klimaatverandering doen we niet zoveel... Zijn die extreem hoge uitgaven... wel effectief? Wat weten we wèl?... Het belang van CO2 neemt af, dat van de zon neemt toe... na 2020... Door onze obsessie met broeikasgassen blaffen we tegen de verkeerde boom”. (p218,219)
De Waart wijst op milieuonvriendelijke producten, zoals vliegtuigen, intensieve veeteelt, enz. “Helaas behoren daarbij ook windturbines, elektrische auto’s en zonnepanelen.” Ze vergen veel vaak zeldzame grondstoffen die "een gigantische toename van mijnbouw in de Derde Wereld teweegbrengt, vaak verbonden met kinderarbeid, omvangrijke schade aan natuur en milieu en andere ellende... Het afvalprobleem van duurzame energiebronnen is vele malen groter dan van kernenergie.” (p221) Zijn visies op kernenergie is veranderd sinds reactoren veel veiliger zijn geworden. Anders dan Tsjernobyl en Fukushima, die de beeldvorming negatief beïnvloeden.
https://www.nen.nl/nieuws/bouw/klimaatnota-2023-klimaatdoelen-voor-het-eerst-in-zicht/ CO2 staat centraal
Samenvatting en conclusies
Hierbij volgt veel herhaling. Enkele hoofdpunten: “Op geologische schaal [van 500 miljoen jaar] is de correlatie tussen de temperatuur en de CO2 concentraties zwak. Oorzaak en gevolg zijn niet uit elkaar te houden.” De laatste 800.000 jaar was de correlatie tussen de temperatuur en de concentratie van de twee belangrijkste broeikasgassen CO2 en CH4, afgezien van H2O, bijna perfect. “Maar oorzaak en gevolg waren het omgekeerde van wat werd verwacht. Eerst steeg de temperatuur en daarna het gehalte van CO2 en CH4. De analyses gaven aan dat de temperatuur afhankelijk was van de baan van de aarde om de zon, de hellingshoek van de aardas en de tolbeweging van de aarde. Het CO2 volgde de temperatuur en had er vrij weinig invloed op. CO2 en CH4 kunnen niet de dominante oorzaak zijn geweest van klimaatveranderingen in de ijstijden. In latere perioden waarschijnlijk ook niet... Een causaal verband is nog niet aangetoond.” (p225)
Daarnaast waren er andere eerder genoemde natuurlijke en menselijke oorzaken dan CO2. “Meer CO2 leidt niet automatisch tot meer opwarming... De invloed van CO2 op de temperatuur is opvallend gering, verreweg de grootste invloed komt van waterdamp. Het IPCC erkent dit... De invloed van CO2 op de temperatuur neemt logaritmisch af... Volledig stopgezette emissie [in Nederland] zou leiden tot een afkoeling in de wereld van 0,000036 graden in 2100 [... En] van de wereldwijde temperatuur met 0,028 graden als de hele wereld een 100% CO2 reductie in 2050 voor elkaar weet te boksen ” (p226,227. Volgens Simon Rozendaal, Warme aarde. Koel hoofd) worden de kosten van CO2 terugdringen geschat op 1000 miljard euro voor Europa. “De totale kosten kunnen veel hoger uitkomen.” De wetenschappelijke onderbouwing is zwak en discutabel.
https://www.vfb.be/artikel/alternatieve-energie-staat-op-de-radar
Alternatieven?
De overgang van fossiele brandstoffen op biomassa geeft meer vervuiling en hoge kosten, “alleen al 11,4 miljard aan subsidies”. Terwijl aardgas relatief schoon en goedkoop is met weinig CO2 uitstoot. Bovendien kost biomassa talloze bomen, ook al kunnen die weer worden aangeplant.
Windenergie en zonneparken hebben veel nadelen: vereisen veel zeldzame grondstoffen en geven afvalproblemen die nog niet zijn opgelost. Ze geven een wisselende instabiele energie. Zonnepanelen maken burgers minder energie-afhankelijk en bieden toegevoegde waarde en energie. Windmolens draaien op subsidie, hoewel ze goedkoper zijn geworden. De transistors gebruiken het gas SF4 dat 23.000 maal vervuilender is dan CO2. Een groot risico als het vrijkomt.
Elektrificatie gaat in Nederland ten koste van het aardgasnet. Afhankelijkheid van het elektrische kabelnetwerk heeft risico’s. In Californië begaven elektriciteitskabels het als er teveel stroom door komt tijdens hittegolven en deze veroorzaken dan bosbranden. Elektrische auto’s gebruiken meer energie dan gewone auto’s, omdat ze zwaarder zijn en door energieverlies bij de omzetting van brandstof in elektriciteit. Ook hier geldt het vervuilingsprobleem van versleten accu’s en van banden die sneller slijten. Subsidies komen vooral ten goede aan rijkere burgers die vaker zo’n duurdere auto aanschaffen. Ook warmtepompen gebruiken veel elektriciteit. Energie uit waterstof is ook niet duurzaam, want het kost veel energie om waterstof te genereren. Bovendien is het riskant omdat het zeer brandbaar is.
De Waart pleit voor adaptatie, die goedkoper is dan mitigatie. Hij noemt aanpassingen zoals isolatie en maatregelen tegen zeespiegelverhoging, die vanaf 1700 19 cm per eeuw omvat met vanaf nu een mogelijke stijging tot 30 cm per eeuw, maar volgens het IPCC mogelijk hoger tot wel 100 cm. (p224,233)
“Terugdringen van de CO2 uitstoot kan moeilijk zonder kernenergie,” volgens het MIT (Massachusetts Institute of Technology). Volgens De Waart zijn moderne kerncentrales goedkoper, met minder afval dan windturbines en ook veilig. Getijdenenergie en aardwarmte zijn ook reële, schone en stabiele opties, die weinig aandacht krijgen. Te prefereren boven vervuilende biomassa-energie.
https://www.mr-online.nl/vraagtekens-bij-onafhankelijkheid-bijzonder-hoogleraren/
Kritische wetenschap en onafhankelijk onderzoek
De Waart pleit voor discussie en onafhankelijk kritisch onderzoek, ook van alternatieven, waarvoor in de huidige gang van zaken te weinig ruimte is. De wetenschappelijke consensus wordt vooral politiek gestuurd. (Terwijl de politieke consensus wetenschappelijk gestuurd dient te zijn.) Dit geldt ook voor (onderzoeks)journalistiek. De media praten elkaar na, “meestal gebaseerd op andere artikelen van andere journalisten. Zelden verwijzen zij naar de samenvattingen van IPCC-rapporten... en nooit naar de onderliggende artikelen in de vaktijdschriften.” (p237)
“De sterk toegenomen internationale samenwerking leidt tot een samenballing van macht waar die niet thuishoort en waar geen controle op bestaat. In het internationale klimaatbeleid... bij het IPCC en UNFCCC.” Nationale belangen kunnen in gevaar komen, zoals bij (de afbraak van) het Nederlandse aardgasnetwerk, dat relatief schoon en goedkoop is. “De IPCC-rapporten zijn geen Heilige Boeken.” Vaak wel alarmistisch. “Een kritische blik... kan geen kwaad.” En “refocusing” op basiswetenschappen, inclusief afwijkende visies. (p237
“Klimaatwetenschap is de enige wetenschap die ik ken, die een ‘double ethical bind’ accepteert. Het beschermen van de aarde tegen klimaatverandering is zo belangrijk, zeggen ze, dat je het met de objectiviteit niet zo nauw hoeft te nemen.. Je mag resultaten van experimenten ‘vergeten’, je mag overdrijven...” (p238)
Het voorzorgsbeginsel kan leiden tot “onomkeerbare verkeerde beslissingen... die je niet meer kan terugdraaien. Beter is een mildere vorm ervan die we ‘no regret’ kunnen noemen... Je moet op je schreden kunnen terugkomen.” Dit geldt met name voor het gevaarlijke en onvoorspelbare proces van geo-engineering. (p238)
“Tot slot... geloof niet alles.” Gezonde scepis is op zijn plaats tegenover de alarmistische wetenschap en politiek. “Sceptici ontkennen de recente opwarming van de aarde niet... Maar ze verschillen van mening over de oorzaken, de gevolgen en de voorgestelde oplossingen... Het klimaat kan en zal de komende decennia variëren. Door menselijke oorzaken en door natuurlijke oorzaken.” Afkoeling is niet uitgesloten en kan meer slachtoffers eisen dan opwarming, gezien eerdere koude perioden. Gevolgen zijn onvoorspelbaar maar blijven “hoogstwaarschijnlijk binnen een betrekkelijk nauwe marge”.
Dat CO2 de belangrijkste aanjager is van een steeds warmer klimaat “’is bijna zeker onjuist”. Evenals het besteden van miljarden aan de aanpak daarvan. “We blaffen tegen de verkeerde boom.” (p239)
Commentaar
De Waart schreef een interessant, actueel en veelzijdig boek. Hij toont zich deskundig op diverse gebieden, behalve klimaatonderzoek ook geologie, politiek, wetenschapsfilosofie en methodologie. Daardoor is zijn kritiek breed gefundeerd. Hij maakt een onderscheid in alarmisten en sceptici en ontpopt zich van meet af aan als scepticus en criticus. De tweedeling is eigenlijk een glijdende schaal met uiteenlopende schakeringen.
Aan de ene kant angstige gelovigen, dogmatici en apocalyptische denkers, voor wie klimaatwetenschap een soort geloof is in CO2 uitstoot als welhaast monocausale factor bij klimaatverandering. Gematigder zijn degenen die CO2 als primaire factor zien en ook andere dan menselijke oorzaken erkennen.
Aan de andere kant staan sceptici, die daar niet in geloven en diverse oorzaken onderzoeken. Bij de ‘klimaatontkenners’ gaat de scepsis over in ontkenning. Sceptici hebben oog voor de klimaatverandering, maar hebben een multi-causale visie. “Het gaat niet aan om de huidige klimaatdiscussie en de zorgen die daarin worden geuit te bagatelliseren, maar we hoeven ons ook niet gek te laten maken.” (p183)
‘Alarmisten’ klinkt niet als neutrale term, maar heeft een negatieve gevoelswaarde. Zij vormen de dominante groepering in het klimaatdebat, waarvan nauwelijk meer sprake is, want het zou ‘settled’ zijn, meer in politieke dan in wetenschappelijke zin. De consensus organiseert zich zich rond de IPCC en de UNFCCC met instellingen en wetenschappers die zich daarbij aansluiten.
De sceptici zijn volgens De Waart minder eenstemmig. Hij geeft ruimschoots uiting aan zijn kritiek op het alarmisme en treedt daarbij vaak in herhaling. Dat kan soms drammerig overkomen, hoezeer hij ook pleit voor open en kritisch onderzoek. Het maakt wel zijn stellingname en argumentatie overduidelijk. Hij weet de moeilijke materie herhaaldelijk beknopt samen te vatten.
Een van de critici van De Waart schrijft dat ook de olie-industrie de invloed van de verbranding van fossiele brandstoffen op het klimaatveranering erkent op grond van eigen onderzoek, niet alleen van CO2 uitstoot, maar ook andere broeikasgassen. Toch heeft de olie-industrie het klimaatdebat proberen te beïnvloeden door klimaatverandering in twijfel te trekken, terwijl de meeste sceptici de klimaatverandering accepteren, maar niet CO2 als hoofdoorzaak. De Waart gaat hier niet op in zijn veelomvattende boek. Hij geeft toe dat CO2 uitstoot een toegevoegd effect heeft, dat hij schat op zo’n 12 procent, bovenop de andere menselijke en natuurlijke oorzaken. (https://www.conserve.nl/conserves-leessite/geloof-niet-alles/
Het klimaatalarmisme doet vaak denken aan de coronacrisis. Daarbij werden aan de hand van modellen ook angstwekkende scenario’s voorgeschoteld. Kritische wetenschappers en journalisten werden in de media geweerd. Zie hierover epidemioloog Dick Bijl en enkele tientallen kritische collega’s, besproken in CM 130.
De Waart ziet menselijke oorzaken voor 60% als oorzaak van de opwarming sinds 1950, waarvan 20% door broeikasgassen en zo’n 12% door CO2 uitstoot, die boven een verzadigingspunt geen ingrijpende opwarming meer geeft. Het is zaak aan de 40% andere menselijke oorzaken, die vaak neerkomen op luchtvervuiling door industrie, de nodige aandacht te geven. Een schone industrie blijft dus een speerpunt van het milieu-en klimaatbeleid, zij het met een minder eenzijdige focus op CO2 uitstoot.
Vanwaar die excessieve nadruk op CO2 uitstoot? Een voorbeeld van simplistisch en monocausalistisch denken in een complexe zaak als het klimaat? Een uiting van de menselijke behoefte de complexe, vaak bedreigende werkelijkheid vereenvoudigd weer te geven en een boosdoener aan te wijzen voor de problematiek? De Waart gaat nauwelijks in op dergelijke vragen. Collectieve angst en maatschappelijke druk speelt hierbij evenals in de coronacrisis een significante rol. Toen zagen we ook een versimpeling en censurering van het debat gericht op lockdown en massale vaccinatie als de oplossingen, zonder veel oog voor schadelijke neveneffecten. Wat betreft de opwarming wordt CO2 reductie als de dure en mogelijk weinig effectieve oplossing gezien van een complexe problematiek, waarbij lucht- en milieuvervuiling een hoofdrol spelen. Het is zaak daar iets aan te doen en niet alleen aan CO2 uitstoot. Dus meer milieumaatregeleen in plaats van minder!
Literatuur en noten
‘Onzekerheid over of ‘anderhalve graad’’ opwarming van de aarde al is bereikt’ NRC 12 nov. 2024: “Vaak zijn natuurlijke variaties ook meegenomen, dat speelde vorig jaar bijvoorbeeld. Een El Nino heeft toen voor extra opwarming gezorgd – het opervlak van de Grote Oceaan is dan relatief warm. Maar het is een natuurlijke proces, net als vulkaanuitbarstingen. Eigenlijk zou je dit soort processen uit moeten filteren, om alleen door de mens veroorzaakte opwarming over te houden. De verwarring speelde ook vorige week weer. De Copenicus climate Change Service, opgezet door de EU, meldde dat de opwarming dit jaar hoogstwaarschijnlijk boven de 1,5 graden C. uit zal komen. Maar ook bij dit cijfer is het effect van El Nino inbegrepen.... Daarom is twee jaar geleden een initiatief gestart dat jaarlijks alle indicatoren van klimaatverandering op een rij zet, waarbij ook de rol van de mens wordt uitgefilterd... Eind 2022 bedroeg de door de mens veroozaakte opwarming 1,26 graden C ten opzichte vn de periode 1850-1900... Eind 2023 was het 1,31 graden C.”
Voor meer besprekingen van het boek van De Waart zie: https://www.climategate.nl/2024/07/bestsellerauteur-jules-de-waart-mijn-boek-probeert-de-standpunten-van-klimaatalarmisten-en-sceptici-zo-objectief-mogelijk-weer-te-geven/
https://www.dwarsliggers.eu/index.php/2016-04-13-11-46-18/klimaat-en-energie/925-jules-de-waart
https://www.geestkunde.net/vraag-en-antwoord/klimaatverandering-factoren.shtml
https://klimaatgek.nl/wordpress/2022/10/10/geloof-niet-alles/