Prinses Irene en de Carlisten
Deel 1: Nieuwe gegevens over de kwestie Irene

Civis Mundi Digitaal #152

door Janneke Segaar

Vijf jaar geleden veroorzaakte een toespraak van een Nederlandse prins ophef in Spanje, toen de aartsbisschop van Valencia demonstratief zijn kerk verliet tijdens een toespraak, waarin de prins memoreerde dat Spanje van oorsprong is opgebouwd uit verschillende koninkrijken. Het voorval kwam in Spanje in het nieuws, want dit is een uiterst gevoelig onderwerp in een land waar de Catalanen in meerderheid stemden voor afscheiding van Spanje. De prins verklaarde later dat hij alleen wilde verbinden, maar het carlisme – waarvan hij de voorman is – staat in Spanje vooral bekend als splijtzwam, zelfs veroorzaker van burgeroorlogen.

Deze Carlos de Bourbon de Parme is de oudste zoon van prinses Irene, een zus van prinses Beatrix. In de tijd dat prinses Irene wilde trouwen met haar Bourbon-prins, leidde dit tot een regelrechte crisis in ons land. De halve bevolking was verontwaardigd toen de prinses toetrad tot de katholieke kerk, maar wat er achter de schermen aan de hand was, bleef onduidelijk. Het dreigde zelfs te escaleren tot een constitutionele crisis, toen de verloving werd aangekondigd – Irene was toen tweede in de lijn van troonopvolging na Beatrix.

Nu de archieven uit die periode geopend zijn en vele betrokkenen hun memoires publiceerden, is het mogelijk om te achterhalen wat zich in werkelijkheid afspeelde. En ook of het carlisme, waar het jonge echtpaar zich voor inzette, in die tijd eigenlijk kans van slagen had in Spanje. En of haar man koning van Spanje kon worden – wat zijn ambitie was. Ook wordt duidelijk dat de schoten bij de jaarlijkse carlistenbijeenkomst een regelrechte aanslag waren op het prinselijk paar zelf en voortkwamen uit politieke onvrede binnen hun naaste familie!

De kwestie Irene

Irenes verloofde was een afstammeling van het koningshuis Bourbon, dat eeuwenlang regeerde in Frankrijk en Spanje. Bij hun verloving was het in Nederland al duidelijk dat Irenes prins een voorman was van de carlisten in Spanje, maar wat carlisten eigenlijk waren, dat was niet echt bekend. Wel was zonneklaar dat de verloofde van de prinses zich niets aantrok van de bijzondere positie die het koningshuis inneemt in de Nederlandse samenleving. Dit leidde tot ergernissen binnen het koninklijk huis en ook binnen de regering en vooral ook in de relatie tussen die twee, wat gemakkelijk tot een constitutionele crisis kon leiden.

Prinses Irene1 weigerde zelfs op het laatste moment om mee te gaan met een zorgvuldig voorbereid staatsbezoek. Ze besloot meteen helemaal te kiezen voor de carlistische belangen van haar verloofde. Op zijn verzoek… Dat hij en zijn vader mee wilden met het staatsbezoek, is niet uit de memoires en archieven gebleken.

Koningin Juliana had aanvankelijk een onjuiste verklaring afgelegd aan de pers over het verbreken van Irenes verloving, terwijl er onder het publiek helemaal nog geen verloving bekend was. Nu is openbaar geworden hoe dit kwam. Het was niet de laatste keer dat koningin Juliana op het verkeerde been werd gezet, werd gepasseerd of regelrecht werd gebruikt door de carlisten. Het vermoeden was in die tijd wel dat Irene door de carlistische prins werd gekozen omdat ze lid was van een regerend koningshuis en zo de onbekende carlistische zaak aan publiciteit hielp.

Maar prins Karel Hugo was zelf ook om publicitaire redenen uitgekozen als gezicht van de carlistische actie, zo blijkt uit het onderzoek van historicus Daniela Hooghiemstra die in Madrid Spaanse cultuur en geschiedenis studeerde en daar o.a. archief-onderzoek deed. De gegevens over de Spaanse en Nederlandse regering in dit artikel zijn in hoofdzaak gebaseerd op haar boek Om de liefde voor de troon.

Publiciteitsstunt

De reclamecampagne werd uitgedacht door Ramon Massó Tarruela (1928-2017), zelf overtuigd carlist en een marketeer avant la lettre, die prins Hugo wilde profileren als kandidaat voor de opvolging van het Spaanse staatshoofd van die dagen, generaal Franco. (De naam Carlos/Karel kwam pas later.)

Massó – die zijn memoires heeft geschreven waarvan gebruik wordt gemaakt – wist heel goed dat het eigenlijke hoofd van de carlisten niet Hugo was, maar zijn vader Xavier (1889-1977). Want Xavier was in 1951 met open armen ontvangen door Massó’s eigen vader. Na twintig jaar dictatuur van Franco verlangden in die tijd de carlisten in Barcelona naar bevrijding van het militaire juk.2 Na Franco hopen ze op herstel van een monarchaal bestuur, dat katholiek is en vooral de regio’s meer autonomie gaat geven. Dit geldt voor Catalonië en mogelijk ook voor het hele gebied in Noord-Spanje waar de carlisten veel aanhang hadden in de jaren dertig van de negentiende eeuw. Dit gebied omvat naast het platteland van Catalonië ook de regio’s Navarra, Rioja, het landelijke deel van Baskenland en het noorden van Valencia. Zie kaart 1.

 

Kaart 1 Gebieden waar carlisten tussen 1833 en 1840 algemeen steun ondervonden, zijn aangegeven in oranje. De donkere gebieden waren in de macht van de carlisten. (Bron: Wikipedia)

 

Xavier de Bourbon de Parme (1889-1977) kreeg de leiding van het carlisme toebedeeld omdat zijn vader Robert had meegevochten met Karel VII in de carlistische oorlogen. Bovendien was Xaviers tante getrouwd met Karel VII, de laatste carlistische koning die enig gezag kon doen gelden over dit Noord-Spaanse gebied. Als Xavier in zijn jeugd in de vakanties bij zijn tante en oom logeerde, had hij een intelligente en toegewijd-katholieke indruk gemaakt, zodat het idee ontstond dat het carlisme bij hem in goede handen zou zijn. (Hooghiemstra p 67,68) Zie Genealogie 1.

In de Tweede Wereldoorlog kwam Xavier in Duitse concentratiekampen terecht wegens steun aan het verzet en bij zijn bevrijding was hij vermagerd tot 36 kilo en zoveel ouder geworden dat hij niet eens herkend werd door zijn 15-jarige zoon Hugo die hem ging ophalen op het station. Als gezicht van een reclamecampagne is dit niet ideaal. Hugo is 25 jaar als hij een bezoek brengt aan Madrid in 1955 en hij maakt een verpletterende indruk op de carlistische studenten. Vooral als hij in het Prado-museum poseert voor het schilderij, dat Francisco Goya maakte van de familie van de Spaanse koning Karel IV3. Het schilderij kon ook wel Hugo’s familie heten. Alle afgebeelde personen zijn met hem verwant en de baby op de arm van de dochter van de Spaanse koning, wordt Hugo’s betovergrootvader in rechtstreekse mannelijke lijn. (Hooghiemstra p 75-6) Zie Genealogie 1.

Als reclameman herkende Ramon Massó in hem de prins die het carlisme een nieuw imago kon geven: jong én Europees, thuis in Frankrijk maar evengoed in Oostenrijk of Italië, waar hij woonde in paleizen en kastelen: Lignières, Bostz, Puchheim, Pianore. Hugo ademt het traditionalisme, maar aan zijn ogen is te zien dat hij popelt om de toekomst naar zijn hand te zetten. (Hooghiemstra p 61,75) 

 

Genealogie is een type stamboom waarin de vererving van vader op zoon wordt weergegeven. Hier is gebruikgemaakt van een nieuw systeem dat door mijzelf is ontwikkeld om meer gegevens op een pagina te krijgen, wat nodig is om duidelijk te maken hoe de relatie is tussen Hugo van de tak Bourbon-Parma en de laatste leden van de carlistische tak van de Bourbons.
Legenda Elk blokje geeft een echtpaar aan. Als het blok grenst aan een ander blokje, dan betreft het naaste familie: een kind (eventueel met echtgenoot), ouder, broer of zus. Staat een blokje op enige afstand, dan is het geen naaste familie. De jaartallen slaan op geboorte- en sterfjaar. De x staat voor huwelijk, het jaartal erbij is het huwelijksjaar. Kinderloze huwelijken staan niet altijd aangegeven omdat dit niet van belang is wat nageslacht betreft. Het teken ø staat voor echtscheiding soms met jaartal. Een titel tussen aanhalingstekens is louter een titel. Een titel zonder aanhalingstekens wijst op daadwerkelijk bestuur. 

Genealogie 1. In de linker kolom staan de koningen van Spanje, in het centrum de carlisten, in de rechter kolom de hertogen van Parma van de familie Bourbon-Parma. Zij stammen allen af van de Franse Zonnekoning bovenaan, die ook een Bourbon was. De pijlen geven aan het doorgeven van aanspraken op de troon op irregulaire manieren. In de rode blokken staan Xavier en zijn nageslacht. De irregulaire testamentaire beschikking waarmee Xavier aan het carlistische leiderschap kwam, was overigens niet meer van belang na 1952, omdat hij toen ook volgens de traditionalistische opvattingen van de carlisten de oudste afstammeling in mannelijke lijn was, waarna hij werd ingezworen door de carlisten in Spanje. (Wikipedia)

 

Kasteel Lignières (Loire) is in het bezit van Hugo’s familie Bourbon-Parma. (Bron: Wikimedia Commons)

 

In het geheim komt er een spoedcursus Spanje voor Hugo

Hugo (1930-2010) is in staat de Spaanse strijdliederen uit de burgeroorlog mee te zingen, maar hij kent het land niet waar deze oorlog werd uitgevochten. Een klein groepje Spanjaarden komt op het idee om Hugo uit te nodigen voor een crash course Spanje. Eén van hen komt naar Oxford, waar Hugo economie studeert na zijn Franse rechtenstudie. Hugo voelt er wel voor om naar Bilbao te komen en de ideeën van de carlisten bevallen hem. (Hooghiemstra p 76, Clemente p 65,81)

Officieel is het carlisme in Spanje in die tijd verboden. Hugo wordt in het diepste geheim opgepikt door jonge carlisten, als hij met de trein aankomt aan de Franse kant van de grens in het najaar van 1956. Ter vermomming is voor Hugo een bril aangeschaft, die door hemzelf “mijn imbecielenbril” wordt genoemd. In het oude centrum van de stad wordt Hugo op een etage in een negentiende-eeuws pand opgevangen door een vakbondsman die hem zal vertellen over de geschiedenis van de vakbonden, het kapitalisme en de kerk. De Spaanse geschiedenis leert hij van het hoofd van de carlistische studentenbeweging in de regio, op wie Hugo een keurige, bescheiden indruk maakt. Reclameman Ramón Massó zal hem de Spaanse taal verder leren. Hij leert Hugo ook om minder op te vallen door langzamer te slenteren zoals een echte Spanjaard met de handen in de zakken. Hugo wordt verder bijgespijkerd over heden en verleden van het carlisme. Intussen komt hij in korte tijd kilo’s aan dankzij de machtige visgerechten en de slagroompudding van de vrouw des huizes. (Hooghiemstra p 77,78, Massó p 66,67,72)

Na een halfjaar is Hugo gereed voor zijn vuurdoop op een bijeenkomst op de berg Montejurra, waar duizenden carlisten jaarlijks samenkomen als eerbetoon aan de gesneuvelde soldaten in de burgeroorlogen. De pelgrims trekken op een zondag begin mei de berg op bij het gelui van kerkklokken en het geknal van vuurwerk en boven wordt een mis opgedragen. De tocht op de Montejurra is een cultus en met een megafoon oefent Hugo op de juiste toon voor zijn toespraak. Op het blaadje van zijn speech heeft hij met grote letters geschreven: “Langzaam, langzaam”. (Hooghiemstra p 79, Massó p 96-97, MacClancy p 127)

 

De berg Montejurra (ca. 1000 m) in Navarra is een herdenkingsplek voor de carlisten. (Bron: Wikimedia Commons) 

 

De autorit vanuit Bilbao duurt tegenwoordig twee uur, maar om aan de aandacht van de politie te ontsnappen werd het een gecompliceerde rit auto-in-auto-uit. Na een overnachting bij een priester in de buurt gaat Hugo te voet de berg op, met een ezel en in de zadeltas zijn donkergrijze pak en een traditionele carlistische rode baret, waarop met gouddraad drie lelies waren geborduurd, het familiewapen van de Bourbons. Vlak onder de top van de berg kleedt Hugo zich om en dan ziet hij voor het eerst wat het carlisme behelst: veertigduizend mensen met rode baret zijn verzameld in de hoge vallei om hun prins te verwelkomen. Ze komen uit alle klassen: priesters, studenten, boeren, functionarissen, industriëlen uit alle regio’s van Baskenland tot Andalusië.

Uiterlijk kalm, vastbesloten en met het gezag van iemand die gewend is grote menigten te leiden doet Hugo die ochtend de belofte dat hij trouw aan zijn verleden en zijn vader de plichten zal vervullen die de titel van Spanjes troonopvolger hem oplegt. Na iedere zin volgt een ovatie. Na het besluit “Viva España” stijgt in de vallei een oorverdovend gejuich op. Dan ontstaat bij Hugo het idee om zijn voornaam te veranderen. Carlistische koningen hadden altijd Carlos geheten. Als een klein meisje vraagt hoe hij heet, zegt hij: “Noem mij maar Carlos Hugo.” (Hooghiemstra p 81, Massó p 41-42)

Al ziet Franco niets in het regionalisme, hij staat de carlistische beweging toch oogluikend toe, want het traditionalistische gedachtengoed staat niet zo ver van hem af. Vanaf het eind van de jaren vijftig staat hij zelfs officieel hun bijeenkomsten toe en ook de publicatie van kranten van de carlisten. Franco toont een zekere nieuwsgierigheid en lijkt open te staan voor het idee dat zijn opvolger een carlist wordt. Franco is al bijna zeventig en zal niet lang meer regeren. Hij moet alleen nog besluiten wie zijn opvolger wordt (Hooghiemstra p 81)

Franco met zijn arm in het gips met achter hem zijn vrouw Carmen Polo (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)

Karel Hugo gaat intussen een stage volgen in Duitsland, maar het volgende jaar komt hij weer naar de Montejurra. Ditmaal kondigt hij zijn komst tevoren netjes aan en stuurt zijn toespraak zelfs aan Franco toe ter goedkeuring. (Hooghiemstra p 83, Massó p 138,139) Kennelijk is zijn studietijd voorbij, want hij blijft in Spanje. Karel Hugo vliegt met een door hemzelf bestuurd vliegtuigje door het hele land, legt contacten en spreekt menigten toe. Hugo ziet hoe groot het verlangen is naar een alternatief voor Franco en acht de tijd rijp voor een sprong voorwaarts. Zijn vader, die hem had geleerd dat Bourbons zijn bestemd om te regeren, geeft hem een miljoen peseta’s om “te werken aan de zaken voor de toekomst”. Karel Hugo betrekt een appartement in Madrid, in een chique wijk bij het Parque de Retiro, vanwaar hij een gooi wil doen naar de Spaanse troon. (Hooghiemstra p 59,60, Massó p 236)

De opvolging van dictatorFranco is een tikkende tijdbom

Prins Juan de Borbón (1913-1993) eist op hoge toon zijn rechten op als zoon van de vorige koning, Alfonso XIII. (Zie Genealogie 1, linker kolom.) Hij vindt dat God hem heeft aangewezen om koning van Spanje te zijn en beschouwt Franco als een onbedoeld intermezzo. Maar op aarde is Franco de baas en zijn bedoeling is om diens “volgzamere” zoon Juan Carlos aan te wijzen. Hierdoor ontstaat een gecompliceerd machtsspel tussen Juan, zijn zoon en de dictator. De generalissimo had Juan Carlos de Borbón vanaf 11-jarige leeftijd onder zijn hoede genomen, maar deed hem geen beloftes.

Hij laat ook Karel Hugo van Bourbon-Parma hoop koesteren en nodigt hem in 1962 uit voor een audiëntie. Als de uitnodiging op de deurmat valt, huurt Massó vliegensvlug een jacquet en een auto voor Karel Hugo. Hij wordt door Franco met een brede glimlach ontvangen in zijn werkpaleis El Pardo. Karel Hugo wordt tijdens het half uur durende bezoek naar eigen zeggen met veel respect behandeld. De staatsmedia maken melding van de audiëntie, iets wat later heel anders zal worden. (Hooghiemstra p 87,88, Clemente p 102-3, Balansó p 200, Massó p 265)

Franco (1892-1975) heeft vanaf het midden van de jaren vijftig behoefte aan militaire en economische toenadering tot de wereld. In de ogen van Amerika is Franco een belangrijke bondgenoot tegen het communisme en daarom wordt zijn vroegere vriendschap met Hitler daar graag vergeten. Maar in Europa ligt dat anders. Toch wil Franco naast lid van de NAVO ook lid worden van de EEG (voorloper van de EU), die dan nog maar zes landen telt, waaronder Nederland. Omgekeerd wordt Spanje voor Nederlanders een aantrekkelijke vakantiebestemming nu de economie aantrekt. (Hooghiemstra p 50-51)

In Nederland

Als in Nederland iemand de kloof met Spanje kan dichten, dan is het wel de Spaans-sprekende echtgenoot van staatshoofd Juliana, prins Bernhard. In 1959 heeft hij de hand in de oprichting van het Ibero-Amerikaanse instituut in Utrecht. In september 1959 is prinses Irene het stralende middelpunt van een Spaans-Nederlandse verbroedering op paleis Soestdijk, in aanwezigheid van de ambassadeur. Irene converseert tot ieders blije verrassing in perfect Spaans. (Hooghiemstra p 51) Bernhard is goed bevriend met de Nederlandse ambassadeur in Madrid, Willem Ernest van Panhuys, die al sinds de oorlog in Madrid zit.

 

Het gezin van koningin Juliana en prins Bernhard in de tuin van paleis Soestdijk. Irene staat helemaal rechts. (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)

 

Willem Ernest van Panhuys, ambassadeur in Spanje (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)

 

Prinses Irene wordt door Bernhard ook geïntroduceerd in Mexico, een land waar hij erg op gesteld is – hij wordt daar uitgenodigd bij welvarende grootgrondbezitters die geen rekening hoeven te houden met een parlement of mediapubliciteit, wat een verademing voor hem is. Irene reist rond In Mexico en wordt als bij blikseminslag verliefd op een jongeman, die de goedkeuring van haar vader krijgt en ook op Soestdijk wordt ontvangen, maar dan besluit Irene volgens haar vader: “Nee, toch niet.”  Volgens een vriendin van Soestdijk, freule Christine Wttewaal van Stoetwegen4, speelt “gebrek aan Ebenbürtigkeit” bij dat besluit toch een rol. (De prins spreekt, geruchtmakend postuum interview met Bernhard in De Volkskrant 14 dec 2004, Hooghiemstra p 58, zie ook Archief PVN 11 feb 1964)

Huwelijkskandidaten

Wat adellijke status betreft is prins Juan Carlos een betere kandidaat en hij komt op uitnodiging van prins Bernhard om te jagen en daarbij ontmoet hij ook Irene, maar de verschillen zijn vermoedelijk te groot, zowel wat betreft godsdienst als ook wat betreft het besef van dynastieke plicht. Voor Juan Carlos staat zijn hele leven in het teken van de troon. Hij is streng gedisciplineerd opgevoed. De enige ontspanning die Juan Carlos heeft, zijn de vakanties bij zijn ouders in Portugal. Maar daar vindt in 1956 een dramatisch incident plaats. Zijn jongere broer Alfonso overlijdt als gevolg van een pistoolschot. De exacte omstandigheden zijn nooit helemaal duidelijk geworden, maar Juan Carlos was erbij aanwezig en het schot zou zijn afgegaan tijdens schoonmaken van het pistool. (Wikipedia)

 

Juan Carlos, geboren in 1938, in 1959 (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)

 

Na zijn middelbare school volgt Juan Carlos een militaire opleiding bij marine, land- en luchtmacht en een studie aan de universiteit van Madrid. Opgeleid door het regime van Franco en overal bespied door diens geheim agenten, weet hij nauwelijks wat een privé-leven is. Zelfs zijn post wordt geopend. Juan Carlos is regelmatig verliefd, maar trouwen gaat in zijn wereld over iets anders. Zijn huwelijkspartner moet iemand zijn uit een regerend vorstenhuis. (Del Barrio in de krant El País 1 nov 2014) Koningin Frederica van Griekenland, geboren Van Hannover, heeft de Spaanse prins al een tijdje op het oog voor haar dochter Sofia (1938). Maar ook Irene ontmoet Juan Carlos geregeld, bijvoorbeeld op een dating cruise voor royalty of op een bruiloftsfeest, zoals dat van de Belgische koning Boudewijn, die trouwt met de Spaanse Fabiola.

Juan Carlos ziet in de vrij opgevoede Irene vermoedelijk niet het monarchale anker dat hij zoekt. Omgekeerd is deze prins ook niet haar type. Juan Carlos’ opvatting over de betekenis van het huwelijk deelt Irene niet. Keuzevrijheid gaat wat haar betreft boven status.

Dynastieke politiek is niet de praktijk op Soestdijk. Haar moeder Juliana houdt heel slechte herinneringen over aan haar eigen rol in het dynastieke spel in de tijd dat zij huwbaar was. Haar geregisseerde zoektocht naar een vorstelijke echtgenoot had alleen maar fiasco’s opgeleverd. (Hooghiemstra p 53) Juliana heeft als levensdoel “mijzelf zijn” en Bernhard is ook gewend zijn eigen gang te gaan als zoon van prinses Armgard, die zelf niet van adellijke komaf was toen ze trouwde met een prins en conventies aan haar laars lapt. Bernhard en Juliana gunnen hun dochters die vrijheid ook. “Het is een feit dat deze meisjes veel vrijer zijn dan de meeste andere prinsessen”, verklaart Bernhard in 1963 in Elsevier. “Zij hebben niet meer beperkingen dan meisjes uit gewone gezinnen.” Een “marriage de convenance” is volgens hem uit den boze. (Hooghiemstra p 53, Joustra p 12)

 

Rechts Prinses Armgard van Lippe-Biesterfeld, grootmoeder van Irene (Bron: fotocollectie van Nationaal Archief)

 

Prinses Irene

Irene heeft moeite met de gouden kooi en het strakke keurslijf benauwt haar. Zij ging op school in Bilthoven bij De Werkplaats van Kees Boeke. “Het moest allemaal heel creatief zijn en vooral geen discipline”, vertelt zusje Margriet als ze geïnterviewd wordt in een tv-portret. “Het was er gewild idealistisch.” Irene had het er volgens haar jeugdvriendin wel heerlijk gevonden, maar toen bleek dat de Oranje-dochters er nauwelijks iets leerden en dat Beatrix in de knoop raakte met haar koninklijke status thuis, die op school stelselmatig werd genegeerd, werd voor de prinsessen een speciale afdeling van het Baarns Lyceum opgericht, het Incrementum. Irene was toen 11 jaar oud. (Hooghiemstra p 27)

Irene was verlegen en teruggetrokken, maar ook stoer en sportief, goed in tennis, paardrijden en skiën. Ook kreeg ze balletles en ze hield van toneelpelen. Later ontdekte ze dat je ook kunt toneelspelen in het dagelijks leven. Na de middelbare meisjesschool (voorloper van de mavo met meer talen) wil Irene nadenken over haar toekomst en vooral ook over zichzelf. Ze volgt een jaar Frans in het Zwitserse Lausanne, waar ze ook een voortgezette catechesatie volgt en wordt aangenomen in de protestante kerk. (TV-interview 2024) Irene besluit om Spaanse taal en letterkunde te gaan studeren in Utrecht, naast colleges staatsrecht en economie die noodzakelijk zijn voor een reservekoningin. In 1962 gaat ze verder voor het examen tolk-vertaler Spaans. (Hooghiemstra p 45)

Irene is geboren in 1939. Zelf schrijft ze erover: “Eirènè, vrede, werd ik genoemd, in de hoop dat de oorlog niet zou uitbreken. Het kogelvrije wiegje waarin ik – negen maanden oud – onder het gedreun van bombardementen op de boot werd gezet, ken ik alleen uit het museum van Paleis het Loo… Met mijn moeder en oudste zusje voeren we de hele oceaan over naar Canada… Mijn vader was een Duitse Nederlander…” Hij was uitgeweken naar Londen, net als grootmoeder Wilhelmina. “Ik miste hem ontzettend. Een paar keer is hij bij ons geweest en ik begreep niet waarom hij weer bij mij wegging. Niemand vertelde me dat je als je ver weg bent, ook nog van iemand kunt houden.”

Na de bevrijding in 1945 kwamen de prinsesjes terug naar Nederland. Aan Irene waren allerlei verhalen verteld over het land waar ze naar teruggingen. Irene: “Ik had me een paar maal in doodsangst in het kolenhok verstopt om de verplichte injecties te ontlopen die we schijnbaar nodig hadden… Er waren daar vreselijke ziektes en alles was heel erg. Via Engeland, waar we kort in grote hooibergen verstoppertje speelden, kwamen we met een vliegtuig aan. Een breed glimlachende meneer die bij mijn grootmoeder werkte, omdat hij in de oorlog een held was geworden, hielp ons uit het vliegtuig.” Dit was Erik Hazelhoff Roelfzema, op wiens oorlogsverleden de musical Soldaat van Oranje is gebaseerd. Na de oorlog was hij enkele jaren adjudant van koningin Wilhelmina en later schrijft hij een voorwoord in Irenes boek Dialoog met de natuur, waarin hij vertelt dat hij publicatie had ontraden, maar Irene “heeft zich van mijn negatief advies kennelijk niets aangetrokken, wat mij eigenlijk niet verbaast, want ze weet wat ze wil en is bang voor niemand, op het roekeloze af. Wie vraagt er nu bijvoorbeeld een uitgesproken criticus een voorwoord te schrijven? … Wees voorbereid op verrassingen.”

 

In haar jeugd rijdt Irene paard en wint prijzen in internationale wedstrijden. Ze wordt getraind door de vriend van haar oma Armgard. (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)

 

Voor Irene komen andere huwelijkskandidaten, zoals de Griekse kroonprins en ook Karel Hugo van Bourbon-Parma, die net als Juan Carlos in rechte lijn afstamt van de Zonnekoning. (Genealogie 1 bovenaan)

Publicitaire overwegingen van carlisten

Bij de bruiloft van Juan Carlos met prinses Sofia van Griekenland – Frederica heeft haar zin gekregen – is prinses Irene één van de bruidsmeisjes. Massó kijkt naar de bruiloft op de tv en zet erna de criteria voor de ideale carlistische prinses op papier: katholiek, koninklijke familie, mooi, vermogend, Spaans of sympathiserend met Spanje. (Hooghiemstra p 89, Massó p 272, Lavardin p 170-1)

Als reclameman wil hij prins Karel Hugo profileren als een betere kandidaat voor de opvolging van staatshoofd Franco in vergelijking met Juan Carlos. De Grieks-Spaanse pr bij het huwelijk was weliswaar smetteloos, maar ‘zijn’ prins Karel Hugo heeft even oude wortels. Als reclameman ziet hij ook nog enkele verbeterpunten: de plechtigheid was in een Grieks-orthodoxe kathedraal, want Sofia zou pas na haar huwelijk katholiek worden.5 (Hooghiemstra p 129) Ook kwam de aankondiging van het huwelijk niet uit Spanje, maar van de vader van de bruidegom op een moment dat generalissimo Franco nog van niets wist.

In 1947 had sterke man Franco bepaald dat er na zijn dood weer een koning zou komen. De reden was de noodzaak om de monarchisten te vriend te houden, die met zijn fascistische falangisten hadden meegevochten in de Spaanse burgeroorlog (1936-1939). Maar een naam van zijn opvolger had hij nooit genoemd. Ook de carlisten hadden in de Spaanse burgeroorlog met Franco meegevochten, dus waarom zou het niet een carlistische prins zijn? (Hooghiemstra p 74) Zolang Franco zijn opvolger niet had aangewezen, zag Ramón Massó zeker mogelijkheden.

Oorsprong van het carlisme

Het carlisme kwam voort uit een "onwettige” troonswisseling in de negentiende eeuw. In 1833 volgde namelijk de driejarige prinses Isabella haar overleden vader op als koningin van Spanje. De broer van de koning, Carlos V, was het er absoluut niet mee eens dat de koning had geregeld dat voortaan de kroon ook via de vrouwelijke lijn kon worden doorgegeven. Hij vond dat alleen hij, broer don Carlos, de rechtmatige door God gegeven koning van Spanje was. Hij wilde na het Napoleontische intermezzo terugkeren naar het ancien régime, in tegenstelling tot zijn broer en schoonzus, die regentes werd. Zie Genealogie 1 linker kolom.

 

Prins Carlos V (1788-1855), grondlegger van de carlisten (Bron: Wikimedia Commons)

 

Carlos V voerde een bittere strijd die uitliep op een verwoestende burgeroorlog, uitgevochten door soldaten die zo hun onvrede uitten over moderniseringen van de maatschappij. Voor de strijders vormde dit de voortzetting van de guerilla die ze in dezelfde landelijke gebieden hadden gevoerd tegen de Napoleontische verovering van Spanje. Net als toen waren deze soldaten voorstander van een almachtige adellijke koning, een ouderwets katholicisme met opnieuw instellen van de Inquisitie en het behoud van regionaal zelfbestuur in plaats van de nationalisatie van bestuur, zoals Napoleon in grote delen van Europa doorvoerde.

Deze carlisten vochten rond de berg Montejurra in Navarra in het noorden van Spanje. Daar werd na twee jaar de overwinning behaald en tussen 1833 en 1840 regeerde Carlos V over het carlistische gebied in Noord-Spanje. Zie kaart 1. In de jaren veertig volgden in het Baskenland enkele opstanden. Werkelijke burgeroorlogen werden weer gevoerd in de jaren zeventig van de negentiende eeuw. Deze carlistische oorlog werd aanvankelijk gewonnen op de Montejurra in 1873. Op kaart 2 zijn in donkerrood de gebieden aangegeven die in de macht waren van de carlisten.

 

 

Maar toen drie jaar later de oorlog door gebrek aan buitenlandse steun alsnog eindigde in een nederlaag, werden de carlistische gebieden weer ingelijfd bij Spanje na afzetting van Karel VII, inmiddels de kleinzoon van de oorspronkelijke don Carlos. (Genealogie 1, centrale kolom.) Zijn linkse zoon Jaime was van plan om de strijdbijl te begraven, maar hij overleed voor hij zijn plan kon uitvoeren. Diens opvolger, zijn rechtse oom Alfons, wiens zoon al eerder gestorven was, was er de man niet naar om de strijd op te geven, en met zijn dood in 1936 stierf de rechtstreekse mannelijke lijn van don Carlos uit. Zie Genealogie 1 centrale kolom. (Hooghiemstra p 68)

 

Carlos VII (1848-1909), hertog van Madrid (Bron: Wikimedia Commons)

 

Sommige carlisten erkenden toen gewoon de Spaanse koning Alfonso XIII, kleinzoon van koningin Isabella. Maar deze was in 1932 uit Spanje vertrokken toen de meeste Spanjaarden een republiek wilden, en in 1936 raakte het land verwikkeld in de Spaanse burgeroorlog, waarin de socialisten werden bestreden door generaal Franco en zijn falangisten, de Spaanse versie van de fascisten. Franco steunde naast falangisten op monarchisten (alfonsisten, carlisten) en later ook technocraten en moest de diverse voorvechters van die richtingen te vriend houden en probeerde hen tegen elkaar uit te spelen. (Hooghiemstra p 74) Zie verder in deel 2 en deel 3.

De volgende delen van dit artikel staan in deze editie van Civis Mundi met in deel 2 onder meer:

• de verwikkelingen rond het huwelijksaanzoek, de publicistische (nep)versie van de eerste ontmoeting en waar het huwelijksaanzoek daadwerkelijk plaatsvond. Plus

• het katholiek worden van prinses Irene, wat los moest staan van het voorgenomen huwelijk, terwijl de schoonfamilie in spe alle stappen van de bekering onder controle hield,

• en wat er achter de schermen van uur tot uur gebeurde in de kwestie-Irene en de onjuiste aankondiging van koningin Juliana over verbreking van de verloving en

• wat er in werkelijkheid gebeurde op het vliegveld van Madrid waar de verloving werd aangekondigd.

En dan de onderhandelingen en de plaats van het huwelijk en de verwikkelingen rond de identiteit van de verloofde..

 

Noten

Noot 1 In dit artikel wordt niet steeds een titel als prinses herhaald. Dit is niet bedoeld als teken van disrespect, maar het maakt de tekst beter leesbaar. De Nederlandse naam van haar echtgenoot wordt gebruikt, omdat hij later verzocht om in Nederland Karel Hugo van Bourbon-Parma genoemd te worden. Ook overigens worden zo veel mogelijk Nederlandse namen en titels gebruikt om verwarring tussen de verschillende betrokken talen te ondervangen – Spaans, Frans, Italiaans, Engels en Nederlands.

Noot 2 Het was niet de eerste keer dat Xavier als carlistisch leider naar Spanje reisde. Dat deed hij meteen al na zijn testamentaire benoeming in 1936. Toen wilde Xavier carlistische steun bespreken voor de falangistische kant in de burgeroorlog, maar Franco wilde dat Xavier zich onderwierp aan zijn unificatiepolitiek en zijn Movimiento Nacional, wat Xavier weigerde, waarna hij Spanje verliet. (Hooghiemstra p 69) Ook zonder prinselijke instemming vochten de carlisten met Franco mee in de burgeroorlog onder diverse leiders die het zelden eens waren met elkaar en ook niet altijd met Franco. Een van hen moest uitwijken naar het buitenland vanwege hoog oplopende spanningen. (Wikipedia)

Noot 3 Koning Karel IV was de kleinzoon van de eerste Bourbonkoning van Spanje, die was uitgenodigd het land te komen regeren toen de vorige dynastie, de Spaanse tak van de Habsburgers, was uitgestorven aan het begin van de achttiende eeuw.

Noot 4 De ‘freule’ was al sinds de oorlog een bekend parlementariër voor de Christelijk Historische Unie. Ze schreef haar memoires in De freule vertelt. Baarn, 1973, met o.a. de parlementaire verwikkelingen rond de huwelijken van de prinsessen Irene en Beatrix, maar zonder de hier geciteerde inside information uit paleis Soestdijk, waar ze aanvankelijk kwam als vriendin van de verzorgster van de prinsesjes, die haar “tante Bob” noemden.

Noot 5 Dat het huwelijk van Juan Carlos en Sofia werd voltrokken in een Grieks-orthodoxe kathedraal, was de uitkomst van een langdurig onderhandelingsproces tussen prelaten van beide religies.

Literatuur:  Voor de literatuurlijst en de archieven wordt verwezen naar slotdeel 3 van dit artikel in hetzelfde nummer van Civis Mundi.