Civis Mundi Digitaal #152
De waarheid over hun eerste ontmoeting, het huwelijksaanzoek, de uitgestelde verlovingsaankondiging en de problemen rond de plaats van de bruiloft.
Prinses Irene kwam als eerste uit de bus als huwelijkskandidaat voor prins Karel Hugo in het lijstje dat zijn pr-adviseur en secretaris Massó maakte. Weliswaar was zij niet katholiek, maar dat viel te verhelpen en daar wogen veel pre’s tegenop: Irene was mooi, afkomstig uit een rijke regerende familie en ze sprak nog Spaans ook. Van Irene moest werk worden gemaakt, volgens Massó. (Hooghiemstra p 89, Massó p 272, Lavardin p 170-171)
Werd het huwelijksaanzoek doorgedrukt ondanks de bruidegom?
Maar Karel Hugo is nogal rusteloos. Volgens Massó heeft de ruim dertigjarige Karel Hugo een vriendin in Parijs die niets vorstelijks heeft en trouwen met haar komt niet in Karel Hugo op. Natuurlijk moet hij wel een keer trouwen, want zonder huwelijk ontstaat er geen carlistische dynastie, maar met wie is een vraag die Karel Hugo liever uit de weg gaat. (Hooghiemstra p 89,90, Massó p 329)
Massó schakelt Karel Hugo’s zwager in, prins Eduard van Lobkowicz, de man van oudste zus Françoise. Hij is een Oostenrijks-Amerikaans diplomaat, bankier en kleinzoon van de hofkanselier van de vroegere Oostenrijkse keizer Frans Josef. (Hooghiemstra p 90) Karel Hugo neemt het plan niet serieus. Hij weet wel vaag wie Irene is, maar het leven van ongetrouwde prins bevalt hem voorlopig prima.
Françoise en Eduard Lobkowicz-Bourbon de Parme op hun huwelijksdag (Bron: Wikimedia Commons)
Prins Lobkowicz neemt contact op met het Nederlandse koningshuis en komt met zijn zwager Hugo rond 1 juni 1962 naar Nederland om kennis te maken met de moeder van de beoogde bruid, koningin Juliana. Het oriënterende bezoek wordt geen succes. (Hooghiemstra p 90, Massó p 329) Karel Hugo gaat parachute-springen, maar prins Lobkowicz probeert het opnieuw, ditmaal via de Engelse Alice gravin van Athlone, kleindochter van koningin Victoria en tante van Juliana via haar oma koningin Emma. Alice kent Irene nog uit Canada en blijkt inderdaad bereid een diner te organiseren, waarvoor beiden worden uitgenodigd. Hugo ligt echter dwars, wil niet gaan, komt uiteindelijk toch, en erna zegt hij dat hij Irene “als altijd sympathiek” vindt, “maar verder niets”. Waarschijnlijk waren er problemen met zijn Parijse vriendin en wilde hij zich niet in de nesten werken. (Hooghiemstra p 90)
Prinses Alice, staand bij haar man, rechts koningin Wilhelmina tijdens haar bezoek in Canada bij de gouverneur-generaal Alexander graaf van Athlone. (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
Massó reist die zomer naar kasteel Bostz in centraal Frankrijk, dat ook in het bezit is van de familie van Karel Hugo. Zijn zussen zijn het met Massó eens dat Irene de beste partij is, maar vader Xavier vindt katholicisme en oude adel belangrijker en is voorstander van een andere prinses met wie hij verwant is, maar die niet uit een regerend koningshuis komt. Irene vindt hij trouwens geen optie want Karel Hugo zou nooit trouwen met een dikkerd. (Hooghiemstra p 91, Massó p 328) Maar nog diezelfde zomer pleegt Xavier een telefoontje naar Nederland om contact te leggen via een Benedictijnse pater die Juliana persoonlijk kent (“Mijn oudste zoon heeft een oogje op Irene.”). Mogelijk was het probleem met de Parijse vriendin inmiddels opgelost. Deze pater Tholens belt met Soestdijk en daar bestaat geen bezwaar tegen nader contact. (Hooghiemstra p 91, Dagboek Van Nispen tot Pannerden PVN)
De voorwaarden van Bernhard en Irene
Bernhard heeft drie voorwaarden voor een toekomstige echtgenoot van zijn dochters: hij moet van haar houden, van onbesproken gedrag zijn en ook een métier serieus uitoefenen. (Hooghiemstra p 120, PVN 24 feb 1964) Bernhard verwacht dat Karel Hugo een serieus beroep zal kiezen, passend bij zijn goede opleiding. Maar hij is van plan om full time troonpretendent te zijn, als idealist die de theorie van zijn economiestudie in de praktijk wil brengen.
En hij is katholiek… Dit komt ter sprake in augustus als Karel Hugo te gast is in het Italiaanse vakantieverblijf van de Oranjes, de Gelukkige Olifant, samen met één van zijn vier zussen, Cécile. Wanneer Cécile begint over Irenes toenadering tot het katholicisme, is de reactie behoorlijk negatief volgens Massó in zijn memoires in zijn boek Otro rey para España (Andere koning voor Spanje. Als Karel Hugo in het najaar naar Soestdijk komt, is Bernhard toeschietelijker en spreekt hij wel positief over het katholicisme, doordat zijn moeder Armgard het probleem niet zo ziet: zij is zelf katholiek geworden in de jaren vijftig en op haar voorspraak wil hij Karel Hugo een kans geven.
Irene vindt Karel Hugo speciaal en hoffelijk. Hij was haar al opgevallen bij een prinselijk huwelijk in Luxemburg, waar hij springend de trap afkwam in jacquet, klein, slank met donker haar en fonkelende bruine ogen. Wat een enige jongen, dacht ze, toen 19 jaar oud. (Vrij Nederland 5 feb 1977) Zelf vindt Irene het moeilijk zich aan te passen aan het vorstelijke milieu, maar Karel Hugo schijnt geen last te hebben van het keurslijf van protocol: hij gaat gewoon zijn eigen gang. Dit is het soort prins dat Irene zoekt: ondernemend, sociaal betrokken en niet bang om buiten de lijntjes te kleuren.
Geheime relatie
Een tweede ontmoeting bij prinses Alice gaat niet door omdat koningin Wilhelmina overlijdt en Irene meteen terugkeert naar Nederland. Een ontmoeting bij het echtpaar Lobkowicz in Zwitserland mislukt doordat Karel Hugo voor een afgesloten alpentunnel komt te staan. (Hooghiemstra noot 37 op p 290) Tijdens de wintersportvakantie van 1963 in het Zwitserse Sankt-Moritz krijgt Karel Hugo Irene aanvankelijk niet aan de telefoon en hij geeft het op. Maar de ontmoeting vindt toch plaats, doordat Massó als postillon d’amour een briefje van Karel Hugo komt afgeven aan Irene. Karel Hugo raakt onder de indruk van Irenes sportiviteit. Hij kan haar op ski’s niet bijhouden en bij het diner maakt ze een levendige indruk. Dan is de relatie een feit.
Irene weet nu met wie ze wil trouwen en vertelt dit aan haar vader – en waarschijnlijk ook aan haar moeder. In april polst Bernhard premier De Quay vertrouwelijk. Ze herkennen het katholicisme als een probleem, maar de katholieke De Quay acht dit niet onoplosbaar. Op 8 april noteert hij in zijn dagboek: “Naar kardinaal Alfrink om te praten over zeer vertrouwelijke vraag van Zijne Koninklijke Hoogheid over huwelijk prinses Irene met een rooms-katholiek. Kardinaal eventueel bereid naar Rome te gaan.” (Hooghiemstra p 100, Dagboek Jan de Quay 8 apr 1963)
Na haar geslaagde tolk-examen vertrekt Irene in de zomer van 1963 met een vriendin naar Spanje om te genieten van het leven en vooral haar eigen koers te varen. Ze logeert bij een kennis van haar vader, als ze door Cécile wordt uitgenodigd om samen met haar broer rond Ibiza te zeilen. Irene wil de vriendin meenemen, maar krijgt te horen dat er maar één plaats is aan boord. Het is een oud, groot en comfortabel zeilschip waarin Irene een slaapvertrek deelt met Cécile, en er varen nog enkele carlistische vrienden mee. Etend, drinkend en luierend genieten ze van het tripje. Intussen krijgt Irene meer te horen over het carlisme en de politieke standpunten van Karel Hugo uit een redevoering “tegen het kapitalistische, goddeloze liberale systeem dat de belangen van volk en regio’s veronachtzaamt”. (Hooghiemstra p 104, Massó p 170)
Irene zal jaren later vertellen dat ze Karel Hugo herkende toen ze hem ontmoette: “Ik bedoel: voor je elkaar kent, ken je elkaar al. Dat is zeldzaam, maar het komt voor.” (Hooghiemstra p 99, Interview door journalist Bibeb in Vrij Nederland 5 feb 1977) Als kind had Irene geroepen: “Ik wil geen prinses zijn. Ik wil vrij zijn.” Maar misschien kan het allebei. De twijfel, die Irene altijd had gevoeld, verdwijnt in zijn bijzijn. Verleden en toekomst worden één. Irene voelt het. Maar Karel Hugo neemt vooralsnog geen initiatief om haar ten huwelijk te vragen. Als ze alweer bijna terug zijn in de haven, kaart Cécile het onderwerp aan bij haar broer. Dan gaat hij op de knieën en hij doet Irene een armbandje om dat Cécile voor de zekerheid had aangeschaft. (Hooghiemstra p 105, Massó p 336, Marie Thérèse de Bourbon de Parme p 140, Parilla in Massó p 549)
Dit gebeuren6 vindt plaats eind juni of begin juli 1963 en Irene is tot over haar oren verliefd volgens haar Nederlandse jeugdvriendin, maar de verloving kan voorlopig niet worden aangekondigd want Karel Hugo wil eerst zijn doel bereiken: Spanjaard worden, en ook moet Irene katholiek worden zonder dat het lijkt dat het iets met de verloving te maken heeft.
Het verhaal dat ze elkaar voor het eerst ontmoet hadden bij het stierenrennen in Pamplona, was verzonnen door marketeer Massó vanwege de Spaanse traditionele achtergrond. Ze zagen elkaar daar wel, maar dat was meer een soort toneelstukje, want hij had haar toen al ten huwelijk gevraagd.6 (Hooghiemstra noot 34 op p 105, interview met Irene Vrij Nederland 5 feb 1976)
Katholiek worden
Bezoek van prinses Irene aan een klooster in Noord-Brabant (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
Irene is altijd al geïnteresseerd geweest in het katholieke geloof, zo luidt later de officiële verklaring van de Rijksvoorlichtingsdienst, en ze heeft uit zichzelf de wens gekregen om katholiek te worden. Voor Irene is het geloof een eigen keuze. “Zelf voelen” is haar hele Spaanse missie. “Ik wist bij het katholiek-worden dat het zo moest zijn”, zou ze jaren later zeggen, “dat het boven alle menselijke en historische belangen uit ging”. (Hooghiemstra p 129, bovengenoemd interview van Bibeb) Op de vraag of zij een relatie heeft met een katholieke man luidde het antwoord: Nee.
Zoveel was toen bekend, maar hoe het werkelijk is gegaan, is nog veel verbluffender. Het is namelijk vanuit de haar aanstaande schoonfamilie georganiseerd dat er een priester van de streng-katholieke organisatie Opus Dei naar Nederland komt om Irene onderricht te geven in het katholicisme. Het onderricht kan niet op Soestdijk plaatsvinden, waar het katholiek-worden van Irene op vijandige opmerkingen stuit van Juliana. (Hooghiemstra p 102, Withuis p 605) Uitgeweken wordt naar het landhuis van prinses Armgard in Warmelo. Na veertien dagen dagelijks enkele uren les heeft Irene alle kennis die nodig is voor de overgang naar het katholieke geloof, en de priester meldt dit aan de vader van Karel Hugo.
Inmiddels heeft een Franse abt contact opgenomen met zijn kennis kardinaal Alfrink, hoofd van de Nederlandse rooms-katholieke kerk. Diep van binnen blijkt Irene zich al katholiek te voelen en Alfrink is bereid de bekering discreet af te werken. (Hooghiemstra p 116, Massó p 344-6) Alfrink raadt Irene bij die gelegenheid aan om thuis in het protestantse milieu niet te zeer vast te houden aan de vrijdagse vasten, wanneer vlees niet is toegestaan. Maar Irene is opgeleid door Opus Dei en in Soestdijk is later geregeld te horen: “Wij wisten niet dat je zo moest veranderen om katholiek te worden.” (Hooghiemstra, p 12, Massó p 347)
Irene wordt door haar toekomstige schoonvader Xavier van Bourbon-Parma ontvangen met de gebruikelijke hartelijkheid. Hij is een van de liefste mensen die ze ooit had ontmoet, zou ze later in Vrij Nederland vertellen: Hij geeft me “ruimte”, “net als mijn grootmoeder”. (Irene bedoelt Armgard. Haar overleden oma Wilhelmina was zeer protestant blijkens haar memoires Eenzaam maar niet alleen, 1959)
Volgens Armgard verkeerde haar kleindochter in “een staat van betovering”. En ze wist niet of je haar daaruit moest willen laten ontwaken. Carlos was een “aardige”, “intelligente" jongeman maar zijn familie “had helaas de reputatie om intrigant te zijn”. “Het lijkt de moderne don Quichot naar de kop te zijn gestegen. Bernilo ergert zich er helaas onbeschrijflijk aan. Nog nooit heb ik hem zo woedend gezien. Het gaat hem zo aan het hart.” (Hooghiemstra p 178, Bernilo is Armgards koosnaam voor Bernhard, Brief van Armgard op 13 mei 1964 aan de bevriende Engelse journalist Sefton Delmer die onderzoek deed op verzoek van Bernhard, zeer waarschijnlijk naar de verloofde van Irene.)
Doop met hindernissen
De magere oudere prins Xavier, fysiek fragiel, maar geestelijk schijnbaar van ijzer en door zijn eigen kinderen “heer van de wereld” genoemd, vindt dat Irenes bekering zo snel mogelijk moet plaatsvinden. De doop is door de familie Van Bourbon georganiseerd in Rome op 2 januari 1964. Prins Bernhard en zus Margriet zullen aanwezig zijn, maar als kardinaal Alfrink per vliegtuig in Rome aankomt, is prinses Margriet alweer op de terugweg en Bernhard komt helemaal niet. Vermoedelijk heeft koningin Juliana bedenkingen gekregen. Dit levert voor Alfrink een probleem op, want hij wilde Bernhard vragen of het water wel over het hoofdje van de baby was gestroomd, wat voor de katholieke kerk van belang is. Als het niet gestroomd had, dan moest een herdoop plaatsvinden, want dan gold de doop niet, die in de Windsor-kapel had plaatsgevonden onderweg naar Canada.
Alfrink weet heel goed hoeveel problemen hij in Nederland zal krijgen met de leiding van de protestantse kerk – die wil dat de doop wederzijds geaccepteerd wordt. En de doop wordt op advies van een Nederlandse prelaat in Rome verplaatst naar een kerk die minder van buiten zichtbaar is: de benedictijnenabdij van de basilica Sint Paulus Buiten De Muur, een kerk die nog is gebouwd voor de Romeinse keizer Constantijn in de beginjaren van het christendom in de vierde eeuw. (Van Schaik in een biografie van Alfrink p 20)
De doop gebeurt onder het toeziend oog van Karel Hugo’s familie. Met haar eerste communie had Irene een groot geluk ervaren, buitengewone zelfverzekerdheid en grote innerlijke kracht. Ze had voor zichzelf gekozen en was klaar voor alles wat ging komen. Alfrink vond haar “een dappere vrouw” die “niet wist wat haar te wachten zou staan”. Of misschien “kon het haar niets schelen”. Irene ging na de doop op audiëntie bij paus Paulus VI. (Hooghiemstra p 120, Van Schaik p 349-351, Massó p 347) Tot de dag van vandaag houdt Irene vol dat het katholiek-worden niet gebeurde vanwege haar man, maar vanwege haar eigen diepste wens. (TV-interview ‘Adieu, God?’ door Tijs van den Brink 13 okt 2024)
Irene zoekt in Spanje de publiciteit
Enkele dagen later is Irene bij ambassadeur Van Panhuijs in Madrid, zonder beveiligers of rijksvoorlichter. Massó heeft haar gevraagd gebruik te maken van dit publicitaire buitenkansje. (Hooghiemstra p 122, Lavardin p 178) Het hoofd van een modehuis zou haar terzijde staan, maar op het gebied van pr hoefde ze weinig te leren. Foto’s van de “princesa Holandesa” in een theater in Madrid of in het Pradomuseum kwamen in alle kranten en tijdschriften met onderschriften over haar belangstelling voor internationale cultuur en de schoonheid van Spanje.
Irene laat aan Hollandse journalisten weten dat Spanje ook een andere kant heeft dan in Nederland vaak wordt gedacht: het is mooi, authentiek en bewonderenswaardig. Ze weet dus wel dat de betrekkingen met het regime van Franco in Nederland gevoelig liggen, maar ze trekt zich daar niets van aan. De ambassadeur is het met haar eens: hij is al zo lang in Spanje dat hij de antenne voor het Nederlandse onbehagen heeft verloren.7 De interviews wekken onvrede in regeringskringen, waarbij ook zijn positie wordt besproken, maar Luns waarschuwt dat hij bevriend is met de koninklijke familie. (Bijz. verg. van de raad van ministers (3 feb 1964 NA 2.21.351, Het Parool 23 apr 1963, Nieuwsblad van het Noorden 4 mei 1963, over Van Panhuys in De Rooy p 27, Withuis p 605)
Op 26 januari 1964 krijgt de Telegraaf in een interview met Irene bij Van Panhuijs te horen dat de geruchten over een verloving volkomen ongegrond zijn. Irene wil “misverstanden” uit de weg ruimen die in Nederland bestaan over het Spanje van Franco. (Hooghiemstra p 124, De Telegraaf 27 jan 1964, Brouwer p 84) Irene heeft al een half jaar eerder ingestemd met een huwelijk, maar Nederland weet nog van niets – ook de regering niet – en ook niet dat prinses Irene, tweede in de lijn van troonopvolging, katholiek is geworden. Franco is wel daarvan op de hoogte gesteld door beide verloofden in afzonderlijke brieven die zijn overhandigd door de voorzitter van de carlistische organisatie Communión traditionalista. (Hooghiemstra p 127, Massó p 369)
Massó vindt dat Irene zich beter zo snel mogelijk kan laten zien als katholiek. Een Spaanse societyverslaggever krijgt een anoniem telefoontje dat hij naar een kerk in Madrid moet komen voor een scoop. In de Iglesia San Jerónimo el Real treft hij Irene aan, knielend voor het altaar en hij maakt een foto. (Hooghiemstra p 129)
Reactie in Nederland op katholieke prinses
Op 28 januari 1964 wil Juliana een sensationeel bericht uitgeven, waarvan de regering niets afweet – de koningin wil de ministers erbuiten houden, is te lezen in het dagboek van Van Nispen tot Pannerden, in die tijd secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken, die de gebeurtenissen minutieus vastlegt, daartoe aangespoord door zijn voorganger. (“Anders gaat het Koninklijk Huis je straks verwijten maken.”) Dit bericht hoorde hij van de hoofddirecteur van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD), die de volgende dag komt met een concepttekst dat Irene katholiek is geworden. Omdat de ministers niet zijn ingelicht, vroeg hij aan Juliana het bericht uit te brengen in Irenes eigen naam. Irene wil tot de avond bedenktijd. Die dag wordt de foto van de biddende Irene gepubliceerd. (Hooghiemstra p 130,142, Bijz. verg. van de raad van ministers 3 feb 1964) Een dag later publiceert Irenes particulier secretaris dat Irene na lang en rijp beraad is toegetreden tot de rooms-katholieke kerk. In de tekst wordt benadrukt dat het gaat om rooms-katholiek christendom in oecumenisch licht.
Het halve land reageert furieus. Het gereformeerde deel van Nederland is het meest koningsgezind en spreekt van verraad aan de heilige band tussen het volk en Oranje, die zij koesteren: de protestantse identiteit van Holland is verankerd in de bevrijding van katholieke overheersers. (Hooghiemstra p 131) Oecumene is een vals argument: toenadering zoeken tot een ander geloof is iets anders dan ertoe overgaan. Volgens de gereformeerde SGP heerst er “grote droefheid”, omdat prinses Irene de reformatorische tradities van het Oranjehuis heeft prijsgegeven om naar “Rome” terug te keren.
Katholieken zijn allang geen marginale groep meer en de achterstelling uit de periode van de Zeven Verenigde Nederlanden is ingehaald. Rooms-katholieken hebben sinds 1853 een bisschoppelijke hiërarchie en inmiddels eigen scholen, een katholieke omroep en een politieke partij. Deze Katholieke Volkspartij (KVP) levert vaak de minister-president, waaronder de toenmalige premier Marijnen zelf. In de oorlog is de tegenstelling tussen de verschillende religies verzacht en de ontkerkelijking lost de harde scheidslijnen langzamerhand op.
Maar de vraag waarom een potentiële troonopvolgster in Nederland eigenlijk niet katholiek kan zijn, brengt oud zeer naar boven, ook al staat het niet in de grondwet. Kamerlid Jongeling van de gereformeerde partij GPV spreekt van “een zwarte dag”. In het Zeeuwse Tholen wordt Irenes naam van de gevel van de Prinses Irene school gerukt. (Hooghiemstra p 131-2, Gereformeerd Gezinsblad 31 jan 1964)
Reacties binnen de regering
Premier Marijnen van de KVP wordt op zijn vakantieadres gebeld over de foto van de biddende Irene in Spanje. Hij wil weten wat er aan de hand is. Vice-premier Biesheuvel van de protestantse Antirevolutionaire partij ARP krijgt bezoek van politiek coryfee Willem Drees, die komt om te praten over de onrust in zijn Partij van de Arbeid die is ontstaan over Irenes kennelijke banden met het Franco-regime. Als Irene in Spanje kinderen krijgt, komen die dan op de Nederlandse troon? De koningin moet dit niet als een privé-aangelegenheid behandelen.
Irene en Karel Hugo bij hun verloving (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
Biesheuvel belt op 31 januari met Juliana, terwijl premier Marijnen de lange reis aanvangt over besneeuwde bergpassen naar Nederland. (PVN 28 jan tot 24 feb 1964) Een dag later is de premier terug in het land en gaat hij bij koningin Juliana op bezoek. Dan hoort hij dat de verloofde een 33-jarige Spanjaard is, maar is hij vrij van Franco-smet? De verloofde wil enkele weken hebben voor hij zich anti-Franco kan gedragen – hij heeft natuurlijk Franco’s medewerking nodig voor zijn naturalisatie.
Particulier secretaris van de koningin Van der Hoeven en de particulier secretaresse van prinses Irene mej. Wijnen tijdens een persconferentie over het voorgenomen huwelijk van Irene en Karel Hugo. (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
De verloofde schijnt een groot optimist te zijn uit een extreem-rechts milieu, wat ons minder ligt vanuit onze democratische benadering, meldt Marijnen in de ministerraad. Juliana is op de verloofde gesteld: hij “representeert niet wat men zijn familie toeschrijft”. Marijnen ziet problemen op diverse gebieden: geloof, staat, koninklijk huis, Franco en de verloofde wil ook nog prins worden in Spanje! (23 feb bijz kabinetsvergadering over verloving prinses Irene)
Begin februari 1964 zijn Juliana en Bernard in Innsbruck op de Olympische Spelen, waar de koningin een gouden medaille uitreikt aan kampioen kunstschaatsen Sjoukje Dijkstra. Maar ze komen op 4 februari vervroegd terug naar Soestdijk voor een gesprek met premier Marijnen. De kranten schrijven dat het niet anders kan dan dat Juliana de verloving van prinses Irene zal aankondigen. Maar in de hofauto die van vliegveld Soesterberg komt, zit alleen Juliana’s particulier secretaris. Hij is naar Barcelona geweest om Irene erop te wijzen dat haar constitutionele positie primair is en dat het Nederlandse volk recht heeft te weten dat ze verloofd is. De belangen van haar aanstaande echtgenoot zijn ondergeschikt. Aan de koningin meldt hij: Karel Hugo is charmant maar heeft geen begrip voor de Nederlandse situatie. Van der Hoeven legde in Spanje als harde eis op tafel: “Als Karel Hugo wil dat Irene recht houdt op Nederlandse troon, moet hij afstand doen van zijn claim op de Spaanse troon.” De regering had immers al besloten dat het niet mogelijk is dat ze allebei troonopvolger blijven. Het paar verwerpt dit, dus is de verloving verbroken. Van Nispen noteert: “Periculum in mora” (uitstel is riskant). (Hooghiemstra p 130,139, PVN Dagboek M. van Nispen 28 jan 64)
Dit is de avond dat Juliana voor de radio aankondigt dat Irenes verloving is verbroken. (PVN 4 en 5 feb 1964)
Is Irene ontvoerd?
Die avond hoort het paar op de Spaanse radio dat hun verloving is verbroken. Dit was niet hun bedoeling, hun eisen waren alleen bedoeld als pressiemiddel. Daarop willen ze terug naar Madrid en als ze onderweg dineren in een restaurant, zien ze op de tv ook nog het bericht uit Soestdijk dat prinses Irene is verdwenen. (Hooghiemstra p 140, Massó p 353, De Telegraaf 5 feb 1964) Het paar zat in Catalonië in het afgelegen Sant Quirze. Karel Hugo had zijn spierballen laten zien. Nu was het zaak om onder de radar te blijven, dachten ze. Omdat haar moeder zich zorgen zou maken, wilde Irene opbellen. Daarvoor moesten ze naar het naburige stadje, waar de enige telefoon was in de omgeving. Irene hield het kort: “Niet nerveus worden, niets doen, niets zeggen. Anders verbreekt Hugo de verloving” en ze hing meteen op.
De volgende dag op 7 februari 1964 belt Karel Hugo met Juliana: Ze zijn wél verloofd en Irene zal afstand doen. Dit hadden Irene en hij samen in de auto naar Madrid besloten, want een breuk zou op Franco een slechte indruk maken. (Hooghiemstra p 141, Massó p 353) In de ministerraad meldt Marijnen dat Juliana dolgelukkig is met de verzoening van het paar. Van Nispen had al opgemerkt dat Juliana moeite heeft om als staatshoofd anders te beslissen dan zij als moeder zou doen. Van der Hoeven signaleert ook “complicaties die ontstaan als de koningin als hoofd van haar Huis wil handelen en de prins als pater familias”. (Hooghiemstra p 130, PVN 28 jan 1964)
De ouders van Karel Hugo, Madeleine en Xavier van Bourbon-Parma, en hun vierde dochter Marie des Neiges (Marie ter sneeuw) (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
Constitutionele crisis?
Verschillende ministers vragen zich af of de koninklijke familie de democratie wel begrijpt, of Nederland nog wel een constitutionele monarchie is en of dit het einde zal zijn van de monarchie. (Hooghiemstra p 142, Notulen ministerraad 7 feb 1964 NA 2.02.05.02) Massó is in Madrid bezig met de logistiek en het maken van persdossiers over prins Karel Hugo.8 Omdat de dossiers nog niet klaar zijn, moet de thuiskomst van Irene een dag worden uitgesteld. Volgens Marijnen slaat dit terug op Juliana. Hij vindt dit de zwaarste klus van zijn loopbaan en organiseert steun door de instelling van het “Irene-kwartet”. Dit bestaat uit vooraanstaande ministers van alle vier de coalitiepartijen. Op de achtergrond adviseren vice-president Beel van de Raad van State (KVP) en secretaris-generaal Van Nispen, eveneens katholiek. De laatste vindt Karel Hugo’s politieke plannen naïef. “Offert hij Irene op aan zijn ambities?” Of komt het “door de Nederlandse regering die te zeer op openheid aandringt?” (Hooghiemstra p 139)
Met een personele unie met Spanje was in het verleden al eens ervaring opgedaan en er was indertijd een tachtigjarige oorlog voor nodig om ervan af te komen. Niet dat dit als argument wordt gebruikt. Een katholiek kan wel op de troon maar niet als haar verloofde zijn strijd voor de Spaanse troon voortzet. Twee tronen tegelijk dienen mocht dan eeuwenlang koninklijk gebruik zijn geweest, maar in een moderne natie werkt dat zo niet volgens Beel.
Het contact met Irene gaat via een zus van Karel Hugo in Parijs naar een ander zusje in Madrid, die dan in vermomming Irene op de hoogte gaat stellen. Het begint haast op een ontvoering te lijken. Van Nispen noteert dat secretaris Van der Hoeven een dwangbevel voorstelt, en anders opsporing door de Spaanse politie. Of Schaper sturen? Schaper is chef van het Militaire Huis van de koningin. (Hooghiemstra p 143, PVN 9 feb 1964)
Juliana en Bernard willen Irene naar huis halen, maar dat mag van premier Marijnen alleen als ze zeker weten dat ze meekomt. Met het regeringsvliegtuig gaan ze naar Parijs. Als daar bij overleg met de ouders van Karel Hugo zal blijken dat Irene openstaat voor terugkeer, vliegen ze door naar Barcelona. Prins Bernhard gaat naar de familie Bourbon-Parma, maar er ontstaat een heftige discussie met de ouders van Karel Hugo volgens Massó. (Hooghiemstra p 141, Massó p 352) Die avond zijn Juliana en Bernhard terug in Amsterdam… zonder Irene. Er heerst een crisissfeer.
Van Nispen noteert dat er kans is dat Irene de volgende dag komt: ze staat morgen om 2 uur klaar op het vliegveld van Madrid, Barajas. Bernhard wil Irene halen zonder Karel Hugo en dat de verloving van de baan is. Juliana zegt: “Laat hem maar meekomen.” Minister Toxopeüs (Binnenlandse Zaken) zegt dat hij hier weer carlistisch gaat doen. Scholten en Marijnen zijn het met hem eens.9 Plan: afspraak met Bernhard vasthouden, anders verwarring (dus zonder Karel Hugo naar huis komen en dat de verloving van de baan is).
Verlovingsverwarring op vliegveld
Het eindspel vindt plaats op Barajas op zaterdag 8 februari 1964. De scenario’s van de dynastieke pr staan haaks op elkaar: Bernard komt om zijn dochter naar huis te halen. De ouders van Karel Hugo zijn op weg naar Portugal en vliegen ‘toevallig’ ook over datzelfde vliegveld, maar mogen Spanje niet in. Massó, die al jaren een aankondiging van de verloving op Spaanse bodem nastreeft, heeft zelfs al fotografen ingeseind. Maar of die aankondiging ook daadwerkelijk zal plaatsvinden, is ongewis. (Hooghiemstra p 143)
Massó en Cécile komen naar het vliegveld, waar Bernhard om kwart over één met de Fokker Friendship arriveert. Eerst gaat ambassadeur Van Panhuijs naar binnen in het vliegtuig, een half uur later zus Cécile. Zij krijgt op de vliegtuigtrap een blik van de ambassadeur die zegt: Dit spelletje is uit. (Hooghiemstra p 145) Maar Cécile – die later door Van Nispen wordt gekenschetst als “de felste, maar ook geschikt voor de rol van [de non] Teresa van Avila” – stelt de harde eis: Op Barajas de aankondiging van het huwelijk. Bernhard weigert. Cécile verlaat het vliegtuig om samen met Massó te bellen met Soestdijk, want zij weten ook dat Bernard en Juliana het niet altijd met elkaar eens zijn, maar Juliana krijgen ze niet aan de lijn.
Daarop bellen ze Karel Hugo: “Bernard wil niet annonceren”, waarop Karel Hugo zegt: “Dan komen we niet.” Massó, die zijn plannetje ziet mislukken, rukt de hoorn uit de handen van Cécile. In een flits bedenkt hij dat het een ramp wordt als Bernhard zonder zijn dochter terugvliegt: hij zal de al aanwezige ambassadeur inschakelen wat een diplomatiek schandaal gaat veroorzaken dat de reputatie van Hugo en de carlisten in Spanje zwaar zou beschadigen. Massó zegt: Plannen aanpassen. “Zo snel mogelijk met Irene naar Barajas komen.” Om 10 voor 3 komt het paar aan op het vliegveld in een auto waarvan een portier niet open wil. Bernhard ziet Karel Hugo in de auto zitten en zegt volgens Massó: “Wat doet hij hier.” Maar Irene gaat naar haar vader toe, omhelst hem lachend en huilend tegelijk en Bernhard, nu ook geëmotioneerd, begroet Karel Hugo als die naar buiten is gekropen en zegt: “Bravo jongens.” Irene zegt erg gelukkig te zijn. Maar de spanning is om te snijden. (Hooghiemstra p 147)
Wie doet de eerste stap voor het oog van de camera’s?
Volgens Massó heeft Cécile het briljante idee om zich naar de transithal te spoeden waar haar ouders zitten te wachten op de aansluiting naar Portugal. In de chaos weet ze Xavier (die Spanje niet in mag) buiten alle controles om naar de landingsbaan te loodsen, waar hij zich met zijn vrouw opstelt naast Karel Hugo en Irene. Bernhard staat naast Irene, de fotografen knippen en zo is de “verloving” althans visueel een feit zonder dat de beide families het overigens eens zijn en zonder dat de regerende koningin erbij is. Maar het paar is het wel zeer eens en zij gaan samen mee in het vliegtuig naar Nederland. Massó juicht inwendig: rivaal Juan Carlos is overtroefd door de verloving op Spaans grondgebied aan te kondigen. (Hooghiemstra p 146, Massó p 359, Lavardín p 191)
Karel Hugo’s zus Marie Thérèse was al eerder die dag naar Nederland gevlogen samen met een carlistische baron van Poolse komaf. Zij wachten op paleis Soestdijk de thuiskomst van Irene af, samen met koningin Juliana. De sfeer is gespannen en als Juliana telefonisch doorkrijgt dat Irene en ook Karel Hugo én Cécile meekomen, geeft ze nerveus opdracht het vliegtuig niet op Schiphol te laten landen, maar om te leiden naar het militaire vliegveld Soesterberg. De Poolse baron vreest dat op het kleinere vliegveld het publicitaire moment voor de carlistische pr verloren gaat. (Hooghiemstra p 147, Massó p 361) Hij verlaat het paleis om bij de journalisten voor het hek en in de kroegen in de buurt aan te kondigen dat het vliegtuig zal landen op Soesterberg, wat wordt doorgegeven op de radio en zo komt er een mensenmassa op gang naar het vliegveld én naar paleis Soestdijk. Mensen vechten zich letterlijk langs de politie en de marechaussee en dit resulteert in een massale ren door struiken, rozenperken en gazons voor een ontlading van alle gevoelens van sympathie, pathetiek, dramatiek en ergernis die in de afgelopen maand zijn opgebouwd.
Mensenmenigte voor de hekken van paleis Soestdijk als prinses Irene en haar verloofde in een gesloten auto aankomen. (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
Bernhard zegt: “Wacht u toch even. We gaan wel op het bordes staan”, wat inderdaad gebeurt samen met de koningin, waarna het publiek hijgend, vals en ongelijk het Wilhelmus aanheft. Een foto van het publiek voor de hekken van Soestdijk om de prinses en haar verloofde toe te juichen wordt in Spanje verspreid als een succes voor de carlisten. De volgende dag liggen de perken er vertrapt bij. (Algemeen Handelsblad 10 feb, Het Vrije Volk 10 feb 1964, PVN 7 apr 1964, Massó p 382)
Onderhandelingen heropend
Op Soestdijk komt de eis van Irene en Karel Hugo opnieuw ter tafel, want de carlisten blijven staan op een huwelijk met een Nederlandse troongerechtigde en Karel Hugo is niet van plan zijn eigen kandidatuur voor de Spaanse troon op te geven. Het Irene-kwartet houdt voet bij stuk. Juliana is inmiddels gaan twijfelen: staatsrechtelijk is het dan net of haar dochter dood is. Ook Irene vindt het bij nader inzien moeilijk. Zou ze het verzoek om goedkeuring niet gewoon kunnen indienen? Dan moet het parlement het maar afwijzen. Maar minister Marijnen, die als premier geacht wordt dit soort confrontaties te voorkomen, ziet daar niets in. (Hooghiemstra p 149) Nog gecompliceerder dreigt het te worden als Karel Hugo zich die nacht begint af te vragen waarom hij in Nederland eigenlijk niet een rol kan vervullen zoals prins Bernhard. Vice-premier Biesheuvel moet hem erop wijzen dat dit niet te combineren is met zijn carlistische ambities en achterban. (Hooghiemstra p 150, PVN archief 6 apr 1964) Het duurt tot diep in de nacht voordat Karel Hugo de knoop doorhakt. “Oké,” zegt hij volgens Massò. (in Otro rey p 363) “Het is genoeg geweest.” Irene zal afstand doen van haar rechten. De verloving moet worden aangekondigd zonder slag om de arm. Uitgeput besluit Irene die nacht haar historische band met de Staat der Nederlanden definitief door te snijden.
Hoofdbrekens rond aankondiging
Minister van Justitie Scholten moet de officiële verklaring nog opstellen. Hoe moet de verloofde genoemd worden? “Zusje van Carlos keek mee over zijn schouder en verordonneerde dat alles wat niet Spaans was uit de naam verwijderd moest worden”, noteert secretaris-generaal Van Nispen tot Pannerden. (Hooghiemstra p 148, PVN 9 feb 1964) Aan het verzoek om Parma uit de naam te schrappen wordt voldaan. En voor zijn naam wordt het woordje “don” geplaatst dat in Spanje geen adel aangeeft, maar wel eerbiedwaardigheid.
Drie leden van het Irenekwartet: v.l.n.r. Premier Marijnen (KVP), vice-premier Biesheuvel (ARP), minister van justitie Scholten (CHU) bij het Irene-debat in de Tweede Kamer. Ook de minister van Binnenlandse Zaken Toxopeüs (VVD) maakte deel uit van het Irenekwartet. (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
Karel Hugo is in de administratieve werkelijkheid een Fransman zonder titel van betekenis, aangezien de republiek Frankrijk geen adel kent. Maar zelf denkt hij daar anders over. “Carlos werd heden hertog van Madrid”, noteert Van Nispen tot Pannerden om 22.30 uur. Met “hertog van Madrid” stemt de regering in. Misschien ontbreekt het aan kennis of tijd om stambomen en adelsboeken erop na te slaan. Zijn voornaam mag hij zelf kiezen. In de verklaring die rond 3 uur aan de pers verstrekt wordt, heet hij “Don Carlos Hugo de Bourbon, Hertog van Madrid”. Zijn Italiaanse verleden is met Parma uit zijn achternaam verdwenen en zijn nationaliteit komt in de lucht te hangen. Niet geaccepteerd wordt Borbón in plaats van Bourbon. Waarschijnlijk vreest de regering daarmee te veel in het vaarwater te komen van de Spaanse familie van prins Juan de Borbón en zijn zoon Juan Carlos.
In Amsterdam
De maandag na dit veelbewogen weekend landen de ouders van Karel Hugo op Schiphol. Ze worden opgehaald door het verloofde paar én door Juliana en Bernhard, dus de vrede schijnt weer getekend. Op initiatief van Bernhard wordt een bezoek aan Amsterdam gebracht. Na een korte stop bij het paleis op de Dam, waar een enthousiaste menigte staat, maakt Karel Hugo overmoedig een extra rondje op het Frederiksplein, waarna hij de koninklijke Rolls Royce weer inhaalt in de Sarphatistraat.
Na een stop in het Amstelhotel wordt met een rondvaartboot een tocht door de grachten gemaakt. Burgemeester Van Hall spoedt zich naar het eindpunt om Karel Hugo een fotoboek van Amsterdam aan te bieden. (Hooghiemstra p 151-2, Algemeen Handelsblad
Het verloofde paar in Amsterdam in Irenes auto (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
11 feb 1964) Die avond is op Soestdijk een verlovingsdiner. Ook Massò is uit Spanje aangekomen en logeert op Soestdijk omdat hij protesteert als hem wordt gezegd in Baarn een hotel te zoeken. (Hooghiemstra p 152, Massó p 367)
Uiteenlopende reacties op de verloving
Een “tragikomedie” noemt de Spaanse zaakgelastigde in Den Haag het in een brief aan zijn minister van Buitenlandse Zaken op 11 februari 1964. (Hooghiemstra p 155, Brief van Eilio Pan de Saluce, archief AGA) Van de zijde van de Europese adel komen protesten. In de eerste plaats over het erfgenaamschap van de carlisten. In Frankrijk verklaart een dochter van Karel VII dat Karel Hugo nog geen druppel bloed heeft van het geslacht van haar vader, aldus de 88-jarige prinses Alice van Bourbon.10 (Hooghiemstra p 155, De Telegraaf 19 mrt. 1964) Zie Genealogie 1 centraal voor haar vader en Genealogie 2 rechterkant voor prinses Alice zelf en de familie van haar moeder.
Ook tegen dat “hertog van Madrid” komt protest. Franco krijgt een boze brief van een afstammeling van de laatste ‘hertog van Madrid’ Karel Pius, die zichzelf indertijd ook als carlistisch pretendent beschouwde voor de troon. Zijn kleinzoon Frans Jozef Karel van Habsburg-Lotharingen en Bourbon, die in Wenen woont, bemoeit zich al jaren niet met de Spaanse politiek maar leest nu in de krant dat Karel Hugo zich uitgeeft voor “hertog van Madrid” en dit kan hij niet over zijn kant laten gaan. Verder heeft dit “mijlenverre” familielid Karel Hugo geen recht op de Spaanse troon. (Hooghiemstra p 155, Brief aan Franco, februari 1964, Archief FF) Frans Jozef laat niet los en spant in Spanje een gerechtelijke procedure aan tegen Hugo, die hem moet beletten zich nog langer “hertog van Madrid” te noemen. In oktober 1965 wordt Frans Jozef door de rechter in het gelijk gesteld. (Hooghiemstra p 195, PVN 4 feb 1964, De Telegraaf 15 okt 1965)
Andere blauwbloedigen pleiten ervoor dat de carlisten hun strijd staken. Otto van Habsburg, die later bekendheid verwerft als europarlementariër, is zoon van de laatste Oostenrijkse keizer en invloedrijk neef van Karel Hugo. Hij onderhoudt contacten zowel met prins Bernhard als met Franco. In een brief aan zijn oom Xavier dringt hij erop aan om zijn politiek-dynastieke activisme in Spanje te staken. Ook Felix van Bourbon-Parma, broer van Xavier en aangetrouwd groothertog van Luxemburg, verzoekt hem de strijd op te geven, die de familie een slechte naam bezorgt. (Hooghiemstra p 169-70). Zie genealogie 2 rechterkant.
Verwarring rond de identiteit van de verloofde
Hugo vertrekt naar Madrid want vóór zijn huwelijk wil hij de begeerde Spaanse nationaliteit krijgen. In een dik dossier voor Franco zet hij zijn zaak uiteen: Hugo’s oom Elias had in 1920 de Spaanse nationaliteit gekregen en die moest dus ook aan hem gegund worden. (Zie Genealogie 2 iets links van het midden) Karel Hugo meldt zich op 12 februari 1964 in Franco’s paleis samen met o.a. Massó. Het onderhoud duurt 35 minuten. Karel Hugo krijgt felicitaties met zijn verloving en op zijn vraag naar zijn nationaliteit krijgt hij te horen dat “alles in beweging” is. (Hooghiemstra p 155, Massó p 370)
Een neef van Franco noteert echter vijf dagen na de audiëntie: “Hugo” mag zich van Franco noemen “zoals hij wil”, dit doet niets af aan het feit dat hij “natuurlijk Frans” is en dat het een slecht idee zou zijn om dat te veranderen. Niet alleen zou het de “opvolging van het regime bemoeilijken”, ook is de “enige legitieme tak” in Spanje volgens hem “die van Alfonso XIII en diens nazaten”. (Franco Salgado-Araujo p 413-4, Hooghiemstra p 156) Volgens de bevriende minister Lopez Rodo in zijn memoires heeft Franco nooit overwogen om Karel Hugo als opvolger aan te wijzen en heeft hij bij meer dan één gelegenheid onderstreept dat Hugo een Fransman is en geen enkel recht heeft op de troon van Spanje. (Hooghiemstra p 156, Lopez Rodo p 456)
In het openbaar zegt Franco ja noch nee tegen Karel Hugo’s kandidatuur en moedigt mogelijk zijn ambitie zelfs aan. Maar in de door Franco gecontroleerde krant ABC wordt onthuld dat Carlos eigenlijk Hugues10 heet. Pas in 1962 had hij daar “Charles” voor laten zetten blijkens het originele geboortebewijs uit de archieven van de Notre Dame in Parijs, wat geregeld is door Massó en Cécile.
De Spaanse nationaliteit komt er niet. Voor Franco is Karel Hugo alleen nuttig in het machtsspel dat hij speelt met de prinsen Juan en Juan Carlos. Als Juan blijft eisen dat hij voorrang krijgt boven zijn zoon, is het handig om als dreigement achter de hand te hebben dat een alternatieve kandidaat koning kan worden als Franco’s opvolger.
In maart maakt de Nederlandse regering officieel bekend dat Irenes verloofde niet de Spaanse maar de Franse nationaliteit bezit en dat zijn titel ‘hertog van Madrid’ geen betekenis heeft. (Hooghiemstra p 157, PVN 28 feb 1964, Algemeen Handelsblad 4 mrt 1964) Premier Marijnen houdt op zich in deze zaak te verdiepen, waarin heden en verleden, fantasie en werkelijkheid moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Na het huwelijk is het toch zijn verantwoordelijkheid niet meer. (Hooghiemstra p 154)
Huwelijksvoltrekking maar waar?
Katholieke ambtenaren dromen al van een koninklijke bruiloft in de Sint-Jan van Den Bosch, maar over de plaats van het huwelijk ontstaan moeilijkheden. Bernhard en Juliana willen niet naar een huwelijk in Spanje komen met alle carlistische verwikkelingen en de problemen die dit geeft in de diplomatie met Spanje en de Borbóns. En in Nederland zijn carlistische activiteiten taboe: “De eerste rode baret zou al herrie geven”, staat in een brief van Bernhard. Hugo schrijft terug nergens bang voor te zijn, waarna Bernhard razend opbelt dat ze dan maar op de vuist moeten. Pater Tholens gaat bemiddelen in Parijs door bij Xavier aan te dringen op een waardig huwelijk in Nederland: eenvoudig en oecumenisch. Ook een bruiloft in paleis Soestdijk is een mogelijkheid, maar dan klein en met heel weinig Spanjaarden. Maar beide plannen zijn niet in carlistisch belang en de lijmpoging strandt zonder akkoord. (Hooghiemstra p 159,160, Massó p 376) Volgens Massó vergt de “strijd” met de Oranjes een keiharde opstelling, de Nederlandse regering speelt met Bernhard en de Spaanse Borbóns onder één hoedje. Irene en Hugo gaan katholieke kerken bekijken in Amersfoort, Utrecht en Laren, maar de regering wil de bruiloft uiteindelijk helemaal niet in Nederland. Franco wil het huwelijk niet in Spanje en het Franse staatshoofd De Gaulle zit naar verluidt niet te wachten op een huwelijk in Frankrijk. Waar kunnen ze trouwen?
Irene, die mee zal gaan met het staatsbezoek aan Mexico, is de dag ervoor nog in Rome met Karel Hugo op audiëntie bij paus Paulus VI. De paus wil het huwelijk wel inzegenen in de Sixtijnse kapel, maar alleen als Bernhard schriftelijk toestemming geeft. Dit meldt tenminste Massó, maar volgens de Nederlandse ambassadeur bij de Heilige Stoel had de paus het verzoek in eerste instantie onthutst geweigerd en werd het ten onrechte als reële mogelijkheid voorgesteld door het verloofde paar. Juliana laat de regering bijeenroepen. Zelf vindt ze de paus zo gek nog niet, maar Marijnen heeft bedenkingen. Met o.a. Biesheuvel komt er overleg bij Beel thuis en al snel rijzen bezwaren: de ceremonie kan als stunt van de carlisten worden gebruikt, de koningin en de paus kunnen besmet raken en de verstandhouding tussen de protestanten en katholieken in Nederland kan exploderen, zelfs de troon kan omstreden raken en als spijtzwam gaan fungeren. Juliana zucht: “Als ik [aan het verloofde paar] dit ‘nee’ geef, gaan ze met stoelen gooien.”
In Madrid wordt een spoedvergadering belegd. Als de Nederlandse familie de voorwaarden voor een huwelijk in Rome niet accepteert, dan zullen ze breken met de familie van Oranje, niet alleen dreigen. In het boek van Hooghiemstra wordt niet duidelijk wie dit besluit neemt, maar het is vermoedelijk gesouffleerd door Massó. Op Soestdijk zegt Hugo in aanwezigheid van Xavier dat Irene moet kiezen, maar dat hij het vreselijk vindt haar dit te moeten aandoen. Op de ochtend van 7 april besluit Irene om voor Karel Hugo te kiezen en niet mee te gaan met het staatsbezoek. Bernhard, Juliana en Beatrix vertrekken naar Mexico, waar op het laatste moment de hele organisatie moet worden aangepast: boeketje minder, andere tafelschikking, enz. Dit is niet goed voor de Nederlandse naam van betrouwbaarheid. De carlisten worden uit Soestdijk verwijderd middels een telefoontje van de hofhouding met de minister-president, die zorgt dat politie-agenten gereedstaan die vader en zoon naar Schiphol begeleiden.
Bernhard, Juliana en Beatrix, die een week in Mexico blijven op staatsbezoek, worden niet gekend in de perspublicatie waarin de bruiloft wordt aangekondigd tot die niet meer te veranderen is. De aankondiging vindt plaats op 18 april en dit wordt enkele uren tevoren aan Juliana meegedeeld door de moeder van Karel Hugo. Zij belt vanuit het Parijse appartement van Lobkowicz in aanwezigheid van Massó en andere carlisten. De lijn van argumentatie is tevoren afgesproken: Vanwege de onhoudbare toestand moet er snel gehandeld worden. Het gaat om hen, niet om ons, het belangrijkste is een oplossing. Het huwelijk staat gepland in Rome op 28 april en dat kan niet meer veranderd worden. Juliana wordt volkomen gepasseerd ondanks haar protesten: “Er was toch al gezegd dat Rome niet mogelijk was!“ (Hooghiemstra p 171) Als Juliana zelf eerder wil aankondigen, dan kan dat. Juliana belt terug met het voorstel even te wachten, het is zondag. Madeleine zegt niet meer te onderhandelen en het gesprek wordt beëindigd.
Waarom geeft de familie Van Bourbon-Parma geen voorrang aan een regerend koningshuis bij de organisatie en aankondiging van een huwelijk van hun dochter? In wezen is het voor de carlisten een fantastische uitweg uit de impasse die ontstond doordat de landen waar de bruid en bruidegom woonden, weigerden mee te werken aan de huwelijkssluiting. Rome kon aan de katholieke carlisten worden gepresenteerd als: Zie je wel dat Irene echt katholiek is? Ze geeft voor haar bruiloft zelfs de voorkeur aan Rome. Als door de Nederlandse regering wordt gestaan op een huwelijk in bijvoorbeeld Brussel, zou dit voordeel verkeken zijn. Een alternatieve verklaring dat de Bourbons zich als hogere adel voorbehouden zelf de aankondiging te doen is minder waarschijnlijk, al kan wel worden vastgesteld dat er bij hen geen sprake is van hermelijnvrees.
De carlisten vinden later dat Juliana wel oké is, maar dat de Nederlandse regering dwarsligt. Het Nederlandse volk houdt van de Oranjes en van Irene, weten ze vanwege de toejuichingen. Maar anders dan de carlisten verwachten, keert de oranjeliefde zich niet tegen de regering, maar tegen Karel Hugo. Hem wordt kwalijk genomen dat hij de koningin en de regering passeert, onder druk zet en zijn zin doordrijft in het belang van zijn vage carlistische idealen.
Royals laten verstek gaan bij huwelijk
Moeder Madeleine nodigt meteen de hoogadellijke familieleden Otto en Felix uit én de zeer katholieke koning Boudewijn, maar die komen niet naar het huwelijk. Geen enkele regerende familie stuurt een vertegenwoordiger. Bij het huwelijk van Irene en Karel Hugo in Rome zijn de enige aanwezige royals Xaviers jongere zus Zita, de laatste Oostenrijkse keizerin, afgezet in 1918 (Genealogie 2 rechterkant). En de eveneens in dat decennium afgezette Portugese regerende familie Braganza, die verwant is aan de moeder van Karel Hugo. (Hooghiemstra p 172, Massó p 385-6) Van de nood wordt een deugd gemaakt door carlisten uit te nodigen op de “bruiloft van het volk”.
Van de Nederlandse koninklijke familie is er eveneens niemand, alleen enkele vriendinnen. Voor Irene is het heel pijnlijk, dat zelfs oma Armgard niet komt. Er is te veel gebeurd, te veel gezegd, zelfs nog als ze vlak voor het huwelijk even naar huis belt, de emoties blijven hoog oplopen. Juliana neemt het de Bourbons kwalijk dat zij een wig wilden drijven tussen haar en de regering. Het is niet zo dat de regering het haar verboden heeft om naar Rome te gaan, dat is haar eigen beslissing. Irene krijgt zelfs geen felicitatie van premier Marijnen namens de regering: “Dat kan men mij niet vragen”, zegt hij in de ministerraad.
De koninklijke familie kijkt bij prinses Armgard in Warmelo naar de tv-uitzending van de bruiloft, maar halverwege valt daar ook nog de stroom uit door werkzaamheden en kan de huwelijkssluiting niet verder gevolgd worden. (Antwoord op kamervragen inzake stroomstoring NA 10018)
Huwelijk van Karel Hugo en Irene op televisiescherm (Bron: fotocollectie Nationaal Archief)
Als het paar in Rome de kerk uit komt, ziet het plein zwart van de mensen. Nederlanders zingen het Wilhelmus, carlisten zingen hun liederen erdoorheen en scanderen “Viva el Rey”, leve de koning. Met vertrokken gezichten banen Carlos en Irene zich worstelend een weg door de duwende en trekkende menigte. Als ze de klaarstaande auto bereiken, brengt die hen naar de paus. Van de pontifex krijgen ze een kostbaar kruis cadeau.
Die avond wordt in het Grand Hotel een diner gehouden. “Er zijn levens die rustiger en zoeter zijn”, zegt vader Xavier in zijn bruiloftsspeech, “maar hier bestaat een keiharde en loodzware plicht die onze particuliere wensen overstijgt en iedereen hier aanwezig weet dat.” Het moet omineus klinken voor de nieuwe schoondochter. Het bal dat na het diner gepland stond, wordt zonder opgaaf van redenen geannuleerd. (Hooghiemstra p 181)
Bij haar huwelijk zou Irene een achtste van haar erfenis krijgen (geschat op 30 miljoen peseta’s) en Karel Hugo van zijn moeder 9 ton in dollars. (Onbevestigde berichten) Een journalist vroeg Karel Hugo of hij Irene trouwde om haar geld, waarop hij gebeten reageerde dat zijn moeder tot de grootste en rijkste landeigenaren in Frankrijk hoort, nog afgezien van bezittingen in Oostenrijk. (Hooghiemstra p 175, Lavardin p 223, De Telegraaf 21 apr 1964)
In Spanje blijkt het huwelijk in sommige kringen nog controversiëler dan in Nederland. Stond het Vaticaan soms aan de kant van de carlisten? Prins Juan de Borbón kon zijn oren niet geloven. Onwettige titels en nationaliteit werden gesteund door de paus? Namens Juan de Borbón, “chef van de Spaanse koninklijke familie”, wordt een brief geschreven aan de kardinaal-staatssecretaris van Vaticaanstad die getuigt van de “diepe verbazing” over de gedelegeerde deelname van kardinaal Giobbe aan de huwelijksceremonie van don Hugo van Bourbon-Parma. De kardinaal verklaart dat hij het huwelijk inzegent op persoonlijke titel en niet als vertegenwoordiger van de paus. Maar toen kardinaal Giobbe om het paspoort vroeg voor de ceremonie, hoorde hij voor het eerst dat de bruidegom niet Spaans is maar Frans en werden er boze woorden ge-uit door Massó tegen Marie des Neiges. In zijn boek geeft Massó toe dat de spanningen hem te veel werden en dat hij dit ten onrechte afreageerde op de zus van Karel Hugo. Het gevolg is dat Massó niet bij de huwelijksceremonie aanwezig is, waar hij zo hard aan had gewerkt.
Het laatste deel 3 staat in deze editie van Civis Mundi met daarin onder meer: Huwelijk en politiek in Spanje en Nederland. Uitzetting van de familie Bourbon-Parma uit Spanje, Irene mag het land nog wel in. Doden door mitrailleur op de Montejurra na scheuring in naaste familie. Spanje wordt democratie onder Juan Carlos ondanks poging tot staatsgreep in parlement en ministerraad. Irene in ontwikkelingshulp en feminisme. Kinderen. Oorzaken van de huwelijksbreuk in de visie van Irene. Hoe het nu gaat met het carlisme en hoe Irene zich ontwikkelde tot voorvechter van de natuur.
Noten
6 Irene hield nog lang vast aan het verhaal dat zij Karel Hugo voor het eerst ontmoet had bij het stierenrennen in Pamplona, maar ze had het jaartal verkeerd. (Hooghiemstra noot 34 op p 105, interview met Irene Vrij Nederland 5 feb 1976) Na hun huwelijk bezochten ze het feest nogmaals en toen nam Karel Hugo zelf deel aan het stierenrennen. Op heroïsche wijze wist hij een stier af te leiden die iemand in het nauw bracht. (Hooghiemstra p 185, Lavardin p 236)
7 Het gemis van een antenne voor Nederlands onbehagen is de reden dat ambassadeurs niet meer zo lang in hetzelfde land blijven en na een aantal buitenlandse jaren weer op het ministerie in Den Haag werken om contact te houden met Nederland.
8 Er bestonden in 1964 nog geen privé-computers of printers of privé-fotokopieerapparaten, alleen tijdrovende stencilmachines met inktafdrukken, typemachines met carbonpapier of druktechnieken.
9 Bij het huwelijk van koning Boudewijn was er op het galabal ook al een carlistische rode baret gedragen door Hugo’s zus Marie Thérèse.
10 Zijn ouders vernoemden Hugo naar de middeleeuwse koning van Frankrijk, Hugo Capet, van wie hij afstamt zowel van vaders- als moederskant. Moeder Madeleine heette voor haar huwelijk Bourbon-Besson, een morganatische tak die echter wel puissant rijk was en zij was enige erfgename, een van de redenen waarom de jonge Xavier in haar geïnteresseerd was. Zelf erfde hij als vijftiende kind van zijn vaders 24 kinderen weinig. Het leeuwendeel ging naar zijn oudere halfbroer Elias die de enige niet geestelijk gestoorde zoon was uit het eerste huwelijk van zijn vader.11 Voor de 12 kinderen uit het tweede huwelijk bleven alleen de Italiaanse bezittingen en het Oostenrijkse kasteel Puchheim over. (Hooghiemstra noot 2 op p 287) Bovendien had zijn familie in oorlogen en bij onteigeningen bezittingen in verschillende landen verloren. Maar Xavier was wel een officiële prins volgens de adellijke normen, al had Frankrijk de adel afgeschaft.
11 In de genealogieën zijn alleen de kinderen vermeld die hun kindertijd overleefden. Drie van de kinderen uit het eerste huwelijk van Xaviers vader stierven jong, zes waren in meerdere of mindere mate zwakzinnig, mogelijk door inteelt, wat in meer adellijke families voorkwam vanwege de beperkte genenpool van de adel en de toen verplichte standshuwelijken op straffe van uitsluiting uit de familie bij een morganatisch huwelijk. Prins Bernhards vader, die een morganatisch huwelijk had gesloten, had geluk dat zijn broer, de chef van het huis, na jaren alsnog zijn huwelijk erkende, waardoor Bernhard op zijn zesde alsnog de titel van prins kreeg, wat de reden was dat hij aanvankelijk door de dynastieke matchmakers van Juliana over het hoofd was gezien.
Voor de literatuurlijst zie deel 3.