Civis Mundi Digitaal #152
De relatie tussen wetenschap, journalistiek en media is vaak wat ongemakkelijk. Of kenmerkt zich door (enig) onbegrip. Niet altijd, maar we zien twee werelden die soms moeizaam tot elkaar komen. We doen een korte verkenning naar wat de onderliggende factoren kunnen zijn hiervoor en kijken daarbij naar het wezen van de professionaliteit in beide werkvelden. Met de kanttekening dat zowel wetenschap als journalistiek onder vuur liggen en daarom de steun van de beschaafde wereld hard nodig hebben en deze reflecties dus geschreven zijn vanuit een positieve en ondersteunende gemoedstoestand.
De relatie tussen wetenschap en media krijgt perspectief door te kijken naar de aard van de professionaliteit van de wetenschapper en de journalist. We lichten daartoe kort de onderliggende professionele drijfveren aan de hand van drie begrippen uit: ijdelheid, kennis en strijd.
IJdelheid
De wetenschapper verricht zijn werk vaak in stilte tot het moment is gekomen om zaken met de buitenwereld te delen. Hij die aan de rand van de maatschappij stille wonderen verricht, ontmoet dan soms een voor een deel vaak wat ijdele beroepsgroep die juist gericht is op openbaarheid, op delen met zoveel mogelijk mensen en die deze ijdelheid overigens meestal ontkent. De journalistiek is vaak met zichzelf bezig. Kranten hebben mediabijlages die over de eigen wereld gaan, in talkshows op tv interviewen journalisten vaak andere journalisten, idem op de radio. Dat soort programma’s zijn deels ook marketingmachines voor producten van collega’s. Of ze discuzeuren over de vraag wie nieuws het eerst had in plaats van het nieuws te brengen (luister elke ochtend naar Radio 1 om 10.00 uur).
Kom daar uit je wetenschappelijke stolp maar eens goed mee voor de dag als je in die mallemolen, in dat deel van de media terecht komt zonder behendig te zijn in soundbites ...
Kennis
Of iets waar is, moet een wetenschapper eerst onderzoeken en bewijzen. Of iets klopt, moet de journalist eerst horen en wederhoren. Het zijn twee verschillende werkwijzen op zoek naar “hoe het zit”.
Hoe komt dat zo? Het journalistieke métier is apart in zijn soort. De ene professional leert routinematig over het vak, de ander improviserend. Routinematig betekent dat een professional in zijn werkwijze steeds dieper op de materie ingaat binnen bepaalde grenzen van het vakgebied. Kennis heeft in dat geval structuur, zoals bij een wetenschapper (of bijvoorbeeld een accountant of een timmerman).
De improviserende vakman is op zoek naar nieuwe informatie die zijn beroepspraktijk aanvult. Kennis over het vak heeft weinig structuur. Dat is de vrije wereld van de journalistiek (of bijvoorbeeld een kunstenaar of een communicatie adviseur), een vrijheid die ook een voorwaarde is voor het goed kunnen functioneren in dat beroep.
Kortom, de wetenschapper rubriceert en structureert constant zijn kennis, terwijl kennis in de journalistiek vluchtig is en ad hoc. Voor beiden werkt dat prima, maar als het bij elkaar komt is er soms onbegrip.
Strijd
Het essentiële verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen, is de kurk waarop elke professional drijft en zijn effectiviteit en succes bepaalt. Aan gelijk hebben heb je niets als niemand jouw inzicht deelt. Dat heeft consequenties. Het ontwikkelen van vaardigheden om bevindingen te vertalen naar de praktijk is de crux. Professionals, of noem ze ouderwets ambachtslieden, die eenzaam opereren in een besloten speelveld, professionals zoals wetenschappers dus die specialistisch opereren, ontmoeten anderen niet vanzelfsprekend dagelijks in hun werkpraktijk. De uitwisseling gaat vaak via publicaties, soms ontmoetingen op seminars. Deze autonoom opererende professionals zijn opvallend vaak meer vastberaden in gelijk hebben dan in gelijk krijgen. Hun gelijk betekent al te vaak een strijd vanuit het eigen onderzoek, niet een dialoog. Voor dat gelijk krijgen, overtuigen door niet vanuit jezelf te denken, hebben zij de vaardigheden nooit aangeleerd. De wetenschap kent ook veel lineaire denkers (daarover later meer in deze serie).
De journalist daarentegen is een observator die informatie vertaalt, die hoeft zijn gelijk nooit te halen, het is zelfs onwenselijk.
Dat schept een kloof tussen wetenschap en journalistiek. Maar als wederzijds de onderliggende professionele drijfveren in beeld zijn, kunnen beide werelden meer vruchtbaar met elkaar samen werken. Wat een zegen is voor beide werelden en voor de wereld in het algemeen.