De Winterzonnewende: antropologisch en astrologisch bezien

Civis Mundi Digitaal #153

door Hans Ludwig en Patricia Beekman

Onze Germaanse voorouders vierden de winterzonnewende na een periode van ‘neergang’ van de zon als leven brengend beginsel. Daarna volgde weer een opleving van de natuur. Er heerste vrolijkheid, men genoot van de goede gaven van de winteroffers, van de slachttijd, er werd geschoten, klokken geluid, bellen liet men rinkelen. Dat alles zuiverde de lucht en bevorderde de vruchtbaarheid. Want geesten en zielen joegen door de lucht. Daarom was het beter alle gereedschap, wagens, planken en wat buiten los lag, naar binnen te halen. Men bond strobanden om vruchtbomen en bewaarde het beste stuk hout voor het wintervuur (joelblok, later kerstblok of kerststobbe genoemd). De kooltjes daarvan werden zorgvuldig bewaard en over de akkers uitgestrooid vanwege hun onheil werende en vruchtbaarmakende kracht. De periode duurde 12 dagen, samenvallend met de tijd tussen het later geïntroduceerde Kerstfeest en Driekoningen. De Kerk verbood in de loop der eeuwen veel van deze heidense rituelen. Pas in de 19e eeuw vond er een heropleving plaats van oude en nieuwe tradities met alle variaties van dien. Dit mede als een romanticistische reactie op de heersende rationaliteit in techniek en wetenschap. De jaarlijkse herhaling van feestelijke bijeenkomsten had een bevestigende en corrigerende functie ten opzichte van de oorspronkelijk gedachte handeling. Geografisch bezien vormden deze vieringen een haast eindeloze variatie van elkaar overlappende en doorkruisende uitvoeringen. Antropologen en volkskundigen noemen deze treffend: ‘familiegelijkenissen’. Waar komen deze gelijkenissen vandaan? Wetenschappers van de diffusionistische stroming gaan uit van een verspreiding van dergelijke vieringen door toenemende contacten tussen buurvolkeren onderling. Deze theorie is beperkt houdbaar op het moment dat historisch en geografisch gezien er geen contacten hebben kunnen bestaan. Andere wetenschappers noemen dat ‘parallellisme’, zonder een afdoende verklaring voor parallelle vieringen te kunnen aandragen. O.a. vanuit de psychologie van Carl Gustav Jung werd begin 20e eeuw het begrip archetype geïntroduceerd. Daarmee wordt aangegeven dat het hier een oermenselijke ervaring betreft van een bepaald natuurgebeuren. Deze ervaring zou de grondslag vormen voor familiegelijkenissen in vele overeenkomstige vieringen, ingegroefd in de menselijke psyche. Daaruit komen als het ware automatische gedachten en gevoelspatronen uit voort. Bepaalde plekken, situaties en geuren kunnen dat diepe onderbewuste triggeren. Zo beschouwde Jung een archetype als een soort blauwdruk uit het collectief onderbewuste, waardoor in de kern van alle variaties het archetypische herkenbaar blijft. Vanuit het onderbewuste kennen we ook projecties toe aan anderen. In de diverse onderdelen van de vieringen van de winterzonnewende, maar ook in andere vieringen, zien we diverse archetypische verschijningen voorbij komen: o.a. de boeman (gemaskerde herders), de magiërs (wijzen uit het oosten), de heerser, de clown, de heilige, de held, de rijke boer, de harteloze smid, het onschuldige of arme kind (Jezus in de kribbe, bedelende kinderen tijdens het nieuwjaarszingen langs de deuren), de Wilde Jager (leider van geesten en zielen). De religieuze antropologie bouwt op deze oerervaring voort: ze verwijst naar een Oorsprongtijd, waarin goddelijke of half-goddelijke wezens een realiteit schiepen, die voor het voortbestaan van mensen als soort van levensbelang was. Mircea Eliade wijst erop dat deze mythische tijd door mensen steeds weer opnieuw tot leven wordt gewekt in een soort gevoel van religieuze nostalgie. In iedere viering herleeft de Oorsprongtijd. In hun verlangen terug te keren naar een oertoestand op bepaalde dagen van het jaar, worden stervelingen weer tot tijdgenoot van de goden en van de mythische voorouders. Nog een stap verder – volgens sommige wetenschappers uit de hoek van de quantumfysica – worden deze oermenselijke ervaringen ontleend aan het zgn. Akasha-veld, het veld waar ook ons (onder-)bewustzijn deel van uitmaakt. Daar ligt informatie opgeslagen die de oermenselijke ervaring voedt, en de verbinding mogelijk maakt met o.a. alle bezielde organismen. Naast bovenstaande antropologische blik, bekijken we de ‘winterzonnewende’ ook in overdrachtelijke zin. Zonder een reflectie op het jaar dat we achter ons laten, is het lastig onze volgende stappen in het leven te zetten. Daarom hieronder tevens een astrologische beschouwing. Die helpt ons inzicht in de energieke samenhang te vergroten tussen de oermenselijke ervaring enerzijds, en de spirituele, intentionele en reflecterende gedachtenkracht anderzijds.

 

Winterzonnewende – Astrologische uitleg: Reflectie en verstilling

Patricia Beekman De winter doet dit jaar op zaterdag 21 december 2024 om 10:20 uur in Nederland zijn intrede. Dan verschuift de zon van 29°59 in de boogschutter naar 00°00 in de steenbok. Vanuit het uitbundige, enthousiaste en de breed uitgedagen visie naar verstilling, ingetogenheid, rust en koelte. Alsof de herfst nog even krachtig zijn warme en vurige adem over de velden blaast waardoor de laatste bladeren van de bomen vallen. Waarna vader winter het stokje kordaat van hem overneemt door met zijn adem een koude, verstillende en ijzige energie het land in te blazen. Vuren worden dan niet meer buitenshuis maar binnenshuis opgestookt. De kou kondigt hiermee een stilte periode aan, waarbij de energie naar binnengericht is en men in alle rust kan reflecteren. Waar de herfst een periode is geweest van het onderzoeken, het binnenbrengen en het bekijken/berekenen van de opbrengst van de oogst. Is de winter een tijd van verstilling, rust en eenvoud. De steenbok energie die dan actief wordt maakt kalm en stil. Heeft behoefte aan het zich terugtrekken en innerlijk onderzoek. Waarbij je je het volgende kunt afvragen:

  • Hoe was dit jaar voor mij?
  • Heb ik bereikt wat ik wilde?
  • Waren mijn intenties juist geformuleerd?
  • Heb ik goed voor mijn intenties gezorgd?
  • Waar neem ik afscheid van of laat ik achter?
  • Wat neem ik vanuit 2024 mee?
  • Wat doe ik 2025 anders of ga ik mee verder?

 

Hier is de magische energie van vader winter en die van de steenbok uiterst geschikt voor. Zeker omdat de winterzonnewende een krachtig energetisch afvoer en oplaadpunt is. Het tijdstip van de opkomst van de zon tussen 18 december en 10 januari verandert nauwelijks, 08:44 uur – 08:48 uur (wintertijd). Na 10 januari begint de zon aan een klim omhoog en komt daardoor steeds vroeger op. Waarbij hij het noordelijk halfrond langzaam opwarmt en de dagen langer worden. Vandaar dat tijdens de winterzonnewende, waar de kosmische- en aardse energie dichtbij elkaar zijn, een mooie en krachtige manier is om te bezinnen, in stilte te zijn, te mediteren en te reflecteren. Wees hierbij eerlijk en integer naar jezelf. Keer terug naar je eigen basis en kijk jezelf via de spiegel in de ogen.

 

Intenties

Als een wens tijdens de lente equinox in de energie gezet. Met de kracht van het zonlicht de lente en de zomer is gaan wortelen en rijpen. Heb je in de herfstperiode je intenties ge-oogst, om in de winter je oogst te aanschouwen en waar nodig overbodige resten te verwijderen of extra energie toe te voegen. Zodat het de komende maanden tot volledige wasdom komt en je het mag uitstrooien over het land, waar het dient als een nieuwe voedingsbodem voor het versterken van jouw bewustzijn en manifestatiekracht. “Wat zie ik wanneer ik naar mijn spiegelbeeld kijk..... ben ik dit werkelijk, of kijk ik naar een beeld wat mijn gedachten en emoties hebben gecreëerd?” PB