Milieu en klimaat

Civis Mundi Digitaal #153

door Jan de Boer

Hoe de oceaan te redden?

De “duurzame” exploitatie van de hulpbronnen in de zee, zoals deze sinds de jaren 1950 is uitgeoefend, heeft totaal gefaald. In een paar decennia zijn de populaties van vissen en schaaldieren ineengestort. De visvangst is door het Intergouvernementele Wetenschappelijke en Politieke Platform voor de Biodiversiteit en Ecosystemische Diensten aangewezen als primaire oorzaak van de neergang van de oceanische biodiversiteit.

Sinds 2020 heeft een dertigtal gerenommeerde universitaire wetenschappers van twaalf landen zich verenigd in verscheidene werkgroepen op initiatief van de NGO Bloom om een nieuwe definitie van werkelijk duurzame visvangst te formuleren, inclusief de voeding van toekomstige generaties. Het resultaat van hun werk is op 23 september gepubliceerd in het wetenschappelijke journal “npj Ocean Sustainability”, onderdeel van het portfolio van “Nature”. Callum Roberts, professor aan de universiteit van Exeter (Engeland) en de belangrijkste auteur: “Wij moeten de visvangst zien als een privilege en niet als een recht. Het zeeleven is een publiek goed dat tegelijkertijd de maatschappij en de natuur moet dienen, en dat geen doel moet zijn van een wedloop op hulpbronnen gemotiveerd door privébelangen.”

De publicatie presenteert zich als een routebeschrijving met elf acties. Het essentiële principe is de visvangst te respecteren door “het minimaliseren van aantastingen van het milieu, de mogelijkheden te scheppen voor het herstel van het zeeleven met haar woonklimaat, en zich aan te passen aan de klimaatverandering”, maar ook om meer evenwicht te brengen tussen de personen die van de zee leven.

De omvang van de neergang van de zeefauna is vandaag de dag duidelijk te zien. De grote vissen verdwijnen. Sinds 1970 is bijvoorbeeld het aantal haaien en stekelroggen in de wereld met 71% afgenomen. Om het fiasco van de “duurzame” visvangst te verklaren geven de auteurs de schuld aan de wijze van vangst, per soort, die laat zien dat het oceaan-milieu beschouwd wordt als een siloloods en niet als een levend en kwetsbaar systeem. Het zogeheten concept van een maximum duurzaam rendement, dat politieke en economische verantwoordelijken in de wereld en in het bijzonder in de Europese Unie heeft overtuigd, “berust op een simplistische en op productievermeerdering gerichte theorie, die veronderstelt dat de mondiale vangstvolumes altijd blijven onder een gestelde grens, en dat wie dan ook kan vissen op wat dan ook met ongeacht welke methode,” aldus Roberts.

De publicatie geeft ook aanbevelingen. Deze betreffen minder visvangst en intelligenter beheer van de hulpbronnen, mocht er sprake zijn van overvloed. Men moet vissen de tijd geven om groot te worden, zich te voeden, en zich voort te planten. Soorten die op grote diepte leven, hebben daarvoor veel meer tijd nodig. Dus stoppen met het verwoesten van hun habitat en de koraalbossen waar ze zich op jonge leeftijd in veiligheid brengen.

Het is ook nodig om vissers de toegang te ontzeggen tot bepaalde kwetsbare zones in beschermde zeegebieden die rijk zijn aan biodiversiteit, te stoppen met sleepnetten (Nederland is daar erg sterk in) die levende organismes op de zeebodem verpulveren, met schrobnetten, te stoppen met het versnipperen van verloren netten, met plastic-vervuiling… en de grootte van schepen met hoe langer hoe meer verfijnde technologie te limiteren. Ten slotte is het volgens de wetenschappers hoog tijd om een eind te maken aan de rampzalige subsidies, geschat op 20 miljard euro in 2018, grotendeels ten gunste van de industriële vissector.

Didier Gascuel van het “Institut Agro” in Rennes, die aan deze studie deel heeft genomen, stelt dat “alles opnieuw uitgedacht moet worden: de berekening en de verdeling van visvangstquota, de bescherming van jonge vissen, van zeebodems en kwetsbare soorten, de beheersituatie, met name wat betreft de vertegenwoordiging van de vissers, van de NGO’s, etc., willen we de oceaan redden”.

 

Geschreven in november 2024