Deel 2: De westerse langetermijnstrategie na 1918: hoe Hitler Angelsaksische diende

Civis Mundi Digitaal #154

Na 1918 begon het  volgende bedrijf, de eerste van een aantal bedrijven, namelijk  de verbazingwekkende politieke manoeuvre die vrijwillig door de geallieerden werd uitgevoerd om in Duitsland een reactionair regime uit de gelederen van haar overwonnen militaristen weer tot leven te wekken. 

Groot-Brittannië orkestreerde deze incubatie met het oog op het oproepen van een strijdlustige politieke entiteit die zij aanmoedigde om oorlog tegen Rusland te voeren. Het doel, bedacht met voorbedachten rade, was om het nieuwe, reactionaire Duitse regime in een tweefrontenoorlog te verstrikken en zo te profiteren van de gelegenheid om Duitsland, voor eens en altijd te vernietigen.

Om dit doel om een totale wereldcontrole uit te voeren waren twee voorwaarden nodig:

1. in Rusland moest een imposant en anti-Duits systeem worden opgezet dat in het geheim op één lijn stond met het beleid van Groot-Brittannië, en

2. in Duitsland moesten ‘zaden van chaos’ worden geplant om het institutionele terrein klaar te maken voor de groei van deze reactionaire beweging van ‘nationale bevrijding’. 

Het eerste doel werd gedeeltelijk al bereikt met het afzetten van de tsaar van Rusland in 1917 en vervolgens moesten de bolsjewieken aan de macht komen. Het tweede doel door de clausules van het Vredesverdrag zo op te stellen dat de dynastieke clans van Duitsland ongedeerd zouden blijven: het was inderdaad vanuit hun gelederen dat Groot-Brittannië de komst van deze revanchistische beweging verwachtte. Over het vervolg in Rusland later meer.

Na de ‘Grote Oorlog’ en het vertrek van Keizer Wilhelm ontwikkelde zich de Weimar Republiek met vallen en opstaan en grote politieke onrust. De verschillende deelfasen worden hieronder nog nader toegelicht. Na deze eerste instabiele periode, het verkrijgen van het kanselierschapvan het Reich door Hitler in januari 1933, begon met behulp van Anglo-Amerikaans financieel kapitaal. Britse leningen en het financiële talent van de Duitse centrale bankier: Hjalmar Schacht (de beschermeling van Montagu Norman) begon het formidabele economisch herstel van Duitsland onder supervisie van de Nazi’s.

Daarna volgde (van 1933 tot 1943) de ongelooflijke ’dans’ van Groot-Brittannië en Nazi-Duitsland, waarbij Brittanië probeerde de Nazi’s ertoe aan te zetten oorlog te gaan voeren tegen Rusland. Maar de Nazi’s susten ook Rusland, dat synchroon met Londen handelde om hen in de val van het oostfront te lokken. Op elk van deze fasen wordt nog in het kort nader ingegaan.

 

Fase 1 1918 - 1923: chaos

Dit is een periode van chaos die eindigt met de hyperinflatie en het ‘verschijnen’ van Hitler. Zoals gezegd, het Verdrag van Versailles was niet wat het leek te zijn. Hoewel het Verdrag op het eerste gezicht rampzalig was voor Duitsland, eiste het een niveau van herstelbetalingen dat niet kon worden terugbetaald. Het Verdrag was dus in wezen een gearticuleerde valstrik voor de Duitse bovenlaag.

De kern van de valstrik was dat de geallieerden de rijkdom van de Duitse landklasse onaangeroerd lieten en hen niet onteigenden.De geallieerden hadden ditals eerste stap hadden kunnen doen door de Certificaten van de Duitse oorlogsleningen van deze rijken in beslag te nemen. Deze ‘rijken’, de klasse van de landadel (Junkers  genaamd) werden beschouwd als de hoeders van het Reactionaire Gedachtengoed. Zij moesten onaangetast blijven en niet genezen worden van ‘hun feodale ziekte’.

Tegelijk moest het verdriet en de wrok van de onderklasse, de meest directe slachtoffers van de oorlog, het bloedvergieten en de last van de herstelbetalingen, het voer voor het ‘radicalisme’ opleveren om de Junkers te activeren om een reactionair, anti-bolsjewistisch regime te  herstellen. Met andere woorden: het liet de rechtse aristocratie van Duitsland intact, die doordrenkt was van een diepe militaire en hiërarchische traditie. Door het Verdrag van Versailles op deze manier te structureren, zou de gewone man gedwongen worden om de dupe te worden van de inflatie en de buitensporige belastingen. Dat zou op zijn beurt helpen om hen te radicaliseren. 

De schuldenzeepbel van Versailles was twee keer zo groot als het Duitse inkomen.  Britse financiers moeten geweten hebben dat er op korte termijn een rampzalige hyperinflatie te wachten stond. Men kon verwachten dat een dergelijk resultaat zou resulteren in de vernietiging van de munteenheid van het land, resulterend in maatschappelijke destabilisatie, die vervolgens zou kunnen worden “opgelost” via enorme buitenlandse investeringen en daarna om alles in Duitsland voor een paar ‘centen per dollar’ te kunnen overnemen.

De situatie verslechterde toen de herstelbetalingen ‘haperden’. Als straf bezette Frankrijk in januari 1923 het Ruhrgebied, dat toen 80% van Duitslands resterende kolen, ijzer en staal produceerde. En de Duitse communisten ontketenden een ‘Rode Terreur’, die niet bedoeld was om de macht te grijpen (dat kon niet; daar had het geen solide steunbasis voor), maar eerder om het Britse spel te helpen de opkomst van de Nazi’s tot stand te brengen. Alles leek in het voordeel van de Hitler en z’n aanhangers samen te komen

Ze konden op Londen rekenen voor de politieke en financiële wurging van het Duitse volk, en ze konden Moskou bedanken voor het veroorzaken van al dit communistische inferno, waardoor ze in de problemen kwamen.

De hyperinflatie van 1922-23, die Weimar haar legitimiteit ontnam en Hitler in de publieke belangstelling katapulteerde, was vooral het gevolg van kapitaalvlucht. Rijke Duitsers, geconfronteerd met de massale herstelbetalingen van het Versailles-verdrag, gingen hun marken inwisselden voor buitenlandse valuta om aan belasting en inflatie te ontsnappen en om de waarde van hun onroerend goed te redden. De Duitsers uit de middenklasse, met een vast inkomen dat tot niets was gereduceerd,  zagen hun spaargeld verdampen en ‘vluchtten’ naar de Nazi’s.  

 

Fase 2 1924-1929: ‘kunstmatige welvaart’

De Nazi’s hielden zich in deze fase rustig en de toekomstige oorlogsmachine van Duitsland werd met behulp van Amerikaanse leningen in elkaar gezet. De gouverneur van de Bank of England, Montagu Norman, was een ongelooflijk briljante en sluwe man, en een naam die maar weinigen kennen. Hij was tijdens deze zeer ongewone periode in de wereldgeschiedenis gedurende een buitengewoon lange periode van24 jaar(van 1920- 1944) Gouverneur van de Bank. Hij kwam uit een belangrijke bankiersfamilie aan beide kanten van zijn afkomst, en hij was een geheimzinnig maar mentaal onstabiel genie, met een wonderbaarlijk geheugen. Zijn motto was ‘nooit uitleggen, nooit excuses aanbieden ’. Zijn persoonlijkheid werd vergeleken met die van een spin, omdat hij een speciaal vermogen had om mensen te laten doen wat hij wilde, zonder dat het leek alsof hij dat deed. Norman was, meer dan enig ander figuur, misschien met uitzondering van Jacob Schiff en Max en Paul Warburg, verantwoordelijk voor het opstellen van de strategie om Duitsland permanent te verpletteren. 

Andere belangrijke partijen en personen in deze periode aan westerse zijde waren:

JP Morgan & Co., de Federal Reserve Bank of New York (Benjamin Strong), John Foster Dulles, en andere bankiers in Kuhn, Loeb and Company. Aan Duitse zijde was het Hjalmar Schacht, Normans beschermeling bij de Duitse Centrale bank. En het middel waarmee Duitsland weer tot leven zou worden gewekt, was de reddingsoperatie van Dawes. 

 

 

Hjalmar Schacht had een voorstel geschreven voor John Foster Dulles  om de fondsen voor de wederopbouw niet aan de ‘losbandige ministers’ van Weimar te geven, maar aan clusters van grote conglomeraten van bedrijven die speciaal voor dit doel moesten worden opgericht. John Foster Dulles raadde Schacht aan bij Morgan & Co, Morgan& Co adviseerde aan Norman en Norman adviseerde de zittende boegbeelden van Weimar. Het plan van Schacht werddoor de opperheren van de financiële instellingen aangenomen, en Schacht werd aangesteld om het plan in samenwerking met Norman uit te voeren.

Lloyd George (Brits premier van 1916–1922) vertelde in  juni 1924 aan de New York Journal American hoe de internationale bankiers de besluitvormers waren bij het vinden van de oplossing van de oorlog, in plaats van de staatshoofden van de deelnemende landen. De internationale bankiers dicteerden het Dawes-herstelplan.

Het Protocol dat tussen de Geallieerden,Geassocieerde Mogendheden en Duitsland werd getekend, is de triomf van de internationale financiers. Er zou nooit een akkoord zijn bereikt zonder de bruuske en brutale tussenkomst van de internationale bankiers. Ze duwden staatslieden, politici en journalisten opzij en vaardigden hun bevelen uit met de heerszucht van absolute vorsten, die wisten dat er geen beroep mogelijk was op hun meedogenloze decreten. De bevelen van Duitse financiers aan hun politieke vertegenwoordigers waren net zo dwingend als die van geallieerde bankiers aan hun politieke vertegenwoordigers, aldus Lloyd George.

Het reddingspakket van Dawes verleende Duitsland vijf jaar van ’synthetische welvaart’, haar zogenaamde ’Gouden Jaren’ (1924-1929).

Het Dawes-plan was een productie van JP Morgan, geregisseerd door Norman. De sleutel was de nieuwe overeenkomst over herstelbetalingen die de betalingen van Duitsland verlichtte, met als cruciale bepaling een nieuwe ’overdrachts-clausule’, waardoor de herstelbetalingen konden worden opgeschort als de druk op de Duitse mark te groot zou worden. Dit opende de sluizen van internationale leningen. Tot 1930 stroomde er zo’n 28 miljard dollar naar Duitsland, waarvan 50% in de vorm van kortetermijn kredieten, het was zoiets als het ‘vetmesten van een varken dat geslacht moet worden’.

Dit bracht de absurde cyclus van ‘Weimar’s gouden jaren’ op gang: het goud dat Duitsland na de oorlog (tijdens de inflatieperiode) als betaling voor de ereschuld aan de Verenigde Staten had betaald, verkocht of verpand, werd in de vorm van de Dawes-leningen teruggestuurd naar Duitsland, die het vervolgens weer overmaakte naar Frankrijk en Groot-Brittannië, die het als betaling en/aflossing voor hun oorlogsschulden naar de USA verscheepten, en het opnieuw naar Duitsland doorsluisden, belast met een extra lage rente, enz.

Het IG Farben-concern, een van de gigantische conglomeraten, ging een alliantie aan met Standard Oil en had in zijn bestuur talrijke Amerikaanse ‘captains of industry’ (en banken), waaronder Paul Warburg, eerste directielid en ontwerper van de Federal Reserve Board en voorzitter van Manhattan Bank.

Vanaf 1924 financierden de Anglo-Amerikanen wat Hitlers oorlogsmachine zou worden door middel van ruim 150 buitenlandse langetermijnleningen, die in minder dan zeven jaar waren aangegaan. Hoe grondiger en uitgebreider de aanpassing, hoe verwoestender het Duitse leger, hoe bloediger de oorlog, hoe luider de uitgemaakte overwinning van de geallieerden (en de nederlaag van de Duitsers, die werden opgezet), en hoe ingrijpender en permanenter de Anglo-Amerikaanse verovering. Er zat voor Dawes geen hebzucht achter de reddingsoperatie, maar uitsluitend het langetermijndoel om een ​​potentiële vijand te creeën met de bedoeling hem uiteindelijk in een vurige confrontatie, ten val te brengen. Een confrontatie die in een later stadium georkestreerd moest worden. 

Er was niet veel voor nodig om te beseffen dat deze regeling een kaartenhuis was:

op het moment dat Wall Street besloot zijn leningen terug te vorderen, zou Duitsland in een volledig, onherstelbaar bankroet storten. Maar niemand wilde over deze mogelijkheid serieus nadenken. Dat de val zou komen was zeker, het was slechts een kwestie van tijd.

 

De crisis van 1933

De hoeksteen van Preparata’s onderzoek naar de opkomst van Hitler is zijn onderzoek van de economische crisis in Weimar die de Nazi’s in 1933 aan de macht bracht, o.a. op basis van de verslagen en rapporten van de Bank of England. Voor historici die niet thuis zijn in de monetaire economie, is  dit een ‘black box’ en zij zijn dergelijke analyse’s van de crisis uit de weg gegaan. Hierdoor bleef deze kritieke fase van de Duitse geschiedenis een ondoordringbaar raadsel.  

Onder leiding van Montagu Norman, gouveneur van de Bank of England, werd de Weimar Republiek na 1923 weer gezond gemaakt met buitenlandse leningen, vooral Amerikaanse, totdat het praktisch een kolonie van Wall Street werd. Het grote militair-industriële conglomeraat IG Farben ontstond, gefinancierd door het Dawes-plan en technologisch verbroederd met reuzen van de Amerikaanse industrie. Toen de Anglo-Amerikanen in 1932 de financiële steun aan Weimar introkken, stortte de economie in en opende het de weg voor Hitlers overname van Duitsland.

 

Fase 3 1930-1932:desintegratie

De grote Wall Street Crash van 1929 was niet zoals velen denken een toevallige gebeurtenis,  zoals een natuurverschijnsel, maar was een gepland gebeuren dat geïnitieerd werd door Paul Warburg, in coördinatie met Montagu Norman. De geldkraan voor ‘goedkope kredieten’ werd plotseling dichtgedraaid. Het Amerikaanse beleid van goedkoop geld was erop gericht de voortdurende beursgang van Duitse effecten in New York in stand te houden om zo de opkomst van Duitsland te stimuleren. Bij de crash wilden de Amerikanen hun geld terug. 

Ze stopten onmiddellijk met het kopen van Duitse effecten:  zodra de ‘stroom’ van buitenlands geld uit Duitsland was weggestroomd, vielen alle ‘verstrikkingen’ van de geallieerde reddingsoperatie als puzzelstukjes in elkaar. Net als in 1923 werd het Duitse elektriciteitsnet letterlijk gekoloniseerd door de geallieerde investeerders: meer dan 50% van alle Duitse bankdeposito’s waren in 1930 eigendom van buitenlanders: dit was geld dat bij het eerste teken van nood zou verdampen. En tenslotte belemmerde de onwankelbare last van de herstelbetalingen elke vrijheid van financieel initiatief van de kant van het Reich.  De ’Dawes-machine’ had Duitsland aan het kruis genageld.

De officiële werkloosheid in Duitsland steeg tot 5 miljoen en grote banken gingen failliet. Er werden strenge deviezencontroles ingesteld, maar er was geen sprake van een terugkeer naar de normale situatie. 

Deze combinatie van het intact houden van de in Duitsland aristocratische klasse na de Eerste Wereldoorlog, de hyperinflatie van het begin van de jaren twintig, gevolgd door de Dawes-leningen en vervolgens de economische ineenstorting met op de achtergrond de regelmatige dreiging van de communisten, dit alles maakte dat het aandeel van de anti-Sovjet-nazi’s van 4% bij de verkiezingen van 1928 steeg naar 37,3% bij de verkiezingen van 1932. Negen miljoen Duitsers  op een beroepsbevolking van twintig miljoen waren werkloos;  twee op de vijf Duitsers die in 1929 werkten, zaten in de winter van 1932-33 zonder werk. 

Ook de nazi’s zelf werden voor een aanzienlijk deel gefinancierd met buitenlandse fondsen: maar wie had ze vanaf het begin gefinancierd? Volgens een humoristisch

volksverhaal dat gretig de ronde deed, financierden de Nazi’s zichzelf door donaties, door verkoop van scheermesjes genaamd Sturmer (verwijzend naar de Stormtroepen) en verkoop van een merk margarine genaamd Kampf (’Strijd’)….

Zou tien  jaar politieke activiteit in het hele land met drie technologisch innovatieve en met grote publiciteit omgeven verkiezingen, in een land dat half failliet is, gefinancierd zijn door middel van kaartjes, onnozele donaties en margarine?…  In 1934 bevestigde de buitenlandse correspondent van de Guardian het wijdverspreide gerucht dat het grootste deel van de nazi-financiering van buitenlandse  oorsprong was. 

Hitler eiste het mandaat van Hindenburg om kanselier te worden, maar Hindenburg had een hekel aan Hitler. Hindenburg benoemde in plaats daarvan de briljante Kurt von Schleicher  tot rijkskanselier en hij startte een publiek programma van grootschalige werkscheppende inspanningen. Maar Maxim Litvinov, die heimelijk namens de eigenaren van de centrale banken de Sovjet-Unie regeerde, had Maisky, de nieuw benoemde Sovjet-ambassadeur in Londen, al verteld dat de Nazi’s spoedig aan de macht zouden komen

De internationale bankiers gaven de Nazi’s plotseling onbeperkt krediet en de president van de Reichsbank, Hjalmar Schacht (marionet van Montagu Norman) vertrouwde erop dat de Nazi’s binnen drie weken aan de macht zouden zijn. Het gebeurde zoals verwacht.

 

Fase 4 1933-1943: de ’dans’ van Groot-Brittannië en Nazi-Duitsland

Toen de Nazi’s eenmaal aan de macht waren, leverden Groot-Brittannië en de VS hen in zeer grote hoeveelheden middelen, militaire knowhow, patenten, geld en wapens.  

Preparata legt uit: “Gedurende de jaren dertig fungeerden de Verenigde Staten slechts als leverancier van de Nazi’s in de schaduw van Groot-Brittannië, die primair de hele show regisseerden. Deze show moest eindigen met de deelname van Groot-Brittannië aan een wereldwijd conflict als leider van de coalitie van geallieerde troepen tegen Nazi-Duitsland.” 

“Maar eerst moesten de Nazi’s verleid worden om oorlog te gaan voeren tegen Rusland, daarbij geholpen met de garantie dat Groot-Brittannië, en dus Amerika, neutraal zou blijven. Hitler zou de fouten van de Eerste Wereldoorlog niet willen herhalen.

Daarom moest Groot-Brittannië zichzelf te ‘verdubbelen’, een Januskop met twee gezichten, een pro-Nazi- en anti-Nazi-fractie die beide uiteraard deel uitmaakten van een en dezelfde misleiding. Het complexe en nogal groteske geheel van het Britse buitenlandse beleid in de jaren dertig was inderdaad het resultaat van deze gruwelijke theatrale afleidingen. Daarmee werden de Nazi’s wijsgemaakt, dat het kleurrijke Nazi-gezinde kamp op elk moment de haviken van de Oorlogspartij, geleid door door Winston Churchill,  omver zou kunnen werpen en resulteren in het tekenen een afzonderlijke vrede met het Derde Rijk.”

“Het geheime doel van deze ongelooflijke poppenkast was om Hitler in 1941 weg te houden van de Middellandse Zee en hem naar de Sovjetmoerassen te leiden, waar de Britten hem in feite drie jaar lang de tijd zouden geven om de moerassen ’zuiveren’, totdat de tijd zou aanbreken om de nazi’s in te sluiten en ze eindelijk te verpletteren. “

Hoe dan ook, in de jaren ‘30 draaiden de internationale financiers de kraan weer open voor leningen aan Duitsland. Hitler begreep en haatte het spel met deze financiers, maar hij wist dat hij zich aan hun dictaten moest houden om zijn doel in het oosten te bereiken.

Het Reich leende van de Reichsbank (tegen rente, de kerncomponent van ons zieke centrale banksysteem), die op haar beurt geld ontving van de internationale financiers. Deze fondsen werden vervolgens gebruikt voor infrastructuurprojecten en voor herbewapening. Schacht verlaagde de rentetarieven van ruim 8% in 1933 tot 2,81% in 1935, waardoor een enorme hoeveelheid leningen mogelijk werd en het Duitse economische ‘wonder’ werd bevorderd: het leek alsof de hele onderneming doortrokken was van de lichtheid van ‘gratis geld’, een lening [vrijwel] zonder rente.

 

Intermezzo over de relatie tussen Hitler  en Groot-Brittannië 

Hitler had een hartstochtelijke bewondering voor Groot-Brittannië, hij vereerde de folklore en traditie, en verlangde boven alles partnerschap. Ook van Britse zijde, met name van de Koninklijke famile en Edward VIII, was er bewondering en genegenheid voor de Nazi’s en hun prestaties. Er bestaan foto’s van de Britse royals die de Nazi-groet brengen.

Hitler beschrijft in Mein Kamf de geopolitieke agenda van het Derde Rijk: “Het doel van het Duitse buitenlands beleid moet de voorbereiding zijn op de herovering van de vrijheid voor morgen.” Vervolgens erkent hij dat Groot-Brittannië inderdaad uit was op ’wereld-heerschappij’, maar zij (Groot-Brittannië ) geen interesse had  in de volledige uitroeiing van Duitsland, aangezien dat zou leiden tot ’Franse hegemonie op het continent.

Karl Haushofer en de conservatieve ideoloog Moeller van den Bruck maakten Hitler attent op verschillende punten van het ‘Mackinder-testament’ en het risico van een omhelzing met het Oosten, maar Hitler negeerde deze waarschuwingen. Verblind door z’n eigen hoogmoed trapte hij in de val die voor hem werd opgezet.

Hitler wilde naar ‘het oosten’. De nazi’s beschouwden de Slavische volken in Oost-Europa als onmenselijk, als Untermenschen,  die uitgeroeid moesten worden om Lebensraum te openen, vrije ruimte voor Duitsers om zich naar het oosten uit te breiden. De bolsjewieken in Rusland begrepen dit en waren echter fel anti-Duits en waren ook de aanval door Duitsland aan het begin van de Eerste Wereldoorlog nog niet vergeten.

Deze ideologieën van beide landen waren fundamenteel tegengesteld aan elkaar - volgens Preparata geen toevalligheid - maar waren met grote vooruitziendheid en bedoelingendoor de financiële machten van Groot-Brittannië en Amerika gepland  … 

Later zou Hitler bovendien beweren dat een (wereld)oorlog met Duitsland Groot-Brittannië failliet zou laten gaan en zou resulteren in het einde van het Britse imperium, wat daarna ook gebeurde. Maar Groot-Brittannië zat ook niet stil en was bereid om haar ‘imperiumstokje’ over te dragen aan Amerika, waar het een gemeenschappelijke cultuur en taal mee deelde en dezelfde eigenaren van de centrale banken, in plaats van Duitsland te laten bloeien.

 

Het is nog geen tijd!

Toch hadden de Britten een aantal mogelijkheden om de Duitsers vroegtijdig te verpletteren, maar dat wilden ze niet: de tijd was er nog niet rijp voor. Ze hadden tientallen jaren nodig gehad om dit moment te bereiken, en ze wilden niet dat deze kans verloren ging. Duitsland moest de kans krijgen om te groeien en een grote bedreiging voor de wereld te worden, voordat het land mocht worden vernietigd. Anders zou de resulterende overwinning niet groot genoeg zijn voor de doeleinden van de internationale financiers. Toen Mussolini op het punt stond oorlog te voeren tegen Duitsland, omdat de Oostenrijkse Nazi’s een staatsgreep in Wenen hadden verprutst, zei Groot-Brittannië ’nee’. Londen kreeg nog meer kansen toen Duitsland het Rijnland binnenviel met slechts drie bataljons, vervolgens bij de Oostenrijkse annexatie en vervolgens bij Tsjechoslowakije. 

“Een groep generaals onder leiding van de chef van de generale staf, generaal Ludwig Beck, smeedde een plan om Hitler in 1938 te vermoorden als Groot-Brittannië toestemming zou geven, maar Groot-Brittannië weigerde. Groot-Brittannië wist inmiddels de gedetailleerde plannen voor de Duitse invasie (operatie Barbarossa) in Rusland via kapitein Winterbotham, de Britse spion. Er was niets dat Engeland niet wist.

Toen werd begin 1939 een samenzwering gesmeed onder leiding van paus Pius XII, een complot om Hitler te vermoorden. De boodschap van de Britten was: ‘nee, ga niet verder’.  Deze complotten om Hitler te vermoorden waren altijd hinderlijk en een bron van schaamte voor Groot-Brittannië: ze wilde nog niet dat de vrucht van haar bezwering dood was; zeker niet in dit vroege stadium. En dus saboteerden de stewards ook dit complot.”

 

Conclusies van Preparata

Hij begint zijn conclusies in hoofdstuk 6 met een citaat van Machiavelli over veinzen en leugens, over hoe mensen bedriegen en bedrogen worden, zich laten bedriegen. Blijkbaar is het voor Preparata een centraal thema voor zijn conclusies, een nadenkertje.

Toch is het nodig... om veel te veinzen en groots te veinzen,

want mensen zijn zo eenvoudig en zo geneigd

om te gehoorzamen aan de eisen van het moment,

dat hij die bedriegt altijd iemand zal vinden

die klaar staat om bedrogen te worden.

Machiavelli, The Prince (XVIII, 3)

Voor het elimineren van de Duitse dreiging rond 1900 betaalde Groot-Brittannië een hele hoge prijs: haar imperium, haar militaire- en economische kracht. Twee wereldconflicten waren nodig om die Duitse dreiging te vernietigen. De Eerste Wereldoorlog was een conventionele oorlog waarin het Britse rijk ongeveer 1.000.000  mannen aan opofferde, een aderlating die de samenleving en het establishment op zijn grondvesten deed schudden. In een tweede ronde, die nodig was omdat de Eerste Wereldoorlog het Duitse Rijk in feite ongedeerd had gelaten, zou eenzelfde aderlating onaanvaardbaar zijn. In de Tweede Wereldoorlog zou Groot-Brittannië 400.000 soldaten opofferen .

Dat bij het opstellen van het Verdrag van Versailles deze langetermijn gevolgen en conseqwenties overwogen werden, kan nauwelijks worden betwijfeld worden, de verbazingwekkende voorspelling van Veblen valt te bevestigen.

Dit wil echter niet zeggen dat de intriganten van de Ronde Tafel tevens de ingenieurs van de Endlösung hadden verwacht. In dit hele boek wordt betoogd, dat het doel was om reactionaire beweging in Duitsland op te roepen die zich vervolgens zou laten verleiden verstrikt te raken in het Russische moeras. Op zich al sinister genoeg.

Door de Tweede Wereldoorlog raakte het Britse imperium haar dominante wereldpositie kwijt. Maar zij had er (ondertussen) al wel voor gezorgd dat haar ‘erfenis’, rol en kenmerkende eigenschappen, overgedragen werden en voortleven in het Amerikaanse establishment. Het huidige geopolitieke beleid van de Verenigde Staten is een directe en volledig consistente voortzetting van de oude imperialistische strategie van Groot-Brittannië. Het is die onmiskenbare cocktail van agressie, subversie en massamoord die wordt gevoerd op de vitale knooppunten van de landmassa, van Palestina en Centraal-Azië tot aan de poorten van China met Taiwan.

Preparata publiceeerde zijn boek in 2005. Inmiddels zijn we 20 jaar verder en vandaag, 25 jan. 2025 zijn zijn analyses nog net zo valide of zelfs nog erger! Storm op komst?

De nieuwe Amerikaanse president praat wild om zich heen, van Canada via Panama naar Ukraine en terug naar Groenland! De wereld zal het weten wie Amerika is.

Een vos verliest wel z’n haren maar niet z’n streken!

Maar de meest schokkende conclusievan Preparata (zie hieronder) is verpakt in een aantal historische constateringen die beginnen met:

Als het waar is

-          dat de Britse vertegenwoordigers in Versailles intrigeerden, (d.w.z. een complot beraamden) om een reactionaire beweging in Duitsland op te roepen die zich zou gaan voeden met radicalisme en geneigd zou zijn om oorlog een met Rusland te zoeken;

-          dat de Anglo-Amerikanen daartoe veel handel dreven met en financiële steun boden aan de Nazi’s, continu en opzettelijk van de Dawes-leningen van 1924 tot de opvallende kredieten via de Bank of International Settlements in Bazel van eind 1944;

-          dat die financiële steun werd verleend om om de Nazi’s te laten uitgroeien tot een vijandelijk doelwit dat zo groot zou worden dat het een oorlog met een verwoestende vergelding van de geallieerden zou uitlokken om daarme een duidelijke en definitieve overwinning op Duitsland te maken;

-          dat de ontmoeting in Keulen van 4 januari 1933 in de villa van von Schröder de doorslaggevende factor was achter Hitlers benoeming tot kanselier;

-          dat appeasement sinds 1931 een aanfluiting was;

-          dat Churchill drie jaar lang bedrieglijk weigerde een westelijk front te openen, waarbij de verwachting was dat de Duitsers eerst zo hopeloos in het Russische moeras zouden verstrikt raken dat de Britse afsluitende aanval vanuit het Westen deze aanval voor het Westen zo pijnloos mogelijk zou maken; en

-          dat Hess plannen voor de evacuatie van de Joden naar het eiland Madagaskar naar Groot-Brittannië meebracht, want dat was het laatste beleid dat de Duitse regering voerde voordat ze de Endlösung aannam een plan dat duidelijk geen vervolg kreeg.

Als al het voorgaande waar is,

dan is het gerechtvaardigd om de directe verantwoordelijkheid voor het uitbroeden van het nazisme en het plannen van de Tweede Wereldoorlog, ende indirecte (mede)verantwoordelijkheid voor de Holocaust van de Joden, bij het Anglo-Amerikaanse establishment te leggen.

Een niet geringe en schurende conclusie om  over na te denken.

Het resultaat van de Tweede Wereldoorlog was dat er van ‘een Duitsland’ geen sprake meer was, het doel van Versailles was bereikt. Het enige dat overblijft is een verdoofde bevolking die onderworpen is aan permanente Amerikaanse controle en eindeloze, zielvernietigende propaganda. Het land is tot op de dag van vandaag nog steeds militair bezet, met 119 Amerikaanse militaire bases.

In het interview in Das Milieu uit 2019 licht Preparata zijn visie nogmaals toe.